A examiner: " Ten besluiten van het geene men weet te voegen by dat, 't welk te vooren aangaande het Edel geslacht en Heeren van Romerswaal was gezegd, kan men aanmerken, dat ten jare 1744, nog in Frankryk een Marquis van Espinay zig bevond, welke zig Heer en Baron van Lodyck en Rymerswaal noemde.
Zagen wy bl. gr. hoe ten jare 1744, cene Marquis ván Espinay zig als Heer dezer Stede kwam op te doen: is ons nader gebleken, dat deszelfs Vader (of Grootvader) in 't jaar 1686. Heer François D'Lespinaj, Marquis de Boisgroult enz. zig qualificeerde Erfgenaamn te wezen van den Huise van Lodyck, Reymers. wale, Weelden, Nieuw-Stryen enz., die als zoodanig eene procuratie passeerde op Christoffel van Giets; voor den Notaris Nicolaas Huygens te Rosendaal, om zig party te stellen tegen die zig hier de beheering aanmatigden,
Het jongste Weragtig bewys aangaande Leenvolging in dit eertyds zoo aanzienlyk goed, zoo als die van den jare 1668 tot 1675 tér StemTolle Bewesten-schelde bekend stond, is te vinden in de bylage F., daar tegelyk uit blykt, dat vän wegen de Graaflykleid hier een aandeel verkogt was, mogelyk te voren ook, welke die kunnen geweest zyn, waarvan de Marquisen van Espinay neenen 'eigenaars te wezen; dan verzuimd hebben verhef te doen." source Eenige Zeeuwsche Oudheden, uit echte stukken opgehelderd, en in ..., Volume 7, p 91 et 202, Jacobus Ermerins.
autre version: " In 1744 deed in Frankrijk zich de bedoelde Markies van Espinoij op als regthebbende op eenigen eigendom te Rozendaal. De regtvaardiging hiervan is welligt te Rozendaal te zoeken: trouwens het is gebleken, dat deszelfs vader (of grootvader) in het jaar 1686, Heer FRANCOIS D'EPINAIJ, Markies de Boisgroult, zich kwalificeerde erfgenaam te wezen van den Huize van Lodijk en Reijmerwaal, Weelden, Nieuw-strijen, enz., die als zoodanig bij of voor den notaris NICOLAAS HUIJGEN$ te Rozendaal, eene procuratie passeerde op CHRISTOFFEL VAN GIELS, om zich als partij te stellen tegen degenen, die zich de beheering aanmatigden. Het blijkt uit de „Vierde steenrolle over zeeland Bewester-schelde, anno 1668”, dat de Graaf wel eens een aandeel heeft verkocht...., en het is welligt zulk een aandeel, waarvan de Markiezen van Espinaij vermeenden eigenaars te zijn, doch verzuimd hadden verhef of transport te doen "
https://books.google.be/books?id=-o0txrftoqMC&pg=PA202&dq=van+giets+notaris+huygens&hl=fr&sa=X&ved=2ahUKEwiMnb3C27TsAhVD_KQKHcUGDpgQ6AEwAHoECAQQAg#v=onepage&q=espinay&f=false
En 1704 un Marquis d'Espinay Sgr et Baron de Boisgroult Lodyk et Reymerswaele possseda la motie des Moulins et de larges parûres dite Lage Vrouwe Made en fief du Seigneur de Breda.
Le omwaterdhuis/hof était à un certain Motman puis à sa fille x Panneboet Schout, puis aux Woldringh.
" Raad van Brabant, 1586 - 1811
Inventaris
Civiele procesdossiers 1707 - 1795, inventarisnrs 788.3000 - 788.3970
788.3339 Johan Swaans in Roosendaal, voor François d'Espinay, markies de Boisgroult, contra Godefridus Wessem Sint-Amant, advocaat in Den Haag, 1720
Datering:
1720
Vindplaats origineel:
Den Bosch
Organisatie: Brabants Historisch Informatie Centrum " source Conseil de Brabant, archieven.nl
François Rodrigue d'Espinay |
Les données affichées n'ont aucune source.