(1) Il est marié avec Marie Josèphe Walburge Caigniez.Source 1
Assitent le déclarant Augustin Keller lors de la naissance de Victoire Jeanette Keller et de son frère
Ils se sont mariés le 24 novembre 1777 à Hondschoote, il avait 24 ans.
(2) Il est marié avec Angèle Constance Persévérance van der Meersch.Source 2
" Meersch (van der) dit de Nevele Bruges D'argent, à la croix de gueules, acc. au 1 d'une merlette de sable ou d'un perroquet de sinople. 27 juillet 1849 " source Archives Nationales France.
Mais le van der Meersch sgr de Roosendaele portent : Meersch (van der) de Roosendaele Flandre - (An., 12 oct. 1704 et 22 sept. 1751) Coupé, au 1, de gueules, à une demi-croix alésée d'argent, mouvante du coupé, au 2, d'azur, à une étoile (5) d'or. Cimier: l'étoile.
Ils se sont mariés le 03-10--3348 à Furnes.Source 3
Acte de mariage Furnes: An 13 p du mois de Floréal comparu Monsieur pierre antoine herwyn âgé de 51 ans né à hondschoote le 18 septembre 1753 membre du senat commandant de la Légion d'Honneur domicilié à paris fils de feu aigustin dominique décédé à handschoote le 28 mai 1777 et feue marie conille van Loo décédée à furnes le 16 août 1788 veuf de marie walburge Caigniez décédée à paris le 12 ventose an 9 et
Demoisselle angèle constance persévérance Vandermeersch âgée de 31 ans née à furnes le 11 avril 1774 domiciliée à furness chez les pere te mere fille de Monsieur françois ignace président du Canton de firnes et memebre du collège électoral du département de la Lys agé de 54 ans et de Dame Angèle Josephe Walwein âgée de 56 ans.. en présence de Messieurs philipe jacques herwyn sous prefet du deuxieème arrondissement du département de la Lys 54 ans frère de l'époux; Pierre Schadet homme de loi demeurant à Nieuport 68 ans beau frère de l'époux
Pierre du Bois ancien conseiller au parlement de Douai 51 ans
Philippe herwijn maire à Moëres 26 ans. Le troisème témoin issu de germain et le quatrième beiu-frère de l'épouse
Enfant(s):
Les armes du Comte HERWYN de NEVELE
Écartelé : au 1 d'or, au lion de sable, lampassé de gueules ; au 2 d'argent, à la croix de gueules cantonnée en chef d'une molette de sable ; au 3 de sable, à trois molettes d'or ; au 4 d'azur, à la fasce d'or, accompagnée en chef de deux pigeons affrontés d'argent, et en pointe, d'un serpent d'or mis en pal.
"Pierre-Antoine Herwyn(29)
Comte d'Empire op 26 april 1808
Pierre-Antoine Herwyn werd geboren in Hondschoote op 18 september 1753 en overleed in Parijs op 15 maart 1824. Hij huwde een eerste maal met Marie Caignez, die overleed in 1801 en hertrouwde in 1805 in Veurne met Angèle van der Meersch de Nevele (Veurne 1774 - Parijs 1849), dochter van een burgemeester van Veurne. Ze hadden een zoon, Napoleon-Pierre Herwyn (Parijs 1806 - Ivry sur Seine 1890)
Zijn vader, Augustin Herwyn was dus de burgemeester van Hondschoote. Herwyn studeerde aan de universiteit van Douai en werd vervolgens advocaat bij de Raad van Vlaanderen en pensionaris van Hondschoote. Zijn voornaamste activiteit bestond erin, samen met zijn broer, grote delen van de moeren droog te leggen. Tussen 1780 en 1787 legden ze ongeveer 1500 ha droog, die voortaan voor de landbouw konden gebruikt worden.
In 1789 werd hij door Bailleul (Belle) afgevaardigd naar de Etats Généraux. Vanaf 1792 stond hij aan het hoofd van de lokale strijdkrachten, maar in de herfst van 1793 werd hij, in de nasleep van het verraad van generaal Dumouriez, opgepakt op verdenking van samenspannen met de vijand. Na zeven maanden hechtenis werd hij vrijgesproken. Over zijn hechtenis en over zijn activiteiten publiceerde hij een uitgebreid verweerschrift onder de titel Compte fidèle de ma conduite depuis la révolution (...)(30). Het Directoire stuurde hem naar Brugge, waar hij eerst oorlogscommissaris bij het leger was en vervolgens regeringscommissaris en voorzitter van de centrale administratie van het departement. In april 1799 werd hij door de Bruggelingen als hun afgevaardigde naar de Conseil des Anciens gestuurd. Nog in 1811 werd hij beschouwd als deel uitmakend van de bewoners van het departement van de Leie, als lid van het Kiescollege van dit departement en vermeld op de lijst van de zestig meest belaste inwoners.
Onder het Consulaat werd hij onmiddellijk senator (22 december 1799), wat in april 1808 zijn verheffing tot graaf als gevolg had, toen een honderdtal graven werden gecreëerd, waaronder meest alle senatoren. Hij heette voortaan Herwyn, comte d'Arène. Hij bleef senator tot aan de val van Napoleon, van wie hij op 3 april 1814 mee de afzetting stemde. Hij schaarde zich toen achter Lodewijk XVIII, werd in juni 1814 pair de France en in 1815 werd de erfelijkheid van zijn grafelijke titel bevestigd. In december 1817 werd hij pair héré-
(29)
Biographie universelle ancienne et moderne, Brussel, 1843, Deel 3, blz. 304; Pierre Herwyn, in Biographie Nationale, Deel IX, kol 301-304, Annuaire de la Noblesse Belge, 1844, blz 242-243, Pierre Herwyn, in: Dictionnaire de biographie française, Tome 17, col 1158, F VAN DYCKE, a w, blz. 281, J. JOURDAIN, a. w.; R. COPPIETERS 'T WALLANT, a w., blz. 111-115; W. VAN HILLE, a. w., blz. 244-246; W. BOUSSY, a. w; L DUERLOO & P. JANSSENS, a w., Deel F-M, blz 339-340
(30)
J JOURDAIN, a w., blz 268 en vv.
[p. 331]
ditaire en bleef in de Eerste Kamer zetelen tot aan zijn dood. In 1820 voegde hij de Névèle aan zijn naam toe(31).
Het curieuze systeem van erfelijke pairies maakte dat de enige zoon Napoléon-Pierre op zijn achttiende pair de France werd. In 1831 werd hij in de Senaat geïnstalleerd en tot aan de revolutie van 1848 behield hij de functie. Hij kwam geen enkele maal in de debatten tussen. De reden lag voor de hand: hij was zwakzinnig en werd onder voogdij gesteld. Zijn aanzienlijke nalatenschap alsook de grafelijke titel kwamen ten goede aan de Belgische erfgenamen Herwyn en Van der Meersch " source Noblesse d'empire in West-Vlaanderen, Andries van den Abeele.
"Lot n° 17
Résultat : Non Communiqué
Glaive de Pair de France de Comte HERWYN de NEVELE (1753-1824).
Fusée à plaquettes de nacre. Monture en bronze doré, pommeau au mufle de lion et visage d’Athéna, garde à deux quillons évasés en palmette et nœud de corps aux armes de France. Lame à méplat médian, gravée dorée et bleuie au tiers, signée de Knecht à Solingen. Fourreau recouvert de galuchat à deux garnitures en laiton doré et ciselé.
A.B.E. Epoque Restauration.
Provenance : Descendance du Comte HERWYN de NEVELE, sénateur du Premier Empire, Pair de France. " source vente Gazette Drouot
Pierre Antoine Herwyn | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||
(1) 1777 | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Marie Josèphe Walburge Caigniez | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||
(2) 3348 | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||