(1) Elle est mariée avec Ijsbrant Govertsz van OVERSCHIE.
Ils se sont mariés le 3 juillet 1568 à Delft, elle avait 18 ans.
Enfant(s):
(2) Elle est mariée avec Jan Reijersz van der BURCH.
Ils se sont mariés en l'an 1573, elle avait 23 ans.
Schepenhuwelijken Delft.
187. 3 juli 1568 (f. 111v 112v):
IJsbrant Govertsz. (a), vergezeld met zijn vader en moeder Govert IJsbrantsz., brouwer, en Fransgen Cornelisdr., en Gheertruydt Adriaensdr. (b), geassocieerd met haar moeder Baertgen Corssendr., zullen gaan huwen op de volgende voorwaarden: Govert IJsbrantsz. en Fransgen Cornelisdr. beloven met hun zoon te geven 4100 Kar. gld. Baertgen Corssendr. belooft haar dochter te geven 3000 Kar. gld. en de kosten van de bruiloft te betalen en de jonggehuwden tot Allerheiligen naastkomende de kost te geven.
Er is overeengekomen dat de jongelieden in koop zullen krijgen de huizing, erf en brouwerij van Govert IJsbrantsz., waar hij nu woont, met het klein en groot brouwgetouw als vloten, zakken, tonnen e.d., dat brouwgetouw genoemd mag worden, mitsgaders de molen en twee paarden met het gereedschap daar toe dienende en met het winterhooi, mits in het huis zullen blijven alle ramen en het houtwerk als kistenmakerswerk in alle drie de kamers met een kantoor en een `schencktresoir' met de opstal van 18 sch. gr. Vl. per jaar papelijke prove en nog 22 st. per jaar toekomende het Oude Gasthuis, te zamen voor 6400 Kar. gld., waarvan IJsbrant Govertsz. betaling zal strekken
3200 Kar. gld. in mindering van hetgeen zijn vader hem ten huwelijk beloofd heeft en hij zal de andere 3200 Kar. gld. mogen onderhouden op renten de penning 16, belopende 200 Kar. gld. per jaar, die zullen mogen lossen met 300 Kar. gld. teffens, zonder minder en dit met geld als ten tijde van de lossing `cours ende loop' hebben zal en waarmee de ene koopman de andere zal mogen voldoen, welke jaarlijkse rente zal beginnen Allerheiligen naastkomende, vóór welke tijd Govert IJsbrantsz. gehouden zal zijn IJsbrant Govertsz. van deze huizing, erf en brouwerij gifte te geven en ontruiming te doen en elkaar met brieven en voorwaarden volgens het recht van deze stad te
voldoen.
Verder is overeengekomen dat Govert IJsbrantsz. zijn zoon IJsbrant Govertsz. zal laten houden alle nering van brouwen, die Govert thans heeft, met de schulden, indien die hem aanstaande zijn, en indien die schulden hem niet aanstaan, zal Govert nochthans gehouden zijn zijn zoon van Allerheiligen tot meidag daaropvolgende op zijn schulden te laten brouwen, zonder dat Govert middelertijd enige van zijn schippers, bierstekers of kopers enigszins moeilijk of lastig zal mogen vallen om betaling te hebben van zijn achterwezen of anders wel verstaande nochthans dat indien enige van IJsbrants broers of zusters kwamen te brouwen, IJsbrant gehouden zal zijn afstand te
doen van de nering van twee schepen, als het een ter Veer en het ander te 's-Gravenmoer.
Indien een van hen vooroverlijdt wel of geen kind(eren) nalatend dan worden de goederen gedeeld tussen de langstlevende en de kind(eren) of erfgenamen van de overledene, elk de helft en de kleren, juwelen, kleinodiën, harnas en geweer. Als Gheertruydt de langstlevende is zonder kind(eren) dan krijgt zij als douarie 400 Kar. gld.
Govert IJsbrantsz., Fransgen Cornelisdr. en Baertgen Corssendr. bepalen dat de kind(eren) van hun zoon of dochter met representatie van hen erven en hun goederen van kind op kind besterven en na het laatste kind vererven naar schependoms recht.
(a) Zoon van Govert IJsbrantsz. [van Overschie] en Fransge Cornelisdr. [van der Burch].
(b) Dochter van Adriaen Claesz. [van Adrichem] en Baertge Corssendr. [van Vliet van der Woert].
ORA Hof van Delft.
9-2-1592: Heeft Pieter Fransz. Overschie en Adriaen Fransz. Overschie elk voor hem zelf, meester Jan de Groot als man en voogd van Aeltgen Francen en Claes Hals Claesz. als man en voogd van Trijntgen, als erfgenamen van zal. Jan Fransz. Overschie, geven gift de
voogden van de twee weeskinderen van zal. IJsbrant Govertsz. geprocureerd bij Geertgen Ariens van Adrichem van 4 morgen hofland leggende in de hoefslag van Voor-Dijkshoorn.
Giftboek Hof van Delft.
9-2-1592: Heeft Pieter Fransz. Overschie en Adriaen Fransz. Overschie elk voor hem zelf, meester Jan de Groot als man en voogd van Aeltgen Francen en Claes Hals Claesz. als man en voogd van Trijntgen, als erfgenamen van zal. Jan Fransz. Overschie, geven gift de
voogden van de twee weeskinderen van zal. IJsbrant Govertsz. geprocureerd bij Geertgen Ariens van Adrichem van 4 morgen hofland leggende in de hoefslag van Voor-Dijkshoorn.
De voorschreven erfgenamen geven gift Dirck Barentsz. opten Overgaeuw van 5 morgen hofland leggende in de hoefslag van de Oude Laan.
Gheertruydt Adriaensd van ADRICHEM | ||||||||||||||||||||||||||||||||||
(1) 1568 | ||||||||||||||||||||||||||||||||||
(2) 1573 | ||||||||||||||||||||||||||||||||||
Les données affichées n'ont aucune source.