[[Genlias: Huwelijksakte Nr.183 dd 31-051894]]
[[Genealogie Gomes]]
Was va 1905 tot 1915 Directeur van NV Houthandel "Het Nieuwe Fortuin"
Il est marié avec Wilhelmina TOEPOEL.
L'avis de mariage a été publié le 16 mai 1894 à Haarlem, Noord-Holland, Nederland .
Ils se sont mariés le 31 mai 1894 à Haarlem, Noord-Holland, Nederland , il avait 26 ans.Source 4[[Genlias: Huwelijksakte Nr.183 dd 31-05-1894]]
DE HEER D. BREMER TER AARDE BESTELD.
Vele vrienden van wijlen den heer D. Bremer, die met hem in aanraking waren gekomen, hetzij in den houthandel, hetzij bij het kegelen, waren Dinsdagmiddag op de algemeene begraafplaats aan de Kleverlaan bijeen, om den doode de laatste eer te bewijzen. Onder orgelspel van Ase's Tod van Grieg werd de baar in de aula van het Mausoleum gedragen. De heer K. H. Blits, directeur van de N.V. Bremer's Houthandel, zeide, dat men in de zaak den heer Bremer zal missen evenals zijn adviezen en raadgevingen, gebaseerd op zijn meer dan vijftig jarigen arbeid in den houthandel. Niet alleen voor dit bedrijf heeft hij veel beteekend, doch ook voor andere doordat hij in 1921 den stoot heeft gegeven tot de oprichting van den Haarlemschen Houtbond. Vele jaren vervulde hij het voorzitterschap, bij zijn afscheid was hij er trotsch op, dat spr., als lid van zijn bedrijf de functie overnam. Namens het personeel van Bremer's Houthandel en den Haarlemschen Houtbond bracht spr. een laatsten groet. De heer Jac. van Maris, sprekende als voorzitter van den Haarlemschen Kegelbond, schetste de verdiensten van den heer Bremer voor den bond. Hij was een enthousiast kegelaar, die overal in den lande een goeden naam verwierf door zijn gooien. Vele malen was hij kampioen; tijdens de veertigste algemeene vergadering in 1939 werd besloten hem tot eere-lid te benoemen; Als mensch en vriend werd hij algemeen geacht. Veel dank is de bond aan hem verschuldigd. De heer H. N. Verdel, bestuurslid van de kegelclub De Volharding" zeide, dat de heer Bremer gedurende de 48 jaar van het bestaan der vereeniging, .de stuwende kracht is geweest. Doch daarnaast deed hij veel voor het persoonlijk leven der leden, waarbij hij zich zelf steeds op den achtergrond stelde. Zijn clubleden zullen veel in hem verliezen. Terwijl de organist het. Largo van Handel speelde, werd de baar grafwaarts gedragen. Daar bad dr. H. Bremer, Doopsgezind predikant te Oude Bildtzijl het Onze Vader, waarna een zwager dank zegde voor de blijken van deelneming.
Had in 1908 zitting in de Raad van Toezicht (tevens Commissaris) van de Haarlemsche Credietbank.
Woonde 1817-1820 Schoterstraatweg 171, 1887-1898 Spaarndammerweg 10g, 1900-1903 Friese Varkensmarkt 4. Koopt in 1903 voor f.4700 een woning aan de Nieuwe Gracht, waar hij zeker tot 1915 woont. Van 1920-1943 Julianalaan 129 (=Lindenlaan 129) Overveen
Historie van 137 jaar "Bremer"
De geschiedenis van ons bedrijf gaat terug tot 1874, toen in dat jaar, op 24 oktober (of volgens sommige stukken de 10e), de broers Willem Frederik Bremer en Cornelis David Bremer de molen "Het Nieuwe Fortuin" kochten.
Het was de bedoeling dat deze molen met aangrenzende gebouwen, werf en schuitenhuis, een houtzagerij werd. De molen was echter niet geschikt om hout te zagen dus begonnen de heren Bremer samen met de schoonzoon van Cornelis, de heer Caalen, naast de molen een stoomzagerij. Het bedrijf werd "Houthandel Caalen en Bremer en Co." genoemd. De houtzagerij verliep voorspoedig en al snel werden en 1882 de twee zonen van Willem in de zaak opgenomen.
Toen Cornelis kort daarna overleed besloot men om de overeenkomst met Caalen te ontbinden. De verstandhouding was echter niet zo goed en het was niet mogelijk om tot een goede verdeling te komen, zodat het bedrijf opnieuw geveild moest worden. Willem wilde graag de houtzagerij voortzetten, maar was niet de hoogste bieder. De molen en andere gronden werden eigendom van de IJzeren Spoorweg Maatschappij, waarvan hij het complex voorlopig mocht huren. De molen werd verhuurd aan de heer Visser, die er graan mee ging malen en Willem Bremer zocht elders ruimte voor opslag van zijn hout. Toen in 1903 de huur van het molencomplex werd opgezegd door H.IJ.S.M. vonden de Bremer's op de Friese Varkensmarkt 16 een ander terrein voor hun houthandel en daar werden het huige kantoorgebouw met woonruimte en enkele loodsen gebouwd. Inmiddels wasook de jongste zoon Willem Jr. tot het bedrijf toegetreden en liet Willem Sr. het bedrijf aan zijn zonen over. De firma werd pmgedoopt tot "N.V.Houthandel Het Nieuwe Fortuin".
Na de eerst wereldoorlog kwam het bedrijf tot grote bloei en werd groot met ruim twintig man personeel, vier vrachtauto's en een motordekschuit. Toen de crisis uitbrak in de jaren dertig werd het moeilijker voor de heren Bremer en waren zij genoodzaakt de helft van het terrein van de hand te doen. Jonge Willem zette het overgebleven deel voort met zijn zwager de heer Karel Blits. Zij wisten het hoofd boven water te houden en deden het bedrijf over aan de schoonzoon van jonge Willem, de heer Vermeulen.
Toen hij er in 1984 mee stopte werd het bedrijf onder de naam "Bremer's Houthandel" verkocht aan de huidige eigenaren, de familie de Boer, die volgens de traditie het bedrijf runnen met vader en zonen. Na deze overname moest het berijf wat worden wakker geschud maar werd vanaf toen weer fortuinlijker waardoor het mogelijk was om in 1997 hwt aangrenzende pand over te nemen waar de huidige showroom is gemaakt. In 2004 vieren we het 130-jarig bestaan van inmiddels de oudste houthandel van Haarlem.
2 mars 2009
Blijkens Akte, den 16en December 1898 verleden voor den Notaris Arnold Joseph Cornelis Daamen, is tusschen de Heeren HENDRIK BREMER WILLEMSZOON, DAVID BREMER WILLEMSZOON, beiden Houthandelaar en WILLEM FREDERIK BREMER Junior, zonder beroep, allen wonende te Haarlem, aangegaan een Vennootschap van Koophandel, onder de Firma W.F.Bremer en Zonen, ten doel hebbende, het gemeenschappelijk drijven van Handel in Gezaagd en Ongezaagd Hout, alsmede den Commissiehandel daarin.
De Vennootschap zal zijn gevestigd te Haarlem en wordt aangegaan voor 10 achtereenvolgende jaren, in te gaan 1 Januari 1890, en alzoo eindigende 31 December 1909.
Indien geen schriftelijke opzegging één jaar voor het eindigen van het contract door één of meer der Vennooten plaats heeft, zal deze Vennootschap na 31 December 1909 telkens van jaar tot jaar worden gecontinueerd zoolang geen gelijke opzegging plaats heeft.
Ieder Vennoot heeft het recht om voor de Firma te teekenen en is bevoegd de Firma aan derden en derden aan de Firma te verbinden, doch slechts in zooverre als hunne handelingen betrekking hebben op den zelfstandigen handel en den commissiehandel hiervoor omschreven.
Tot het aangaan van borgtochten, het vervreemden en bezwaren van onroerende goederen en het ter leen opnemen of geven van gelden en tot alles wat niet direct in verband staat tot deb handel hiervoor omschreven, wordt de handteekening van alle vennooten vereischt.
HAARLEM, December 1898 Namens de Vennooten, A.Daamen, Notaris
16 décembre 1898
Inventarisnr.: 1894 Nr.183
Archief: Burgelijke Stand
Archiefnaam: NHA-Kennemerland-Haarlem
31 mai 1894
Bij Akte, den 27 April 1904, ten overstaan van Notaris A.J.C.Daamen te Haarlem verleden, is tusschen de Heeren HENDRIK BREMER Willemszoon, DAVID BREMER Willemszoon, en WILLEM FREDERIK BREMER Junior, allen Houthandelaar en wonende te Haarlem, bestaan hebbende Vennootschap van Koophandel onder de firma: W.F. Bremer en Zonen, gevestigd te Haarlem, aangegaan bij Akte verleden den 16 December 1898 voor genoemden Notaris Daamen, ten doel hebbende het gemeenschappelijk drijven van handel in gezaagd en ongezaagd hout, alsmede den commissiehandel daarin, te rekenen van 1 Mei 1904 ontbonden.
Alle firmanten zijn belast met de liquidatie van voorschreven firma en zullen teekenen W.F.BREMER EN ZONEN in liquidatie.
Namens de Vennooten, A.Daamen, Notaris.
Onderwerp: Firma W.F.Bremer en Zonen
Archiefnaam: Advertentie
27 avril 1904