Il est marié avec Jacobje Daniels Schut.
Ils se sont mariés à l'église environ 1685.
De papiermolens in de provincie Gelderland, alsmede ……… (H. Voorn).
De Bazemolen I te Ugchelen, Apeldoorn, no 105, blz 423
Jan Franken was in Harderwijk blijven wonen en zal de molen dus hebben verpacht, waarschijnlijk aan Hendrick Warners, die op 13 mei 1700 de molen voor 5125 gld van de weduwe Anna (van) Veenhuis(en), eerst weduwe van Jan Franken en daarna van Daniel Schut. De eigendom van het water en de grond, waarbij land in de Englander- of Bruggelermark en hooiland ten oosten van het ‘Wouthuys’, kwam voor de helft toe aan Jan Put en Jacobje Daniels Schut, eigenaars van de tweede Bazemolen.
De papiermolens in de provincie Gelderland, alsmede ……… (H. Voorn).
De Bazemolen II te Ugchelen, Apeldoorn, no 106, blz 426
De molen, die eerst in 1734 evenals de onderliggende buurmolen de Bazemolen wordt genoemd, bleef door vererving in het bezit van de familie Schut, zonder dat ons bijzonderheden hierover bekend zijn. Tegen het eind van de zeventiende eeuw was de molen eigendom van Jacobje Daniels Schut, gehuwd met Aert Jansen, papiermaker op de Huygensmolen (no 64) te Wiessel en voor 1700 hertrouwd met Jan Put *. Jacobje was een dochter van Daniel Jacobs Schut, kleindochter van Jacob Jacobs, achterkleindochter van Jacob Marcus en Geertje Schut. Omstreeks 1724 is Jacobje als weduwe overleden. Zij had geen kinderen meer in leven en haar bezittingen werden geërfd door haar vier broers, resp. hun kinderen of kindskinderen. Het onroerend goed bestond uit de tweede Bazemolen, de tweede kleine Bazemolen (no 108) en een huis in het dorp. Het erfmagescheid licht ons niet in, hoe de Bazemolen werd verdeeld, maar uit latere bescheidenkan men opmaken, dat 1/3 part ging naar Jan en Cornelis, de ongehuwde kinderen van haar overleden broer Derk Daniels Schut. Zij hebben later de molen het Voorslop (no 102) geërfd, woonden daar en hadden dus geen directe bemoeienis met de Bazemolen. De resterende 2/3 parten gingen naar de kinderen van haar overleden broer Jan Daniels Schut, en wel 1/3 voor Gijsbertje Schut, gehuwd met Cornelis Willems Meijerink, 1/6 voor Janneke, gehuwd met Jan Claassen Wegenaar en 1/6 voor Daniel Schut, gehuwd met Stijntje Klaassen van Amersfoort. De molen werd gebruikt en bewoond als pachter door Lambert Cornelis Meijerink, zoon van Gijsbertje Schut.
* Dit lijkt niet te kloppen. Bij no 64, blz 318, staat dat zij een dochter is van Daniel Paul Schut, van de papiermolen Klein Hattem I (no 89) en Hendrica Aerts. Waarschijnlijk is de ene Jacobje dus getrouwd geweest met Aert Jansen en deze Jacobje met Jan Put.
De papiermolens in de provincie Gelderland, alsmede ……… (H. Voorn).
De kleine Bazemolens, later Steenbeek genoemd, te Ugchelen, Apeldoorn, no 107, blz 429
Op 6 november 1696 verkochten Jurriën Everts en zij vrouw hun halve papiermolen, het kleine Bazemolentje genaamd, waarvan de wederhelft in het bezit was van Jan Put, ‘nomen uxoris’ (naam van de echtgenote) Jacobje Daniels Schut, voor 560 gld aan Berent Henrickx. De papiermaker Berent Hendriks was in 1696 kennelijk nog niet getrouwd, maar hij was weduwnaar, toen hij in april 1706 te Heerde trouwde met Hilligje Teunis. Hendriks werd opgevolgd door zijn zoon Jacob Berends, in mei 1749 met Jannetje Daniels Schut getrouwd en in 1749 met vier knechts en meiden werkend. Jacob Berends had ook de andere halve molen in pacht. De molen van zijn overleden vader was voor een derde deel eigendom van zijn broers Hendrik en Gerrit Jan, die op 1 oktober 1751 dit aandeel voor 275 gld verkochten aan Abraham Aarts Schut, de eigenaar van de tweede halve molen. Enkele jaren later, op 16 augustus 1756, kocht Jacob Berends dit 1/3 part van Schut voor 400 gld en kocht gelijktijdig diens halve molen voor 1200 gld. De beide Bazemolentjes kwamen daarmede in één hand en werden nadien steeds als één molen geëxploiteerd. De molen was inmiddels in 1724 bij erfmagescheid tussen de erfgenamen van Jacobje Daniels Schut toegevallen aan haar broer Reynder Daniels Schut, getrouwd met Hendrickje Willems.
Les données affichées n'ont aucune source.