Il est marié avec Aeff Siercks.
Ils se sont mariés environ 1628.
Enfant(s):
Op 11 mrt 1618 zijn Gerrijt Laurens en zijn zoon Laurens Gerrijts, als bestevader, resp. oom, voormonden over de drie minderjarige kinderen weeskinderen van wijlen Jacob Gerrijtszn binnen Veenklooster.
Op 26 aug 1623 vinden we vermeld dat de drie kinderen van de overleden zoon Jacob uit de nalatenschap van hun grootvader Gerrijt Laurens gezamenlijk toekomt een bedrag van zuiver 608 carg 12 st 12 p of per kind 202 carg 13 st 10 p. Administrative en fiskale boarnen oangeande Fryslan yn de ier-moderne tiid, blz. 44: Ontfangh eerst van de cloosters opcomsten gelegen in Oostergoe: Oltwolde, Veenclooster corpus landen: Gerrijt Laurens 34 ackers boulandt ende 43 1/2 mansmadt meden, met 9 pond. fennen voor 56 gg. 78-8-0. mr. Feije Haijesz, chirurgijn te Kollum, stiefzoon van Nitte, is curator over de kinderen van Jacob Gerrits, zoon van Gerrijt Laurens (RA KOL P7).
Op 9 okt. 1627 verzoekt Harmen Jacobs voor zichzelf en als man en voogd van Aeff Sircxdr het gerecht van Kollumeriand om Gerben Aetes en Romcke Buwes te benoemen tot curatoren over het kind (later is sprake van kinderen) van Aeff bij haar (laatste) man Buwe Buwes.
artikel van der Land Jierb.1980 door Auke de Vries.
Eind febr. 1628 wendt Harmen Jacobs, geassisteerd door zijn stiefvader Willem Sippes en zijn oom Laurens Gerrijts, zich tot het gerecht van Kollumerland om veniam aetatis (meerderjarigverklaring). ; Hij verklaart dat hij blijkens een aantekening van zijn vader Jacob Gerrijts is geboren op 28 febr. 1604 (dus nog geen 25 jaar oud is), maar toch met zijn curatoren wil afrekenen, mede omdat hij in het huwelijk is getreden met Aeffke Syrcx.
Op 1 maart 1628 verklaren Laurens Gerrijts en Willem Sippes, beiden te Veenklooster, dat Harmen in hun beider nabuurschap heeft geleefd, als een goed verstandig en bekwaam jongman, en dat hij, tot zijn 25e jaar gekomen, zich in echte staat begeven heeft met hun ,,nabuursche Aeff Sircx, wed. ; Buwe Buwes. ; Op 1 april d.a.v. wordt hem veniam aetatis verleend.
Op 19-1-1633 wordt er geïnventariseerd in het sterf huis van Louwerens Gerrijts. Zijn oomzegger Harmen Jacobs is mede voormond over de minderjarige kinderen. Lourens Gerrijts was eerste getrouwd met Frouck Wijgersdr, dr. v. Wijger Ritskes en Jent Bennes Meinsma en daarna met Geertien Harts, die als zijn weduwe bij de inventarisatie aanwezig was. Tot de nalatenschap behoren de helft van 4 akkers, waarvan de andere helft Harmen Jacobs met zijn vrouw toebhoort, en 4/6 part van de eendenkooi bij Veenklooster in het leegland gelegen. Verder is er een schuld aan het jongste weeskind van zijn broer Jacob Gerrijts van 707 gg 11 st 2 p, vermeerderd met rente. De inventarisatie wordt bevestigd naar waarheid, zoals gebeurd bij de doopsgezinden i.p.v. eed. Laurens was gehuwd met Frouck Wygersdr, dr. v. Wijger Ritskesz. en Jent Bennedr. Meinsma.
Op 1 april 1638 verklaren Harmen Jacobs en Aeff Sierxdr, echtelieden in Veenklooster, dat zij 400 gg schuldig zijn aan Wyger Lourens te Driesum en Bote Lourens, zijn minderjarige broer, blijkbaar zoons van Lourens Gerrijts, de oom van Harmen.
--» Op 9 december 1641 is er sprake van een vordering van Harmen Jacobs en Aeffke Siercx, echtelieden te Veenklooster, ad 102 gg 19 st, op Wybe Annes en Antie Andles Hoitsma, echtelieden, als rest van een reversaal van koop van de huizinge, door laatstgenoemden bewoond, met de ontruiminge van landen (bron: http://www.antosja.com/Html/Informatie%20Bouwman08.html).
Op 8 juni 1648 verkopen Harmen Jacobs te Veenklooster en Jacob Jacobs te Triemen, elk voor zich zelf, voor 112 gg twee akkers bouwland te Veenklooster, hen van hun ouders aanbeërfd, met de rogge daarop staande. Blijkens een kanttekening vroeg Lysbet Jacobs, gehuwd met Popcke Waelckes als zuster en naaste bloedverwante het niaar (voorkeurskoop), maar dat ging na veel vijven en zessen niet door.
Auth. Kolumerland, nr. 90, 21-04-1678 - Ouders: Harmen Jacobs (overleden) en Aefke Liuwes. Kurator: Jacobus Womelius, predikant Oudwoude en Westergeest. Kinderen: 4 minderjarige kinderen.
Op 29 april 1678 vindt er inventarisatie plaats in het sterfhuis van Harmen Jacobs, op verzoek van de beide meerderjarige zoons uit het eerste huwelijk, Jacob, huisman te Oudwoude, en Sierk, huisman te Westergeest, en van Jacobus Vomelius, predikant te Oudwoude, als curator over de vier kinderen uit het tweede huwelijk met Aeffcke Liuwes. Harmen Jacobs woonde het laatst op Boickema (Bootsma) op het West van Kollum, ook omschreven als aan de Kollumerlaan. Uit de nalatenschap krijgen Jacob en Sierk ,,bij lottinge een drietal akkers toegewezen, en hun drie halfbroers en hun halfzuster een zestal akkers. Van de levende have meen ik 9 koeien en 3 merries te moeten noemen. Bij de inboedel worden vermeld 2 testamenten met een psalmboek (blijkbaar in één band) en een psalmboek. De gezinsleden kunnen blijkbaar lezen. Het op 27 maart 1678 gehouden boelgoed bracht ruim 538 carg op. Daarbij kwam een ,,verschot op de huizinge van 750 carg, waartegenover aan uitschulden rond 220 carg staan genoteerd. Op 24 mei 1678 volgt de scheiding. De weduwe krijgt de levende have, huismansgereedschappen, meubilair enz. toegewezen, maar moet aan elk van de 6 kinderen op 1 mei 1679 betalen ruim 200 carg en aan haar vier eigen kinderen daarenboven ieder ruim 15 carg. In margine van de akte staan de kwijtingen van Jacob en Sierk Harmens d.d. 12 mei 1679.
Les données affichées n'ont aucune source.