Willibrord (maar ook Frankische missionarissen zoals Wulfram) doen nieuwe pogingen om de Friezen te bekeren. Het lijkt er op alsof de Frankische missie nu enig success kon boeken. Aldgisl was inmiddels opgevolgd door radbod. Die liet Wulfram preken, op wonderbaarlijke wijze kinderen redden van een wisse dood als mensenoffer en dopen.Zelfs zijn eigen zoon werd gedoopt. Zelf was hij bijna gereed voor de doop. Toen beging Wulfram echter een enorme vergissing door een eerlijk antwoord te geven op een vraag van de koning. Waar het grootste aantal koningen, prinsen en edelen van de friezen zich bevond: in het hemelse gebied (dat hij hoopte te zien als hij zou geloven en gedoopt zou worden, of in het gebied dat Wulfram de duistere vervloeking had genoemd. Wulfram antwoorde dat de zonder het sacrement van de doop gestorven vorsten van het Friezenvolk het oordeel van de verdoeming zouden hebben ontvangen. Maar dat vanaf nu, hij die gelooft en gedoopt zal zijn zich mag verheugen met Christus in de eeuwigheid. Toen de ongelovige hertog dit hooorde trok hij zijn voet terug van het doopvont zeggende dat hij het gezelschap van zijn voorgangers niet wilde ontberen om met een klein aantal armen in dat hemelse rijk te zitten.
Il est marié avec Freya van Denemarken.
Ils se sont mariés.
Enfant(s):
Radboud II, Redbad II of Radbodus II (?-786) was volgens Eggerik Beninga een koning van Friesland. Hij zou de zoon van Gundebold zijn geweest. Radboud II was de koning van het gebied ten oosten van de Lauwers (Het huidige gebieden Groningen en Oost-Friesland, in Duitsland).
Bronnen:
Eggeric Beninga, 'Chronyk of Historie van Oost-Frieslandt', in: Anthonius Matthaeus, Veteris Aevi Analecta seu Vetera Monumenta, Leiden 1706 ( http://www.google.nl/books?id=dOc1AAAAMAAJ ) Online op Google Books, 2e dr. Den Haag 1738 Online op Google Books ( http://books.google.nl/books?id=sjZJAAAAMAAJ&pg )
Eggerik Beninga, Volledige Chronyk van Oostfrieslant, ed. Eilhardus Folkardus Harkenroht, Uitgeverij: Henrich Meybohm, Josua Beek en Hermannus Wolffram boekhandelaers, Emden 1723 Online op Google Books ( http://books.google.nl/books?hl=nl&id=L582AAAAMAAJ&dq )
Eggerik Beninga, Cronica der Fresen, bearb. von Louis Hahn, aus den Nachlass hrsg. von Heinz Ramm, Aurich 1961-1964 (Quellen zur Geschichte Ostfrieslands, Bd. 4) (Deze uitgave vormt een weergave van twee handschriften, die verschillen van het handschrift dat Harkenroht gebruikte)
Film Redbad de Legende:
In 754 na Christus wordt de monnik Bonifatius bij Dokkum gedood, volgens geschiedenisbronnen door barbaarse krijgers. Is hij inderdaad in koelen bloede vermoord door een stel bloeddorstige wilden, of is dat alleen de christelijke versie van de geschiedenis? Dat is het verhaal van Redbad.
Begin achtste eeuw zijn de landen boven de Rijn de enige gebieden in Europa die nog niet gekerstend zijn. Zelfs de Romeinen kregen dit gebied nooit onder de duim. Ze noemden alle bewoners boven de Rijn barbaren, in latijn: Frisii. De Frisii houden vast aan hun natuurgoden en geloven sterk in vrijheid en gelijkheid. Ten zuiden van de Rijn zijn de katholieke Franken aan de macht. Zij geloven in het Geschreven Woord, boetedoening en gehoorzaamheid. Met hulp van Willibrord en Bonifatius proberen ze de Frisii te bekeren, desnoods met grof geweld. Op de grens tussen de heidense en christelijke wereld ligt Dorestad, het grootste handelscentrum van Europa. Het is de Franken een doorn in het oog dat de stad in handen is van de Friese koning Aldigisl, vader van Redbad.
Redbad twijfelt aan de verouderde rituelen van zijn volk. Hij komt in conflict met zijn vader als zijn vriendin Fenne aangewezen wordt om geofferd te worden aan de goden. Tijdens het offerritueel vallen de Franken de stad binnen en wordt Redbads vader voor zijn ogen vermoord. De Friezen raken Dorestad kwijt en vluchten naar Wijnaldum. Redbads oom Eibert doet snel een machtsgreep en geeft Redbad de schuld van de nederlaag. Vastgebonden op een vlot, wordt Redbad de zee opgeduwd om te sterven. Maar Redbad weet de tocht te overleven en spoelt aan bij de Vikingen (Denemarken). Daar leert hij de kracht van zijn eigen cultuur kennen en wordt hij langzaam opgenomen in de clan. Nadat hij met de Vikingen meevecht tegen een rivaliserende clan Noormannen (de Svear, uit Zweden), trouwt hij met Frea, de dochter van koning Wiglek. Hij weet niet dat zij een geheim heeft
Als Redbad met Frea terugkeert naar Dorestad, hoort hij dat zijn zus (Sinde) is uitgehuwelijkt aan de zoon van de Frankische koning Pepijn van Herstal (Karel Martel). Hij ziet tijdens een jaarmarkt hoe Willibrord zijn zus met geweld bekeert en vernedert. Hij zweert haar te bevrijden. Maar zijn oom en neef, die inmiddels over de Friezen heersen, zijn niet sterk genoeg om tegen de Franken in opstand te komen. Als de Friese bevolking erachter komt dat Redbad nog leeft, willen ze hem tot koning kiezen. Redbad wil de opstand wel leiden, geholpen door Fenne die inmiddels een legertje razendsnelle vrouwelijke boogschutters op de been heeft gebracht. Maar Redbad's oom Eibert en neef Jurre is nog lang niet bereid zijn macht op te geven en sluit in het geheim een deal met de Franken