Hij is geboren om 15.00u; aangifte geb op 12 juli 1843 door de vader; getuigen bij de aangifte: Gerrit List, 48 jaar, zaakwaarnemer, wonende in Den Burg en Jan Saris, 38 jaar, boer, wonende in Dijkmanshuizen
(1) Il est marié avec Neeltje Bakker.
Ils se sont mariés le 31 octobre 1867 à Texel, il avait 24 ans.Source 4
Enfant(s):
(2) Il est marié avec Dirkje Bakker.
Ils se sont mariés le 26 septembre 1878 à Texel, il avait 35 ans.Source 5
Enfant(s):
Dagboek ds Huizinga:
25 February 1869. Bij Gerrit [Dirksz] Kooiman en Neeltje koffij gedronken. Zij zijn regt gelukkig met elkander en hun kind
29 Augustus 1870. Bij Gerrit Kooiman en vrouw. De vrouw is 17 dagen oud kraams, volkomen hersteld (reeds veel vroeger). Hij zal mij een mooi vers van Cornelis Dalmeijer bezorgen: De Schipbreuk.
2 September 1870. Stiggelbout en Gerrit Kooiman hier om geld op te halen voor het Roode Kruis, 3 gulden gegeven. Zij waren aanvankelijk zeer voldaan over de opbrengst.
11 November 1870. Des avonds bij Gerrit Kooiman het ontvangen spek, een kwart varken 104 pond à 35 cents betaald 36,40.
25 July 1875. Ik des middags met de kleine Alida en Katrina in het Park gewandeld.
Daarna hoorde ik dat Neeltje Bakker, vrouw van G. Kooiman plotseling doodgevallen was. Weinige oogenblikken daarna stond ik diep verslagen aan haar sterfbed met de treurende ouders en Ensing.
1 Maart 1877. Des avonds hem [Bok] en vrouw bezocht, daarna bij Gerrit Kooiman, lijdende aan een afschuwelijke huidziekte.
21 Augustus 1877. Dirk naar de Koog geweest met rijtuig van Gerrit Kooiman.
11 October 1877. Ik had inmiddels weer huisbezoek gedaan van Roggeveen beginnende, geëindigd bij Dirkje Bakker (bij Gerrit Kooiman).
8 September 1878. Bij G. Kooiman en Dirkje Bakker, aldaar De Graaf, aannemer van der Kerk aan 't Oude Schild.
[Huizinga had toen de zwangerschap van Dirkje nog niet opgemerkt of had geen zin er drukte over te maken. Hij was erg tegen de Texelse handelwijze van 'pas trouwen als het echt nodig is', maar zijn jarenlange strijd daartegen had weinig uitgehaald. Men begreep werkelijk niet waar hij zich druk om maakte. Daarbij, over driekwart jaar zou hij van Texel vertrekken, dus wat zou hij zich nog onnodige onaangenaamheden op de hals halen?]
22 Maart 1879. Des avonds Gerrit Kooiman hier. Hij heeft het aangenomen om nu voortaan mij naar Oosterend te rijden als laagste inschrijver.
23 Maart 1879. Zondag. Gepreekt te Oosterend, daarheen gereden met Gerrit Kooiman in den sterken en zeer kouden Oostenwind.
13 April 1879. Ik des namiddags Gerrit Kooiman en vrouw bezocht.
22 Mei 1879. Hemelsvaartdag. Gepreekt aan den Burg
Des namiddags groote kindervisite van mijn jongste catechisatie, 25 in getal. Zij vermaakten zich allen kostelijk tot 's avonds half 10, zonder eenig ongeval, behalve dat Jakob, 't zoontje van Gerrit Kooiman [8 jaar oud] door het uitslippen van een kram van 't schommeltouw zich door de val een weinig aan 't hoofd bezeerde. Later deed hij toch weer goed mede.
Bij 't heengaan werd een verloting gehouden om, ieder op zijn beurt, de mooiste prent uit te kiezen uit de 30 waarmede het zijkamertje behangen was. Zij zouden dien bewaren tot een herinnering aan dezen dag.
Bron: Irene Maas
Brieven Burgemeester Loman:
19-8-1878 Aan den Heer Kantonrechter xxx
[Loman verzoekt om] dispensatie voor het huwelijk van Gerrit Kooiman met zijne schoonzuster Dirkje Bakker
1 Kooiman en Bakker zijn algemeen gunstig bekend en genieten de algemeene achting der burgerij.
2 De wederzijdsche betrekkingen nemen volkomen genoegen met het voorgenomen huwelijk, dat ze in het belang achten der voorkinderen.
3 Tegen het voorgenomen huwelijk bestaat uit een zedelijk oogpunt geen bezwaar hoegenaamd.
De voornaamste betrekkingen zijn door mij in deze gehoord en van hunne verklaringen is proces verbaal opgemaakt, dat hierbij wordt overgelegd.
De namen der kinderen zijn Dieuwertje oud 10 Jaren, Jacob oud 7 en Marretje 5.
Eindelijk heb ik de eer UEdGestr hierbij aantebieden:
A acte van overlijden der echtgenoote van de verzoeker
B Acten van geboorte van Gerrit Kooiman en Dirkje Bakker.
Het komt mij voor dat er geen bezwaar bestaat om het verzoek gunstig te adviseren.
Het argument dat het huwelijk noodzakelijk was wegens zwangerschap van de bruid noemde Loman maar niet, al was dat uit zedelijk oogpunt niet geheel in de haak.
Bron: Irene Maas
Proces verbaal 1889-1892 GAT 769
Proces verbaal Burgemeester contra Jan Kuiper te Burg
Op heden den 14e Augustus 1889 verscheen voor ons Constant Michel Kooij, burgemeester der gemeente Texel; in onze betrekking van Hulp Officier van Justitie de persoon van Gerrit Kooiman oud 46 jaar van beroep broodbakker wondende te Burg Texel die ons het navolgnde verklaarde:
Ik lag Dinsdagochtend 13-8 te ongeveer 4 uur te slapen, toen ik door mijn knecht wakker gemaakt werd die mij vertelde dat de vrouw van Jan Kalis kwam zeggen dat ze bij haar in de schuur ingebroken waren. Ik kleedde mij aan en ging er dadelijk heen. Bij het schuurtje gekomen zag ik Jan Kuiper, diens zuster Jannetje, Aris Eelman en zijn broeder Willem Eelman en Jacob Schaatsenberg Wz, bezig met een gat in den grond te spitten om den toegang tot het erf welke ter zijde van de woning van Jan Kalis ligt met palen en een schutting van planken af te sluiten. Dadelijk liep ik naar den gemeenteveldwachter Hoek ten einde zijne hulp in te roepen ter bescherming van de vrouw van Jan Kalis daar deze met de omnibus naar de Haven gegaan was.
Wij gingen beiden naar de schuur toe en zagen toen ook nog den timmerman Klaas Plavier aanwezig om de gezette palen met planken dicht te spijkeren. Ik zag dat Hoek ook binnentrad ten einde het volk daar van te verwijderen, het geen zij niet deden, maar zeiden zij, dat hij niet geroepen was en wel weg kon gaan. Zij lachten Hoek uit en gaven op zijne vragen geen antwoord. Ik zag het lam en de geit en de konijnen van Jan Kalis die in het schuurtje gestaan hadden en los gemaakt waren bij hem achter los op de plaats loopen. Daarop gingen Hoek en ik heen en kwamen een kwamen een kwartier later terug. Wij zagen voornoemde personen nog steeds bezig met afsluiten. Hoek maande ze andermaal aan om uittescheiden en heen te gaan, waaraan zij niet voldeden. Ik ben toen naar huis gegaan. Ik zag later dat Aris en Willem Eelman, Aris met en stok gewapend, voortdurend voor de woning en het schuurtje van Jan Kalis heen en weer liepen.
En heeft de comparant alhier na voorlezing en volharding geteekend.
Vervolgens verscheen voor ons burgemeester voornoemd, de persoon GC Hoek oud 33 jaren van beroep Gemeente en onbezoldigd Rijksveldwachter te den Burg op Texel, die ons het navolgende verklaarde:
Ik werd Dinsdagochtend 13-8 te ongeveer 4 uur, toen ik nog te slapen lag, gewekt door Kooiman, die mijne hulp inriep. Ik kleedde mij aan en ging met hem mede naar het schuurtje van Jan Kalis. Daar aangekomen zag ik den timmerman Klaas Plavier, Willem Eelman en diens broeder Aris Eelman, Jacob Schaatsenberg Wz, Jan Kuiper en zijne zuster Jannetje bezig met het ontruimen van het schuurtje, eenige voorwerpen gooiende op ht ef van Jan Kalis en palen en planken slaan dienende tot afschutting van het bleekveld, dat achter de woning van Jan Kalis ligt.
Kooiman verzocht mij voornoemde personen van het erf te verwijderen en het werk van de lui te doen staken, omdat het erf zijn eigendom is en in huur is bij Jan Kalis. Ik voldeed aan dat verzoek,waar op ik werd uitgelachen door Janntje Kuiper, die nog toevoegde: wij bemoeien er ons niet mede, t is eigendom, je kan zien dat het wet van Gerrit is, omdat hij voor niets met de diligence mede kan rijden, waarmede zij mij bedoelde. Daarop kwam Jan Kuiper, die tegen mij zeide: ik heb niets met je noodig, en mij uitlachte verder toevoegende: maak dat je wegkomt, je doet mij hier last aan. Als ik in het vervolg de hulp der politie ook noodig heb, verzoek ik je even vlug te komen als nu bij Kooiman, ik zal jou wel weten te vinden!
Ik maande hem aan dergelijke uitdrukkingen voor zich te houden, hetgeen ik tot 3 maal toe deed. Verder maande ik Jan Kuiper aan de werkzaamheden te staken, dit hielp niet. Daarop ging Jan Kuiper voornoemd weg om koffie te drinken en gelastte Aris Eelman, die met een stok gewapend werd, om voor zijn vermeend eigendom post te vatten om te beletten dat niemand op zijn erf kwam. Daarop verwijderde ik mij ongeveer een kwartier. Terugkomende zag ik beide deuren van het schuurtje open en daarin geplaatst wordende een driewielder wagen door Aris Eelman, Willem Eelman en Jan Kuiper. Toen heb ik gezien dat de schuur werd gesloten met een groot hangslot, en door Kuiper de personen van Aris Elman en Willem Eelman op post werden gezet, het geen tot des avonds ongeveer 11 uur heeft geduurd.
Des ochtends om 4 uur van den 13-8 heb ik de vrouw van Jan Kalis nog aangemaand om kalm te zijn, en dat ik de geheele zaak aan den burgemeester zou mededeelen.
En heeft de comparant na voorlezing en volharding alhier geteekend.
Waarvan door mij, op den Eed bij de aanvaarding onzer bediening afgelegd, is opgemaakt en geteekend dit proces verbaal.
Op heden den 14 Augustus 1889 verscheen voor ons Constant Michel Kooij, burgemeester der gemeente Texel; in hoedanigheid van Hulp Officier van Justitie, Marretje Koorn huisvrouw van Jan Kalis, oud 39 jaren, zonder beroep wonende te Burg op Texel, die ons de navolgende mondelinge klacht deed:
Ik lag den 13 Augustus des ochtends te ongeveer 4 uur te bed, toen ik gewekt werd door geklop ter zijde mijner woning. Ik stond op en ging zien wat er te don was. Toen zag ik Jan Kuiper, Aris Eelman, Willem Eelman en Jannetje Kuiper welke bezig waren het erf naast mijn woning af te sluiten. Dit erf heb ik ongeveer 9 jaar in gebruik gehad. Precies een jaar geleden, den 28 Juli 1888 heb ik hetzelfde spektakel gehad, dat den 6 November ook voor t gerecht is geweest. De genoemde personen stonden allen op het erf, Plavier ook. Ik heb ze geen toegang tot het erf verleend, ze daarentegen verzocht heen te gaan, waaraan niet voldaan werd. Ik zeide tegen hen: Er uit, je hebt hier niet noodig! Waarop Jannetje Kuiper antwoordde Jij hebt hier niet noodig, het is onzes, wij gaan hier aan t werk. Voordat dit gesprek plaats vond, heb ik Kooiman gehaald, die ook gekomen is. Af en toe ben ik buiten en binnen geweest. Ik was er bij toen Jannetje Kuiper tegen de veldwachter Hoek zeide: Naam der wet van Gerrit, omdat hij voor niets met de diligence mede kan rijden! Toen ik buiten kwam waren het lam, de geit en de konijnen die in het schuurtje gestaan hadden, op de plaats achter mijne woning gebracht, alwaar de beesten los liepen. Ik kan niet zeggen wie dit gedaan hebben, daar ik het niet heb zien doen. Den geheelen dag heeft Aris Eelman, met een stok gewapend, voor mijn huis heen en weer geloopen. Ik heb hem niet gevraagd waarom.
Verschillende goederen mij toebehoorende, met name een waschtafel, een driepoot waar eene tobbe op staat en 2 tonnen vol water en een mud of 3 steenkoolen staan nog steeds op het door meergenoemde personen afgesloten erf, dat ik in gebruik had. Ik heb het ze niet terug gevraagd en zij hebben het mij nu nog niet terug gegeven. De moeder van Jan Kuiper plaagt en sart mij den geheelen tijd, ook Jannetje hare dochter.
En heeft de comparant na voorlezing en volharding alhier geteekend.
Waarvan door mij, op den Eed bij de aanvaarding onzer bediening afgelegd, is opgemaakt en geteekend dit proces verbaal.
Op heden den 14 Augustus 1889 verscheen voor ons Constant Michel Kooij, burgemeester der gemeente Texel; in hoedanigheid van Hulp Officier van Justitie de persoon van Jan Kalis, oud 45 jaren, van beroep voerman, wonende te Burg op Texel, die ons de navolgende mondelinge klacht deed:
Ik kwam den 13e Augustus, des middags te 12 uur te huis, en vond het erf naast mijne woning afgesloten met een paal en daartegenaan gespijkerde planken. Dit erf heb ik ongeveer 9 jaren in gebruik gehad. De geit, het lam en de konijnen, die in het schuurtje staande op het erf, door mij gestald werden, bevonden zich op den plaats achter mijn huis. Verschillende goederen mij toebehoorende, met name een waschtafel, een driepoot waar eene tobbe op staat en 2 tonnen vol water en een mud of 3 steenkoolen staan nog steeds op het afgesloten erf en zijn mij niet terug gegeven. Ik heb niets gezegd tegen een der leden van de familie Kuiper of tegen Aris Eelman. Laatstgenoemde liep met een stok gewapend voor mijn huis heen en weder tot een uur of half 11 des avonds. Vanmorgen om half 3 was hij weer, op en neer loopende voor mijn huis.
Toen ik de wagen inspande flooten Aris Eelman en de 2 kinderen der weduwe Schagen tegen mij, waarschijnlijk om mij te sarren. Ik heb Jan Kuiper en zijne zuster Jannetje geene permissie gegeven om op het erf te komen, dat ik in gebruik heb.
En heeft de comparant na voorlezing en volharding alhier geteekend.
Waarvan door mij, op den Eed bij de aanvaarding onzer bediening afgelegd, is opgemaakt en geteekend dit proces verbaal.
Bron: Irene Maas
Gerrit Kooiman | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||
(1) 1867 | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Neeltje Bakker | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||
(2) 1878 | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Dirkje Bakker |
pag 84
Akteplaats: Texel
Soort akte: Overlijdensakte
Aktenummer: 35
Registratiedatum: 15-04-1931
pag 84
Akteplaats: Texel
Soort akte: Huwelijksakte
Aktenummer: 46
Registratiedatum: 31-10-1867
Akteplaats: Texel
Soort akte: Huwelijksakte
Aktenummer: 43
Registratiedatum: 26-09-1878