Genealogie Fickel » George Borel (????-1882)

Données personnelles George Borel 

Source 1

Famille de George Borel


Notes par George Borel

George Borel was Marine Officier. Hij had zijn broer Willem Lodewijk uitgenodigd om mee te varen met Zr Ms de Adder van Ijmuiden naar Hellevoet. Op de ochtend van de geplande vaart tocht, besloot Willem Lodewijk, staande aan het loket van het station, een kaartje te kopen naar Arnhem om zijn verloofde Johanna van der Leeuw op te zoeken. Hij is dus niet mee gevaren. Als gedachtenis aan zijn omgekomen broer, heeft hij zijn zoon George genoemd.

Hoe Zr. Ms. “Adder” 5 juli 1882 verging.

 

Herinnering aan een tragisch ongeluk.

 

Alle 65 opvarenden vonden den dood in de golven.

 

5 juli zal het een halve eeuw gelden zijn dat in den vooravond van een zomersche dag, in ’t gezicht der Scheveningsche kust, Zr. Ms. rammonitor “Adder” met men en muis in de Noordzee verdween. Alle vijf en zestig opvarenden vonden den dood in de golven. Drie en veertig ontzielde lichamen gaf de zee aan ons rouwende volk terug, de overige twee en twintig hield zij voor eeuwig in haar schoot verborgen.

Mijn vriend, de oud-griffier der Koninklijke Marine C. van der Kellen, te Rotterdam, die van deze ramp een uitgebreide studie heeft gemaakt, stond mij toe daarvan elk gewild gebruik te maken. Aan zijn naarstigen en nauwgezetten arbeid dank ik dus de mogelijkheid dit droef gebeuren, dat vijftig jaren geleden de gemoederen der gehele wereld evenzeer beroerde als het zinken der M 2 enkele maanden gelden zeer in ’t kort weer te geven.

Na in het droogdok te zijn onderzocht werd de “Adder” 1 juli 1882 te Amsterdam in dienst gesteld. De ketels en machines waren in mei t.v. door den inspecteur van ’s Rijks stoomvaartdienst beproefd.

Dit marine-vaartuig was in 1870/71 op ’s Rijkswerf te Amsterdam gebouwd, voerde zes stukken geschut, liep ruim acht mijl en was voorzien van twee sloepen en één vlet. Het kon door zes waterdichte schotten in compartimenten verdeeld worden De monitor was meer een drijvende batterij dan een zeeschip en een soort compromis tusschen de eischen der defensie en die van zeewaardigheid.

Na door den directeur en commandant der Marine te Amsterdam geïnspecteerd te zijn, vertrok de Adder op 4 juli naar Buitenhuizen. In den vroegen morgen van de 5en verliet zij dat station, ging om half tien door de Noordzeesluizen en koos daarop onmiddellijk zee met bestemming voor Hellevoet. Het weer was stil, de barometer dalende, de wind ZZO. Aan boord bevond zich een onvoltallige en onvoldoend geoefende bemanning met een loods, niet bevoegd voor alle districten, waardoor de reis voerde. De eb, die de monitor noodig had om tegen den Zuidelijke wind Hellevoet of althans den Waterweg te bereiken, had om 10 uur reeds eenige uren geloopen. De commandant kon rekenen, dat hij over vijf uur ’t vloedtij en den wind tegen zou hebben, wat de vaart aanmerkelijk zou bemoeilijken.

 

De laatste waarnemingen.

Om 10 uur was de Adder in zee. Aanvankelijk ging alles goed. Het weer was kalm en er liep eb. Het vaartuig, dat anderhalf uur ui de kust voer, vorderde goed. om 12.15 en om 1.00 uur werd de monitor waargenomen te Katwijk aan Zee, een uur later uit het hotel Garni te Scheveningen. Omstreeks vijf uur was de wind naar het ZW geloopen. Er woei een stijve bries, de vloed was doorgekomen en er stond een zware zee. Het is vreemd, dat de Adder toen niet naar IJmuiden is teruggekeerd. Piet Kuyt, een oud-zeeman, nam het schip van 4.00 – 8.00 uur door een goeden kijker waar van het duin bij den vuurtoren te Scheveningen. Hij was verbaasd een monitor te zien passeren, daar alleen bij goed weer zoo’n schip langs de kust voer. Hij zag dat het met elke golf onder water dook en dat de zee tegen den toren brak. Het schip bevond zich in kwaad water. Reeds toen moet de Adder zich in een gevaarlijken toestand hebben bevonden. Gedurende twee uur was ‘schip slechts een uur gaans gevorderd. Om 8 uur was het – naar den rook te oordeelen – nog vooruitgaande. Helaas verzuimde Kuyt zijn waarneming aan de verantwoordelijke politie autoriteiten te melden. Intusschen was de Adder sedert 4 uur ’s middags tevens waargenomen door den gezagvoerder van de sleepboot “Kinderdijk”, liggende aan den zuidelijke pier van den Waterweg. Toen de kapitein om half zeven naar binnen ging, had de monitor nog steeds één vlag op. De twee vlaggen onder elkaar – het sein voor een schip in nood of om een sleepboot – schijnt eerst omstreeks 8 uur te zijn geheeschen. De schipper van de vischkotter “Onderneming”, die met het schrobnet in de nabijheid van de Waterweg vischte, ontdekte omstreeks 3 uur rook. Daar deze weinig dichterbij kwam, meende hij met een boot te doen te hebben, die een defecte machine had. Hij besloot naar het vaartuig toe te gaan. Om halfzes was hij in de nabijheid. De Adder had het toen zwaar te verduren en gierde geweldig. Dit moet de toestand geweest zijn, bedoeld in de aanteekeningen welke op het lijk van de lt. t. z. 2e klas. G. Jonckheer werden gevonden: … “trachten te 6 u. te draaien om IJmuiden te bereiken, doch schip weigerde herhaaldelijk met schroeven”…. De monitor stak den kop voortdurend in de woelige zee, die tegen den toren opliep, terwijl het buiswater over den schoorsteen vloog. Het schip voerde toen één vlag van achteren. Er stonden drie man op de brug. Bijstand werd niet gevraagd. Zoodat de schokker z’n weg naar IJmuiden vervolgde. Schipper Abr. den Dulk van de Scheveninger bomschuit “Twee Gezusters” en z’n bemanning passeerden de Adder om 8 uur op nog geen halven kilometer. Van den monitor, die overstag was gegaan woeien toen twee vlaggen. De schipper maakte lijnen gereed, om den monitor te kunnen assisteren, indien van boord hulp werd gevraagd. Hij en z’n bemanning hadden de overtuiging, dat het marinevaartuig in nood verkeerde. De zeeën sloegen erover heen en alleen de toren was nog zichtbaar. Men zag – behalve één man achterop – niemand aan boord. Deze riep noch wenkte om hulp. Den Dulk en de zijnen achtten het niet raadzaam hun schrobnet te verlaten om zich te vergewissen of men hulp noodig had, daar zij niet de kans wilden loopen, dat hun hulp werd geweigerd en zij dus noodeloos schade zouden lijden door de opoffering van hun net. een half uur later zagen zij van den monitor vuurpijlen afschieten. Ook toen werd geen poging gedaan om het vaartuig te hulp te komen. Daarop zag men stakelvuur, vervolgens witte en roode flambouwen. Toen bestond er geen twijfel meer dat de monitor in nood verkeerde. Ook de visschers begrepen dit maar al te goed. De noodseinen duurden een half uur. Toen zag met een vlamvuur, dat zich in damp oploste. Den Dulk en z’n mannen zeiden tot elkaar: “Nu moet er toch zeker wel een ongeluk gebeurd zijn, “ en …. ze bleven kalm visschen of er geen vuiltje aan de lucht was! Zij dachten er niet over naar de plek des onheils te stevenen, noch om naar den wal te sturen en daar kennis te geven van ’t geen zij voor hun oogen hadden zien gebeuren.

Ook van het badhuis te Scheveningen had men ’s avonds lichtsignalen waargenomen, die den indruk van noodseinen maakten. Later zag men een witten, dichten walm van stoom, waarschijnlijk op het ogenblik toen de Adder kantelde en zonk. De horloges op de lijken welke tusschen 8 en 22 juli op onze kusten en zelfs op het Oldenburgsche strand aanspoelden, waren alle omstreeks 9 uur stil blijven staan. De eerste berichten over de ramp werden gemeld in de nieuwsbladen van Zondagmorgen 9 juli. De vaartuigen,die uit Nieuwediep en Hellevoet ter opsporing werden uitgezonden, keerden onverrichterzake terug. Langs onze geheele kust spelden – behalve lijken – wrakhout, zwemgordels en reddingsboeien aan. De “kalme berusting” van het departement van Marine werd in de pers scherp gehekeld. Men eischte opheldering. Eerst op 12 juli werd officieel de vrees uitgesproken, dat de Adder men man en muis was vergaan. De Staatscourant (no 162) van dien dag bevatte eenige mededeelingen over de ramp en een lijst van de namen der opvarenden. Abusievelijk werden daarin de laatste berichten omtrent de Adder en het vergaan 24 uur te laat gedagteekend. Op den 18en juli vischte een veerman aan den Zuidkant van het eiland Rozenburg een flesch op welke een reep papier bevatte, waarop met potlood geschreven stond: De Adder zinkt, geen redding mogelijk. Het bericht was onderteekend door den commandant (E. Simon) v(an) d(er) Aa. Spoedig bleek dit een misleiding te zijn, zoals – helaas – bij zulke onheilen gewetenlooze onverlaten meer plegen uit te halen. De officier van gezondheid en vier machinist leerlingen 1e kl. deden op dit oorlogsschip hun eerste – en laatste! – reis. Een burgerhofmeester van den commandant maakte de reis naar Hellevoet mede, om zich daar als hofmeester bij de zeemacht te engageeren – hij kwam nimmer aan - twee kwartiermeesters, zeven matrozen en een ziekenverpleger waren bij indienststelling van de Adder met verlof gegaan en moesten zich 5 juli te Hellevoet aan boord melden. Zoodoende ontsnapten zij aan den dood, evenals de officier van administratie, wiens bagage reeds aan boord was gebracht, doch die op ’t laatste oogenblik ernstig ziek werk. Het lijk van z’n plaatsvervanger, uit zee opgevischt, werd te Nieuwediep binnengebracht.

 

Oorzaken van de ramp.

Bij K.B. van 21 juli 1882 werd een commissie benoemd om de oorzaken na te gaan, waaraan de ramp moest worden toegeschreven. Deze commissie bracht 26 oktober d.a.v. verslag aan de Koning uit. Naast de bijkomende oorzaken, hierboven tussen de regels vermeld, moet als directe oorzaak worden aangenomen, dat de stortzeeën zulke hoeveelheden water in het schip hebben gebracht door koekoeken, torenrand en door het stukslaan van een of meer geschalde openingen, dat, niettegenstaande de stoom- en handpopen, het vaartuig niet te Behouden was en de slingeringen zoo zijn toegenomen, dat het schip eindelijk is gekanteld. maar – zegt de commissie - er moet iets gebeurt zijn, wat de onmiddellijke oorzaak van het kantelen en zinken is geweest – en dat ligt in ’t duister. De sloepen schijnen niet gebruikt te zijn. Eén sloep werd aan ’t wrak gevonden, stukken van de ander sloep en van de vlet zijn op de kust gedreven. Deze zijn waarschijnlijk na het zien bij het raken van den grond stuk geslagen. De geheele bemanning schijnt zich van zwemgordels te hebben kunnen voorzien. Dat de geoefende zwemmer het strand niet hebben bereikt, moet toegeschreven worden aan de ebbe, die de lichamen zeewaarts trok en aan de hoge zee.

In den nacht van 21 of 22 juli 1882 is het wrak van de Adder dwars van Scheveningen gevonden. Het schip lag met den bodem boven op bakboordzijde met de kop om de Zuid. Voor zoover ’t wisselvallige weer inde Noordzee het toeliet, heeft men ’t wrak gedurende eenige maanden herhaaldelijk door duikers laten onderzoeken. De juiste ligging werd nauwkeurig vastgesteld, de boel zoveel mogelijk geklaard, om het onderzoek tusschen boord te vergemakkelijken en tal van losse goederen opgebracht. De oorzaak van het gebeurde heeft men echter niet kunnen vaststellen. Tot het lichten van de Adder heeft men geen pogingen aangewend. Men heeft de mogelijkheid er van uitvoerig en herhaaldelijk overwogen met de kundigste Engelsche experts op dit gebied, doch deze waren van oordeel, dat “all the money au spent is lost money”. In de halve eeuw, die sedert verliep, heeft - gelukkig – nimmermeer een ramp van dergelijke omvang onze Marine getroffen, dankzij haar kunde, kennis en beleid, en vooruitgang der techniek en de vervolmaking van ons reddingswezen.

 

W.G. de Bas

Avez-vous des renseignements supplémentaires, des corrections ou des questions concernant George Borel?
L'auteur de cette publication aimerait avoir de vos nouvelles!

Image(s) Illustration(s) George Borel

Ancêtres (et descendants) de George Borel


    Montrez le quartier généalogique complet

    Avec la recherche rapide, vous pouvez effectuer une recherche par nom, prénom suivi d'un nom de famille. Vous tapez quelques lettres (au moins 3) et une liste de noms personnels dans cette publication apparaîtra immédiatement. Plus de caractères saisis, plus précis seront les résultats. Cliquez sur le nom d'une personne pour accéder à la page de cette personne.

    • On ne fait pas de différence entre majuscules et minuscules.
    • Si vous n'êtes pas sûr du prénom ou de l'orthographe exacte, vous pouvez utiliser un astérisque (*). Exemple : "*ornelis de b*r" trouve à la fois "cornelis de boer" et "kornelis de buur".
    • Il est impossible d'introduire des caractères autres que ceux de l'alphabet (ni signes diacritiques tels que ö ou é).



    Visualiser une autre relation

    Les sources

    1. Tammeling Raket Web Site, Giel Tammeling, George Borel, 20 novembre 2016
      Toegevoegd via een Smart Match
      Stambomen op MyHeritage
      Familiesite: Tammeling Raket Web Site
      Familiestamboom: 140034781-17

    Événements historiques

    

    Même jour de naissance/décès

    Source: Wikipedia


    Sur le nom de famille Borel

    • Afficher les informations que Genealogie Online a concernant le patronyme Borel.
    • Afficher des informations sur Borel sur le site Archives Ouvertes.
    • Trouvez dans le registre Wie (onder)zoekt wie? qui recherche le nom de famille Borel.

    La publication Genealogie Fickel a été préparée par .contacter l'auteur
    Lors de la copie des données de cet arbre généalogique, veuillez inclure une référence à l'origine:
    Arthur Fickel, "Genealogie Fickel", base de données, Généalogie Online (https://www.genealogieonline.nl/genealogie-fickel/I504419.php : consultée 16 mai 2024), "George Borel (????-1882)".