Barent Willemsz en Geertruyt Muyser zijn vrouw wonende aan de Draaybrugge benoemen de langstlevende van hen beiden tot enig erfgenaam.
NB: Hij tekent als Barnard Willenhalle.
Bernhard Willenhall, Engels koopman, machtigt Joan Janssen Musert, wonende te Amsterdam, om namens hem van Joannes Trekels, wonende te Amsterdam, een rekening bewijs te vorderen van alle goederen die hij aan hem heeft geleverd om in commissie te worden verhandeld, alsmede de opbrengst daarvan te ontvangen, en de onverhandelde goederen weer terug te nemen.
Een vergelijkbare machtiging is afgegeven op 2-7-1644
Bernhard Willenhall, Engels koopman, machtigt zijn echtgenote Geertruyt Jans Musert, om de zaken die hij had met Jan Mulder, koopman te Amsterdam, af te wikkelen en financieel af te sluiten. Dit zonodig met arbitrage, gerechterlijke procedure of een compromis te sluiten voor de door Mulder nog te voldoene schulden.
Geertruda Musert, weduwe en boedelhoudster van Bernhard Willenhall, Engels koopman, machtigt haar zoon Pieter Willenhall om in Londen, Jarmouth, Lin en elders in Engeland het geld op te eisen en te ontvangen dat men schuldig is aan haar overleden man en de zaken af te wikkelen.
Geertruyt Jansdr Muysert, weduwe van Barnadt Willenhal, heeft haar huis en erf aan de noordzijde van de Nieuwehaven, verkocht aan Gerrit Steenlack, koopman, voor 11.500 gulden. Steelack probeert 3.643 gulden uit de koopsom in te houden, zodat zij haar schuld aan hem zal gaan betalen. Dit is echter tegen haar zin, want zij doet haar uiterste best om de schuld te voldoen. De notaris moet aan Steenlack meedelen dat Clementia Willenhal, haar dochter, in januari 25 jaar is geworden, en recht heeft op 1000 gulden. Hij moet dit geld uit de koopsom nemen en aan haar dochter geven.
Il est marié avec Geertruijt Jans Muijsert.
Ils se sont mariésSource 3
Enfant(s):
Ook vermeld als 'Willenhau'
Barnard Willenhal | |||||||||||||||||||||||||||||||||||
Geertruijt Jans Muijsert |