Il est marié avec Maria Susanna Garcin.
L'autorisation pour le mariage a été obtenu le 24 juillet 1790 à Franeker, Friesland, Nederland.Source 1
Ils se sont mariés le 16 août 1790 à Franeker, Friesland, Nederland, il avait 26 ans.Source 2Opmerking: de registratie van het huwelijk werd zowel vastgelegd in het Trouwregister van de Hervormde gemeente Franeker als in het Trouwregister van de Waalse gemeente te Franeker voor deze bronvermelding zie hieronder.
Trouwregister Waalse gemeente Franeker, archiefnummer 28, Collectie doop-, trouw-, lidmaten- en begraafboeken - Tresoar, inventarisnummer 269, aktenummer13
Gemeente: Franeker Periode: 1701-179 Religie: Waals Bijzonderheden (Trouwakte) advocaat.
Enfant(s):
REUVENS (Mr. Jan Everhard), geb. te Haarlem 2 Nov. 1763, overl. te Brussel 22 Juli 1816, was de zoon van Antony Reuvens en Catharina van Heymenberg. Hij verloor zijn vader op den leeftijd van 6 jaren en dientengevolge liet zijn opvoeding de eerste jaren te wenschen over; dit werd later door grooten ijver ingehaald, terwijl hij door zijn aanleg spoedig vorderingen maakte. In 1774 kwam hij te Haarlem op de latijnsche school, in 1778 werd hij met lof naar de universiteit bevorderd, maar eerst was hij een jaar op een notariskantoor werkzaam. Op 13 Sept. 1779 werd hij te Leiden als student ingeschreven en 6 Nov. 1784 promoveerde hij aldaar in de rechten op een dissertatie Decautione Maciana. In zijn laatste jaar aan de academie leerde hij Fransch, waarin hij aan het gymnasium niet onderwezenwas. Hij vestigde zich als advocaat te Haarlem en werd 16 Jan. 1795 aangewezen als lid der voorloopige vroedschap van Haarlem. Ook werd hij 2 Febr. 1795 benoemd tot lid van den raad van lijfstraffelijke en burgerlijke rechtszaken aldaar, en kort daarna tot raadsheer in het gerechtshof van Holland en Zeeland, waarvoor hij in den Haag ging wonen. Op 1 Oct. 1796 werd hij benoemd tot president eenercommissie tot het ontwerpen van een lijfstraffelijk wetboek voor de republiek, maar op 16 Dec. d.a.v. nam hij ontslag.
Bij besluit van het Uitvoerend bewind van 7 Mei 1799 werdhij benoemd tot agent (hetzelfde als thans minister) van Justitie. Hij maakte hier een begin met het ontwerpen van wetboeken ter vervanging van de verschillende, die in de provinciën in zwang waren. Na den staatsgreep van 19 Sept. 1801, toen de agenten (uitgezonderd die van Buitenlandsche Zaken) door comités werden vervangen, werd Reuvens in Nov. d.a.v. met ingang van 1 Mrt. 1802 benoemd tot president van het nieuw opgerichte Nationaal gerechtshof voor de geheele Bataafsche republiek. Koning Lodewijk benoemde hem tot president eener commissie totherziening van het crimineel wetboek. Onder denzelfden vorst veranderde zijn werkkring geheel, doordat hij 30 Juni 1808 tot lid van den Staatsraad benoemd werd. Hij werd tevens president der afdeeling Justitie van dat lichaam. Op 3 Mrt. 1810 werd hij president van den Staatsraad, en kreeg hij daardoor tevens zitting in het ministerie.
Na de inlijving bij Frankrijk werd hijweder rechterlijk ambtenaar en wel 24 Jan. 1811 een der 4 kamerpresidenten van het keizerlijk gerechtshof te 's Gravenhage; het gebied daarvan bestond uit de 7 departementen, die onder den gouverneur-generaal Lebrun, hertog van Plaisance (Piacenza) stonden, dus niet Zeeuwsch Vlaanderen, Brabant en Gelderland bezuiden de Waal.
Op 2 Juli 1811 werd hij benoemd tot lid van hetkeizerlijk hof van cassatie, waarvoor hij naar Parijs verhuisde. Na zijn terugkomst in Nederland werd hij 20 Juli 1814 door den Souvereinen Vorst benoemd tot een der vier kamer-presidenten van het hoog gerechtshof te 's Gravenhage, dat toen geheel Nederland en, na de vereeniging met België, hetgeen toen tot Noord-Nederland gerekend werd, dus hetzelfde gebied, omvatte.
Hij werd tevens lid der commissie voor het opstellen der verschillende wetboeken voor Nederland. Zij kwamen voor zijn overlijden alle in ontwerp gereed en dit was hoofdzakelijk aan zijn werkzaamheid toe teschrijven. Deze ontwerpen kwamen meer met den rechtvaardigheidszin van de N.-Nederlanders overeen, maar zij zijn door tegenwerking der Belgen toen niet tot stand gekomen.
Hij is te Brussel op verraderlijke wijze vermoord, en men vond zijn lijk in het Brusselsch Kanaal, op een plaats, welker omtrek berucht was als een onzedelijke buurt. Daar hij een streng handhaver der wetwas en kort te voren had aangedrongen op verscherping der wetten tegen onnatuurlijke zonden, werd zijn vermoording daarmede, waarschijnlijk met recht, in verband gebracnt.
Hij huwde Maria Suzanna Garcin, die hem overleefde, en bij wie hij een zoon Dr. C.J.C. Reuvens (dl. IV, kol. 1144) had.
Bron: NNWB
Jan Everard Reuvens | ||||||||||||||||||||||||||||||||||
1790 | ||||||||||||||||||||||||||||||||||
Maria Susanna Garcin |
Ondertrouwregister Gerecht Franeker, archiefnummer 28, Collectie doop-, trouw-, lidmaten- en begraafboeken - Tresoar, inventarisnummer 251, aktenummer 436
Trouwregister Hervormde gemeente Franeker, archiefnummer 28, Collectie doop-, trouw-, lidmaten- en begraafboeken - Tresoar, inventarisnummer 264, aktenummer 1601