Familie Vinke » Hermen Alberts Wolbink (1734-????)

Données personnelles Hermen Alberts Wolbink 

• Il est né en l'an 1734 dans Lutten, Schoutambt Hardenberg.
• Il est décédé le 1792 (1785??) dans Lutten, Schoutambt Hardenberg, il avait 58 ans.
• Un enfant de Albert Jansen Reinders et Swaentien (Swaantje) Hermsen (Wolbink)

Famille de Hermen Alberts Wolbink

Il est marié avec Fennetje (Hannessen) Hannes Odink.

Ils se sont mariés le 27 mai 1759 à Hardenberg (Stephanuskerk), il avait 25 ans.

Enfant(s):

1. Geertje Wolbink  1760-1765
2. Lubberta Hermsen Wolbink  1775-1831 

Notes par Hermen Alberts Wolbink

Vrijwillig rechterlijk archief Schoutambt Hardenberg, 26 mei 1759:Ik, Jacob van Riemsdijk, wegens hoger overigheid verwalter Scholtus van den Hardenbergh, Heemse en Gramsbergen, doe cond en certificere kragt deses, dat voor mij en keurnoten die waren Jan Hendrik Uilenbergh en Berend Meulberghs, in den Gerighte gecompareerd en erscheenen sijn de ondergeschrevene personen, dewelken verklaarden in de vrese des Heeren en tot voortplantinge des menschelijken geslagts, met weersijds naeste vrinden, een wettelijk huwelijk gededingt en gesloten te hebben tusschen Hermen Alberts Wolbink, jongman tot Lutten als bruidegom ter eenre, en Fennegien Hannessen Odink, jongedogter als bruid ter andere zijde, en zijnde de laatste in dese geadsisteerd met haar vader Hannes Odink als haeren verkozen en geadmitteerden momboir, op volgende voorwaerden.Eerstelijk is geconditioneerd, en verklaarden de mombers over de minderjarige broer en zusters van de bruidegom en verdere comparanten, dat de bruidegom en bruid in desen, sullen moeten uitkeren en betalen aan de ene volle broeder en ene volle zuster van den bruidegom, in voldoeninge van haere gehele erfportie van haer overleden vader Albert Wolbink en stiefmoeder Anne Arentsen, aan ieder van haer beiden, een somma van 150 carolyguldens, gelijk mede aan de halfzuster van den bruidegom voor den gehele kinderlijke erfportie van haer overleden vader Albert Wolbink en moeder Anne Arentsen, een gelijke somma van 150 carolyguldens. Alles buiten en behalven, hetgene bij de huwelijkse voorwaerden tusschen gemelde Albert Wolbink en Anne Arentsen in dato den 15e juni 1748 aan de volle broeder en zuster, voor haer overleden moederlijke goed, en aan de halfzuster van den bruidegom voor haar moeders klederen en linnen tot haer lijf gehoorende, bewesen en gemaakt is.

Welke voornoemde somma van f. 150,- aan een ieder van haar drieën, namelijk aan de eene volle broer en volle zuster, gelijk mede aan de halfzuster van den bruidegom, sal moeten worden voldaan en uitgekeerd, als zij vijfentwintig jaren oud sijn, of als eerder mogten komen te trouwen. Zullende wijders aan de broeder als komt te trouwen, door de bruidegom en bruid worden voldaan of uitgekeerd, een enterpaard en bruidegoms klederen. En aan de volle zuster en halfzuster voornoemd ieder als komen te trouwen een bedde met sijn toebehooren, namentlijk een onder- en een overbedde, ses lakens en ses slopen. Edog bij aldien een of meer van haar drieën voordat vijfentwintig jaer oud of nog ongetrouwd sijn, mogten komen te overlijden, dan sal den voorschrevenen uitset van de overledene verblijven ten profijte van de bruidegom en bruid, en het bij desen gemaakte of bewesene geld ter somma van f. 150 voor een ieder van haar, vererven op de in leven blijvende van haar en op den bruidegom in gelijke portiën. En sullen het sij bruidegom of bruid, sonder kind of kinderen uit dit huwelijk na te laten, mogte komen te overlijden, als dan zal de langstlevende van de eerststervende van haar beiden sijn en wesen de eenige en universele erfgename, exempt de klederen, dewelken aan des eerststervendens naaste vrienden alsdan sullen vererven.

Alle het voorschreven verklaerden sij comparanten met malkanderen geconvenieerd en geaccordeerd te hebben, willende en begeerende, dat het selve in allen delen effect moge sorteren en nagekomen sal worden, ofschoon alle vereyschte solemniteiten hier in niet mogten sijn geobserveerd.

In kennisse der waerheid, is desen door mij verwalter Scholtus met de comparanten bruidegom en bruid, mombers en aanwesende vrinden geteikend, en mede door mij gezegeld en omdat sij lieder geene zegels en hadden, so hebbe op haer versoek dese voor haer allen met mijn kleine zegel mede gezegeld. Actum Heemse, den 26e may 1700 negenenvijftig. Register van de 50ste penning, Schoutambt Hardenberg, 12 februari 1760:Door Herm. Wolbink tot Lutten bekend gemaakt, dat op den 4 jan(uary) van A.U. Grevenstein, J.H. Ulenberg, L. Sierink, B. Meuhlberg en C. Rompelman heeft aangekogt, de geregte halfscheid van het erve en goed Loshaar of Wolbink genaamd, gelegen tot Lutten, voor f. 2000,- Vrijwillig rechterlijk archief Schoutambt Hardenberg, 3 mei 1760:

Ik Jacob van Riemsdijk, wegens hoger overigheid verw(alter) Scholtus van den Hardenbergh, Heemse en Gramsbergen, doe cond en certificere bij desen dat voor mij en keurnoten, die waren dr. G. van Sambeek en Gerrit Vinken, personelijk in den Gerigte gecompareerd en erschenen is: de heer Michiel Radenga, commis van 's Lands Finantiën te Dokkum in Friesland, voor sig selfs en als vader en voogd van sijn minderjarige zoon Engbert Michiel Radenga; en verklaarde hij comparant voor sig selfs en in voors(chreven) qualiteit, voor een somma van coopspenningen, die op heden aan hem den eersten met den laatsten van dien ten genoege sijn voldaan en betaald, bij desen in de beste en bestendigste forme Landregtens te transporteren en in vollen eigendom over te dragen aan Hermen Alberts Wolbink en sijn huisvrouw Fennegien Hannessen Odink, de geregte halfscheid van het erve en goed Loshaars of Wolbink genaamd, gelegen in de bourschap Lutten, met alle sijne daaronder gehorende landerijen, behuisinge en verdere getimmers; sijnde allodiaal goed, edoch thiendbaar, en met sijn regt en geregtigheid, raad en onraad, lusten en lasten van dien, en herenschattingen daarop staande, alles so en in diervoegen als het selve aan hem comparant en desselfs zoon in eigendom heeft toebehoord, en op den 3de october 1700 negenenvijftigh door hem aan gem(elde) coperen is verkogt. Doende hij comparant voor sig selfs en in voors(chreven) qualiteit van de geregte halfscheid van voorn(oemd) erve en goed Loshaar of Wolbink genaamd, bij desen afstand, oplatinge en vertichtenisse, met hande en monde, hem comparant voor sig selfs en in geseide qualiteit daarvan ontervende en de voorn(oemde) copers en betalers Hermen Albers Wolbink met sijn huisvrouw Fennegien Hannessen Odink en hare erfgenamen daar wederom aanervende; belovende hij comparant voor sig en in voors(chreven) qualiteit ook deze cessie en overdragt ten allen tijden te sullen staan, wagten en wharen, voor alle evictie en opsprake als na Landregte behoord. In kennisse der waarheid, is desen door mij verw(alter) Scholtus met den comparant voor sig selfs en in geseide qualiteit egenhandigh geteikend ende gezegeld. Actum Hardenbergh den 3den maij 1700 en sestigh. Vrijwillig rechterlijk archief Schoutambt Hardenberg, 5 december 1760:

Ik Jacob van Riemsdijk, wegens hoger overigheid verw(alter) Scholtus van den Hardenbergh, Heemse en Gramsbergen, doe cond en certificere bij desen, dat voor mij en keurnoten, die waren bmr. B. van Borne en Herm. Amsink, in den Gerigte gecompareerd en erschenen sijn, Jan Hendrik Ulenberg en sijn huisvrouw Lubberta Overmarsch, tutore marito, Lubbertus Sierink met sijn huisvrouw Margareta Ulenberg, tutore marito, Bastiaan Meuhlberg en sijn huisvrouw Johanna Hendrika Ulenberg, tutore marito, de heer Jacob Ursinus Grevenstein, procurator te Zwoll, als cessionaris van desselfs vader en moeder, de heer convoijmeester A.U. Grevenstein en Aleida Margaretha Ulenberg, luid acte van cessie voor Schepenen der Stad Hasselt op den 22 maij 1700 agtenvijftig gepasseerd en uitgegaan, en op den 5. maij deses jaars alhier in den gerigte vertoond en gelesen; en eindelijk nog Hendrik Rompelman als gevolmagtigde van desselfs vader en moeder Christiaan Rompelman en Gerhardina Ulenberg, luid procuratie voor 't Gerigte der Heerlijkheid Almelo, op den 1 deses maands gepasseerd en uitgegaan, alhier vertoond, gelesen en van waarden erkend. En verklaarden sij comparanten voor haar selfs en in gem(elde) qualiteit voor een somma van coopspenningen die aan haar op heden den eersten met den laatsten van dien ten genoegen sijn voldaan en betaald, bij desen in de bestendigste forme Landregtens te transporteren en in vollen eigendom over te dragen aan Hermen Alberts Wolbink en sijn huisvrouw Fennegien Hannessen Odink, haar eigendommelijke geregte halfscheid van het erve en goed Loshaar of Wolbink genaamd, gelegen in de bourschap Lutten, met alle sijne daar onder gehorende landerijen, behuisinge en verdere getimmers; sijnde allodiaal goed, edog thiendbaar, en met sijn regt en geregtigheid, raad en onraad, lusten en lasten van dien en herenschattingen daarop staande, alles so en in diervoegen als hetselve aan haar verkoperen in eigendom heeft toebehoord, en op den 4 januarij deses jaars aan gem(elde) coperen is verkogt, ingevolge daarvan opgerigte coopbrief.

Doende sij comparanten voor haar selfs en in geseide qualiteit van gem(elde) geregte halfscheid van voorn(oemd) erve en goed Loshaar of Wolbink genaamd, bij desen afstand, oplatinge en vertichtenisse, met hande en monde, haar comparanten voor haar selfs en in voors(chreven) qualiteit daarvan ontervende en de voorm(elde) copers en betalers Hermen Alberts Wolbink met sijn huisvrouw en erfgenamen daar wederom aanervende; belovende sij comparanten ook dese cessie en overdragt ten allen tijden te sullen staan, wagten en wharen voor alle evictie en opsprake als na Landregte behoord. In kennisse der waarheid, is desen door mij verw(alter) Scholtus met de comparanten eigenhandig geteikend en gezegeld. Actum Hardenbergh, den 5den december 1700 en sestigh. Vrijwillig rechterlijk archief Schoutambt Hardenberg, 5 december 1760:

Ik Jacob van Riemsdijk, wegens hoger overigheid, verw(alter) Scholtus van den Hardenbergh, Heemse en Gramsbergen, doe cond en certificere bij dezen, dat voor mij als ceurnoten, die waren burgemeester B. van Borne en H. Amsink, personelijk in den Gerigte gecompareerd en erschenen sijn, Hermen Wolbink en sijn huisvrouw Fennegien Odink, tutore marito, en verklaarden sij comparanten wegens opgenomene en aan haar verstrekte penningen opregt en deugdelijk schuldig te wesen, aan Evert van der Scheer en sijn huisvrouw Geertien Lucas, woonagtig op de Kleine Scheer, een capitale somma van negenhonderd car(oly)guldens ad twintig stuiv(ers) het stuk; aannemende en belovende sij comparanten, deselve jaarlijx en alle jaren tot de aflosse toe (dewelke na voorgegane loskondiginge ofte opsage van de ene ofte andere zijde van een vierendeel jaars voor den verschijndag sal kunnen, mogen en moeten geschieden) te sullen verrenten met twee guld(en)s en tien stuiv(ers) van jeder honderd gerekend. Zullende het eerste jaar interesse hiervan wesen vervallen heden over een jaar, en so vervolgens jaarlijx tot de aflosse toe continueren. Verklarende sij comparanten daarvoor tot een generaal verband en onderpand te verbinden, haare personen en goederen, gene uitgesonderd. Maar ook bij desen daarvoor tot een speciaal hypotheecq en onderpand te verbinden en te stellen, haar comparanten eigendommelijke allodiale ses dagwerken hooijland, gehorende onder het erve Wolbink tot Lutten, en gelegen in de Mene onder de bourschap Ane in dit Schoutampt, en twee parcelen als drie dagwerk tusschen 't land van Wilpshaar en Slotman te Bergentheim; ten einde om ingeval van onverhopelijke misbetalinge, so van capitaal als renten, alsdan het voors(chreven) capitaal van negenhonderd guld(en)s met de onbetaalde interessen daaraan ten allen tijden cost en schadeloos te kunnen en mogen verhalen.

In kennisse der waarheid is desen door mij verw(alter) Scholtus met de comparanten eigenhandig geteikend en door mij gezegeld, en omdat sij comparanten geen zegels en hadden so hebbe op haar versoek desen voor haar met mijn kleine zegel mede gezegeld. Actum Hardenbergh den 5den december 1700 en sestigh.

(In de kantlijn van deze akte staat: Aan mij zijnde vertoond de origineele brieff, waarop geschreven stond: 'Dit bovenstaande voldaan en betaald, Coovorden den 8 meij 1769, Evert van der Scheer, Geertien Lambers.' Zo hebbe ik dezen op verzoek van Fennegien Odink, weduwe van wijlen Harmen Wolbink alhier geroijeerd, en de origineele brieff geknipt. Actum Heemse, den 15 junij 1792. In fidem, G.J. Crull, verw(alter) Scholtus). Vrijwillig rechterlijk archief Schoutambt Hardenberg, 5 december 1760:

Ik, Jacob van Riemsdijk, wegens hoger overigheid verw(alter) Scholtus van den Hardenbergh, Heemse en Gramsbergen, doe cond en certificere bij desen, dat voor mij en keurnoten, die waren burgemeester B. van Borne en Herm. Amsink, personelijk in den Gerigte gecompareerd en erschenen sijn Hermen Wolbink en sijn huisvrouw Fennegien Odink, tutore marito, en verklaarden sij comparanten voor een somma van coopspenningen, die aan haar den eersten met den laatsten van dien ten genoege sijn voldaan en betaald, bij dese in de bestendigste forme Landregtens te transporteren en in vollen eigendom over te dragen, aan Derk Munnekemeijer en sijn huisvrouw Wibbegien Assen, haar comparanten eigendommelijke een half dagwerk hooijland, wesende uit het erve Wolbink tot Lutten, en gelegen in de Hammate tot Ane in dit Schoutampt, schietende met de west of noordwestkant agter tegen het zaaijland van den Aner Vooresch, met de zuidkant aan een half dagwerk hooijland van Jan Loshaar, met de oostkant aan 't land van de veerman en gaat de oostkant door van den esch tot aan de kolk, sijnde hetselve allodiaal en onbeswaard goed, vrij van verpondinge en contributie. Welke door de verkoperen daar word afgenomen en op het erve Wolbink voorn(oemd) gelaten; wijders met sijn raad en onraad, lusten en lasten van dien, alles ingevolge coopbrief daarvan op den 19 nov. deses jaars opgerigt.

Doende sij comparanten van gem(elde) een half dagwerk hooijland in de Hammate bij desen afstand, oplatinge en vertichtenisse, met hande en monde, haar daarvan ontervende en de voors(chreven) copers en betalers Derk Munnekemeijer met sijn huisvrouw en erfgenamen, daar wederom aanervende; belovende sij comparanten ook deze cessie en overdragt ten allen tijden te sullen staan, wagten en wharen, van alle evictie en opsprake als na Landregte behoord.

In kennisse der waarheid, is desen door mij verw(alter) Scholtus met de comparanten eigenhandig geteikend, en door mij gezegeld, en omdat sij comparanten geen zegels en hadden, so hebbe op haar versoek desen voor haar met mijn kleine zegel mede gezegeld. Actum Hardenbergh den 5den december 1700 en sestigh. Vrijwillig rechterlijk archief Schoutambt Hardenberg, 6 februari 1764:

Ik Jacob van Riemsdijk, wegens hoger overigheid verw(alter) Scholtus van den Hardenbergh, Heemse en Gramsbergen, doe cond en certificere bij desen dat voor mij en keurnoten, die waren Everh. Becke en Roebert Willems, personelijk in den Gerigte gecompareerd en erschenen sijn Harmen Wolbink en desselfs ehevrouw Fennegien Hannessen, tutore marito, benevens derselver oudoom Hendrik Wolbink. En verklaarden sij comparanten met malkanderen geconvenieerd en geaccordeerd te hebben, dat geseide Harmen Wolbink en Fennegien Hannessen haren voorn(oemden) oudoom Hendrik Wolbink sullen moeten onderhouden en versorgen de dagen sijns levens in kost, klederen en al 't gene verders van noden is, en daarenboven hem na desselfs overlijden moeten besorgen een ordentelijke begraffenisse. Waartegens sij Harmen Wolbink en sijn huisvrouw Fennegien Hannessen voort na de ondertekeninge deses in vollen eigendom sullen hebben en profiteren alle de goederen van geseide haar oudoom Hendrik Wolbink. Verklarende hij Hendrik Wolbink voorn(oemd) dus bij desen in de bestendigste forma regtens alle sijne goederen, so gerede als ongerede, penningen, actien en crediten, niets uitgesonderd, wat naam die ook mogten hebben, waaronder dus mede sijne schapen, te transporteren en in vollen eigendom over te dragen aan voorseide Harmen Wolbink en sijn huisvrouw Fennegien Hannessen, met hare erfgenamen. Cederende en transporterende hij Hendrik Wolbink voorn(oemd) dan nog mede aan voors(chreven) Harmen Wolbink met sijn huisvrouw en erfgenamen alsodane goederen als hij verders na dato deses mogte bekomen en bij sijn overlijden komt na te laten, alles onder expresse conditie dat voorn(oemde) Harmen Wolbink met sijn huisvrouw haren voorschreven oudoom Hendrik Wolbink daarvoor de dagen sijnes levens sullen moeten onderhouden en versorgen, gelijk als boven is gemeld.

In kennisse der waarheid is desen door mij verw(alter) Scholtus voorn(oemd) met de comparanten getekend, en door mij bezegeld, en omdat sij comparanten geen zegels en hadden, so hebbe op haar versoek desen voor haar met mijn kleine zegel mede gezegeld. Actum Lutten in 't Schoutampt van den Hardenbergh, den 6 februarij 1700 vierensestigh.

Bevestiging als ouderling in Hardenberg

Avez-vous des renseignements supplémentaires, des corrections ou des questions concernant Hermen Alberts Wolbink?
L'auteur de cette publication aimerait avoir de vos nouvelles!