aangeg. impost 6 gulden.
WITN
TYPE christening
RFN 27309
DATE 28 MAY 1686
PLAC Delft, Gemeente Delft
Attention: Inhumé (12 avril 1707) avant décès (7 juillet 1707).
(1) Il est marié avec Jannetje Leeuwenhoek.
Ils se sont mariés
(2) Il est marié avec Maria Ame(d)t.
Ils se sont mariés
Enfant(s):
WITN
TYPE christening
RFN 27232
DATE 9 AUG 1689
PLAC Delft, Gemeente Delft
RFN 27280
RFN 27281
DATE 1674
RESI
ADDR
CITY Delft
ADDR Westzijde
RFN 27283
DATE 7 JUL 1707
PLAC Delft, Gemeente Delft
Johanna en François sluiten voor notaris Adriaan Leeuwenhoek huwelijkse
op 10 oktober 1697.133 Johanna wordt door haar moeder Jannetie Vosmaer,
Maarten Leeuwenhoek, wonende Delft, geassisteerd. Zij brengen alles bij
hetgeen zij thans bezitten. Als de bruidegom eerst komt te overlijden
te laten dan zal ook hetgeen staande huwelijk is geërfd of aangekomen,
winsten en verliezen deel uitmaken van de gemeenschappelijke boedel.
juwelen die zij thans heeft, alsmede hetgeen zij als morgengave van
ontvangen. De helft van het resterende van de boedel gaat naar haar en de
naar de erfgenamen van François.
Als er kinderen zijn, of als Johanna zonder kinderen komt te overlijden,
geheel geen gemeenschap van goederen zijn, behoudens de winsten en
het huwelijk aangekomen. Als er wel kinderen zijn krijgen die Johanna's
Als de bruid, Johanna Leeuwenhoek, eerst komt te overlijden zonder
en haar moeder reeds overleden is, dan zal Frans van Trigt aan ieder van
hun nakomelingen bij representatie) moeten uitkeren 100 zilveren ducatons
guldens van 20 stuivers het stuk. Getuige is o.a. notarisklerk Cornelis
8).
In haar testament van 21 november 1701134 benoemt Johanna Leeuwenhoek,
van François van Tricht, korenkoper wonende aan de westzijde van de
man tot universeel erfgenaam in het geval zij geen kinderen nalaat. Zij
de 200ste penning beneden de 4000 gulden gequotiseerd te zijn. Getuigen
Langerack en Dirck Fijck.
In hun testament van 2 april 1707 135 benoemt François tot erfgenamen:
1e 3/5 part van zijn erfenis in 14 gelijke delen aan de vijf kinderen en
kindskinderen van zijn broer Anthony van Trigt, de vier kinderen van zijn
zuster Matge van Trigt, de drie kinderen van zijn zuster Stijntie van
van Trigt, zoon van zijn broer Claes van Trigt;
2e 1/5 part gaat naar Johanna van der Wilt en Ariaentje Broeckerhoff,
zuster Judith Biddaf. Dit onder de voorwaarde dat zij elk jaar aan hun
bedrag van 50 gulden zullen uitkeren;
3e 1/5 part naar Catarina van Buuren (in het eerdere testament is sprake
van Ruijven), dochter van zijn zuster Geertruijd van Trigt.
Voorts krijgt Johanna Leeuwenhoek, bovenop hetgeen waarop ze volgens de
voorwaarden van 1697 recht heeft, een bedrag van 1.000 guldens, welk
overlijden naar zijn genoemde erfgenamen moet gaan, waarbij aan Catarina
een obligatie van 200 gulden wordt geprelegateerd.
Op 27 april 1707, kort na het overlijden van François van Tricht, wordt
Adriaan Leeuwenhoek een boedelbeschrijving opgemaakt, waarin François en
elk voor de helft participeren.136 De boedel bevat onder andere het huis
Korenmarkt, met een uitgebreide inboedel. Daaronder een portret van
Leeuwenhoek, een van François van Trigt en een van diens eerste huisvrouw
wapens) alsmede een van Theunis van Trigt en zijn huis. Ook veel tarwe,
e.d. dat zich op de zolder bevindt.
Er zijn vele (meer dan 100) vorderingen voor geleverde granen aan bakkers
Pijnacker, Dordrecht, Delfshaven, Leiden, Maassluis, Schiedam, Den Hoorn,
Den Haag, Voorburg, Rijswijk, Maasland, Zoetermeer, Loosduinen en
Voorts zijn er renten van een bedrag van 4.000 gulden komende uit de
weduwe van Maarten Leeuwenhoek, Jannetje Vosmaer. Bij de lasten van de
onder andere opgenomen een bedrag van ruim 53 gulden aan de weduwe van
Appel (= Maria Leeuwenhoek) voor geleverde wijn en verschot van impost.
-inzake François- kosten voor zes doctoren en chirurgijns en een
wordt op aangeven van Johanna beschreven in aanwezigheid van Thomas van
Joachim van den Ende en Nicolaes van der Vaert als executeurs van het
François van Trigt. Getuige is o.a. Jacob Leeuwenhoek, klerk van Adriaan
In haar testament van 17 juli 1712137 prelegateert Johanna, weduwe van
Tright, wonende te Delft, aan haar zuster Magdalena, jegenwoordig
van Fritom, een bedrag van 100 carolus guldens. Voorts aan Maria van
dienstmaagd van Barent van Fritom, een bedrag van 50 gulden.
In al haar verdere goederen benoemt zij tot universele erfgenamen haar
Magdalena, Maria en Margareta Leeuwenhoek ieder voor 1/3 part, met
Rotterdamse zuster Elisabeth wordt niet in het testament genoemd.
al genoeg bezit (zie hierna)? Executeurs van het testament: zijn zwager
en Michiel Slootingh, goede bekende vriend (echtgenoot van Johanna van
Johanna tekent met voornaam Janna).
De boedelscheiding wordt op 27 oktober 1713 opgemaakt138, waarbij de drie
conform testament. Leonard van Amsterdam taxeert enige sieraden van de
totaal bedragen de baten 5.475 gulden, 13 stuivers en 1 penning.
De lasten w.o. de legaten bedragen 2.115 gulden, 8 stuivers en 12
een betaling van 1.292 gulden aan de executeurs van het testament van
zaliger, die dit nog van de boedel tegoed hadden, waarvoor Dirk van Schie
garant had gesteld (quitantie daarvan thans berustende onder Leonard van
echtgenoot van Elisabeth Leeuwenhoek, weduwe Dirk van Schie). Er schiet
een bedrag van 3.360 gulden, 4 stuivers en 5 penningen, zijnde voor elk
zusters een bedrag van 1.120 gulden, 1 stuiver en 7 penningen.
Francois van Tricht | ||||||||||||||||||||||||||||||||||
(1) | ||||||||||||||||||||||||||||||||||
Jannetje Leeuwenhoek | ||||||||||||||||||||||||||||||||||
(2) | ||||||||||||||||||||||||||||||||||
Maria Ame(d)t |
Les données affichées n'ont aucune source.