Notes par Hendrik "Graaf Hendrik 7e zoon" van den Bergh
De Verdedigingsschans
Voor de Noordelijke Nederlanden is 1591 een belangrijk jaar in de Tachtigjarige Oorlog als Zutphen, Deventer, Delfzijl, Hulst, Nijmegen, Steenwijk, Coevorden en Geertruidenberg op de Spanjaarden wordt heroverd, uiteindelijk valt in 1594 ook de stad Groningen. Stad en Ommelanden worden daarop als volwaardig lid opgenomen in de Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden. In 1596 nemen de Groningers het besluit om de grenzen van het gewest beter te gaan beschermen. Coevorden, Boertange en Bellingwolde worden gefortificeerd. De zuidgrens tussen Coevorden en Meppel blijft grotendeels onbeschermd, maar dat was gezien de natuurlijke gesteldheid van het terrein (een groot moerassig veengebied) te begrijpen. Wel wordt rond 1600 bij een passage in het veen het Nieuwe Retranchement van Over-Reest gebouwd.
In 1625 lijdt het platteland van Overijssel sterk onder de plundertochten van graaf Hendrik van den Bergh, legeraanvoerder in Spaanse dienst. De angst bestaat dat hij naar het noorden zal oprukken en daarbij gebruik gaat maken van de zomerweg die door de venen van het Overijsselse Ommen naar het Drentse Zuidwolde loopt. Op kosten van Groningen en Friesland wordt daarom langs deze weg een nieuwe schans gebouwd, waarmee men denkt het Noorden voldoende beschermd te hebben. Het even noordelijker gelegen retranchement van Avereest wordt gaandeweg verlaten. De nieuw gebouwde schans beslaat een vierkant met aan de Ommense kant drie punten (bastions) en daarvoor een wal. Rond 1670 wordt zij verder versterkt met het oog op de hachelijke situatie waarin de Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden begint te verkeren. Het mag echter alles niet baten: na de val van Deventer in juni 1672 trekt een groot gedeelte van de troepen van Bernard van Galen, de bisschop van Munster, naar Ommen en bezet vandaaruit de schans. Dat gebeurt zonder slag of stoot, de verdediging, die bestaat uit 146 musketiers en 55 piekdragers, vlucht bij het zien van de vijand naar het noorden. Lang duurt de bezetting niet; aan het einde van het jaar wordt Van Galen gedwongen onze gewesten te verlaten.
Vanaf dat moment, nadat de Republiek met de diverse tegenstanders vrede heeft gesloten, neemt de militaire betekenis van de schans af. Er blijft een bezettingsmacht aanwezig, maar die heeft meer te stellen met de plaatselijke bevolking dan met militaire opponenten. Zo is het bijvoorbeeld de inwoners van Ommen niet toegestaan om in de omgeving van de vestingwerken het veen te bewerken of boekweit te zaaien; hetgeen de gemoederen in Ommen hoog doet oplaaien. In 1679 komt het tot een opstand, ze halen tijdelijk hun recht, maar als vanaf 1686 leidijken worden aangelegd, die men op zoveel passen afstand niet eens mag benaderen, is de maat vol. Pas in 1715 zien ze de kans schoon om verhaal te halen. In dat jaar heeft de Raad van State namelijk besloten om de Ommerschans te ontruimen. Commandant Majoor Moespas is het echter toegestaan om er te blijven wonen, waarbij hij tevens het vruchtgebruik zal blijven genieten van de tuinen en weiden die bij de schans behoren. Dat pikken de Ommenaren niet: de burgerij wordt bijeengeroepen en de commandant wordt (tijdelijk) verjaagd.
Pas in 1740 komt de schans weer in militaire handen, dan wordt zij vergroot volgens het Nieuw-Nederlands Stelsel met vier bastions, vier ravelijnen, een dubbele gracht en een bedekte weg.
Het is dan echter geen verdedigingsschans meer, maar een van de grote munitieopslagplaatsen van Nederland: 's Lands Magazijnen. Deze worden op 12 juni 1787 overvallen door de burgermilities van Zwolle, Kampen en Vollehove, die er de wapens komen “halen”, die zij nodig hebben voor hun strijd tegen de regenten. Commandant Gerard Prins houdt dapper stand, maar na een dag moet hij de sleutel van de magazijnen afgeven, de overvallers hebben maar liefst een week nodig en veertig karren om hun buit naar Ommen te vervoeren, waar het verscheept wordt voor de tocht naar de respectievelijke thuishavens. De schans is daarna nog bijna acht jaar bezet geweest tot aan het begin van de Franse tijd; de Bataafse Republiek. In 1819 wordt het terrein in bruikleen gegeven aan de Maatschappij van Weldadigheid, die er de bedelaarskolonie Ommerschans (700-900 ha.) vestigt.
Lors de la copie des données de cet arbre généalogique, veuillez inclure une référence à l'origine: Peter Damm, "Damm - Lansdaal genealogie", base de données, Généalogie Online (https://www.genealogieonline.nl/damm-lansdaal-genealogie/I16245.php : consultée 9 juin 2024), "Hendrik "Graaf Hendrik 7e zoon" van den Bergh (1573-1638)".
Avertissement de copiage
Des publications généalogiques sont protégé par le droit d'auteur. Bien que les données soient souvent puisées dans des archives publiques, la recherche, l'interprétation, la collection et la sélection de ces données produit un travail unique. Les œuvres protégées par le droit d'auteur ne peuvent pas être simplement copiées ou republiées.
Respectez les règles suivantes
Demander la permission de copier des données ou au moins informer l'auteur, il est probable que l'auteur donne la permission; souvent, le contact entraîne également un échange plus important de données..
N'utilisez ces données que lorsque vous les avez vérifiées, de préférence à la source (les archives).
Mentionnez la personne dont vous avez repris les données aussi sa source d'origine.