Arbre généalogique Bijl » Willem Pietersz Moerman (± 1573-????)

Données personnelles Willem Pietersz Moerman 


Famille de Willem Pietersz Moerman

(1) Il est marié avec Marijtje Rochusdr Lems.

Ils se sont mariés en l'an 1605 à Poortugaal, Zuid-Holland, Nederland.


(2) Il est marié avec Neeltje Jansdr Block.

Ils se sont mariés environ 1621 à Pernis, Zuid-Holland, Nederland.


Notes par Willem Pietersz Moerman

Willem Pietersz. vestigde zich op het eiland Rozenburg of eigenlijk op een gedeelte daarvan wat hij "Blankenburg" noemde, naar zijn vorige woonplaats "Blankeberge" in België. Het eiland Rozenburg maakte toen deel uit van de Maasmonding, welke toen erg breed was. Zo breed zelfs dat aan de rechteroever Vlaardingen, Maassluis en 's-Gravenzande lagen, en aan de linkeroever Voorne Putten, Geervliet, Zwartewaal en Brielle. In deze brede monding lagen grote zandbanken, die tot eilanden dicht slipten. Één van deze eilanden was Rozenburg en het is één van de verdienste geweest van het geslacht Moerman, dat zij er aan meegewerkt hebben om dat land te ontginnen en in te dijken.
Wat de woonplaats van Willem Pietersz. betreft kan men aannemen dat hij zich allereerst gevestigd heeft op een stuk grond dat niet onmiddellijk onder water liep bij verhoogde waterstand en dat hij stelselmatig de droogzijnde en droog komende schorren heeft bewerkt en van dijken en kaden heeft voorzien. Eerst in 1627 werd de aldus ontstane dijkage door de Statenvan Holland en West Friesland beschreven en in kaart gebracht en als eenonsterfelijk erfdeel aan Hunne Edel Groot Mogendheden als Ambachtsheerlijkheid aangewezen. Bewoner Moerman had toen een bezit van 118 gemet, 187 roeden. (Volgens Van Dale Woordenboek zijn zowel een Gemet als een Roede oude vlakte maten. 1Rijnlands gemet = ½ Rijnlandse morgen = 300 Rijnlandse roeden. 1 roede = 14m2). Als buren had hij: de weduwe van der Does, Jacob van der Does, Cornelis Jorisz. van Dijk, Jan Doense Sonneveld, Samuel Pietersz. den Ouden, de weduwe van Hendrick van der Kaden en Jan Cornelisz. Van der Plaat.
ie op zoek gaat naar het dorpje Blankenburg komt bedrogen uit: het verdween omstreeks 1965 van de kaart door de oprukkende industrie. Maar liefst vijf meter grond bedekt nu de plaats waar vroeger boerderijen, huizen, een kerk, school en rechthuis stonden.
Blankenburg, het eiland
Het dorpje Blankenburg dankte zijn naam aan het gelijknamige eiland. Dat ontstond als een zand- en kleiplaat in de Maas en werd waarschijnlijk in 1587 of 1588 verpacht aan een vogelaar. Deze eerste pachter maakte een eendenkooi, bouwde er zijn huis en nam de bedijking voortvarend ter hand; in 1612 was ruim 90 gemeten bedijkt. Wie die pachter was is onbekend, maar Willem Pietersz. Moerman (ca.1575-1648) was er vroeg bij betrokken. In 1605 woonde hij in elk geval al op het eiland. Hij was één van de velen die in de voorgaande jaren van oorlog vanuit Vlaanderen naar het noorden waren gevlucht. Hij had zijn familie en vaderland verloren maar vond een nieuw thuis op dit eiland, dat hij waarschijnlijk zelf hielp stichten. Toen het werk gedaan was noemde hij zich (aldus het rouwbord in de kerk van Zwartewaal) trots ‘Moerman van Blankenburg'.
Die van het eiland
In de eerste helft van de 17e eeuw werd Blankenburg met verschillende andere eilandjes in de Maas samengevoegd. In de naam wilde men voor elkaar niet onderdoen; tot ver in de 19e eeuw heette het: "Rozenburg en Blankenburg met de Ruige- en Langeplaat". De voormalige eilanden bestonden voort als polders; de watering ‘het sparregat', vormde de grens tussen Rozenburg en Blankenburg. Er woonden in die tijd niet veel mensen. Te weinig om een eigen kerkgebouw of zelfs maar predikant te onderhouden. Die van het eiland, zoals de bewoners werden genoemd, kerkten in Zwartewaal. Vanaf 1644 kwam de predikant van Zwartewaal, ds. Pythius, over om op Rozenburg in de diensten voor te gaan. Die diensten werden gehouden in de woning die door Bisdommer gebouwd was. Toen Pythius in 1657 te oud werd voor de wekelijkse overtocht werd een eigen predikant beroepen en begon men met de bouw van een kerk. De bewoning was nog steeds schaars en zeer verspreid, maar de meeste bewoners woonden in Blankenburg, waar een haventje was gegraven en een veer met Nieuwesluis werd onderhouden. Daar werden dan ook de kerk, de pastorie en de school (alle omstreeks 1658) gebouwd en ontstond het dorp. Later werd hier ook het rechthuis gebouwd (ca 1700), waar schout en schepenen en het polderbestuur bijeenkwamen en waar reizigers konden overnachten.
Stagnatie
Twee eeuwen lang bleef Blankenburg het centrum van het eiland. Toch kon zij deze positie niet vasthouden. De haven en het veer naar Nieuwesluis was van weinig betekenis en bleef dat, zeker toen er een veer van Brielle op Rozenburg tot stand kwam. Belangrijker echter was het feit dat het eiland gestaag bleef groeien in westelijke richting. Als gevolg van de aanleg van de Nieuwe Waterweg (1872) kreeg het eiland zelfs aansluiting bij de Beer, het duingebied dat voordien aan het vasteland van Holland had vastgezeten, en beschikte Rozenburg in het vervolg over een strand en natuurgebied. Blankenburg kwam steeds verder weg te liggen voor de mensen op het eiland.
Achteruitgang
Door dit alles ontstonden er naast de Zuidzij, zoals Blankenburg in de volksmond heette, meerdere kleine kernen. De bebouwing concentreerde zich meer en meer op de veerhoofden tegenover Maassluis en Brielle, op de Zanddijk en op de noordelijke dijk van Rozenburg, de Buurt geheten. Het is moeilijk te zeggen wanneer het tij keerde, maar gaandeweg verloor Blankenburg de centrumfunctie aan Rozenburg. In 1857 betrok de chirurgijn een nieuw huis. In 1863 werd een gemeentehuis gebouwd en in 1887 een nieuwe molen daar schuin tegenover. In de tussenliggende jaren werd een nieuwe begraafplaats aangelegd. Dit alles gebeurde niet in Blankenburg, maar in Rozenburg. In 1935 ging de trots van Blankenburg verloren: de kerk werd afgebroken, de nieuwe Immanuëlkerk verrees in Rozenburg... Toch was Blankenburg nog steeds een redelijke kern, waar bijna vierhonderd mensen woonden, van totale eiland-bevolking die drieduizend zielen telde. Hier stonden ook een school, enkele boerderijen, tientallen veelal kleine winkeltjes en café's en vonden we drie bakkers, een smid, een metselaar, een schilder, enz.
Watersnoodramp
In 1953 werd het eiland getroffen door de Watersnoodramp. In de herinnering van vele Rozenburgers was dit een keerpunt in de geschiedenis van het eiland. ‘De machines die kwamen om de dijken te herstellen zijn daarna nooit meer weggegaan', wordt wel gehoord. In zekere zin is dat juist. Na de oorlog was Rotterdam de motor waarop de Nederlandse economie werd voortgestuwd. Maar hier voor moest Rotterdam uitbreiden; de havencapaciteit moest groeien, er moest ruimte zijn voor de opslag van olie, erts en raffinaderijen. In 1947 begon Rotterdam met het uitvoeren van het plan Botlek, tien jaar later bleek dat al te klein en keek men verder richting zee. In november 1957 ging de gemeenteraad van Rotterdam akkoord met een veel ambitieuzer plan: het plan Europoort, waarvan heel het eiland Rozenburg deel uitmaakte. Voor de kust werd de Maasvlakte opgespoten. In de volle lengte van het eiland werden twee kanalen gegraven. Het Calandkanaal geeft toegang tot een aantal petroleumhavens en eindigde in de Brittanniëhaven. Het Hartelkanaal vormde de verbinding tussen de Maasvlakte en de Oude Maas. De vrijgekomen bagger werd gebruikt om het hele eiland zo'n vijf meter op te hogen. In minder dan tien jaar kreeg dit alles zijn beslag.
Het einde van een dorp
Tegen beter weten in hoopte men in Blankenburg lange tijd dat ‘het niet zo'n vaart zou lopen'. Weliswaar betekende de vestiging van de scheepswerf Verolme de eerste stap in de Boschpolder en dus op het eiland, maar het meeste geweld bleef op grote afstand: in 1958 begon het werk aan de westpunt van het eiland, vijftien kilometer verwijderd van Blankenburg, en ook de grote bouwplannen voor woningen waren vooralsnog geprojecteerd nabij Rozenburg. Maar tenslotte was het zover. Op 23 november 1960 vonden de bewoners een brief op de deurmat waarin de gemeente Rotterdam aankondigde dat zij zouden worden onteigend. De daaropvolgende jaren waren hectisch, chaotisch en vaak emotioneel. De bewoners van Blankenburg weigerden zich gewonnen te geven, maar verzet was in die tijd ondenkbaar. Eén voor één verdwenen zij; de één naar de Noord-Oostpolder, een ander naar Voorne en weer een ander naar Rozenburg. De huizen bleven leeg achter, werden gesloopt of tijdelijk door anderen betrokken; waar mogelijk werden voorbereidingen getroffen voor de bouw van de industrie; dijken werden opgeworpen en de grond met bagger opgehoogd. Muggen en ratten waren plotseling niet meer weg te denken. Dit alles gaf het oude dorp een spookachtig aanzien. (In) Blankenburg, zo schreef een verslaggever in oktober 1965, (heeft)men de indruk (...) te wandelen in een verwoest dorp dat slechts enkele uren tevoren door de vijandelijke troepen werd verlaten. Op 13 november 1965 verdwenen de laatste bewoners, het was het gezin van W. van Oudheusden. Hun huis, in feite een restant van de voormalige school van Blankenburg werd twee dagen later tegen de grond gegooid. Hierna kon de bouw van de industrie beginnen.
De naam
Over de naam Blankenburg doen verschillende verhalen de ronde. Bijna een eeuw voordat het eiland werd bedijkt was er reeds sprake van zandplaten in de Maas; één daarvan zou zelfs korte tijd bewoond zijn geweest. Deze plaat werd de Blencken genoemd. Het idee is dat Blencken verbasterd is tot Blankenburg. Een andere verklaring is dat één van de grondleggers van het eiland, Willem Pietersz. Moerman, uit Blankenberge afkomstig was. Vast staat dat hij uit Vlaanderen kwam en dat de naam Moerman langs de Belgische kust voorkomt.
Het wapen
Blankenburg heeft nooit een wapen gehad.

Avez-vous des renseignements supplémentaires, des corrections ou des questions concernant Willem Pietersz Moerman?
L'auteur de cette publication aimerait avoir de vos nouvelles!


Avec la recherche rapide, vous pouvez effectuer une recherche par nom, prénom suivi d'un nom de famille. Vous tapez quelques lettres (au moins 3) et une liste de noms personnels dans cette publication apparaîtra immédiatement. Plus de caractères saisis, plus précis seront les résultats. Cliquez sur le nom d'une personne pour accéder à la page de cette personne.

  • On ne fait pas de différence entre majuscules et minuscules.
  • Si vous n'êtes pas sûr du prénom ou de l'orthographe exacte, vous pouvez utiliser un astérisque (*). Exemple : "*ornelis de b*r" trouve à la fois "cornelis de boer" et "kornelis de buur".
  • Il est impossible d'introduire des caractères autres que ceux de l'alphabet (ni signes diacritiques tels que ö ou é).

Les données affichées n'ont aucune source.

Des liens dans d'autres publications

On rencontre cette personne aussi dans la publication:

Sur le nom de famille Moerman

  • Afficher les informations que Genealogie Online a concernant le patronyme Moerman.
  • Afficher des informations sur Moerman sur le site Archives Ouvertes.
  • Trouvez dans le registre Wie (onder)zoekt wie? qui recherche le nom de famille Moerman.

La publication Arbre généalogique Bijl a été préparée par .contacter l'auteur
Lors de la copie des données de cet arbre généalogique, veuillez inclure une référence à l'origine:
Dolf Bijl, "Arbre généalogique Bijl", base de données, Généalogie Online (https://www.genealogieonline.nl/bijl-stamboom/I9709.php : consultée 23 juin 2024), "Willem Pietersz Moerman (± 1573-????)".