Jan Cornelis Boermans, wonende in de Wieringerwaard en Gerrit Gerritsz wonende in Poolland staan borg als principale debiteurs voor Reijer Pietersz, voor een bedrag van 251 gulden bij de aankoop van een huis en erve, staande en liggende in Poolland, belend met Gerrit Gerritsz ten westen en Waligh Maartensz ten oosten.
Jan Cornelisz Boerman transporteert aan Trijn Cornelis zijn zuster en aan de kinderen van Pieter Claasz Slinger omtrent elf snezen land gelegen in de Wieringerwaard in het blok I in de Fock op de kaart getekend met No.89, belend Cornelis Cornelisz Boerman ten oosten en de kopers ten noorden. Dit voor een bedrag van 237 gulden en 10 stuivers, waarvan de helft voldaan is en de rest betaald zal worden in mei 1684.
Lijsbet Jacobs, weduwe van Adriaen Cornelisz Boerman, transporteert aan Jan Cornelisz Boerman een huis met omtrent anderhalf morgen land, gelegen in de Wieringerwaard in het blok A in kavel 11, belend met de heer dijkgraaf van Veen ten zuiden en (......) ten noorden.
Dirck Lourisz Oom Dirck zo voor hem zelve en als hem sterk makende en caverende de rato voor Reijnder Willemsz, item Arijaantje Arijaans weduwe en Jan Pietersz Boer als man en voogd van Trijn Louris, alle wonende op Colhorn, verkopen aan Jan Cornelisz Boerman wonende in de Wieringerwaard een stukje wijdland groot omtrent drie geersen en tien en een half snees, gelegen alhier in de Neerkaag.
Claas Duijn, wonende op de Rijp onder de banne van St. Maarten, verkoopt aan Jan Cornelis Boerman, wonende in de Wieringerwaard, twee geersen min anderhalf snees weijdlant gemeen met Cornelis Reijersz Pooland, gelegen in de Westerkage, belend Willem Cornelisz aan de oost en de westzijde. Jan Cornelis Boerman bekent hierbij voor hem en zijne erven schuldig te wezen aan Claas Duijn een bedrag van 375 gulden, welke hij belooft te betalen een derde gereed en de rest op twee meidagen in 1679 en 1680.
Jan Cornelis Boerman wordt door Jacob Waligh Brederoe, als rentmeester van de heere van Haagoort en Heijndonk, voor de Schepenbank gedaagt, om betaling te doen van 38 gulden 13 stuivers en 8 penningen als rest van de huur van 1679. Verder nog 400 gulden over twee jaren landhuur over de jaren 1680 en 1681. (Heer van Haagoort en Heijndonk = heer van Dussen)
Jan Cornelis Boerman, wonende in de Wieringerwaard verkoopt aan Louris Jansz Boerman, wonende tot Wognum, een stukje weijdlant genaamd de Renkven, groot drie geersen, gelegen in de Neerkaag, belend met de kinderen van Willem Cornelisz aan de west, en Evert Jansz Sanjes bruijklant aan de oostzijde, dit voor een bedrag van 230 gulden.
Testament opgemaakt bij notaris Anthonie van den Heuvel te Schagen. Erfgenamen zijn zijn zoon Lourens Jansz Boerman voor een derde part, de kinderen van zijn overleden zoon Dirk Jansz Boerman tezamen voor een derde part en Cornelis Pietersz, zoon van zijn dochter Anna Jans geprocreeërd bij Pieter Jansz (Bakker) in de resterende derde part.
Nanning Jansz, als in huwelijk hebbende Trijn Willems en Jan Willemsz Vos, mede erfgenamen van Barber Nannings, transporteren aan Jan Cornelis Boerman een morgen land, zijnde haar gedeelte in de twee partijen land gekomen van de voornoemde Barber Nannings, gelegen in de Wieringerwaard in het blok A.
Geschil tussen Jan Cornelisz Boerman ten eenre en Cornelis Cornelisz Boerman en Pieter Claesz, in huwelijk gehad hebbende Grietie Cornelis als vader en voogd over zijn kind geprocureert bij deselve Grietie Cornelis, mitsgaders Trijn Cornelis meerderjarige dochter geassisteerd met Pieter Gerritsz en Pieter Jansz Oudejans, gezamenlijk kinderen en erfgenamen van Cornelis Jansz Boerman en Trijn Louweris zaliger ten andere zijde, rakende eerstelijk betaling van een half jaar landhuur van 132 gulden 10 stuivers wegens 5 morgen land bij de opgemelde Jan Cornelisz van zijn vader gehuurt, pretenderende [beweert] deselve Jan Cornelisz mits overlijden van zijn vader deselve huurpenningen waren gequiteert [kwijtgescholden] als hebbende het voornoemde land op zodanige conditie gebruikt. Verder nog wegens zekere 100 gulden welke de voornoemde kinderen en erfgenamen van Jan Cornelisz pretenderende in de gemene boele te moeten werden gebracht om redenen dat hij zeker huis en erf van zijn moeder had gekocht, 100 gulden minder als het zelve waardig en getaxeerd was, hetgeen zij pretendeerde haar vader belooft te hebben de andere kinderen te zullen voldoen. Laatstelijk nopende de bruikwaar van vijf morgen land toebehorende aan de heer Billet, welke bovengenoemde Trijn Louweris begeert had dat het bij haar sterfhuis en twee dochters zou blijven en dat deze niet tegenstaande bij de meergemelde Jan Cornelisz in bruikwaar aangenomen en gehuurd waren. En uitgaande dat partijen elkander dien aangaande veel moeilijkheid en processen zouden aandoen zijn zij tot gerede geworden de voornoemde differenten als goede mannen te submitteren. De uitspraak is dat Jan Cornelisz in of ten profijt van de gemene boel nagelaten bij hun ouders op delingen desselfs zal laten komen en voldoet een somma van 157 gulden 10 stuivers waarmee de bovengemelde questien allen dood en te niet zullen zijn.
Jan Cornelisz Boerman wonende op de Creijl oud omtrent XXV jaren verklaart ter instantie en requisitie van de heer Pieter Dirksz Abbestee cum socijs inwoners van de Wieringerwaard, dat hij door dezelfde heeren van de Wieringerwaard heeft aangenomen enige sloot om te krozen en dat de vuiligheid uit de sloot komende, geworpen is in het bezaaide land omdat hij het anders niet kwijt kon worden, waardoor het zaad merkelijk is verpletterd en de eigenaars van het gewas grote schade en interesse hebben geleden.
Cornelis Jansz Boerman wonende op de Wieringerwaard verkoopt aan Jan Cornelis zijn zoon, untertijt onze poorter, een nieuw huisje staande in de Kreijl op en aan de dijk.
Jan Cornelisz Boerman verkoopt aan Arian Jacobsz wonende in de Wieringerwaard, een huis en erve staande en gelegen aan de Kreijl, belend met Jan Heeckel ten oosten en Claas Jansz ten westen.
Jan Bursz als in huwelijk hebbende Anna Nannings, wonende tot Barsingerhorn, Adriaentje Willems wonende tot Schagen en Adriaen Maertsz Gorter tot Alkmaar, tezamen mede erfgenamen van Barber Nannings, transporteren aan Jan Cornelisz Boerman een morgen, 420 roeden land, zijnde haarlieder gedeelte in de twee partijen land gekomen van voornoemde Barber Nannings, gelegen in de Wieringerwaard in het blok A.
Trijn Adriaans, weduwe van Gerrit Gerritsz anders Oom Gerrit, wonende in de Wieringerwaard, geassisteerd met Pieter Gerritsz, mede wonende aldaar, hare zoon en voogd in deze, transporteert aan Jan Cornelis Boermans, ook wonende aldaar een huis en werve staande en leggende in de voornoemde Waard aan de oude Vriesche Zeedijk, belend dezelve dijk ten zuiden, de heere van Dussen zaliger ten westen en noorden en de Westervaart ten oosten, belast met een jaarlijkse erfpacht van vijftig gulden, verschijnende alle jaren op mei, toekomende de kinderen van voornoemde heere van Dussen.
Jan Cornelisz Boermans, wonende in de Wieringerwaard, zo voor hem zelve als mede hem sterk makende en rato caverende voor Cornelis Willemsz Slinger die getrouwd is aan Griet Cornelis, mitsgaders voor zijn zuster Trijn Cornelis, verkoopt aan Cornelis Louwrisz Zeun en Jan Jacobsz Heeckel, wonende aan de Kreijl, omtrent twee geersen rietland liggende in de Kreijlhoek in de banne van Barsingerhorn, belend met Neel Sijmons ten westen en Sijmon Sijmonsz Schots ten oosten.
Enfant(s):