Alle Begijnen van Amsterdam, Vondel, Hooft, Huydecoper, v. Eeghen, De Clercq, Trip, Boissevain en anderen. » David van der Mye (1633-1700)

Données personnelles David van der Mye 

• Il est né en l'an 1633 dans Amsterdam.
• Résidant:
• le 14-10-1665-1700: Begijnhof Amsterdam.
• le 24 juin 1694: Verkoopt huis.
• Il est décédé le 11 novembre 1700 dans Amsterdam Op 't Water, il avait 67 ans.
• Il est enterré le 16 novembre 1700 dans Amsterdam Nieuwe Kerk.
• Un enfant de Jan van der Mye et Mechtildis Spiegel(s)
• Cette information a été mise à jour pour la dernière fois le 26 avril 2016.

Famille de David van der Mye

Notes par David van der Mye

Pastoor Begijnhof van 1665 tot 1700
Opvolger van Lambert Hoffman.

David van der Mye werd geboren in 1633 als jongste zoon van de oorspronkelijk uit Delft afkomstige Jan van der Mye en Machtelt Spiegel(s) (overleden 4 januari 1672) in de Lakenhal "De Twee Spiegels" op de Nieuwendijk tussen de Gravenstraat en de St. Nicolaasstraat.
David van der Mye was de jongste broer van Aernout, die als 2e van rechts staat afgebeeld op het schilderij "De Staalmeesters" van Rembrandt.
Als kind ging David met zijn ouders meermalen naar de huiskapel op het Begijnhof om daar de dienst te volgen.
Na zijn rechtenstudie aan de universiteit van Leuven, waar hij in 1653 promoveerde, begon hij in Den Haag een advocatenpraktijk. Toch had David al snel het verlangen om een priesterstudie te beginnen en slechts kort bleef hij advocaat en ging hij weer naar Leuven, nu om theologie te gaan studeren.
Na zijn priesterwijding op 24 maart 1654 werd hij pastoor te Voorburg (Nazien) en hij bekleedde diverse raadgevende functies binnen de katholieke kerk en dit ondanks zijn nog jonge leeftijd. Zo was hij regelmatig adviseur van de Nuntius en had hij in de bisschoploze periode diverse contacten met vele priesters.
Ook op het Begijnhof was hij geen onbekende, want regelmatig assisteerde hij de ziekelijke pastoor Lambertus Hoffman.
Hij kwam op de Begijnen ook over als een beminnelijk man en toen de pas benoemde bisschop Joannes van Neercassel in 1664 op het Begijnhof logeerde, dienden de meesteressen bij hem een verzoekschrift in om Van der Mye als pastoor van het Begijnhof aan te stellen, hetgeen op 14 oktober 1665 ook gebeurde, nadat op 9 oktober Lambert Hoffman was overleden.
Veel van de nog tot voor kort geldende orderegels voor het Begijnhof zijn door pastoor Van der Mye opgesteld.
Na lange besprekingen werden in 1673 de regels op schrift gesteld. De Begijnen moesten in hun onderhoud kunnen voorzien door uit wassen te gaan en het kerkgoed schoon te houden. Zij mochten verstellen en voor anderen naaiwerk verrichten.
Zij moesten overigens verkeer met de buitenwereld zoveel mogelijk beperken. Alle Begijnen die het Hof af wilden voor het doen van boodschappen, moesten daarvoor verlof vragen aan de meesteressen. Zij mochten wel bezit hebben, maar zij moesten leven in een geest van armoede. Zij moesten sober gekleed gaan en simpel in hun huisraad zijn. Zij mochten nooit ongekleed voor de dag komen en geen hanen en honden houden. Buiten hun huisjes moesten zij een zwarte cape en een wit schort dragen. Zij moesten dagelijks zeer vroeg in de kapel de diensten bijwonen en erop toezien, dat ook de anderen hun plaatsen innamen. Feesten in de stad waren niet bevordelijk voor het geestelijk leven van de Begijnen en zij mochten daar niet bij aanwezig zijn. Bij werkzaamheden op het Begijnhof die verricht werden door wereldlijke Amsterdammers moesten de Begijnen voorzichtig zijn en niet eigen met hen worden.
Zij mochten niets van vreemden aannemen. Onder elkaar moest het geven van geschenken beperkt worden tot Sinterklaas en zover het ordentelijk was. De pastoor had ook regelgeving voor het onderhoud van de Begijnhofkerk opgesteld en maandelijks werden bij toerbeurt tien Begijnen hiervoor aangewezen. Omdat zij zoveel werk voor het Begijnhof verrichtten, noemde pastoor Van der Mye de Begijnen Henrica Snel "Een Spiegel van geduld" en Joanna Remberts "Een voorbeeld van naastenliefde" . Opmerkelijk is dat na het opstellen van deze regels in 1673 bijna niemand meer uit eigen beweging naar de buitenwereld terugkeerde. Terwijl in de drie jaren ervoor vijf Begijnen terugkeerden naar de wereld buiten het Begijnhof.
Vanaf 1673 tot het jaar van zijn overlijden in 1700 verliet slechts 1 Begijn het Begijnhof definitief, hetgeen zeer waarschijnlijk ook mede verband hield met het eindelijk na zo'n 75 jaar weer de beschikking hebben van een eigen kapel.
Anna Vechters deed een bijzondere schenking aan het Begijnhof, zij gaf een aantal folianten van haar broer pastoor J. Vechters uit het plaatsje Nes, waardoor pastoor Van der Mye een begin kon maken met een Theologische Bibliotheek.
Buiten het Begijnhof had pastoor Van der Mye eveneens veel invloed op het katholieke leven. Door zijn milde en tactvolle optreden bij diverse kwesties, oogste hij veel waardering en vertrouwen bij de katholieke en Amsterdamse overheid en werd hij rond 1670 aartspriester van Amsterdam. In 1686 was bisschop Neercassel vrij plotseling overleden en ontstond er paniek onder de Hollandse priesters over de opvolging. Volgens niet bewezen geschriften heeft David van der Mye hoog op de lijst gestaan in Rome om bisschop te worden, maar zijn leeftijd van 55 jaar en zijn lijden aan podagra hebben zijn benoeming in de weg gestaan. Bisschop werd toen de jonge priester P. Codde.
Op het einde van zijn leven betrok David in 1698 het huis van Anna de Magistris naast de kerk. Zo werd de kerk met de pastorie verbonden. Op 11 november 1700 stierf aartspriester pastoor Van der Mye in de woning van zijn nichtje Joanna op 't Water en op 21 november 1700 kwam de hr. Coetenburg, geassisteerd door de hr. Groenhout. David van der Mye hield veel aantekeningen bij in zijn "Directoria", waardoor wij nu nog veel weten over het toenmalige leven van vele oude Amsterdamse geslachten.
Er hangt in de Regentenkamer der pastorie een schilderij van hem.

Het schilderij getoond in deze file in leunstoel, is geschilderd door Nicolaes Roosendael op 14 oktober 1665 en rechtsonderaan staat "D. van der Meye 14 Oktobre 1665 pastor/begginagii Amsterdam, dus als een welkomstgeschenk op het Begijnhof voor hem vervaardigd. Dit schilderij is particulier eigendom in Parijs (Bron RKD)
David van der Mye werd opgevolgd door Simon Franciscus Coetenburg.

Op 24 juni 1694 verkopt David van der Meye een huis aan Anna Jans

Avez-vous des renseignements supplémentaires, des corrections ou des questions concernant David van der Mye?
L'auteur de cette publication aimerait avoir de vos nouvelles!

Barre chronologique David van der Mye

Cliquez sur le nom pour plus d'information. Symboles utilisés:  grand-parents    parents    frères/soeurs    enfants