Van 1605-1643 is Helmert Fransz van Overeem en van 1643-ca. 1656 zijn weduwe landbouwer op Rumelaar onder Maarsbergen.
Op 17-12-1665 tekent de kerkenraad van Woudenberg op: Alsoo men hoorde mompelen dat Helmert
Fransz ende Ghisbertghen Helmerts jn haer testament ijet wes voor den Armen gemaeckt hadden, zijn
om sulcks te vernemen gecommitteert de predicant ende Gerrit Hendrick Fransz dewelcke daer van
sullen Rapport doen Jnde naeste Vergaderinge. In de vergadering van 04-02-1666 lezen we: Nopende
den ije Art: hebben de predicant ende den Ouderlingh Gerrit Hendricksz gerapporteert uijt den mont van
Dirck Helmertsz van Gerrit Claesz ende Fransz ende Ghisbert Helmerts v[er]staen te hebben, dat sij der
niet van en wisten noch oijt van gehoort en hadden dat het maer praetjes en waren. (Kerkenraadsnotulen
Woudenberg).
In 1664 stelt Jan Helmertsz zich borg voor Gijsbertje wed Helmert Jansz tbv wed Willem van Cleeff om
te restitueren 200 gl die Gijsbertje van van Cleeff heeft ontvangen. Met handtekening van Jan.
(Dorpsgerecht Amerongen 126; 24-05-1664).
Tussen 1599 en 1656 is de wed. van Helmert Fransen eigenaar en bruiker van de helft van Rumelaar. Later gebruikt Jan Helmerts hiervan de helft, Willem Egbertsen een kwart en Thonis Jansen ook een kwart
Zij is getrouwd met Helmert Fransz van Overeem (Overeemdt).
Zij zijn getrouwd.
Kind(eren):
De getoonde gegevens hebben geen bronnen.