Dinteloord en omliggende gemeenten » Johanna Simons Vissers (1758-1834)

Persoonlijke gegevens Johanna Simons Vissers 

  • Zij is geboren op 17 september 1758 in Dinteloord en Prinsenland, Noord-Brabant, Nederland.
  • Ze werd gedoopt op 21 september 1758 in Dinteloord en Prinsenland, Nederland.
    ??
  • Geloof: Nederlands Hervormd.
  • Zij is overleden op 28 april 1834 in Dinteloord en Prinsenland, Noord-Brabant, Nederland, zij was toen 75 jaar oud.
  • Een kind van Symon Vissers en Elisabeth van Zaerloos
  • Deze gegevens zijn voor het laatst bijgewerkt op 29 oktober 2023.

Gezin van Johanna Simons Vissers

(1) Zij is getrouwd met Isaak Janse Betten.

1. De Staat is geformeerd (door schepenen of anderen, die ervoor tekenden) op 6 juli 1791 en
gesloten (goederen en schulden, ‘bonij, malij en zuivere boedel’ zijn bepaald en de regel van
het testament is daarnaar uitgewerkt zodat het deel van de nalatenschap van Isaac voor
Johanna en dat voor de kinderen vast staat.
2. We lezen dat Isaac wat zijn beroep betreft genoemd wordt: ‘bouman in de Mariapolder’,
waarmee dus de omgeving van hun woonhuis/hoeve bepaald is: een boerderij in de
Mariapolder ten zuiden van Dinteloord.
3. De dood van Isaac wordt hierin op 23 oktober 1790 gesteld, het DTB Dinteloord geeft 29
oktober als ‘zal morgen in de kerk begraven worden’.
4. Het mutueel testament d.d. 2 febr. 1786 wordt genoemd, alsook de drie door Isaac nagelaten
minderjarige kinderen, waarbij ter requisitie, dat is de vaststelling van de feiten, Johanna
Vissers wordt bijgestaan door Messieurs Johannis Vissers en Leendert Vissers (broers van
Johanna, jcb), bouwlieden in de Mariapolder, op 6 juli 1791 als de akte wordt opgemaakt.
5. Haar broers zijn daar bij aanwezig als de door Johanna aangestelde deelvoogden over de
goederen van haar drie minderjarige kinderen. De akte van aanstelling voogden is van 6 juli
1791 (dus dezelfde dag, jcb). Te vinden op inv.nr. 805, deelnr. 0166. De kinderen zijn Maria
(4), Simon (2) en Ysaac van 8 maanden oud.
6. Johanna Vissers heeft de opgave van de goederen gevraagd uit te voeren en Cornelis Provisi,
loco Praetoris Simon Knook en Johannes Voogelaar hebben als schepenen en commisarissen
de taxatie opgemaakt daarin bijgestaan door secretaris Pierre Jaques Lalau als secretaris van
het dorp Dinteloord en de Heerlijkheid Princeland en wel in guldens van twintig stuivers,
‘stuijvers en penningen naar advenant’ (dat is naar verhouding, naar evenredigheid, jcb).
7. Zoals gezegd wordt dan het hele mutuaal testament van 2-2 1786 in de akte overgenomen,
waarin ook de legitieme portie van de kinderen wordt vermeld.
8. Dan blijkt ook het aanstellen van deelvoogden Jan Simonsen Vissers en Joost Janse Betten,
de seclusie (uitsluiting) van de weeskamer en de verwijzing naar het aasdoms of Noord-
Hollands versterfrecht.
9. Vervolgens begint de opgave van de vaste goederen en blijkt ‘in deze boedel zijn geen vaste
goederen gevonden’, hetgeen wil zeggen dat Isaac en Johanna de boederij en landerijen van
hun werkzaamheid in pacht hebben. We zien dus eerst ‘het bezit’ van deze boedel Betten.
10. Ook zijn er geen obligaties. Blijkbaar heeft Dingena Dirke voor het kindsdeel van Isaac (nog)
geen obligatie laten opmaken en heeft Isaac er niet op gestaan dat hij zijn deel kreeg.
130
11. De contante penningen in de boedel zijn zeventig gulden.
12. Het eerste wat dan beschreven wordt heeft als titel ‘Kleederen, gout en zilver van de
overleedene’. Dan worden opgesomd: een zilveren zakhorloge getaxeerd op 30 gulden, een
paar zilveren broeksknopen voor 7 gulden en een paar zilveren schoengespen van 6. Een
Bijbeltje met zilveren sloten komt niet hoger dan 6 gulden. Samen maakt zijn goud en zilver
49 gulden. Een man van weinig opsmuk, zou je zo zeggen (vergeleken met andere ‘Staten’).
13. En dan volgen de kleren. Het staat er als volgt: een zwarte lakense rok, broek en camizool,
getaxeerd op 30 gulden. Een sergie rok, broek en camizool op 12, een sergie overrok met een
lakense broek en camizool voor 10 en een sergie rok met broek en camizool voor 2. Een
linnen kiel en broek, twee hoeden, zeven paar kousen en een paar wanten, twee paar
schoenen, zes hemden voor 15 gulden, drie hemdrokken, twee onderbroeken en drie
rouwlampschj (wat dat ook maar zijn kan) en dan hebben we de hele garderobe van Isaac
Betten gehad, welke wordt geschat op 81 gulden alles bij elkaar. Tenminste wat de opgave
betreft. Als we hierna de opgave van Johanna’s klederen en goud opsommen, valt het
geringe van Isaacs kleren op. Mogelijk heeft Johanna een half jaar na Isaacs dood echter al
wel van zijn kleren aan anderen ‘overgedaan’.
14. Johanna heeft: een paar gouden krullen en zilveren ijzers, drie snoeren bloedkoralen met een
gouden slot, een ketting met zwarte koralen en een gouden slot, een zilveren beugeltas, een
mes met een zilveren heft en een schaar met zilveren ogen en idem ketting, een zilveren
snuifdoosje en ‘eau de la Reine’ doosje, een zilveren naaldenkoker, punthaak en vingerhoed,
een zilveren lepel en een boek met zilveren sloten alsook een paar zilveren gespen. Die hele
zilver-en goudkraam wordt geschat op 86 gulden en 10 stuivers.
15. Dan volgt de garderobe van Johanna. Dan gaat het om 17 mantels, 21 rokken, een keurslijf
met een korset van 13 gulden, drie hemdrokken, een zestal voorschoten, zes rode
oostindische voorschoten, acht Friese voorschoten en vier daagse, drie paar witte mofjes,
vier paar zwarte mofjes, enige kanten mofjes, twee strooien hoeden en negenentwintig
hemden, vijf paar kousen en vier paar sokken, een paar schoenen en drie paar muilen, zes
Frek mutsen, acht rouwmutsen, nog eens acht mutsen en idem ondermutsen met zes
strijkbanden, veertien neteldoekse halsdoeken, twee fijtels en vier zakdoeken, drie neersels
en vijf paar mouwen, drie zwarte zijden doeken, zeven zakken en veertien zakdoeken, zeven
halsdoeken, twee paar mouwen, vijf beuken, en nog enig ‘vrouwegoed’. Deze garderobe
wordt geschat op driehonderdachtentachtig gulden. Dan nog de kleren aan het lijf: een muts
en ondermuts, twee haldoeken, een beuk, een mantel, een sloof, een hemdzak, een hemd,
een set rokken, een paar kousen en idem schoenen. ‘Aan het lijf’ werd geschat op 27 gulden,
dat maakt de garderobe van vrouw Johanna Bette geschat op 415 gulden.
16. Het goud en zilver en de kleren van de drie minderjarige kinderen, zogezegd het lijfssieraad
en lichaamsgebruik ervan, die worden als memoriepost, dus onbepaald opgenomen.
Opmerkelijk is wel dat het hier genoemd wordt, gelet op de jonge leeftijd van de kinderen.
Mogelijk een voorbeeld van wat wij nu noemen: ‘standaardprocedure’.
17. Dan volgt een opsomming van de meubelen en de goederen. Om de windsels en de ‘luuren’
(luiers) en getelde speldekussens hier nu maar niet allemaal te gaan opschrijven, beperk ik
mij tot bijzonderheden en maak een totaalsom van dit onderdeel. Het valt op dat er nogal
wat (kinder)dekens worden geteld. Het moet ’s winters ook gruwelijk koud geweest zijn op
de slaapkamers van zo’n boerderij in de polder. De zaken die verband houden met het
slapen, dus bedden en beddengoed blijken een behoorlijke waarde te vertegenwoordigen.
Vooral de bedden waren blijkbaar veel geld waard. Het gaat verder over negen tafellakens,
achttien servetten ‘in soort’, ruim achtenveertig el linnen, wat te denken bij tien pond garen,
veel vlas en een zemen lap. Alles bij elkaar voor 220 gulden bed- en andere goederen.
18. Dan gaan we naar de grote keuken. Daar staat een eiken kabinet van zesendertig gulden en
daar hangt een Friese klok van achtentwintig gulden. Verder een spiegel, verlakte blaadjes,
bennetjes, porseleinwerk, theepot, melkkan, suikerpot, zeventien kommen, zestien schotels
131
en borden in soort. En dan opeens vinden we in de keuken een set rijpistolen12 en een
beddenpan.13 19. Een metalen vijzel kom je in alle boerenhuishoudens wel tegen, zo ook hier. Twee strijkijzers
met hun rooster, dat begrijpen we wel, maar wat zijn nu drie mutsen koppen en wat stellen
we ons voor bij een ijzerrek met omtrent honderdvijftig ijzers… Vijf stoven laten zien dat ze
het in de kerk niet koud wilden hebben. Schouwkleden, bedgordijnen, je kunt je er iets bij
voorstellen. Maar bedenk eens dat een bed, een bedpeluw, twee kussens, twee dekens en
twee lakens het in die tijd kapitale bedrag van vierentachtig guldens kostten!
20. In het op(per)kamertje staat weer een eiken kabinetje, met behalve de veelvoorkomende
theebusjes ook acht pond kaarsen. Er hangt een spiegel en er staan in het kabinetje veertien
niet nader benoemde boeken. Verder een mosterdbak en een tabakstonnetje. Een koperen
suuster met een broederpan. Een tobbetje wordt er gevonden alsook een kapstok, verder
gordijnen en rabbatjes.
21. In de zogenoemde afhang (een afdak of een aanbouwsel) hangt een rek met porseleinen
kopjes, letterlijk drie en een half dozijn porselein ‘teegoed’ en of het dan nog niet genoeg is
volgt er nog zo’n set met drie dozijn porseleinen kopjes, theepot, melkkan en suikerpot en
nog een set van twee en een half dozijn bruin theegoed. Trekpot, melkkan, mosterdpotje en
suikerpot, uiteraard blikken doosjes bij de vleet, met en zonder suiker, flessen, wijn- en
bierglazen, een tinnen bierkan, een set tafelmessen met vorken, een kastje, ‘bennetjes’,
tafelringen en weer zes porseleinen kommetjes, bedgordijnen en een zogenoemde val, twee
paar gordijnen voor de glazen (ramen) en een schouwkleed. En er staat een bed, opgemaakt
met peluw, twee kussens, twee lakens en twee dekens voor nota bene tweeënzeventig
gulden. Verder een kinderbedje met toebehoren, een spiegel, een rek met zes schotels en
tien borden, twaalf schotels, acht kommetjes, een suikerkommetje en… twee ‘quispedooren’
(spuugbakken voor pruimtabak). Een plaat, een haardijzer en een vuurlepel. Een theestoof
met een schenkketel en een ‘leij’. Uiteraard weer een tafeltje met schoteltjes en… een
wiegstoel!
22. Dan op weg naar de kelder. Daar vinden we een wastobbe met een stoel, twee roomtonnen
met wat room erin, vijf flessen en een pot, vier tonnetjes en twee potten met vet. Eenzeeptonnetje met een zouthamer.14 In de kelder vinden we verder vier kruiken. De staat is
hartje zomer opgemaakt, maar reken erop dat je in de winter blij was met zo’n
warmwaterkruik. Een koolschaar en vanzelfsprekend weer potten en pannen. Twee
botervloten met de boterstoel.15 De hoeveelheid boter wordt getaxeerd op acht gulden en
omdat het daartoe gewogen moet worden staat er een balans met schalen en gewichten.
Hé, daar vinden we een stroopton, een olieton en een bankje om daar eens rustig wat van te
proeven. De serie schotels, borden, potjes, pannetjes, kannetjes en tonnetjes zet zich ook
hier weer voort. Behalve een kannetje azijn vinden we hier ook stellingen met bier voor
zevenentwintig gulden, twee bakken met brood. En dan gaan we verder naar de… keet.23. In de keet hangen twee rekken met vierentwintig tinnen lepels. Zestien kommetjes en een
vistijl (?) met zeven borden. Zeven schotels voor de schouw. Een provisiekast met een
koffieketel en twee bosjes (van wat dan ook maar.). Een rekje met glijegoed,
theeschoteltjes en –glaasjes. Een koperen rasp met een suikerschaar16 met weer eens tien
blikken doosjes, twee tafels, dertien stoelen, een haardplaat, haardijzers, een asschop, een
vuurtang, blaaspijp en de bijbehorende ketting voor de koperen ketel. Daarbij twee
schutsels… en een kakstoel, een wieg en een bed met toebehoren. Twee bedgordijnen, een
rabat en een schoorsteenkleed. Opnieuw een bed, peluw, twee kussens, twee dekens en
twee lakens; dit beddenspul voor 60 gulden. Daarbij elf vorken, een mes en een bennetje.
24. In de karnmolen staat een karn17 met toebehoren, een rek met houten lepels, een roerijzermet een broodschop en de bekende ‘enige potten en pannen’. Een ijzeren pot met een
koperen ketel, een koperen koffieketeltje en een koperen schuimspaan en een sauspan.
Verder een lamp en schrepel,18 een hangijzer, een sok en een luiwagen.19 Verder vinden we
er twee melktonnen, twee schoppen en een boterbak, aardewerk en glijewerk, drie emmers,
een teemes (theemuts), drie handvegers en een blik en een koperen fornuis. Je kunt in de
opsomming zien dat de taxatie heel eenvoudig gedaan werd door opsomming van wat men
zag. De handvegers vertegenwoordigden een waarde van vijf stuivers en het fornuis tien
gulden. Wat men zag, dat schreef men op. En het was gewoon tussen de werkzaamheden
door, want men constateerde: twee koperen kannen met melk en een koperen trechter (het
dagelijkse proces was in volle gang). Een melkstoel stond er, een gieter en twee zevenDan blijkt dat in de karnmolen ook de opslag van het vlees was, want men schrijft:
vierhonderdtien pond spek á vijf stuivers het pond (ruim 102 gulden) en vijftig pond gerookt
vlees (7 gulden). Acht zakken tarwe vertegenwoordigden de waarde van 52 gulden. Negen
zakken bonen kostten 22 gulden en een zak haver 1 gulden en een stuiver.
25. Dan vervolgen we onze tocht door de boerderij en komen we in het portaal om vandaar
omhoog te gaan naar de zolder. In het portaal zien we twaalf kussens (even weggelegd?) in
een baktrog en de opnemers constateren een hoopje (schuur)zand dat ze op een gulden
schatten.
26. We stommelen omhoog en komen terecht op de zolder van de afhang. Hier blijkt dat het om
een nogal grote aanbouw gaat, waarboven blijkbaar een flinke kamer is te vinden, met twee
grote bedden en alle toebehoren aan lakens en dekens en peluwen, zoals steeds geschat op
ongeveer 40 gulden per stuk, deze twee op 75 gulden. Dit alles, samen met de bedgordijntjeswekken de indruk dat het hier om een knechten- of meidenkamer gaat. In de hoek staan een
dozijn rijshouten bezems en een ragebol (raagshoofd). Via een steile trap gaat het dan nog
hogerop en komen we…
27. op de bovenzolder van de afhang, waar de uitrusting voor het paardrijden direct opvalt: een
rijzadel met een toom en holsterkappen. Een wonderlijke verzameling rommelarij volgt: enig
touw, twee koppelriemen, een speenband (wat het ook maar zijn mag), twee ‘hoosen’
(waarschijnljk hoge kousen zonder voeten) en een snijvel20, een oude snaphaan, een
stapeltje van dertig korenzakken en een zaaikleed21. Even verderop liggen een (koren)maat,
vier korenschoppen en een zolderveger (soort zachte bezem). In de hoek twee tarwezeven
en een gerstzeef. Daarnaast staat een vlees(hak)blok en er ligt een klerenrek. Twee
vleeskuipen en een onbestemd kistje, vier kleerstokken en een ‘viermand’.22 Er staat daar
tegen de wand nog wat gereedschap: een pik (met een haak)23 en een herp.24 We zien een
balans met schalen en gewicht (10 gulden), een kist met meel en een zeef, daarnaast nog
een kist en een zaadzeil met toebehoren (50 gulden), timmermansgereedschap, geschat op
30 gulden en een tweetal visfuiken. In al deze gereedschappen en boerderij-hulpmiddelen
komt de bezigheid van Isaac en Johanna wel tot uitdrukking.
28. We stommelen achter elkaar de twee trappen weer naar beneden en begeven ons in het
gevolg van Johanna en de beide opnemers, haar broers Johannis en Leendert Vissers naar de
grote boerenschuur. Daar vinden we een deel van de beestenboel en het grote landbouwgereedschap.
Een zwarte merrie van vier jaar oud wordt op 120 gulden geschat. Een vosje25
(ruin)26 op 130, een zwarte ruin van 10 jaar op 140, en de zwarte van negen jaar die ernaast
staat ook op 140. Een zwarte gekolde merrie27 van veertien jaar oud wordt geschat op 90
gulden, een zwart blesje van 10 jaar op 150 en een van negen eveneens op 150 gulden. Daarstaan dus 7 paarden voor een totaal van 880 gulden. De voorliefde voor Friese (zwarte)
paarden heeft Isaac zo te zien van zijn vader Johannis Betten overgenomen.
29. Na de paarden komen in de opname van deze staat en inventaris de … beesten. Aan de dijk
(waaraan de grond en boerderij van Isaac en Johanna ligt) staat ‘een zwarte ruggeling
koeij’28, twee zwarte bonte koeien, een rode ruggeling koe en zo gaat het nog even door, tot
we aan de dijk bij de boerderij 10 koeien tellen voor een geschatte gezamenlijke waarde van
573 gulden. Op een ander niet met name genoemd stuk weiland (‘elders’) grazen vijf
tweejarige ossen en een aantal ‘vaarsen’, samen 150 gulden. Daarbij lopen zeven
melkkalveren (56 gulden). Op het erf van de boerderij zijn er verder drie varkens, waarvan er
twee ‘overlopers’ genoemd worden (60 gulden) en 50 hoenders (15 gulden).30. En zo scharrelen we door naar de schuur met het landbouwgereedschap. Wat daar al niet
staat en ligt! Vier wagens, waarvan er een ‘speelwagen’ wordt genoemd, die evenveel moet
opbrengen als de andere rijwagens. Die was voor ‘het uit rijden gaan’, draverij en plezier
bedoeld. Ze staan samen geboekt voor 135 gulden. Hier valt te denken aan kleinere en
grotere boerenwagens, waarvoor een of meerdere paarden gespannen werdenVerderop staan twee aardkarren30 met het daarbij behorende molbord31, de stouwbrug32
met enige rommelarij. Verder zien de opnemers ‘enig tilhout op de stallen’. En daar ligt een
rolblok33, daar staat een kalkkist34, er is een windmolen35, een wan36 met twee kiemmandenDan zetten wij met de opnemers onze tocht in en om de boerderij van Isaac Betten en
Johanna Vissers voort en komen…
31. op de werf. In algemene zin is een boerenwerf de plaats waarop het boerenhuis, de schuren
en de hooiberg staan (de hooibergen vaak wat meer achteraf, in verband met brandgevaarlijke
situaties). Men noemt het ook wel het boerenerf. Een boerenwerf/erf is de hele
plaats direct om de boerderij of de open plek tussen boerderij en schuren, waaraan ook de
stallen en kippenhokken gelegen zijn. Men droogde er onder meer het melkgereedschap en
zat er genoeglijk op een bankje in de zon te keuvelen. Immers, op het boerenerf vond een
deel van het sociale leven van een boerengemeenschap plaats. Daar vinden we ook de
grotere boerenwerktuigen (vaak onder een groot afdak).
Hier eveneens, want we lezen over drie sleden met drie zwingen37, twee driezwingen met
twee hondsknippels, drie zesbalkse eggen, drie vijfbalkse eggen38 en vier ploegen39. Kijk, hier
zien we opeens de grootte van het boerenbedrijf van Isaac oplichten. Zo’n groot aantal
eggen en ploegen wijst op een boerderij met meerdere knechten en veel land om te
bewerken. Dat Isaac veel land te bewerken had, zal uit het verdere van deze staat en
inventaris blijken.Van de werf lopen we een schuur binnen en zien daar ook weer van alles en nog wat.
Rommelarij, maar ook een paar horren en drie ‘leeren’, dat zijn ladders die tegen de muur
staan. Verderop een baggerbeugel40 en een partijtje brandhout met daarbij een heel aantal
houten palen die wel voor 40 gulden worden geschat. Ook zien we daar een gareelhuis, met
daarin de touwen voor de paarden, als ze voor een ploeg of rijtuig gespannen worden.
32. Dan komen we in het wagenhuis. Daar ligt een hoopje turf, maar ook de rijkap die gebruikt
werd om de mooiste boerenwagen te kunnen rijden bij minder fraai weer. Er staat ook een
kinderwagentje en daarbij vijf hooivorken, een kruiwagen en een teerton waar nog wat teer
in zit. Twee spaden en een schop, twee zeisen; drie schroefhaken, twee grondzeisen en een
hooirijf. Negen garelen met tuigen erbij en een lamp voor op de wagen. Een slijpsteen, een
waterbak en een kalverbak.
Dan hebben we alles in en om de boerderij wel zo’n beetje opgenomen en gaan we naar de weiden
van Isaac die in de Annapolder liggen. Want ook daar heeft hij beesten lopen en die moeten ook op
de Inventaris. Ja, het is behoorlijk doorakkeren op zo’n opnamedag…
33. Daar in de Annapolder lopen twee tweejarige blesse merries van Isaac, van samen 180
gulden, verder een eenjarige zwarte merrie van 60, een eenjarig vosje ruin idem, zes
hokkelingen (eenjarige koeien) getaxeerd op 120 gulden het set, drie veulens voor samen
120 gulden en een grijze vette koe die voor 60 wordt getaxeerd alsook een zwarte voor
hetzelfde bedrag.
Omdat we nu toch in de Annapolder zijn, nemen we daar eerst de vruchten van het veld op.
34. Den blok op de kaart getekend met de letter A groot vier gemeeten bezaaijd met rogge,
getaxeert per gemet op dartig guldens bedraagt 120 guldens.
Het blok met de letter B groot 4 gemeten 35 roeden bezaaid met zaad, getax. 308. 15
Het blok met de letter C, 3 gemet 9 roeden bezaaid met gerst, getax. 181. 16
Het blok met de letter D, 1 gemet 193 roeden, met duivenbonen41 en wik 59. 3.3
Het blok met de letter E, 90 roeden weiland, getaxeerd gebruik 2. 8
Het blok met de letter F, 1 gemet 41 roeden weiland, idem (afgerond jcb) 9. 1
Het blok met de letter G, 2 gemet 285 roeden weiland 23. 12
Het blok met de letter H, 3 gemet 41 roeden weiland 25. 1
Het blok met de letter J, 1 gemet 290 roeden ‘zijnde braak’ 49. 3
Het blok met de letter K, 275 roeden ‘zijnde braak’ 22.18Het blok met de letter L, 2 gemet 1 roeden bezaaid met tarwe 120. 4
Het blok met de letter M, 5 gemet 13 roeden bezaaid met gerst 302. 12
Het blok met de letter N, 3 gemet 193 roeden bezaaid met tarwe 145. 14
Het blok met de letter O, 2 gemet 18 roeden weiland 16. 9
Het blok met de letter P, 3 gemeten 100 roeden weiland 26.13
Het blok met de letter Q, 4 gemet 296 roeden ‘zijnde jonge mee (meekrap),
en is verhuurd aan Willem Burgers 259. 6
Nu we alles in de Annapolder hebben genoteerd en getaxeerd, gaat de weg weer naar de hoeve in de
Mariapolder, om dáár de vruchten van het veld op te nemen:
Het blok met de letter A, 2 gemeten 286 roeden weide, 23.11
Het blok met de letter B, 6 gemet 145 roeden bezaaid met tarwe 324. 3
Het blok met de letter C, 6 gemet 114 roeden bezaaid met tarwe 255. 4
Het blok met de letter D, 6 gemet 241 roeden bezaaid met tarwe 272. 2
Het blok met de letter E, 6 gemet 273 roeden weide 55. 5
Het blok met de letter F, 7 gemet 7 roeden bezaaid met bonen 252.16
Het blok met de letter G, 5 gemet 296 roeden bezaaid met vlas 269. 8
Het blok met de letter H, 6 gemet 278 roeden,
waarin is een gemet 278 roeden weide en een gemet 35 roeden rogge, samen 30.
in datzelfde blok nog 166 roeden klaver getaxeerd op 10.
en het overige in hetzelfde blok 3 gemet 99 roeden tarwe 166.10
Het blok met de letter J, 8 gemeten 252 roeden
waarin is 4 gemet 120 roeden zaad 352.
en in hetzelfde blok 4 gemet 132 roeden braak 111.
Eindelijk het blok met de letter K, 7 gemet 49 roeden bezaaid met bonen 257.17
Verder lezen we over ‘Den Elting van den dijk’ voor het resterende van het seizoen 22.
De vruchten ‘in den hoff en boomgaard’ 10.
‘Het way en grip hooij’ 60.
De hekken, heiningen en tuinen aan de voornoemde stukken land 50.
Het ‘bonij’42 (opbrengsten) van deze boedel bedraagt dan een somma van 9205. 8. 12
Dan moeten Johanna en haar twee broers de schulden van de boedel Betten-Vissers onder ogen
zien te krijgen.
Aan rentmeester Creijghton (of J.D.C. van Marle, dan wel Willem Klercq, zijn opvolgers voor
1790,1791)43 moet betaald worden voor de pacht van de hoeve in de Mariapolder en daarbij de landen in de Annapolder over het jaar 1790 1397.19. 8
De pacht van de dijk over 1790 aan de rentmeester te betalen 48. 6
De pacht voor hoeve en landen over 1791 aan de rentmeester 1331. 8
De pacht van de dijk over 1791 aan de rentmeester 46.
De helft van de reparatiekosten (van weg en dijk en hoeve? jcb), voor zover die
nu bekend is en voor zover die ten laste van de gebruikers komen voor 1790 90.
Dan volgen de (geschatte) reparatiekosten voor 1791 128.10
Verder is er een afspraak (bestand) van tienden met Leendert Vissers
‘in compagnie’ gepacht voor de som van 145.
Verder is de boedel nog schuldig aan diverse ambachtslieden 142.
Dan moet het geld (de huur) aan de dienstboden (!) nog betaald worden
alsook aan de vaste knecht en de koeienwachter samen voor 59.
Tussen de regels wordt nog geschreven ‘den meijd’ 12.
Het weiden van beesten was uitbesteed bij Simon Breure,
zowel hier (Mariapolder) als op het Hoogezand tot de datum van deze opmaak 18.
De zogenoemde doodschulden (kosten van de begrafenis) van Isaac Janse Betten zijn uit de
algemene boedel betaald en moeten dus nu voor de helft als schuld voor de boedel worden
opgevoerd (voor de helft van de nalatenschap afgetrokken), maar Johanna wil voor zich geen
restitutie daarvoor en schenkt haar deel aan haar kinderen, daarom is het als ‘Pro Memorie’
genoteerd.
Johanna zal verder ‘de jura’ = de iure = volgens het recht) uit haar eigen beurs betalen wat
verschuldigd is aan de heren baljuw, schepenen, secretaris en gemeentebode vanwege hulp bij het
inventariseren, schrijflonen voor deze inventaris en wat er meer bij kwam kijken, verschotten44 van
zegels etc. waardoor deze post hier voor Pro Memorie wordt genoteerd.
De schulden (‘mali’) van deze boedel Betten-Vissers bedragen derhalve een somma van
3418. 3. 8
Wanneer we dan de boni en de mali verrekenen, heeft deze boedel een
‘meerder bonij’ (zuivere opbrengst) van 9205.8.12-3418.3.8= (penn. afgerond) 5787. 5. 4
Vanwege de eerder genoemde gemeenschap van goederen, vastgelegd in een testament, betekent
dit dat de helft van dit bedrag ten goede komt aan de weduwe Johanna Vissers 2893.12.10
In de weder(=andere) helft die door haar overleden man is nagelaten, is volgens het testament een
twee-derde deel eveneens voor de weduwe Johanna Vissers, wat neerkomt op 1929. 1.12
De drie minderjarige kinderen Maria, Simon en Ysaac Bette (!) komen in aanmerking voor het
resterende een-derde gedeelte, de legitieme portie van de vaderlijke nalatenschap, hetgeen
neerkomt op een bedrag van 964.10.14
De nalatenschap van Isaac Janse Betten wordt dus vastgesteld op 2893.12.10
Voor de heren Baljuw en Schepenen van het dorp Dinteloord en de heerlijkheid Prinsenland
verschijnen hiermee Johanna Vissers, wonende in de Mariapolder binnen deze heerlijkheid, die
verklaart de inhoud van deze inventaris eerlijk te hebben opgegeven zonder iets met voorbedachtenrade te hebben verzwegen of achtergehouden en zij is bereid dit desgevraagd met een boedel-eed45
te bevestigen. Verder geeft Johanna aan dat, indien later toch nog iets ten voordele of nadele van de
boedel naar voren zou komen, zij dit getrouwelijk zal op- en aangeven.
Daarna spreekt Johanna als moeder en voogdes van haar kinderen, samen met haar broers Johannis
en Leendert Vissers als deel- of medevoogden over haar drie met name genoemde minderjarige
kinderen uit, dat zij met deze inventaris volkomen genoegen nemen. Alles wordt getekend op 1
oktober 1791 ten overstaan van de heren C. Provisi, loco praetoris46, Johannis Vogelaar en Simon
Knook, schepenen met mij, Willem Klercq, secretaris ad interim47, zoals we hieronder zien.Direct hierop volgt dan een akte van uitkoop waarin opnieuw Johanna als voogdes en Johannis en
Leendert als deelvoogden over de drie minderjarige kinderen Maria, Simon en Ysaac Bette het
volgende vaststellen en besluiten:
1. Dat Johanna ‘zal houden in eigendom en blijven in het volle bezit’ van alle in de hiervoor
genoemde Staat, Inventaris en Taxatie gemelde goederen alsook de daarbij geldende
‘credieten’ om daar mee te doen en te handelen als met vrij en eigen goed. En daarbij
verklaren de deelvoogden daarvan te ‘renuntieeren’ (hetgeen zoveel wil zeggen als afstand
doen of afzien van).
2. Verder verklaart Johanna dat zij tot haar last (als haar verantwoordelijkheid) opneemt al de
schulden van de boedel zoals deze op de Inventaris genoemd zijn.
3. Daarbij verklaart Johanna dat zij het op zich neemt haar drie eerder genoemde kinderen te
zullen alimenteren48 ‘en groot brengen tot hunne mondigen dagen, een eerder huwelijk of
andere als zulks erkende staten, zonder daarvoor iets ten laste van deze wezen te zullen
brengen.’
4. Verder belooft Johanna om aan haar eerder gemelde drie kinderen bij de hiervoor genoemde
situaties (volwassenheid, eerder huwelijk of enige andere levensomstandigheid die als
zodanig erkend wordt), elk pro parte (ws. van Lat. pro rata parte, in evenredigheid) te samen
te zullen uitkeren het bedrag van 964 gulden 10 stuivers en 14 penningen, zoals dat in deInventaris is berekend als het volle bedrag van de legitieme portie voor de drie kinderen
samen met betrekking tot het vaderlijke erfdeel in de nalatenschap.
En omdat Isaac en Johanna er in het testament voor hebben gekozen om bij overlijden aan
de langstlevende in de weg van het ‘aasdoms- of Hollands versterfrecht’ de nalatenschap te
verdelen, verklaart Johanna nu dat in het geval van overlijden van een of meer van haar
kinderen, dat zij van het voordeel hetwelk zij daardoor zou krijgen (in verband met het
kindsdeel van dat overleden kind, dat dan nog niet is uitgekeerd jcb), dat zij daarvan zou
afzien (‘renuntieren’) ten behoeve van haar dan overblijvende kinderen die zij met Isaac
heeft gehad, tot de laatste toe… Daarna volgt nog een andere als-dan situatie, beschreven in
juridische termen.
5. Vervolgens wordt tot zekerheid van de negenhonderdvierenzestig gulden, tien stuivers en
veertien penningen die als gezamenlijk kindsdeel worden aangemerkt ‘wettelijk verbonden’
al hetgeen zij heeft of verkrijgt.
6. De deelvoogden verklaren om de eerdergenoemde wezen Maria, Simon en Ysaac Betten
volgens de voorgeschreven condities aan hun moeder voor de opvoeding ‘te laten’.
7. Alle onkosten met betrekking tot het gereedmaken van de hiervoor genoemde Staat en
Inventaris, maar ook van deze akte van uitkoop, de akte van deelvoogdijschap, zegels,
kopieakten en dergelijke zullen door Johanna uit haar ‘privee-beurs en voor hare privee
rekening’ worden voldaan.
Dan verklaren de comparanten aan beide zijden, (Johanna Vissers en haar beide broers Johannis
en Leendert) dat zij het vorenstaande beschouwen als het contract van uitkoop en dat zij zich
aan de inhoud ervan zullen houden en die uitvoeren ‘onder verband van hunne personen en
goederen als naar regten’.
Met welk contract van uitkoop de heren baljuw, schepenen en commissarissen in hun kwaliteit
als oppervoogden van alle minderjarige wezen en wel als ‘weesmeesteren van deze jurisdictie’
verklaren met deze akten genoegen te nemen en hiermee aan de inhoud van ‘het 53ste artikel
van het Egt Reglement’ en daarbij aan haar Hoogmogenden Nadere Waarschuwing d.d. april
1708 voldaan te zijn. Zo is het gedaan en gepasseerd in Dinteloord op de datum als die hierboven
staat ten overstaan van de heren Cornelis Provisi loco praetoris, Johannis Voogelaar en Simon
Knook, schepenen ‘met mij Willem Klercq secretaris ad interim. bron hans Bette

Zij zijn op 18 november 1785 te Fijnaart en Heijningen, Noord-Brabant, Nederland in ondertrouw gegaan.

Zij zijn getrouwd op 4 december 1785 te Dinteloord en Prinsenland, Noord-Brabant, Nederland, zij was toen 27 jaar oud.


Kind(eren):

  1. Maria Betten  1786-1840 
  2. Simon Betten  1788-1835 
  3. Yzak Betten  1790-1819


(2) Zij is getrouwd met Johannis Hendrikse Veermans.

Voor doop zie NH Dopen Zevenbergen 1661-1775.
Hij woont onder de Klundert. Is jonge man bij zijn huwelijk met Johanna. Zij is de weduwe van IJzak Betten en woont in Princeland. De ondertrouw is op 22-10-1791. Zie DTB 6 Dinteloord en NH Trouwboek Dinteloord 1728-1817.

Zij zijn op 22 oktober 1791 in ondertrouw gegaan.

Zij zijn getrouwd op 13 november 1791 te Dinteloord en Prinsenland, Noord-Brabant, Nederland, zij was toen 33 jaar oud.


Kind(eren):

  1. Isaak Veermans  1791-????


Notities over Johanna Simons Vissers

Nadat haar tweede man Johannes Veermans op 1 december 1807 op 45-jarige leeftijd
overleden is, zien we bouweresse Johanna Vissers, de moeder van Maria en Simon 8 maart
1808 handelend optreden: Meeuwis Burgers verkoopt aan Johanna Vissers 7 gemeten en
150 roeden zaai- en weiland in de Oudelandse polder Dan volgt een overzichtslijst van akten gedurende april, mei en juni 1808. Namen van de
overdragers of overledenen, namen van de verkrijgers of successeurs (verkrijgers door
erfoverdracht). We zien daarin het aandeel van haar overleden man Johannes Veermans in
de meestoof nu overgaan op Johanna Vissers!

Heeft u aanvullingen, correcties of vragen met betrekking tot Johanna Simons Vissers?
De auteur van deze publicatie hoort het graag van u!


Tijdbalk Johanna Simons Vissers

  Deze functionaliteit is alleen beschikbaar voor browsers met Javascript ondersteuning.
Klik op de namen voor meer informatie. Gebruikte symbolen: grootouders grootouders   ouders ouders   broers-zussen broers/zussen   kinderen kinderen

Voorouders (en nakomelingen) van Johanna Simons Vissers

Symon Vissers
1716-1798

Johanna Simons Vissers
1758-1834

(1) 1785
Maria Betten
1786-1840
Simon Betten
1788-1835
Yzak Betten
1790-1819
(2) 1791

Via Snelzoeken kunt u zoeken op naam, voornaam gevolgd door een achternaam. U typt enkele letters in (minimaal 3) en direct verschijnt er een lijst met persoonsnamen binnen deze publicatie. Hoe meer letters u intypt hoe specifieker de resultaten. Klik op een persoonsnaam om naar de pagina van die persoon te gaan.

  • Of u kleine letters of hoofdletters intypt maak niet uit.
  • Wanneer u niet zeker bent over de voornaam of exacte schrijfwijze dan kunt u een sterretje (*) gebruiken. Voorbeeld: "*ornelis de b*r" vindt zowel "cornelis de boer" als "kornelis de buur".
  • Het is niet mogelijk om tekens anders dan het alfabet in te voeren (dus ook geen diacritische tekens als ö en é).

De getoonde gegevens hebben geen bronnen.

Historische gebeurtenissen

  • De temperatuur op 13 november 1791 lag rond de 3,0 °C. De wind kwam overheersend uit het zuid ten westen. Typering van het weer: zeer betrokken. Bron: KNMI
  • Erfstadhouder Prins Willem V (Willem Batavus) (Huis van Oranje-Nassau) was van 1751 tot 1795 vorst van Nederland (ook wel Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden genoemd)
  • In het jaar 1791: Bron: Wikipedia
    • 4 maart » Vermont wordt toegelaten als 14e staat in de VS. Het is de eerste staat na de 13 'oorspronkelijke' staten die bij de VS wordt toegevoegd.
    • 30 maart » Eerste definitie van de meter (in Parijs) als 1/10.000.000e deel van de afstand tussen de noordpool en de evenaar.
    • 3 mei » De eerste geschreven grondwet van Europa treedt in werking in Polen. (Poolse Grondwet van 3 mei 1791)
    • 22 augustus » Slaven komen in opstand op het eiland Hispaniola, waarmee het proces gestart wordt van de latere oprichting van Haïti en de Dominicaanse Republiek.
    • 30 september » Première van de opera Die Zauberflöte van Wolfgang Amadeus Mozart in Wenen.
    • 4 december » Eerste nummer van The Observer, de eerste zondagskrant ter wereld.
  • De temperatuur op 28 april 1834 lag rond de 17,0 °C. De wind kwam overheersend uit het zuid-westen. Typering van het weer: half bewolkt bui winderig. Bron: KNMI
  • De Republiek der Verenigde Nederlanden werd in 1794-1795 door de Fransen veroverd onder leiding van bevelhebber Charles Pichegru (geholpen door de Nederlander Herman Willem Daendels); de verovering werd vergemakkelijkt door het dichtvriezen van de Waterlinie; Willem V moest op 18 januari 1795 uitwijken naar Engeland (en van daaruit in 1801 naar Duitsland); de patriotten namen de macht over van de aristocratische regenten en proclameerden de Bataafsche Republiek; op 16 mei 1795 werd het Haags Verdrag gesloten, waarmee ons land een vazalstaat werd van Frankrijk; in 3.1796 kwam er een Nationale Vergadering; in 1798 pleegde Daendels een staatsgreep, die de unitarissen aan de macht bracht; er kwam een nieuwe grondwet, die een Vertegenwoordigend Lichaam (met een Eerste en Tweede Kamer) instelde en als regering een Directoire; in 1799 sloeg Daendels bij Castricum een Brits-Russische invasie af; in 1801 kwam er een nieuwe grondwet; bij de Vrede van Amiens (1802) kreeg ons land van Engeland zijn koloniën terug (behalve Ceylon); na de grondwetswijziging van 1805 kwam er een raadpensionaris als eenhoofdig gezag, namelijk Rutger Jan Schimmelpenninck (van 31 oktober 1761 tot 25 maart 1825).
  • In het jaar 1834: Bron: Wikipedia
    • Nederland had zo'n 2,9 miljoen inwoners.
    • 1 januari » De Duitse Zollverein treedt in werking. Deze economische vereniging is de eerste aanzet tot de Duitse eenheid.
    • 27 mei » Heroprichting van het Bisdom Brugge in België, dat eerder bestond van 1559-1801.
    • 14 juni » Isaac Fischer, Jr. verkrijgt vier patenten voor schuurpapier.
    • 14 oktober » Onder leiding van Hendrik de Cock scheiden de Gereformeerden zich af van de Hervormde Kerk.
    • 27 november » Uitvinding van de elektromotor, door Thomas Davenport.
    • 3 december » Oprichting van het Bisdom Ceylon.


Dezelfde geboorte/sterftedag

Bron: Wikipedia

Bron: Wikipedia


Over de familienaam Vissers

  • Bekijk de informatie die Genealogie Online heeft over de familienaam Vissers.
  • Bekijk de informatie die Open Archieven heeft over Vissers.
  • Bekijk in het Wie (onder)zoekt wie? register wie de familienaam Vissers (onder)zoekt.

Wilt u bij het overnemen van gegevens uit deze stamboom alstublieft een verwijzing naar de herkomst opnemen:
Hans Prince, "Dinteloord en omliggende gemeenten", database, Genealogie Online (https://www.genealogieonline.nl/dinteloord-en-omliggende-gemeenten/I29536.php : benaderd 30 april 2024), "Johanna Simons Vissers (1758-1834)".