Dinteloord en omliggende gemeenten » Adriaen Adriaense Huijser (1652-± 1700)

Persoonlijke gegevens Adriaen Adriaense Huijser 


Gezin van Adriaen Adriaense Huijser

Hij is getrouwd met Maria Arnoutse Boenders.

Zij zijn getrouwd in het jaar 1680, hij was toen 27 jaar oud.


Kind(eren):

  1. Arnaut Huijser  1683-???? 
  2. Anna Maria Huijsers  1695-1764 
  3. Pieter Huijsers  1690-???? 


Notities over Adriaen Adriaense Huijser

Adriaen Adriaense Huyser (zoon van nr. 1), ged. Hendrik Ido Ambacht 21-1-1652; groeide vanaf zeker 1656 in de polder van Lillo; volgde in november 1680 zijn overleden vader op als aannemer van aarde- en rijswerken te Lillo en Liefkenshoek; toen ook vermeld als schipper van rijshout; 14 kreeg op 11-2-1681 voor onderhoudswerken te Lillo en Liefkenshoek 298 pond Vlaams; 15 idem op 23-12-1681 215 ponden; 16 i.v.m. een erfenis van zijn schoonouders vermeld te Doel in 1681; 17 idem op 20-11-1682; 18 op 4-5-1683 ook vermeld als landbouwer, toen hij verzocht om een akte als vrijschipper voor het transport van granen en gewassen o.m. van “zijn hofstede”; 19 werd op 18-6-1683 aangesteld als vrijschipper te Lillo tegen een borgtocht van 100 pond Vlaams; 20 ontving op 18-6-1683 £ 133:6:8 wegens het opmaken en onderhouden van de rijswerken te Lillo en Liefkenshoek; 21 ontving in 1684 voor het onderhouden van de rijswerken gedurende een jaar 215 pond Vlaams; 22 was op 7-6-1686 voormalig aannemer van deze rijswerken; 23 kreeg een conflict met zijn opvolger als aannemer van de rijs- en aardewerken (i.c. met Cornelis Prins) over een bedongen overnamesom van 325 guldens; werd door de Gecommitteerde Raden van Zeeland in het ongelijk gesteld; 24 bezocht samen met zijn vrouw in maart 1688 in Londen het sterfhuis van een oom van zijn vrouw, Bernard de Gomme, zoon van Pieter de Gomme, ingenieur van de koning van Engeland 25; erfde (samen met zijn vrouw) 1/4de van de bezittingen van een tante van zijn vrouw; 26 komt tussen 1692 en 1706 vele malen voor (als aanklager en als aangeklaagde in financiële kwesties) in het rechterlijk archief van Lillo-Zuidland, o.m. 9-8-1683, 14-10-1686, 21-4-1687, 5-4-1688, 17-10-1691, 16-12-1692, 20-4-1697, 26-10-1699, 12-6-1700, 4-5-1705 en 19-4-1706; 27 werd later landbouwer in de polder van Lillo, aanvankelijk alleen als pachter;
30 2
bezat in 1694 7 werkpaarden, 4 veulens, 2 “soggelingen” (verm. pas geboren paarden), 9 koeien, 3 runders, 6 melkkalveren en 3 varkens; tot zijn fiscale huishouden behoorden toen drie knechten en een dienstmeid (“maerte”); 28 pachter van de boerderij “Vogelensanck”, gelegen in kavel 16 van de polder van Lillo met 76 gemeten en 78 roeden, gelegen aan de hoge weg, van de molen naar het fort Cruysschans; 29 de pachtprijs was in 1707 971 gulden en in 1708 983 gulden; deze hoeve heeft in 1707 (door inundaties in het kader van de Spaanse Successieoorlog) onder water gestaan; 30 eigenaar was (in 1670) baron Jan Carolus Snoy en later (1710) monsr. Carolo Cataneo uit Mechelen; 31 op 18-10-1736 was Arnout Huysers (Adriaan’s oudste zoon) pachter van deze boerderij, toen omschreven als “den klijnen Vogelensanck”; 32 vanaf 1686-1687 was Adriaan eigenaar van 8 gemeten grond in de polder van Lillo (in kavel 31); 33 hij pachtte van het polderbestuur in 1690-1691 1 gemet en 44 roeden grond onder Lillo in de 16de kavel voor 28 gulden; 34 pachtte van het polderbestuur in 1698-1699 een stuk dijk langs de Schelde in de zesde “wijk” van de polder van Lillo, beginnend aan de zuidzijde van (de schans) Blauwgaren ( tussen het fort Lillo en het fort Frederik Hendrik) en eindigend buiten de noordzijde van de barrière van Lillo voor 130 gulden; 35 betaalde in 1698-1699 eveneens aan het polderbestuur 24 gulden voor de pacht van de contrescarp van het fort Cruysschans; 36 was op 17-5-1702 mede-voogd van Jan Stuijck, weeskind van N.N. Stuijck en Catrijn Veldtmans; 37 leende van Don Diego Castano en diens echtgenote Isabella Francisca de Hert fl. 300; deze lening moest op 10-3-1704 nog worden afbetaald; 38 pachtte in 1704-1705 voor 80 gulden van het polderbestuur de dijk langs de Schelde in de vijfde wijk in de polder van Lillo, beginnend buiten de barrière aan de noordzijde van de Cruysschans en tegen de zuidzijde van het fort Lillo; 39 op 26 mei 1706 betaalde het polderbestuur van Lillo hem 27 gulden en 7 stuivers wegens een door hem betaalde rekening van de timmerman N. van den Zandt i.v.m. het onderhoud van de polder; 40 breidde op 20-5-1706 zijn grondbezit uit met 50 gemeten en 261 roeden; kocht deze grond (in kavel 70) van Sara de Meij, weduwe en boedelhoudster van Jan de Cock; baron Joan Vequemans uit Antwerpen verstrekte ter financiering van deze koop op 26-5-1706 een hypothecaire lening van 5600 gulden tegen een jaarlijks rente van 350 gulden; deze hypotheek berustte op de hofstede van Adriaan Adriaanse Huyser, gelegen onder de heerlijkheid van Lillo, oostelijk van de ’s Heerenstraate, noordelijk van de watergang, westelijk van de Cavelwegh en ten zuiden van de grond van de erfgenamen van Louis Cocquyt; 41 komt vanaf 1707 voor in de schotboeken (= lijsten met grondeigenaren) van de polder van Lillo als eigenaar van 58 gemeten en 261 roeden; 42 pachtte in 1707 (van baron Vequemans) voor 277 gulden en 10 stuivers grond die onder water gestaan had; 43 bestuurder van de polder van Lillo tussen 25-8-1706 en 17-8-1707; zijn naam staat onder de polderrekening in dit tijdvak; 44 op 23-6-1718 verkopen Aarnout, Pieter en Anna Maria Huysers de door hun vader in 1706 gekochte boerderij aan hun zwager Jan Prins; de verkoopprijs was 7200 gulden contant; 45 waarsch. overl. vóór 21-1-1709; 46 zeker overl. vóór 12-6-1709; 47 op 4-7-1709 kocht zoon Aernout meubilaire goederen van zijn ouders; 48 staat en inventaris van hun boedel 9-4-1712; 49 voor de doodskist werd 26 gulden betaald, voor rouwmantels (gemaakt in Antwerpen) 8 gulden en 16 stuivers, voor de creppe (=crêpe, niet glanzend weefsel van linnen draden) 26 gulden en 12 stuivers, voor perpetuaen (mog. lijkbalsem) 4 gulden en 8 stuivers en voor het begraven zelf 6 gulden en 2 stuivers; Adriaan liet bezittingen na ter waarde van 17.894 gulden en schulden ten bedrage van 13.354 gulden; na aftrek van kosten
30 3
resteerde ter verdeling onder vier kinderen 3.739 gulden en 15 1/8ste stuivers; Aernout Huysers kocht de inboedel en de vruchten op het veld; de kleren van Adriaan (“Arie”) Huyser werden bestemd voor zijn zoon Pieter, de kleren van Maria Boenders en haar lijnwaad (= linnengoed) gingen naar het jongste weeskind, Anna Maria); over de erfenis ontstond een langslepend conflict tussen zoon Aernout en schoonzoon Jan Prins; 50 tr. (verm. in de fortkerk van Lillo, waarvan slechts trouwgegevens vanaf 1732) Maria Arnoutse Boenders, geb. in de polder van Lillo, dochter van Arnout Cornelisse Boenders en Katelijne de Gom, verm. overl. tussen 1694 en 2-1-1709; uit dit huwelijk:
a. Barbara Huyser, 14 jaar oud in 1694; tr. Jan Prins (zie verder Prins). 51
b. Aernout (ook: Arnolt) Huyser, 11 jaar oud in 1694; zie verder nr. 3.1.
c. Catharina Huyser, 4 jaar oud in 1694; overl. vóór 9-4-1712.
d. Pieter Huyser, 1 jaar oud in 1694; zie verder nr 3.2.
e. Anna Maria Huyser, geb. ca. 1695; erfde van haar moeder in 1712 kleren en linnengoed; voor mondkost en schoolgeld ten behoeve van haar ontving N. de Cleijn in 1712 een vergoeding; 52 begr. Nieuw-Vossemeer 12-4-1764; tr. verm kort voor 23-6-1718 Laurens Pippinck(x), zoon van Crijn Pippinck en Catharina Kil(le), landbouwer en schepen te Nieuw-Vossemeer, begr. aldaar 3-1-1777. 53
Mog. voorts:
f. (mog.) Adriana Huyser, otr. Liefkenshoek 12-11-1707 (vermeld in het trouwboek te Hulst) Jacob Messing, weduwnaar van Petronella de Rijke, gelegerd in het fort Liefkenshoek; mocht zij een dochter zijn van Adriaan Huyser dan is zij vóór 9-4-1712 overleden. 54
(NB: Adriaan Adriaanse Huyser(s) wordt in de archieven van de schepenbank van Lillo en in het archief van de Polder van Lillo vele malen óók omschreven als Adriaan (Ary) Leendertse (of: Lendersse) Huyser(s); in de meeste gevallen kon onomstotelijk worden vastgesteld dat zij identiek zijn; daarvan drie voorbeelden: (a) zowel de een als de ander is genoteerd als echtgenoot van Maria Boenders; 55 (b) Adriaan Adriaanse Huyser wordt in 1706 eigenaar van 50 gemeten en 261 roeden grond in de polder van Lillo; onder deze naam komt hij echter in de lijst met grondeigenaren in deze polder (blijkens de geschotboeken) niet voor; wel nam na 1706 de omvang van het grondbezit van Adriaan Leenderse Huyser toe met 50 gemeten en 261 roeden (diens bezit was 8 gemeten en werd 58 gemeten en 261 roeden); (c) op 23-6-1718 wordt de boerderij van Adriaan Leenderse Huyser ter grootte van 50 gemeten en 261 roeden verkocht; verwezen wordt naar de koopacte van 20-5-1706 die op naam staat van Adriaan Adriaanse Huyser).
Adriaen Adriaense Huyser (zoon van nr. 1), ged. Hendrik Ido Ambacht 21-1-1652;
groeide vanaf zeker 1656 in de polder van Lillo; volgde in november 1680 zijn
overleden vader op als aannemer van aarde- en rijswerken te Lillo en Liefkenshoek;
toen ook vermeld als schipper van rijshout; 14 kreeg op 11-2-1681 voor
onderhoudswerken te Lillo en Liefkenshoek 298 pond Vlaams; 15 idem op 23-12-1681
215 ponden; 16 i.v.m. een erfenis van zijn schoonouders vermeld te Doel in 1681; 17
idem op 20-11-1682; 18 op 4-5-1683 ook vermeld als landbouwer, toen hij verzocht om
een akte als vrijschipper voor het transport van granen en gewassen o.m. van “zijn
hofstede”; 19 werd op 18-6-1683 aangesteld als vrijschipper te Lillo tegen een
borgtocht van 100 pond Vlaams; 20 ontving op 18-6-1683 £ 133:6:8 wegens het
opmaken en onderhouden van de rijswerken te Lillo en Liefkenshoek; 21 ontving in
1684 voor het onderhouden van de rijswerken gedurende een jaar 215 pond Vlaams; 22
was op 7-6-1686 voormalig aannemer van deze rijswerken; 23 kreeg een conflict met
zijn opvolger als aannemer van de rijs- en aardewerken (i.c. met Cornelis Prins) over
een bedongen overnamesom van 325 guldens; werd door de Gecommitteerde Raden
van Zeeland in het ongelijk gesteld; 24 bezocht samen met zijn vrouw in maart 1688 in
Londen het sterfhuis van een oom van zijn vrouw, Bernard de Gomme, zoon van Pieter
de Gomme, ingenieur van de koning van Engeland 25; erfde (samen met zijn vrouw)
1/4de van de bezittingen van een tante van zijn vrouw; 26 komt tussen 1692 en 1706
vele malen voor (als aanklager en als aangeklaagde in financiële kwesties) in het
rechterlijk archief van Lillo-Zuidland, o.m. 9-8-1683, 14-10-1686, 21-4-1687, 5-4-
1688, 17-10-1691, 16-12-1692, 20-4-1697, 26-10-1699, 12-6-1700, 4-5-1705 en 19-4-
1706; 27 werd later landbouwer in de polder van Lillo, aanvankelijk alleen als pachter 302
bezat in 1694 7 werkpaarden, 4 veulens, 2 “soggelingen” (verm. pas geboren paarden),
9 koeien, 3 runders, 6 melkkalveren en 3 varkens; tot zijn fiscale huishouden
behoorden toen drie knechten en een dienstmeid (“maerte”); 28 pachter van de boerderij
“Vogelensanck”, gelegen in kavel 16 van de polder van Lillo met 76 gemeten en 78
roeden, gelegen aan de hoge weg, van de molen naar het fort Cruysschans; 29 de
pachtprijs was in 1707 971 gulden en in 1708 983 gulden; deze hoeve heeft in 1707
(door inundaties in het kader van de Spaanse Successieoorlog) onder water gestaan; 30
eigenaar was (in 1670) baron Jan Carolus Snoy en later (1710) monsr. Carolo Cataneo
uit Mechelen; 31 op 18-10-1736 was Arnout Huysers (Adriaan’s oudste zoon) pachter
van deze boerderij, toen omschreven als “den klijnen Vogelensanck”; 32 vanaf 1686-
1687 was Adriaan eigenaar van 8 gemeten grond in de polder van Lillo (in kavel 31); 33
hij pachtte van het polderbestuur in 1690-1691 1 gemet en 44 roeden grond onder Lillo
in de 16de kavel voor 28 gulden; 34 pachtte van het polderbestuur in 1698-1699 een stuk
dijk langs de Schelde in de zesde “wijk” van de polder van Lillo, beginnend aan de
zuidzijde van (de schans) Blauwgaren ( tussen het fort Lillo en het fort Frederik
Hendrik) en eindigend buiten de noordzijde van de barrière van Lillo voor 130
gulden; 35 betaalde in 1698-1699 eveneens aan het polderbestuur 24 gulden voor de
pacht van de contrescarp van het fort Cruysschans; 36 was op 17-5-1702 mede-voogd
van Jan Stuijck, weeskind van N.N. Stuijck en Catrijn Veldtmans; 37 leende van Don
Diego Castano en diens echtgenote Isabella Francisca de Hert fl. 300; deze lening
moest op 10-3-1704 nog worden afbetaald; 38 pachtte in 1704-1705 voor 80 gulden van
het polderbestuur de dijk langs de Schelde in de vijfde wijk in de polder van Lillo,
beginnend buiten de barrière aan de noordzijde van de Cruysschans en tegen de
zuidzijde van het fort Lillo; 39 op 26 mei 1706 betaalde het polderbestuur van Lillo
hem 27 gulden en 7 stuivers wegens een door hem betaalde rekening van de
timmerman N. van den Zandt i.v.m. het onderhoud van de polder; 40 breidde op 20-5-
1706 zijn grondbezit uit met 50 gemeten en 261 roeden; kocht deze grond (in kavel 70)
van Sara de Meij, weduwe en boedelhoudster van Jan de Cock; baron Joan Vequemans
uit Antwerpen verstrekte ter financiering van deze koop op 26-5-1706 een
hypothecaire lening van 5600 gulden tegen een jaarlijks rente van 350 gulden; deze
hypotheek berustte op de hofstede van Adriaan Adriaanse Huyser, gelegen onder de
heerlijkheid van Lillo, oostelijk van de ’s Heerenstraate, noordelijk van de watergang,
westelijk van de Cavelwegh en ten zuiden van de grond van de erfgenamen van Louis
Cocquyt; 41 komt vanaf 1707 voor in de schotboeken (= lijsten met grondeigenaren)
van de polder van Lillo als eigenaar van 58 gemeten en 261 roeden; 42 pachtte in 1707
(van baron Vequemans) voor 277 gulden en 10 stuivers grond die onder water gestaan
had; 43 bestuurder van de polder van Lillo tussen 25-8-1706 en 17-8-1707; zijn naam
staat onder de polderrekening in dit tijdvak; 44 op 23-6-1718 verkopen Aarnout, Pieter
en Anna Maria Huysers de door hun vader in 1706 gekochte boerderij aan hun zwager
Jan Prins; de verkoopprijs was 7200 gulden contant; 45 waarsch. overl. vóór 21-1-
1709; 46 zeker overl. vóór 12-6-1709; 47 op 4-7-1709 kocht zoon Aernout meubilaire
goederen van zijn ouders; 48 staat en inventaris van hun boedel 9-4-1712; 49 voor de
doodskist werd 26 gulden betaald, voor rouwmantels (gemaakt in Antwerpen) 8 gulden
en 16 stuivers, voor de creppe (=crêpe, niet glanzend weefsel van linnen draden) 26
gulden en 12 stuivers, voor perpetuaen (mog. lijkbalsem) 4 gulden en 8 stuivers en
voor het begraven zelf 6 gulden en 2 stuivers; Adriaan liet bezittingen na ter waarde
van 17.894 gulden en schulden ten bedrage van 13.354 gulden; na aftrek van kosten 303
resteerde ter verdeling onder vier kinderen 3.739 gulden en 15 1/8ste stuivers; Aernout
Huysers kocht de inboedel en de vruchten op het veld; de kleren van Adriaan (“Arie”)
Huyser werden bestemd voor zijn zoon Pieter, de kleren van Maria Boenders en haar
lijnwaad (= linnengoed) gingen naar het jongste weeskind, Anna Maria); over de
erfenis ontstond een langslepend conflict tussen zoon Aernout en schoonzoon Jan
Prins; 50 tr. (verm. in de fortkerk van Lillo, waarvan slechts trouwgegevens vanaf 1732)
Maria Arnoutse Boenders, geb. in de polder van Lillo, dochter van Arnout Cornelisse
Boenders en Katelijne de Gom, verm. overl. tussen 1694 en 2-1-1709; uit dit huwelijk:
a. Barbara Huyser, 14 jaar oud in 1694; tr. Jan Prins (zie verder Prins). 51
b. Aernout (ook: Arnolt) Huyser, 11 jaar oud in 1694; zie verder nr. 3.1.
c. Catharina Huyser, 4 jaar oud in 1694; overl. vóór 9-4-1712.
d. Pieter Huyser, 1 jaar oud in 1694; zie verder nr 3.2.
e. Anna Maria Huyser, geb. ca. 1695; erfde van haar moeder in 1712 kleren en
linnengoed; voor mondkost en schoolgeld ten behoeve van haar ontving N. de
Cleijn in 1712 een vergoeding; 52 begr. Nieuw-Vossemeer 12-4-1764; tr. verm kort
voor 23-6-1718 Laurens Pippinck(x), zoon van Crijn Pippinck en Catharina
Kil(le), landbouwer en schepen te Nieuw-Vossemeer, begr. aldaar 3-1-1777. 53
Mog. voorts:
f. (mog.) Adriana Huyser, otr. Liefkenshoek 12-11-1707 (vermeld in het trouwboek
te Hulst) Jacob Messing, weduwnaar van Petronella de Rijke, gelegerd in het fort
Liefkenshoek; mocht zij een dochter zijn van Adriaan Huyser dan is zij vóór 9-4-
1712 overleden. 54
(NB: Adriaan Adriaanse Huyser(s) wordt in de archieven van de schepenbank van
Lillo en in het archief van de Polder van Lillo vele malen óók omschreven als Adriaan
(Ary) Leendertse (of: Lendersse) Huyser(s); in de meeste gevallen kon onomstotelijk
worden vastgesteld dat zij identiek zijn; daarvan drie voorbeelden: (a) zowel de een als
de ander is genoteerd als echtgenoot van Maria Boenders; 55 (b) Adriaan Adriaanse
Huyser wordt in 1706 eigenaar van 50 gemeten en 261 roeden grond in de polder van
Lillo; onder deze naam komt hij echter in de lijst met grondeigenaren in deze polder
(blijkens de geschotboeken) niet voor; wel nam na 1706 de omvang van het grondbezit
van Adriaan Leenderse Huyser toe met 50 gemeten en 261 roeden (diens bezit was 8
gemeten en werd 58 gemeten en 261 roeden); (c) op 23-6-1718 wordt de boerderij van
Adriaan Leenderse Huyser ter grootte van 50 gemeten en 261 roeden verkocht;
verwezen wordt naar de koopacte van 20-5-1706 die op naam staat van Adriaan
Adriaanse Huyser Bron: Han Leune

Heeft u aanvullingen, correcties of vragen met betrekking tot Adriaen Adriaense Huijser?
De auteur van deze publicatie hoort het graag van u!


Tijdbalk Adriaen Adriaense Huijser

  Deze functionaliteit is alleen beschikbaar voor browsers met Javascript ondersteuning.
Klik op de namen voor meer informatie. Gebruikte symbolen: grootouders grootouders   ouders ouders   broers-zussen broers/zussen   kinderen kinderen

Voorouders (en nakomelingen) van Adriaen Adriaense Huijser

Adriaen Adriaense Huijser
1652-± 1700

1680

Via Snelzoeken kunt u zoeken op naam, voornaam gevolgd door een achternaam. U typt enkele letters in (minimaal 3) en direct verschijnt er een lijst met persoonsnamen binnen deze publicatie. Hoe meer letters u intypt hoe specifieker de resultaten. Klik op een persoonsnaam om naar de pagina van die persoon te gaan.

  • Of u kleine letters of hoofdletters intypt maak niet uit.
  • Wanneer u niet zeker bent over de voornaam of exacte schrijfwijze dan kunt u een sterretje (*) gebruiken. Voorbeeld: "*ornelis de b*r" vindt zowel "cornelis de boer" als "kornelis de buur".
  • Het is niet mogelijk om tekens anders dan het alfabet in te voeren (dus ook geen diacritische tekens als ö en é).

De getoonde gegevens hebben geen bronnen.

Historische gebeurtenissen

  • Van 1650 tot 1672 kende Nederland (ookwel Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden) zijn Eerste Stadhouderloze Tijdperk.
  • In het jaar 1652: Bron: Wikipedia
    • 19 februari » Paus Innocentius X creëert twaalf nieuwe kardinalen, onder wie twee toekomstige pausen: Fabio Chigi en Pietro Ottoboni.
    • 6 april » Jan van Riebeeck sticht een verversingsstation bij Kaap de Goede Hoop. Dit station groeit uit tot Kaapstad en is het begin van de Europese kolonisatie van Zuid-Afrika.
    • 26 augustus » Slag bij Plymouth, zeeslag tijdens de Eerste Engels-Nederlandse Oorlog.


Dezelfde geboorte/sterftedag

Bron: Wikipedia


Over de familienaam Huijser

  • Bekijk de informatie die Genealogie Online heeft over de familienaam Huijser.
  • Bekijk de informatie die Open Archieven heeft over Huijser.
  • Bekijk in het Wie (onder)zoekt wie? register wie de familienaam Huijser (onder)zoekt.

Wilt u bij het overnemen van gegevens uit deze stamboom alstublieft een verwijzing naar de herkomst opnemen:
Hans Prince, "Dinteloord en omliggende gemeenten", database, Genealogie Online (https://www.genealogieonline.nl/dinteloord-en-omliggende-gemeenten/I137263.php : benaderd 1 mei 2024), "Adriaen Adriaense Huijser (1652-± 1700)".