Woudwyk Genealogía » Margaretha Margareta Melchoirdr. Große Osterholt schulge Schulze Schulte van Spennenberg Spannenburg Sgenneberg Spennebergh Spannenberg Spenningberge (1580-1611)

Persönliche Daten Margaretha Margareta Melchoirdr. Große Osterholt schulge Schulze Schulte van Spennenberg Spannenburg Sgenneberg Spennebergh Spannenberg Spenningberge 


Familie von Margaretha Margareta Melchoirdr. Große Osterholt schulge Schulze Schulte van Spennenberg Spannenburg Sgenneberg Spennebergh Spannenberg Spenningberge

Sie ist verheiratet mit Hendrik Hendrick Hyndrich Herman Barendszn Barends Arents van Bentheim Bentem Benthem von Bentheim Organist te Noordhoorn,organisten van Benthem te Zutphen,schoolmeester, organist en stadssecretaris in Nordhorn (1610-1648),.

Sie haben geheiratet am 1600,1608,1610 in Noordhörn, Zuidhorn, Groningen, Nederland., sie war 20 Jahre alt.


Kind(er):



Notizen bei Margaretha Margareta Melchoirdr. Große Osterholt schulge Schulze Schulte van Spennenberg Spannenburg Sgenneberg Spennebergh Spannenberg Spenningberge

Margaretha Spenneberg, een dochter van welgestelde boeren in Borghorst bij ... De zonen Adolphus en Melchior studeerden er theologie; zij werden later predi-.


-----------------


Spenneberg Margaret, la hija de agricultores ricos en Borghorst en ... Los hijos Adolphus y Melchior estudiaron teología allí; posteriormente fueron predicando.


-----------------


1610 Margaretha Spenneberg, dr. van Melchior Spenneberg, te Borghorst (bij ...


 


Hendrick van BENTHEIM, schoolmeester, organist en stadssecretaris in Nordhorn (1610-1648), * huwt ca. 1610 Margaretha Spenneberg, dr. van Melchior Spenneberg, te Borghorst (bij Steinfurt) en van Jutta Grosse Osterholt.


Gehuwd voor de kerk circa 1610 met Margaretha SPENNEBERG, * dr. van Melchior Spenneberg te Borghorst (bij Steinfurt) en van Jutaa Grosse Osterholt.


 


http://www.mirandabos.nl/stamboom/pg-00015.htm#BM706


-----------------------------------------------------------------


 De organistenfamilie Van Benthem te Zutphen in de zeventiende
eeuw
door R.C.C. de Savornin Lohman


Hendrick van Benthe(i)m stamde uit een bastaardtak van het Duitse gravenhuis
Van Bentheim; zijn vader en grootvader waren richter in Nordhorn. Hendrick bekleedde van 16 10- 1648 aldaar de toendertijd vaak gecombineerde functies van
schoolmeester, organist en stadssecretaris. Hij trouwde omstreeks 1610 Margaretha
Spenneberg, een dochter van welgestelde boeren in Borghorst bij Steinfurt.
Zij hadden vier zonen, die alle vier eerst naar Groningen gingen, toen ook reeds
een grote stad met een rijk wetenschappelijk (Universiteit!) en cultureel leven.
De zonen Adolphus en Melchior studeerden er theologie; zij werden later predi- .I
kant, resp. te Dwingelo en te Rijssen. 
--------------------
La familia del organista Van Benthem en Zutphen en el decimoséptimo
siglo
por R.C.C. el Savornin Lohman


Hendrick van Benthe (i) m se originó a partir de una rama bastarda de la tumba alemana
Van Bentheim; su padre y su abuelo fueron directores en Nordhorn. Hendrick celebró allí desde 16 10-1648 en ese momento a menudo funciones combinadas de
maestro de escuela, organista y secretario de la ciudad. Se casó con Margaretha alrededor de 1610
Spenneberg, una hija de granjeros ricos en Borghorst cerca de Steinfurt.
Tuvieron cuatro hijos, todos fueron a Groningen primero, y luego también
una gran ciudad con una rica vida científica (¡Universidad!) y cultural.
Los hijos Adolphus y Melchior estudiaron teología allí; luego se volvieron predispuestos
lado, resp. en Dwingelo y Rijssen.


 ----------------------------------------------------------


Hendrick van BENTHEIM, maestro de escuela, organista y secretario del ayuntamiento en Nordhorn (1610-1648), aproximadamente 1610 * se casa con Margaret Spenneberg Dr. Melchior Spenneberg a Borghorst (en Steinfurt) y Jutta Grosse Osterholt.


Matrimonio Iglesia sobre 1610 Margaret SPENNEBERG, * Dr. Melchior Spenneberg a Borghorst (en Steinfurt) y Jutaa Grosse Osterholt.


 


Casada con Hendrik van Benthem Bentem en 1608, Noordhörn,Zuidhorn,Groningen,Nederland


 


Hijos:


- Adolphus Adolf Hendriks Benthem Bentem 1608-1659.


Ds. Melchior Benthem, geboren Nordhorn circa 1610, overleden Rijssen 29 juni 1674.


 


 Melchior Bentheim/Bentem en Geertrui Koning (huwelijk 19 maart 1644 te Emmerich). Melchior (geboren rond 1610 in Nordhorn –  † 29 juli 1674, zoon van Gerrit Bentheim en Margaretha van Spannenberg


------------------------------------------------------------------------------------------


El texto completo de "El león holandés: revista de la Royal ...


home.us.archive.org/stream/.../denederlandsche00wapegoog_djvu.txt1657 a. ZB Verm , ...... Benthem van den organista del Noordhoorn y Margarita de Spennenberg.


 


Full text of "De Nederlandsche leeuw : tijdschrift van het Koninklijk ...


home.us.archive.org/stream/.../denederlandsche00wapegoog_djvu.txt1657, overl. verm Z.B., ...... van den organist Benthem te Noordhoorn en Margaretha van Spennenberg.


 


Benthem. — Wie kan mij het wapen opgeven van


Pronica Johanna Benthem, geb. 1774, f 1856, afstam-


mende uit een Groningsch predikantengeslacht , dat


aanvangt met Adolphus Benthem (f 1659), predikant


te Dwingelo , gehuwd met Sara van Thijen , en zoon


van den organist Benthem te Noordhoorn en Margaretha


van Spennenberg.


 


C. A. VAN WOBLDEREN.


 


Benthem. - ¿Quién me puede dar el arma de


Pronica Johanna Benthem, b. 1774, f 1856, descendiente


de una generación Groningsch pastor que


comenzando con Adolphus Benthem (f 1659), predicador


a Dwingelo, casado con Sara van Thijen, e hijo


del organista Benthem Noordhoorn y Margaretha


van Spennenberg.


 


C. A. DE WOBLDEREN.


------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------


De organistenfamilie Van Benthem te Zutphen in de zeventiende


eeuw


door R.C.C. de Savornin Lohman


Mevrouw M.M. Doornink - Hoogenraad geeft in het Tijdschrift van de Vereniging


voor Nederlandse Muziekgeschiedenis, Dl. XIX, - 3,4 (Amsterdam 1962-


1963) in haar artikel "Een Zutphense organist uit Sweelinck's tijd" (blz. 192-


199) een boeiende beschrijving van het leven en werken van Mr. Godefrid Oldenraet,


die van 1613-1630 organist der stad Zutphen was. Het artikel besluit met


de vermelding dat na de dood van Oldenraet eind 1630/begin 1631 zijn functie


tijdelijk werd uitgeoefend door zijn blinde leerling Gerrit Hansen, en dat op 1


oktober 163 1 als vaste organist werd aangesteld Mr. Arnold van Benthem, afkomstig


uit Groningen. Deze Van Benthem en zijn muzikale familie vormen het


onderwerp van onderstaande studie.


Voorop mag gesteld worden dat sinds de Reformatie de organist te Zutphen


slechts gedeeltelijk "stadsorganist" was; hij werd weliswaar door de Magistraat


benoemd en ontslagen, maar zijn bezoldiging geschiedde - evenals voor de predikanten


en schoolmeesters - door het kwartierlijke Zutphense rentambt, terwijl


emolumenten zoals huishuur en honorarium voor buitengewone orgelbespelingen


uit de stedelijke geestelijke rentambten werden bekostigd. Daarnaast had de kerkeraad


een belangrijke stem in de instructie voor de organist (verg. bovenvermeld


artikel van Mevrouw Doornink; en het artikel "Een afgedwaalde stadsorganist"


van J. de Graaf, in Gelre 1953, blz. 196).


Arent, ofwel Arnold(us) van Benthem werd omstreeks 1610 geboren in het


handelsstadje Nordhorn, aan de Vecht in het graafschap Bentheim. Zijn vader


Hendrick van Benthe(i)m stamde uit een bastaardtak van het Duitse gravenhuis


Van Bentheim; zijn vader en grootvader waren richter in Nordhorn. Hendrick bekleedde


van 16 10- 1648 aldaar de toendertijd vaak gecombineerde functies van


schoolmeester, organist en stadssecretaris. Hij trouwde omstreeks 1610 Margaretha


Spenneberg, een dochter van welgestelde boeren in Borghorst bij Steinfurt.


Zij hadden vier zonen, die alle vier eerst naar Groningen gingen, toen ook reeds


een grote stad met een rijk wetenschappelijk (Universiteit!) en cultureel leven.


De zonen Adolphus en Melchior studeerden er theologie; zij werden later predi- .I


kant, resp. te Dwingelo en te Rijssen. De zonen Arent (Arnoldus) en Hendrick


bekwaamden zich in Groningen in het orgelspel en waren er tijdelijk als organist


aan gasthuizen verbonden. Hendrick kwam via Groen10 terecht in Kampen, waar


hij in 1634 tot stadsorganist en -klokkenist werd benoemd.


Arnoldus werd komend dus uit Groningen op 1 oktober 1631 in Zutphen


aangesteld tot organist van de St. Walburgskerk, waarvan hij op 24 februari 1647


ook de klokkenist (beiaardier) werd; daarnaast wordt hij in 1655 nog aangetroffen


als licentmeester, diaken en opziender van het Arme of Vreemde Wezenhuis.


Hij was in 1631 getrouwd met Gebbetien Böttich, uit Schuttorf, behorend tot de


later in Groningen en Drenthe bekende predikantenfamilie Bottichius.


Van hun zeven kinderen stierven er drie jong; één dochter trouwde naar Zwolle,


een andere naar Amsterdam, en de twee zonen werden weer organist. De oudste,


Derck ofwel Theodorus, bezocht eerst de Illustre School te Deventer, studeerde


vervolgens philosophie te Leiden en ging zich ten slotte in het orgelspel


bekwamen in het Groningerland. In 1657 volgde hij zijn in december 1656 (a.d.


pest) gestorven vader Mr. Arnoldus op als organist van de St. Walburgskerk, en


later werd hij na verkregen opleiding tevens de klokkenist. Theodorus overleed al


in 1674 op veertigjarige leeftijd. Zijn opvolger als stadsorganist werd in 1676


Cornelis van Neck.


Uit het huwelijk van Theodorus in 1667 met Catharina Crop sproten vier


kinderen, van wie de enige zoon, Arnold, jong stierf. De dochter Helena vertrok


in 1702 voorgoed naar Amsterdam. De dochter Maria Magdalena trouwde in


1716 Willem van den Berg uit Doesburg; zij overleed in 1753 te Zutphen kinderloos


en vermaakte haar bezittingen aan haar achterneef Arnoldus Revius in Amsterdam.


Het vierde kind, Theodora, werd in 1674 posthuum geboren en stierf


kinderloos vóór 1734.


De jongste zoon van Mr. Arnoldus, namelijk Hendrick van Benthem, werd in


1664 te Kampen aangesteld tot waarnemend organist van de Bovenkerk en klokkenist


van de nieuwe toren, onder zijn oom Mr. Hendrick van Benthem de stadsorganist


van Kampen. Hendrick (de jonge) vertrok in 1672 naar Amsterdam en


werd daar "suppoost". Hij wordt er in 1684 vermeld als mede-erfgenaam van zijn


oom Mr. Hendrick (wiens zes kinderen allen voordien zonder nageslacht waren


gestorven).


Hendrick (de jonge) had uit zijn huwelijk in 1663 met Elisabeth van Ceulen


vier kinderen, van wie de dochter Cornelia in 1701 te Amsterdam trouwde met


de wijnkoper Jodocus Revius uit Deventer.*


Wij hopen in een volgend artikel meer in bijzonderheden terug te komen op


de familiebetrekkingen tussen de verschillende organisten-klokkenisten Van Benthem


resp. te Nordhorn, Kampen en Zutphen, en de predikanten (Van) Benthem


te Dwingelo en te Rijssen. Voor zover valt na te gaan zijn de takken der organisten


Van Benthem uitgestorven (die te Kampen vóór 1684, en die te Amsterdam


in de eerste helft van de 18e eeuw). De predikantentakken (Van) Benthem lieten


echter een uitgebreid, ook thans nog levend nageslacht na, mede in vrouwelijke


lijn, onder de namen Benthem Reddingius en Benthem Sypkens. Deze "gestudeerde"


families met vele predikanten en ook wel medici, met name in de vier


noordelijke provincies van ons land, zijn voor Zutphen niet van direkt belang en


blijven dan ook verder buiten beschouwing.


Het op zichzelf merkwaardige fenomeen van de vijf organisten Van Benthem,


in drie generaties - waarvan twee in Zutphen bijna een halve eeuw lang - verdient


naar het voorkomt alleszins op deze wijze aan de vergetelheid ontrukt te worden.


* kleinzoon van Hendrick Reefsen, of Revius, gemeensman van Deventer, die een broer was van de beroemde theoloog-historicus en dichter Jacobus Revius.


-------------------------------------


La familia organista Van Benthem Zutphen en el XVII


siglo


por R.C.C. Savornin Lohman


Sra. M. M. Doornink - Hoogenraadstraat da la Revista Asociación


de música holandesa, Vol. XIX - 3.4 (Amsterdam 1962-


1963) en su artículo "Un organista Zutphense desde el tiempo de Sweelinck" (p. 192-


199) un relato fascinante de la vida y obra del señor Godefrid Oldenraet,


quien fue organista from 1613-1630 la ciudad de Zutphen. El artículo concluye con


afirmando que después de la muerte de Oldenraet finales 1630 / principios de 1631 su posición


fue ejercida provisionalmente por su alumno ciego Gerrit Hansen, y 1


01 de octubre 163 organista permanente fue nombrado Mr. Arnold van Benthem, viniendo


de Groningen. Esta Van Benthem y su familia musical constituye la


el objeto de la siguiente estudio.


Líder puede decir que desde la Reforma del organista en Zutphen


fue sólo parcialmente "organista de la ciudad"; él era de hecho por el Magistrado


nombrado y destituido, pero llegó a su salario -, así como para los pastores


y maestros de escuela - por ingresos reales trimestre Zutphense oficina mientras


emolumentos como casa de alquiler y los honorarios de extraordinaria orgelbespelingen


de las oficinas urbanas carreras mentales fueron financiados. Además, el consistorio tenía


una voz importante en la instrucción para el organista (comp. arriba


artículo de la Sra Doornink; y el artículo "Un organista díscolo de la ciudad"


J. de Graaf en Gelredome 1953, p. 196).


Arent, o Arnold (nosotros) van Benthem nació alrededor de 1610 en el


ciudad comercial de Nordhorn, la lucha en el condado de Bentheim. Su padre


Hendrick Benthe (i) m descendiente de un bastardo de la casa tumbas alemán


Bentheim; su padre y su abuelo eran juez en Nordhorn. Hendrick celebrada


de 16 10- 1648 hay las funciones luego menudo combinados de


maestro de escuela, organista y secretario del ayuntamiento. Se casó con cerca de 1610 Margaretha


Spenneberg, una hija de agricultores ricos en Borghorst en Steinfurt.


Tuvieron cuatro hijos que fueron a los cuatro primeros en Groningen, cuando ya


una gran ciudad con una rica académico (Universidad!) y la vida cultural.


Los hijos Adolphus y Melchior estudiaron teología allí; que eran pastor más tarde .I


lado, resp. a Dwingelo y Rijssen. Los hijos Arent (Arnold) y Hendrick


se convirtieron en expertos en Groningen en tocar el órgano y había organista temporal


adjunta a los hospitales. Hendrick llegó a través Groen10 en campos donde


fue nombrado en 1634 para el organista de la ciudad y -klokkenist.


Arnoldus venía así de Groningen el 01 de octubre 1631 en Zutphen


organista designado de la Iglesia St. Walburg, de la que fue el 24 de febrero 1647


fue también el carillón (campanero); Además, sigue siendo visto en 1655


como licentmeester, diácono y Obispo de los Pobres o huérfanos extranjeros Home.


Se casó en 1631 con Gebbetien Bottich, desde Schuttorf, perteneciente a la


más tarde en predicador conocido familia Bottichius Groningen y Drenthe.


De sus siete hijos, tres murieron jóvenes; una hija casada con Zwolle


otro a Amsterdam, ya los dos hijos estaban de nuevo organista. El más antiguo,


Derck sea Theodore, visitó por primera vez la Escuela Deventer Ilustre, estudiado


luego filosofía en Leiden y finalmente entró en el órgano


competentes en Groningerland. En 1657 se siguió en diciembre 1656 (dC


peste) murió el padre del Sr. Arnoldus como organista de la iglesia de St. Walburg,


más tarde se obtuvo después de la formación también el carillón. Theodore ya murió


en 1674 a la edad de cuarenta. Su sucesor como organista de la ciudad fue en 1676


Cornelis van Neck.


Brotado del matrimonio de Theodore en 1667 Catharina Recortar cuatro


niños, cuyo único hijo, Arnold, murieron jóvenes. La hija Helena dejó


en 1702 para el bien de Amsterdam. Hija María Magdalena se casó


1716 Willem van den Berg de Doesburg; Murió en 1753 en Zutphen sin hijos


y legó su patrimonio a su primo Arnold Revius en Amsterdam.


El cuarto hijo, Theodora, nació en 1674 y murió a título póstumo


sin hijos antes de 1734.


El hijo más joven del señor Arnoldo, a saber, Hendrick van Benthem, era


1664 Kampen organista suplente designado del Alto y carillón


de la nueva torre, con su tío el Sr. Hendrick van Benthem ciudad organista


Kampen. Hendrick (jóvenes) se trasladó en 1672 a Amsterdam


estaba allí "asistente". Él es mencionado en 1684 como co-heredero de su


tío Sr. Hendrick (cuyos seis niños de todo previamente sin posteridad


muerto).


Hendrick (los jóvenes) tuvo de su matrimonio en 1663 con Isabel de Ceulen


cuatro hijos, cuya hija Cornelia casaron en 1701 en Amsterdam


comprador vino Jodocus Revius Deventer. *


Esperamos que en el próximo artículo de volver con más detalle en


las relaciones familiares entre el klokkenisten-organistas diversos Van Benthem


resp. Nordhorn, Kampen y Zutphen, y los ministros (Desde) Benthem


a Dwingelo y Rijssen. Por lo que se puede comprobar, las ramas de los organistas


Van Benthem extinguido (que Kampen antes de 1684, y que en Amsterdam


en la primera mitad del siglo 18). Las ramas pastor (Desde) Benthem dejó


Sin embargo, una extensa, incluso ahora, después de descendientes vivos, también en femenino


línea, bajo los nombres Benthem Reddingius y Benthem Sypkens. Estos "educados"


pastores, y muchas familias con los médicos conocidos, especialmente en los cuatro


provincias del norte de nuestro país, no son de interés directo y Zutphen


por lo tanto, ser considerados más.


En sí notable fenómeno de los cinco organistas Van Benthem,


en tres generaciones - dos en Zutphen casi medio siglo - merece


para que de hecho se produce de esta manera del olvido a ser.


* Nieto Hendrick Reefsen o Revius, Deventer gemeensman, que era hermano del famoso teólogo, historiador y poeta James Revius.


----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------


Span (XL, 169). Een friesch dorp, met den naam Spanjura bestaat


niet ; ook is my die naam, in oude friesche oorkonden, nooit


te voren gekomen. De naam van het dorp Spanga, in West-Stellingwerf


(Friesland), wordt ook wel, door On-Friesen, als Spangen


en Spange genoemd en geschreven ; maar Spanga is de oorspronkelike,


friesche en alleen-goede form van dezen dorpsnaam. Aan dezen


naam, even als aan dien van het dorp Spannum, in Hennaarderadeel


(Friesland), ligt de oudgermaansche, ook in Fórstemann's Namen


vermelde mansnaam Span ten grondslag. Bet zy dat de laat-buch


lettergreep van den naam Spanga het friesche woord ga of gea =-ste


dorp is ; het zy dat Spanga een samengetrokken form is van het


volle patronymikon Spanninga de zaak komt op het zelfde neer;


1) Te Hien-en-Dodewaard heet een uiterwaard De Klepwaard. RED.


immers die naam beteekent in het eerste geval : dorp van Span, van


den man die Span heette, en die daar ter plaatse het eerste huis


boude ; en in het andere geval : (dorp der) Spanninga's, der Spanningen,


der nakomelingen of kinderen van Span. - De dorpsnaam


Spannum is voluit Spanheim (Spana- of Spanria-heim), woonplaats


van den man Span. Nog in de vorige ecu werd deze naam wel als


Spanheim geschreven (Zie H. v. IL, Oudheden en Gestichten van


Vriesland, Leiden, 1723). in eene middeleeusche oorkonde komt deze


dorpsnaam voor als Spaiauamaghae, d. i. Spannuma gea, oudfriesch


voor : het dorp van Spaniium. - Al is de naam Span heden ten


dage onder de Friesen niet meer als mansvóórnaam in gebruik, als


geslachtsnaam komt Span nog heden in Friesland veelvuldig voor.


Andere geslachtsnamen zijn nog Spanninga, het oorspronkelike patronymikon,


en Spans, de tweede naamvaisform, staande voor Spanszoon.


Deze twee in Friesland. En Spaninckx, ook een patronymikale


form, in Vlaanderen. Plaatsuamen van Span afgeleid zijn, behalven


Spanga en Spannuni, nog: Spenningborg, een huis by den


dorpe Stapelmoor in Reiderland (0ost-Friesland); misschien ook Spanbroek


in West-Friesland, en Spanbeck, dorp by Göttingen in Hanover.


Förstemann vermeldt nog in zijn Plaatsnamenboek, als afgeleid van


den mansnaam Span, uit eene oorkonde van de 8ste een, de naam


Spanesheim, waarschijnlik het hedendaagsehe Sponsheim, by Bingen


aan den Rijn ; verder Spanswanch, mede uit de 8ste eeu, thans Spanswang


by Neumarkt ; nog een ander Spanheim, een Spangenberg


(Spanningenberg), Spanelo. Ook Förstemann houdt »Spana in pago


isloi" voor het hedendaagsche Spaansweerd in Gelderland. Eene


Gelderland. Eene


zeer bekende herberg in Friesland, aan den straatweg van Sneek


naar de Lemmer, by den dorpe Tjerkgaast, in het gehucht Wollegaast,


draagt den naam Spannenburg. Een jonker v. Swinderen kocht en


sloopte ten jare 1844 de aloude Douma-state te Langweer, en liet


van de afbraak die herberg bouen. De eerste waard van die herberg,


een Harlinger van afkomst, heette Spannenburg ; naar hem heeft


de herberg haren naam gekregen. Deze friesche geslachtsnaam Spannenburg,


nog bestaande, is oorspronkelik ook een plaatsnaam.


JOHAN WINIÇLER


[Spanheim a° 1334 Spajjnheijm, - destijds was Henrick v. Sp. thesaurier der


kerk te Keulen,» — v. Spaeneien als a° 1605 behoorend bij den Frieschen plaatsnaam


Spangen, in verband tot Spang (geh. te Texel) en Spana a° 1053/71 (toutcourt)


maken den mansnaam Span in menig opzicht verdacht.]


--------------------------------------------------


Span (XL, 169). Un pueblo frisón con el nombre Spanjura existe


no; También es mi nombre, en viejas cartas de Frisia, nunca


a surgido. El nombre de la aldea Spanga, West Stellingwerf


(Friesland), también conocido por On-Friesen, y Spangenberg


y llamó Spange y escrita; pero Spanga es oorspronkelike,


forma de Frisia y único bueno de este nombre de la aldea. en este


nombre, al igual que en el de la Spannum pueblo en Hennaarderadeel


(Friesland), es el oudgermaansche, en Förstemann Nombres


El nombre del esposo mencionó base Span. Apuesta zy que el difunto-buch


sílaba del nombre SPANGA la palabra frisón ir o gea = ith


pueblo; la zy que SPANGA una forma contraída de la


completo patronymikon SPANNINGA el asunto se reduce a lo mismo;


1) Para Hien-and-Dodewaard llamada llanura de inundación de la válvula Waard. ROJO.


De hecho, el nombre significa en el primer caso: pueblo de Span


el hombre llamado Span, y allí, en el lugar de la primera casa


negrita; y en el otro caso (el pueblo) de SPANNINGA de voltajes,


los hijos o los hijos de Span. - El nombre del pueblo


Spannum está lleno Spanheim (Spana o Spanria-heim), la residencia


Span del hombre. Todavía en la ECU anterior este nombre o como


Spanheim escrito (Véase H. v IL, Antigüedades y Hospices de


Vriesland, Leiden, 1723). en una middeleeusche este documento viene


nombre de la aldea como Spaiauamaghae, d. i. Spannuma gea, oudfriesch


para: el pueblo de Spaniium. - Aunque el nombre de Span presente en


días bajo la Friesen le gusta mans nombre antes de su uso, como


nombre del género viene Span sigue presente en Friesland frecuencia.


Otros nombres de la familia son Spanninga la patronymikon oorspronkelike,


Spans y el segundo naamvaisform, de pie para Span Hijo.


Estos dos en Friesland. Y Spaninckx, un patronymikale


formar, en Flandes. Plaatsuamen Span derivada, behalven


Spanga y Spannuni aún: Spenningborg una casa junto al


Dorpe Stapelmoor en Reiderland (0ost Friesland); quizá Spanbroek


Frisia Occidental, y Span Beck, pueblo por Göttingen en Hanover.


Förstemann menciona en su libro Place, como se deriva de


los mans denominación Span, de un documento de la octava uno, llamado


Spanesheim, waarschijnlik la hedendaagsehe Sponsheim, por Bingen


en el Rin; más Spanswanch, en parte, de los siglos octavo, ahora Span Wang


por Neumarkt; otro Spanheim, un Spangenberg


(Voltaje Berg), Spanelo. Förstemann también significa "Spana en Pago


isloi "de hoy en día Weerd español en Gelderland. Eene


Gelderland. uno


posada conocida en Frisia, en la carretera de Sneek


a Lemmer, por el Dorpe Tjerkgaast, en la aldea Gaast Wolle,


lleva el nombre Spannenburg. Un escudero v Swinderen comprado y


demolido en 1844, el viejo Jare Douma estado Langweer, y dejar


la degradación de la posada Bouen. El valor inicial de la posada,


un Harlinger de origen, llamado Spannenburg; para él


el cabello posada tiene nombre. Este apellido frisón Spannenburg,


existente, oorspronkelik es también un nombre de lugar.


JOHAN WINIÇLER


[Spanheim un Spajjnheijm ° 1334 - en ese momento era Henrick v Sp. Tesorero de


 


iglesia en Colonia, »- v Spaeneien como behoorend 1605 en la ciudad de Frisia


Spangenberg, relacionado con Spang (Texel geh.) y un Spana ° 1053/71 (a secas)


hacer que el nombre Span del hombre sospechoso de muchas maneras.]


------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------


Barend van BENTHEIM, richter te Nordhorn (Dtsl.) (1587-1601), gograf (schout), * bastaard afstammeling van een van de graven van Bentheim, zoon van Christopher van BENTHEIM (zie 31736).


Relatie met


15869 Hendrikje van BENTHEIM, dochter van Everwijn van BENTHEIM (zie 31738) en Hendrikie AMSINK (zie 31739).


Relatie (1) met Barend van BENTHEIM (zie 15868).


Relatie (2) met Jan BILDERBEEK.


Uit de eerste relatie:


1. Aleit, geboren circa 1600, * huwt circa 1626 Gerhard Brandlicht, rentmeester en burgemeester te Neuenhaus (Nieuwenhuis) (1630-1668).


2. Anna ?


3. Christoffel, Steinfurts/Bernburgischer hofmeister zu Gronau, begraven op 13-01-1669 te Steinfurt, (Tecklenburg-Gronauer tak).


Gehuwd voor de kerk op 27-03-1622 te Bentheim met Catharina LEMKER.


4. Everwijn (-).


5. Hendrick, schoolmeester, organist en stadssecretaris in Nordhorn (1610-1648), * huwt ca. 1610 Margaretha Spenneberg, dr. van Melchior Spenneberg, te Borghorst (bij Steinfurt) en van Jutta Grosse Osterholt.


Gehuwd voor de kerk circa 1610 met Margaretha SPENNEBERG, * dr. van Melchior Spenneberg te Borghorst (bij Steinfurt) en van Jutaa Grosse Osterholt.


6. Hendrikje, * huwt Melchior Krul, richter te Veld- en Neuenhaus (Nieuwenhuisen) (1615-1620).


Uit de tweede relatie:


7. Anna.


 


 


(-) Everwijn van BENTHEIM, richter te Nordhorn (Dtsl.) (1608-1654), gografer (schout), * uit hem stamt o.a. een nog bloeiende tak Von Bentheim in het graafschap Bentheim, alsmede uitgestorven takken Van Benthem, met burgemeesters in Kampen en in Vollenhove. Zoon van Barend van BENTHEIM en Hendrikje van BENTHEIM.
Gehuwd met Margaretha GLASFORT, dochter van Hendrik GLASFORT en Elske KESTERING. 
Uit dit huwelijk:
 


1.  Adelheid van BENTHEIM, [gevonden ene Everwijn van Bentheim 2da nuptia u. Margarita Milltiers 3tia nuptia], Gehuwd voor de kerk (1) te Brandlicht (Dtsl.) met Wenceslaus OSICIUS (Vozic).
Gehuwd (2) met Gerard STULEN. Gerard Stulen: NAV XXXIV (34) blz. 112-113..
 


2.  Arend Joost, rentmeester (1655). Huwt Margaretha Bernards. Kinderen: Everwijn x Gerhardina Geertruid Steenberge; Frans x Eleonora Keisers; Anna Margaretha x 1) Hendrik Daalhof 2) Willem Baur; Agnes Christina x Weseslaus Everwin Stulen.
 


3.  Barend, rechter en rentmeester te Ulpen, huwt 1) N. Kerkering 2) Anna Maria Theben
geen kinderen.
 


4.  Christoffel, burgemeister und Steuereinnehmer te Nordhorn, huwt 1) Josina Lemker 2 kinderen; 2) Catharina Elisabeth Pagenstecher. Kinderen: 1) Catharina Aleid x Lubbertus Waterham, burg. Oldenseel. Jan Everwin, secr. Oldenseel, Margaretha Elisabeth x Bernard Arnold Sluiter.
 no. 231 blz 64: Christoffer von Bentheim, sohn d. Richters Everwijn von Bentheim, burgerschaft geschenkt fur s. frau Geesin Lembbers 16-02-1655. Bron : Nordhorn Burgerbucher der Stadt, von 1396 - 1913 Rektor H. Specht Bentheimer Heimatsverlag Nordhorn 1939.
Gehuwd (1) met Josina LEMKER.
Gehuwd (2) met Catharina Elisabeth PAGENSTECHER.
 


5.  Everwijn, burgemeester van Kampen (1664). Aleids broer Everwijn wordt genoemd in het boek 'Bentheim' (CBG), met wapen, daarin is ook vermeld dat hij afstammeling is van de graven van Bentheim.
 huwt Femmetie Steenbergen. Kinderen: Margriet, Antoni, Geertruij, Aleid, Everwine (te Kampen).
 


6.  Hendrik, huwt Christina van Werden. Kinderen: Hendrik x 1) Geertruij Lubelei, 2) Willemein van Dorsen.
---------------


 Everwijn de Bentheim, a juzgar Nordhorn (DTSL.) (1608-1654), gografer (schout), * se deriva de, entre otras cosas, una rama aun floración Von Bentheim en Bentheim, así como ramas extintas Van Benthem, con burgemeesters en Kampen y en Vollenhove. Hijo de Barend van BENTHEIM y Hendrikje van BENTHEIM.
Casado con Margaretha GLASFORT, hija de Hendrik GLASFORT y Elske KESTERING.
De este matrimonio:
1. Adelheid (--).
2. Arend Joost, mayordomo (1655). Se casa con Margaretha Bernards. Niños: Everwijn x Gerhardina Geertruid Steenberge; Frans x Eleonora Keisers; Anna Margaretha x 1) Hendrik Daalhof 2) Willem Baur; Agnes Christina x Weseslaus Everwin Stulen.
3. Barend, juez y mayordomo en Ulpen, casado 1) N. Kerkering 2) Anna Maria Theben
sin hijos
4. Christoffel, burgemeister und Steuereinnehmer en Nordhorn, se casa con 1) Josina Lemker 2 hijos; 2) Catharina Elisabeth Pagenstecher. Niños: 1) Catharina Aleid x Lubbertus Waterham, burg. Oldenseel. Jan Everwin, secr. Oldenseel, Margaretha Elisabeth y Bernard Arnold Sluiter.
 
n. ° 231 página 64: Christoffer von Bentheim, sohn d. Richters Everwijn von Bentheim, burgenschaft donó pieles. frau Geesin Lembbers 16-02-1655. Fuente: Nordhorn Burgerbucher der Stadt, von 1396 - 1913 Rektor H. Specht Bentheimer Heimatsverlag Nordhorn 1939.
Casado (1) con Josina LEMKER.
Casado (2) con Catharina Elisabeth PAGENSTECHER.
5. Everwijn, alcalde de Kampen (1664). Su hermano Everwijn es mencionado en el libro 'Bentheim' (MEB), con un arma, que también declara que él es el descendiente de los Condes de Bentheim.
 
se casa con Femmetie Steenbergen. Niños: Margriet, Antoni, Geertruij, Aleid, Everwine (en Kampen).
6. Hendrik, se casa con Christina van Werden. Niños: Hendrik x 1) Geertruij Lubelei, 2) Willemein van Dorsen.


---------------------
  Everwijn van BENTHEIM, richter te Nordhorn (Dtsl.) (1608-1654), gografer (schout), * uit hem stamt o.a. een nog bloeiende tak Von Bentheim in het graafschap Bentheim, alsmede uitgestorven takken Van Benthem, met burgemeesters in Kampen en in Vollenhove. Zoon van Barend van BENTHEIM en Hendrikje van BENTHEIM.


 Everwijn, burgemeester van Kampen (1664). Aleids broer Everwijn wordt genoemd in het boek 'Bentheim' (CBG), met wapen, daarin is ook vermeld dat hij afstammeling is van de graven van Bentheim.
-------
 Everwijn de Bentheim, a juzgar Nordhorn (DTSL.) (1608-1654), gografer (schout), * se deriva de, entre otras cosas, una rama aun floración Von Bentheim en Bentheim, así como ramas extintas Van Benthem, con burgemeesters en Kampen y en Vollenhove. Hijo de Barend van BENTHEIM y Hendrikje van BENTHEIM.


 Everwijn, alcalde de Kampen (1664). Su hermano Everwijn es mencionado en el libro 'Bentheim' (MEB), con un arma, que también declara que él es el descendiente de los Condes de Bentheim.


-------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------  


Hendrick Bentheim.
Beroep:
schoolmeester, organist en stadssecretaris Nordhorn  
Kind van Hendrick uit onbekende relatie:
1 Arent Hendricks Benthem, geboren in Nordhorn. Volgt 1.1.
1.1 Arent Hendricks Benthem is geboren in Nordhorn, zoon van Hendrick van Bentheim (zie 1). Arent is overleden in 12-1656 in Zutphen.
Beroep:
schoolmeester, organist en stadssecretaris Nordhorn  
Toelichting:
De organistenfamilie Van Benthem te Zutphen in de zeventiende eeuw door R.C.C. de Savornin Lohman
Mevrouw M.M. Doornink - Hoogenraad geeft in het Tijdschrift van de Vereniging voor Nederlandse Muziekgeschiedenis, Dl. XIX, - 3,4 (Amsterdam 1962-1963) in haar artikel "Een Zutphense organist uit Sweelinck’s tijd" (blz. 192-199) een boeiende beschrijving van het leven en werken van Mr. Godefrid Oldenraet,
die van 1613-1630 organist der stad Zutphen was. Het artikel besluit met de vermelding dat na de dood van Oldenraet eind 1630/begin 1631 zijn functie tijdelijk werd uitgeoefend door zijn blinde leerling Gerrit Hansen, en dat op 1 oktober 163 1 als vaste organist werd aangesteld Mr. Arnold van Benthem, afkomstig
uit Groningen. Deze Van Benthem en zijn muzikale familie vormen het onderwerp van onderstaande studie.


Voorop mag gesteld worden dat sinds de Reformatie de organist te Zutphen slechts gedeeltelijk "stadsorganist" was; hij werd weliswaar door de Magistraat benoemd en ontslagen, maar zijn bezoldiging geschiedde - evenals voor de predikanten en schoolmeesters - door het kwartierlijke Zutphense rentambt, terwijl
emolumenten zoals huishuur en honorarium voor buitengewone orgelbespelingen uit de stedelijke geestelijke rentambten werden bekostigd. Daarnaast had de kerkeraad een belangrijke stem in de instructie voor de organist (verg. bovenvermeld artikel van Mevrouw Doornink; en het artikel "Een afgedwaalde stadsorganist" van J. de Graaf, in Gelre 1953, blz. 196).


Arent, ofwel Arnold(us) van Benthem werd omstreeks 1610 geboren in het handelsstadje Nordhorn, aan de Vecht in het graafschap Bentheim. Zijn vader Hendrick van Benthe(i)m stamde uit een bastaardtak van het Duitse gravenhuis Van Bentheim; zijn vader en grootvader waren richter in Nordhorn. Hendrick bekleedde van 16 10- 1648 aldaar de toendertijd vaak gecombineerde functies van schoolmeester, organist en stadssecretaris. Hij trouwde omstreeks 1610 Margaretha Spenneberg, een dochter van welgestelde boeren in Borghorst bij Steinfurt. Zij hadden vier zonen, die alle vier eerst naar Groningen gingen, toen ook reeds een grote stad met een rijk wetenschappelijk (Universiteit!) en cultureel leven.


De zonen Adolphus en Melchior studeerden er theologie; zij werden later predikant, resp. te Dwingelo en te Rijssen.


De zonen Arent (Arnoldus) en Hendrick bekwaamden zich in Groningen in het orgelspel en waren er tijdelijk als organist aan gasthuizen verbonden.


Hendrick kwam via groningen terecht in Kampen, waar hij in 1634 tot stadsorganist en -klokkenist werd benoemd.


Arnoldus werd komend dus uit Groningen op 1 oktober 1631 in Zutphen aangesteld tot organist van de St. Walburgskerk, waarvan hij op 24 februari 1647 ook de klokkenist (beiaardier) werd; daarnaast wordt hij in 1655 nog aangetroffen als licentmeester, diaken en opziender van het Arme of Vreemde Wezenhuis.
Hij was in 1631 getrouwd met Gebbetien Böttich, uit Schuttorf, behorend tot de later in Groningen en Drenthe bekende predikantenfamilie Bottichius.


Van hun zeven kinderen stierven er drie jong; één dochter trouwde naar Zwolle, een andere naar Amsterdam, en de twee zonen werden weer organist.
De oudste, Derck ofwel Theodorus, bezocht eerst de Illustre School te Deventer, studeerde vervolgens philosophie te Leiden en ging zich ten slotte in het orgelspel bekwamen in het Groningerland. In 1657 volgde hij zijn in december 1656 (a.d. pest) gestorven vader Mr. Arnoldus op als organist van de St. Walburgskerk, en later werd hij na verkregen opleiding tevens de klokkenist. Theodorus overleed al in 1674 op veertigjarige leeftijd. Zijn opvolger als stadsorganist werd in 1676 Cornelis van Neck.


Uit het huwelijk van Theodorus in 1667 met Catharina Crop sproten vier kinderen, van wie de enige zoon, Arnold, jong stierf. De dochter Helena vertrok in 1702 voorgoed naar Amsterdam. De dochter Maria Magdalena trouwde in 1716 Willem van den Berg uit Doesburg; zij overleed in 1753 te Zutphen kinderloos
en vermaakte haar bezittingen aan haar achterneef Arnoldus Revius in Amsterdam.
Het vierde kind, Theodora, werd in 1674 posthuum geboren en stierf kinderloos vóór 1734.


De jongste zoon van Mr. Arnoldus, namelijk Hendrick van Benthem, werd in 1664 te Kampen aangesteld tot waarnemend organist van de Bovenkerk en klokkenist van de nieuwe toren, onder zijn oom Mr. Hendrick van Benthem de stadsorganist van Kampen. Hendrick (de jonge) vertrok in 1672 naar Amsterdam en
werd daar "suppoost". Hij wordt er in 1684 vermeld als mede-erfgenaam van zijn oom Mr. Hendrick (wiens zes kinderen allen voordien zonder nageslacht waren gestorven).


Hendrick (de jonge) had uit zijn huwelijk in 1663 met Elisabeth van Ceulen vier kinderen, van wie de dochter Cornelia in 1701 te Amsterdam trouwde met de wijnkoper Jodocus Revius uit Deventer.* kind:


Wij hopen in een volgend artikel meer in bijzonderheden terug te komen op de familiebetrekkingen tussen de verschillende organisten-klokkenisten Van Benthem resp. te Nordhorn, Kampen en Zutphen, en de predikanten (Van) Benthem te Dwingelo en te Rijssen. Voor zover valt na te gaan zijn de takken der organisten
Van Benthem uitgestorven (die te Kampen vóór 1684, en die te Amsterdam in de eerste helft van de 18e eeuw). De predikantentakken (Van) Benthem lieten echter een uitgebreid, ook thans nog levend nageslacht na, mede in vrouwelijke lijn, onder de namen Benthem Reddingius en Benthem Sypkens. Deze "gestudeerde" families met vele predikanten en ook wel medici, met name in de vier noordelijke provincies van ons land, zijn voor Zutphen niet van direkt belang en blijven dan ook verder buiten beschouwing. Het op zichzelf merkwaardige fenomeen van de vijf organisten Van Benthem, in drie generaties - waarvan twee in Zutphen bijna een halve eeuw lang - verdient naar het voorkomt alleszins op deze wijze aan de vergetelheid ontrukt te worden.
* kleinzoon van Hendrick Reefsen, of Revius, gemeensman van Deventer, die een broer was van de beroemde theoloog-historicus en dichter Jacobus Revius.  
Arent trouwde met Margareta van Spennenberg. Margareta is overleden.
Kinderen van Arent en Margareta:
1 Adolph Arents Benthem, geboren omstreeks 1603 in Noordhoorn. Volgt 1.1.1.
2 Arent Arents Benthem, geboren omstreeks 1605. Volgt 1.1.2.
3 Hendrick Arents Benthem [1.1.3], geboren omstreeks 1608. Hendrick is overleden.
Beroep:
stadsorganist en -klokkenist Kampen  
Toelichting:
Kampen (De Mey 1940; Van der Kleij & Zwart 1995) [Met dank aan F. D. Zeiler (Kampen)]
Grote of St.-Nicolaaskerk (Bovenkerk): 1565-1608 Willem Andriessen; 1609-1612 Johan Matthijssen; 1612-1618 Arent
Janszoon van Munster; 1618-1664 Cornelis Jansen; 1664-1673 Hendrik van Benthem de Jonge; 1673-1669 Gijsbert
Steenwijck; 1679-1691 Johannes Kempher; 1691-1700 Theodorus Holtius; 1700-1705 Lucas Wolters; 1705-1736 Jan
Nicolaas Berff; 1741-1745 Willem Bruinier Janszoon; 1745-1786 Caspar Berghuys; 1786-1791 Cornelis Buijs; 1791-1804
Cornelis Berghuys (Kampen 1762-1816 Alkmaar); 1805-1859 Jan Herman van der Dussen.
Kleine of Broederkerk en Buiten- of Onze-Lieve-Vrouwekerk: 1580c-1593? Gerrit Lucasz; 1593?-1602? Meester
Hendrick; 1602?-1634 Arent Janszoon van Munster; 1634-1677 Hendrick van Benthem de Olde; 1677-1679 Johannes
Kempher; 1679-1690 Jan David Drellinger; 1690-1743 Jan Everwijn Drellinger; 1743-1783 Bernhardus Bruinier; 1783-
1812 Jan Hendrik Becker.  
4 Melchior Arents Benthem, geboren omstreeks 1615.


Melchior Arents Benthem is geboren omstreeks 1615, zoon van Arent Hendricks Benthem (zie 1.1) en Margareta van Spennenberg. Melchior is overleden op 29-06-1674 in Rijssen, ongeveer 59 jaar oud.
Toelichting:
0239 Ittersum, familie Van
Inventaris
2. Tweede afdeling: Stukken van zakelijke aard
2.1. Provincie Overijssel
2.1.11. Gemeente Rijssen
2.1.11.1. Huis en landgoed ’de Oosterhof’
2.1.11.1.6. Uitoefening van rechten
2.1.11.1.6.3. Kerk te Rijssen
1871 Stukken betreffende de beroeping van Melchior Benthem tot predikant te Rijssen, 1639.
Datering: 1639.
Omvang: 1 omslag
laatste wijziging 04-03-2016


Rijssen
St. Dionysiuskerk 1925
De rooms-katholieke Kerk
Tijd van wereldoorlogen
Na de Reformatie restte de rooms-katholieke Kerk een marginale positie. De overheid begunstigde de Nederduits Gereformeerde kerk; de vrijheid van andere religieuze stromingen werd ernstig beperkt. De roomsen gingen ondergronds. Ze kwamen samen in schuilkerken, op het Leyerweert, bijvoorbeeld. Er bestaat een oud rooms-katholiek doopboek uit de tijd dat iedereen zich moest laten dopen door de predikant. Een dubbele boekhouding, dus. Er waren ook ongeregeldheden: "de pape Lefers" had met een ganzenroer door de "glazen" van de predikant Melchior van Benthem geschoten. Even was er soelaas, toen Bisschop Bernhard van Galen de oostelijke gewesten onveilig maakte. Toen werden de rollen omgedraaid; de predikanten vluchtten, Joannes Swerinck was toen 2 jaar pastoor. In 1678 werd de vrede van Nijmegen gesloten en waren de protestanten weer de baas.


Vriezenveen
1638-1639
Melchior Bentheim, geboren te Nordhorn [Duitsland], overleden op vrijdag 29 juni 1674.
Op 2 augustus 1632 te Groningen ingeschreven: Melchior Benthem Northornensis Phil. Hij was eerst rector der school te Ootmarsum geweest. Beroepen te Vriezenveen in 1638 en in 1639 vertrokken naar Rijssen. Zijn beroepingsbrief naar Rijssen is gedateerd op 29 oktober 1639. Later predikant te Rijssen en Enter.  
Melchior:
(1) trouwde, ongeveer 25 jaar oud, op 02-08-1640 in Deventer [bron: HT FS#207] met Aeltje Balthasar van Breijl, nadat zij op 01-07-1640 in Rijssen in ondertrouw zijn gegaan.
Notitie bij het huwelijk van Melchior en Aeltje: dochter van Balthasar van Breijl in de Papenstraat


01-07-1640 Melchior Bentheim Altien van Breil Deventer cop. 02-08-1640 tot Deventer
Aeltje is een dochter van Balthasar van Breijl. Aeltje is overleden vóór 03-03-1644.
Beroep:
Predikant Rijssen  
(2) ging in ondertrouw, ongeveer 29 jaar oud, op 03-03-1644 in Rijssen met Geertruid Coninck.
Notitie bij het huwelijk van Melchior en Geertruid: 03-03-1644 Melchior Bentheim Gertruit Konings Emrik cop. 19 Martij toe Emrik
Geertruid is geboren in Emmerik. Geertruid is overleden.
Kinderen van Melchior en Geertruid:
1 Hendrick (Melchior) Benthem [1.1.4.1]. Hij is gedoopt op 16-02-1645 in Rijssen.
Notitie bij de geboorte van Hendrick: 16-02-1645 Hendrik Melchior Bentem
Hendrick is overleden.
2 Elisabeth (Melchior) Benthem [1.1.4.2]. Zij is gedoopt op 14-05-1648 in Rijssen.
Notitie bij de geboorte van Elisabeth: 14-05-1648 Elisabet Melchior Bentheim Gertruid Konings
Elisabeth is overleden.
3 Maria Margaretha (Melchior) Benthem [1.1.4.3]. Zij is gedoopt op 05-11-1653 in Rijssen.
Notitie bij de geboorte van Maria: 05-11-1653 Maria Margareta Melch. Bentem
Maria is overleden.


---------------------------------------------


 1 Hendrick Bentheim.
Ocupacion:
maestro de escuela, organista y secretario de la ciudad Nordhorn
Hijo de Hendrick de una relación desconocida:
1 Arent Hendricks Benthem, nacido en Nordhorn. Sigue 1.1.
1.1 Arent Hendricks Benthem nació en Nordhorn, hijo de Hendrick van Bentheim (ver 1). Arent murió en 12-1656 en Zutphen.
Ocupacion:
maestro de escuela, organista y secretario de la ciudad Nordhorn
Explicación
La familia de organistas Van Benthem en Zutphen en el siglo XVII por R.C.C. el Savornin Lohman
Sra. M.M. Doornink - Hoogenraad cede en la Revista de la Sociedad de Historia de la Música Holandesa, Dl. XIX, - 3,4 (Amsterdam 1962-1963) en su artículo "Organista de Een Zutphense del tiempo de Sweelinck" (pp. 192-199) una fascinante descripción de la vida y obra del Sr. Godefrid Oldenraet,
quien fue organista de la ciudad de Zutphen desde 1613-1630. El artículo concluye afirmando que después de la muerte de Oldenraet finales de 1630 / principios de 1631 se llevó a cabo sus funciones temporalmente por su alumno ciego Gerrit Hansen, y de octubre fue nombrado 1 1 163 organista titular el Sr. Arnold van Benthem, de
de Groningen. Estos Van Benthem y su familia musical son el tema del estudio a continuación.


Primero se puede decir que desde la Reforma, el organista en Zutphen era solo parcialmente "organista de la ciudad"; aunque fue nombrado y destituido por el magistrado, su remuneración fue pagada por los locales de la oficina de Zutphen, al igual que los ministros y los maestros de escuela.
emolumentos como el alquiler de la casa y los honorarios por discursos de órgano extraordinarios de las tasas de interés espiritual de la ciudad fueron pagados. Además, el consistorio fue una voz importante en la instrucción para el organista (compárese el artículo anterior por la Sra Doornink ,. Y el artículo "Un organista callejero de la ciudad" por J. de Graaf, en Gelredome 1953, p. 196).


Arent, o Arnold (us) van Benthem, nació alrededor de 1610 en la ciudad comercial de Nordhorn, en el Vecht en el condado de Bentheim. Su padre, Hendrick van Benthe (i) m, provenía de una sucursal híbrida de la tumba alemana Van Bentheim; su padre y su abuelo fueron directores en Nordhorn. Hendrick celebró allí desde 16 10-1648 en ese momento a menudo funciones combinadas de maestro de escuela, organista y secretario de la ciudad. Se casó alrededor de 1610 con Margaretha Spenneberg, una hija de agricultores ricos en Borghorst, cerca de Steinfurt. Tuvieron cuatro hijos, quienes primero fueron a Groningen, luego también a una gran ciudad con una rica vida científica (¡universitaria!) Y cultural.


Los hijos Adolphus y Melchior estudiaron teología allí; luego se convirtieron en predicadores, resp. en Dwingelo y Rijssen.


Los hijos Arent (Arnoldus) y Hendrick entrenaron en el órgano en Groningen y se conectaron temporalmente a las casas de huéspedes como organistas.


Hendrick terminó en Groningen a través de Groningen, donde fue nombrado organista de la ciudad y relojero en 1634.


Arnoldus así viniendo de Groningen fue el 1 de octubre, 1631 Zutphen organista de la iglesia de St. Walburg, de la que fue también el 24 de febrero 1647 carillón (campana de timbre) nombrado; además, en 1655 todavía se lo encuentra como un maestro de licencia, diácono y supervisor del orfanato de pobres o alienígenas.
Se casó en 1631 con Gebbetien Böttich, de Schuttorf, perteneciente a la familia de Bottichius, conocida posteriormente en Groningen y Drenthe.


Tres de sus siete hijos murieron jóvenes; una hija se casó con Zwolle, otra con Ámsterdam, y los dos hijos volvieron a ser organistas.
El mayor, Derck o Theodorus, primero asistió a la Escuela Illustre en Deventer, luego estudió filosofía en Leiden, y finalmente se volvió competente en el órgano que toca en Groningerland. En 1657 siguió a su padre, murió en diciembre de 1656 (a.p. Arnoldus como organista de St. Walburgskerk, y más tarde se convirtió en el jugador del reloj después de su entrenamiento. Teodoro murió en 1674 a la edad de cuarenta años. Su sucesor como organista de la ciudad se convirtió en Cornelis van Neck en 1676.


Desde el matrimonio de Theodorus en 1667 hasta Catharina Crop, brotaron cuatro niños, cuyo único hijo, Arnold, murió joven. La hija Helena se fue a Amsterdam en 1702 para siempre. La hija María Magdalena se casó en 1716 con Willem van den Berg de Doesburg; ella murió sin hijos en Zutphen en 1753
y entretenía sus posesiones a su sobrino nieto Arnoldus Revius en Amsterdam.
El cuarto niño, Theodora, nació póstumamente en 1674 y murió sin descendencia antes de 1734.


El hijo más joven del Sr. Arnoldus, a saber, Hendrick van Benthem, fue nombrado en 1664 en Kampen para ser el organista adjunto de Bovenkerk y cronista de la nueva torre, bajo su tío el Sr. Hendrick van Benthem, el organista de la ciudad de Kampen. Hendrick (el joven) se fue a Amsterdam en 1672 y
se convirtió en "asistente" allí. Él se menciona allí; en 1684 como coheredero de su tío. Hendrick (cuyos seis hijos habían muerto todos sin descendencia antes).


Hendrick (el joven) tuvo cuatro hijos de su matrimonio en 1663 con Elisabeth van Ceulen, cuya hija Cornelia se casó con el comerciante de vinos Jodocus Revius de Deventer en Amsterdam en 1701. * niño:


En un artículo posterior esperamos volver más detalladamente a las relaciones familiares entre los diversos relojes de organista Van Benthem resp. en Nordhorn, Kampen y Zutphen, y los pastores (Van) Benthem en Dwingelo y en Rijssen. Por lo que se puede ver, las ramas de los organistas son
Van Benthem extinto (que en Kampen antes de 1684, y que en Amsterdam en la primera mitad del siglo XVIII). Las ramas pastoras (Van) Benthem, sin embargo, dejaron una descendencia extensa, todavía viva, también en línea femenina, con los nombres de Benthem Reddingius y Benthem Sypkens. Estas familias "estudiadas" con muchos predicadores y también médicos, especialmente en las cuatro provincias del norte de nuestro país, no tienen ninguna importancia para Zutphen y, por lo tanto, no se tienen en cuenta. El fenómeno en sí mismo notable de los cinco organistas Van Benthem, en tres generaciones -dos de los cuales en Zutphen durante casi medio siglo- merece ser evitado de esta manera en la oscuridad.
* nieto de Hendrick Reefsen, o Revius, compañero de Deventer, que era hermano del famoso teólogo-historiador y poeta Jacobus Revius.
Arent se casó con Margareta van Spennenberg. Margareta ha fallecido.
Hijos de Arent y Margareta:
1 Adolph Arents Benthem, nacido alrededor de 1603 en Noordhoorn. Sigue 1.1.1.
2 Arent Arents Benthem, nacido alrededor de 1605. Sigue 1.1.2.
3 Hendrick Arents Benthem [1.1.3], nacido alrededor de 1608. Hendrick murió.
Ocupacion:
organista de la ciudad y relojero Kampen
Explicación
Kampen (De Mey 1940, Van der Kleij y Zwart 1995) [Gracias a F. D. Zeiler (Kampen)]
Gran Iglesia de San Nicolás (Bovenkerk): 1565-1608 Willem Andriessen; 1609-1612 Johan Matthijssen; 1612-1618 Arent
Janszoon van Munster; 1618-1664 Cornelis Jansen; 1664-1673 Hendrik van Benthem el Joven; 1673-1669 Gijsbert
Steenwijck; 1679-1691 Johannes Kempher; 1691-1700 Theodorus Holtius; 1700-1705 Lucas Wolters; 1705-1736 ene
Nicolaas Berff; 1741-1745 Willem Bruinier Janszoon; 1745-1786 Caspar Berghuys; 1786-1791 Cornelis Buijs; 1791-1804
Cornelis Berghuys (Kampen 1762-1816 Alkmaar); 1805-1859 Jan Herman van der Dussen.
Iglesia pequeña o fraternal e Iglesia de Nuestra Señora: 1580c-1593? Gerrit Lucasz; 1593? -1602? Maestro
Hendrick; 1602? -1634 Arent Janszoon van Munster; 1634-1677 Hendrick van Benthem the Olde; 1677-1679 Johannes
Kempher; 1679-1690 Jan David Drellinger; 1690-1743 Jan Everwijn Drellinger; 1743-1783 Bernhardus Bruinier; 1783-
1812 Jan Hendrik Becker.
4 Melchior Arents Benthem, nacido alrededor de 1615.


 Melchior Arents Benthem nació alrededor de 1615, hijo de Arent Hendricks Benthem (véase 1.1) y Margareta van Spennenberg. Melchior murió el 29-06-1674 en Rijssen, alrededor de 59 años.
Explicación
0239 Ittersum, familia Van
Inventario
2. Segunda sección: piezas de naturaleza empresarial
2.1. Provincia de Overijssel
2.1.11. Municipio de Rijssen
2.1.11.1. Casa y finca 'de Oosterhof'
2.1.11.1.6. Ejercer los derechos
2.1.11.1.6.3. Iglesia en Rijssen
1871 Documentos relativos al llamamiento de Melchior Benthem para ministrar en Rijssen, 1639.
Citas: 1639.
Tamaño: 1 cubierta
última actualización 04-03-2016


Rijssen
Iglesia de San Dionisio 1925
La Iglesia Católica Romana
Tiempo de las guerras mundiales
Después de la Reforma, la Iglesia Católica Romana permaneció marginal. El gobierno favoreció a la iglesia reformada holandesa; la libertad de otros movimientos religiosos estaba severamente limitada. Las cremas se escondieron. Se reunieron en iglesias refugio, en el Leyerweert, por ejemplo. Hay un viejo libro de bautismo Católico Romano de la época en que todos tenían que ser bautizados por el pastor. Una contabilidad doble, entonces. También hubo disturbios "pape Lefers" se disparó con una escopeta a través de la "copa" el ministro Melchior van Benthem. Hubo cierto solazo cuando el obispo Bernhard van Galen hizo inseguras las provincias orientales. Entonces los roles fueron revertidos; los ministros huyeron, Joannes Swerinck era entonces pastor por 2 años. En 1678, la paz de Nijmegen se cerró y los protestantes volvieron a ser el jefe.


Vriezenveen
1638-1639
Melchior Bentheim, nacido en Nordhorn [Alemania], murió el viernes 29 de junio de 1674.
Fue registrada en Groningen el 2 de agosto de 1632: Melchior Benthem Northornensis Phil. Había sido rector de la escuela en Ootmarsum. Profesiones en Vriezenveen en 1638 y en 1639 partieron hacia Rijssen. Su carta de apelación a Rijssen está fechada el 29 de octubre de 1639. Más tarde predicador en Rijssen y Enter.
Melchior:
(1) casado, de unos 25 años, el 08/02/1640 en Deventer [fuente: HT FS # 207] con Aeltje Balthasar van Breijl, después de que las prohibiciones de 01/07/1640 en Rijssen.
Nota sobre el matrimonio de Melchior y Aeltje: hija de Baltasar van Breijl en el Papenstraat


01-07-1640 Melchior Bentheim Altien de Breil Deventer, policía. 02-08-1640 a Deventer
Aeltje es una hija de Balthasar van Breijl. Aeltje murió antes del 03-03-1644.
Ocupacion:
Preacher Rijssen
(2) casado, aproximadamente 29 años, el 03-03-1644 en Rijssen con Geertruid Coninck.
Nota a la boda de Melchor y Geertruid-: 03/03/1644 Melchior Bentheim Gert King Diamond Emrik policía. 19 Martij toe Emrik
Geertruid nació en Emmerik. Geertruid falleció.
Hijos de Melchior y Geertruid:
1 Hendrick (Melchior) Benthem [1.1.4.1]. Fue bautizado el 16-02-1645 en Rijssen.
Nota sobre el nacimiento de Hendrick: 16-02-1645 Hendrik Melchior Bentem
Hendrick murió.
2 Elisabeth (Melchior) Benthem [1.1.4.2]. Ella fue bautizada el 14-05-1648 en Rijssen.
Nota en el nacimiento de Elisabeth: 14-05-1648 Elisabet Melchior Bentheim Gertruid Konings
Elisabeth murió.
3 Maria Margaretha (Melchior) Benthem [1.1.4.3]. Ella fue bautizada el 5 de noviembre de 1653 en Rijssen.
Nota sobre el nacimiento de María: 05-11-1653 Maria Margareta Melch. Bentem
Maria ha fallecido.


--------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------


http://cultuurtijdschriften.nl/download?type=document&docid=479770


De organistenfamilie Van Benthem te Zutphen in de zeventiende
eeuw
door R.C.C. de Savornin Lohman
Mevrouw M.M. Doornink - Hoogenraad geeft in het Tijdschrift van de Vereniging
voor Nederlandse Muziekgeschiedenis, Dl. XIX, - 3,4 (Amsterdam 1962-
1963) in haar artikel "Een Zutphense organist uit Sweelinck's tijd" (blz. 192-
199) een boeiende beschrijving van het leven en werken van Mr. Godefrid Oldenraet,
die van 1613-1630 organist der stad Zutphen was. Het artikel besluit met
de vermelding dat na de dood van Oldenraet eind 1630/begin 1631 zijn functie
tijdelijk werd uitgeoefend door zijn blinde leerling Gerrit Hansen, en dat op 1
oktober 163 1 als vaste organist werd aangesteld Mr. Arnold van Benthem, afkomstig
uit Groningen. Deze Van Benthem en zijn muzikale familie vormen het
onderwerp van onderstaande studie.
Voorop mag gesteld worden dat sinds de Reformatie de organist te Zutphen
slechts gedeeltelijk "stadsorganist" was; hij werd weliswaar door de Magistraat
benoemd en ontslagen, maar zijn bezoldiging geschiedde - evenals voor de predikanten
en schoolmeesters - door het kwartierlijke Zutphense rentambt, terwijl
emolumenten zoals huishuur en honorarium voor buitengewone orgelbespelingen
uit de stedelijke geestelijke rentambten werden bekostigd. Daarnaast had de kerkeraad
een belangrijke stem in de instructie voor de organist (verg. bovenvermeld
artikel van Mevrouw Doornink; en het artikel "Een afgedwaalde stadsorganist"
van J. de Graaf, in Gelre 1953, blz. 196).
Arent, ofwel Arnold(us) van Benthem werd omstreeks 1610 geboren in het
handelsstadje Nordhorn, aan de Vecht in het graafschap Bentheim. Zijn vader
Hendrick van Benthe(i)m stamde uit een bastaardtak van het Duitse gravenhuis
Van Bentheim; zijn vader en grootvader waren richter in Nordhorn. Hendrick bekleedde
van 16 10- 1648 aldaar de toendertijd vaak gecombineerde functies van
schoolmeester, organist en stadssecretaris. Hij trouwde omstreeks 1610 Margaretha
Spenneberg, een dochter van welgestelde boeren in Borghorst bij Steinfurt.
Zij hadden vier zonen, die alle vier eerst naar Groningen gingen, toen ook reeds
een grote stad met een rijk wetenschappelijk (Universiteit!) en cultureel leven.
De zonen Adolphus en Melchior studeerden er theologie; zij werden later predi- .I
kant, resp. te Dwingelo en te Rijssen. De zonen Arent (Arnoldus) en Hendrick
bekwaamden zich in Groningen in het orgelspel en waren er tijdelijk als organist
aan gasthuizen verbonden. Hendrick kwam via Groen10 terecht in Kampen, waar
hij in 1634 tot stadsorganist en -klokkenist werd benoemd.
Arnoldus werd komend dus uit Groningen op 1 oktober 1631 in Zutphen
aangesteld tot organist van de St. Walburgskerk, waarvan hij op 24 februari 1647
ook de klokkenist (beiaardier) werd; daarnaast wordt hij in 1655 nog aangetroffen
als licentmeester, diaken en opziender van het Arme of Vreemde Wezenhuis.
Hij was in 1631 getrouwd met Gebbetien Böttich, uit Schuttorf, behorend tot de
later in Groningen en Drenthe bekende predikantenfamilie Bottichius.


 


 Van hun zeven kinderen stierven er drie jong; één dochter trouwde naar Zwolle,
een andere naar Amsterdam, en de twee zonen werden weer organist. De oudste,
Derck ofwel Theodorus, bezocht eerst de Illustre School te Deventer, studeerde
vervolgens philosophie te Leiden en ging zich ten slotte in het orgelspel
bekwamen in het Groningerland. In 1657 volgde hij zijn in december 1656 (a.d.
pest) gestorven vader Mr. Arnoldus op als organist van de St. Walburgskerk, en
later werd hij na verkregen opleiding tevens de klokkenist. Theodorus overleed al
in 1674 op veertigjarige leeftijd. Zijn opvolger als stadsorganist werd in 1676
Cornelis van Neck.
Uit het huwelijk van Theodorus in 1667 met Catharina Crop sproten vier
kinderen, van wie de enige zoon, Arnold, jong stierf. De dochter Helena vertrok
in 1702 voorgoed naar Amsterdam. De dochter Maria Magdalena trouwde in
1716 Willem van den Berg uit Doesburg; zij overleed in 1753 te Zutphen kinderloos
en vermaakte haar bezittingen aan haar achterneef Arnoldus Revius in Amsterdam.
Het vierde kind, Theodora, werd in 1674 posthuum geboren en stierf
kinderloos vóór 1734.
De jongste zoon van Mr. Arnoldus, namelijk Hendrick van Benthem, werd in
1664 te Kampen aangesteld tot waarnemend organist van de Bovenkerk en klokkenist
van de nieuwe toren, onder zijn oom Mr. Hendrick van Benthem de stadsorganist
van Kampen. Hendrick (de jonge) vertrok in 1672 naar Amsterdam en
werd daar "suppoost". Hij wordt er in 1684 vermeld als mede-erfgenaam van zijn
oom Mr. Hendrick (wiens zes kinderen allen voordien zonder nageslacht waren
gestorven).
Hendrick (de jonge) had uit zijn huwelijk in 1663 met Elisabeth van Ceulen
vier kinderen, van wie de dochter Cornelia in 1701 te Amsterdam trouwde met
de wijnkoper Jodocus Revius uit Deventer.*
Wij hopen in een volgend artikel meer in bijzonderheden terug te komen op
de familiebetrekkingen tussen de verschillende organisten-klokkenisten Van Benthem
resp. te Nordhorn, Kampen en Zutphen, en de predikanten (Van) Benthem
te Dwingelo en te Rijssen. Voor zover valt na te gaan zijn de takken der organisten
Van Benthem uitgestorven (die te Kampen vóór 1684, en die te Amsterdam
in de eerste helft van de 18e eeuw). De predikantentakken (Van) Benthem lieten
echter een uitgebreid, ook thans nog levend nageslacht na, mede in vrouwelijke
lijn, onder de namen Benthem Reddingius en Benthem Sypkens. Deze "gestudeerde"
families met vele predikanten en ook wel medici, met name in de vier
noordelijke provincies van ons land, zijn voor Zutphen niet van direkt belang en
blijven dan ook verder buiten beschouwing.
Het op zichzelf merkwaardige fenomeen van de vijf organisten Van Benthem,
in drie generaties - waarvan twee in Zutphen bijna een halve eeuw lang - verdient
naar het voorkomt alleszins op deze wijze aan de vergetelheid ontrukt te worden.
* kleinzoon van Hendrick Reefsen, of Revius, gemeensman van Deventer, die een broer was van de beroemde theoloog-historicus en dichter Jacobus Revius. 


------------------------------


La familia del organista Van Benthem en Zutphen en el decimoséptimo
siglo
por R.C.C. el Savornin Lohman
Sra. M.M. Doornink - Hoogenraad cede en la Revista de la Asociación
para la historia de la música holandesa, Dl. XIX, - 3.4 (Amsterdam 1962-
1963) en su artículo "Un organista de Zutphen del tiempo de Sweelinck" (p.
199) una descripción fascinante de la vida y el trabajo del Sr. Godefrid Oldenraet,
quien fue organista de la ciudad de Zutphen desde 1613-1630. El artículo concluye con
la declaración de que después de la muerte de Oldenraet a fines de 1630 / principios de 1631 su función
temporalmente fue ejercida por su estudiante ciego Gerrit Hansen, y que el 1
Octubre 163 1 fue nombrado organista permanente. Arnold van Benthem, de
de Groningen. Estos Van Benthem y su familia musical lo forman
sujeto del estudio a continuación.
En primer lugar, se puede decir que desde la Reforma el organista en Zutphen
era solo parcialmente "organista de la ciudad"; él fue admitido por el Magistrado
nombrado y despedido, pero su remuneración fue hecha, así como para los pastores
y maestros de escuela - por el prometido trimestral de Zutphen, mientras
emolumentos como el alquiler de la casa y los honorarios por juegos de órgano extraordinarios
fuera de las tasas de interés espirituales urbanas se financiaron. Además, el consejo de la iglesia
una voz importante en la instrucción para el organista (citado anteriormente
artículo de la Sra. Doornink; y el artículo "Un organista de la ciudad callejero"
por J. de Graaf, en Gelre 1953, página 196).
Arent, o Arnold (nosotros) van Benthem, nació alrededor de 1610 en el
ciudad comercial Nordhorn, en el Vecht en el condado de Bentheim. Su padre
Hendrick van Benthe (i) m se originó a partir de una rama bastarda de la tumba alemana
Van Bentheim; su padre y su abuelo fueron directores en Nordhorn. Hendrick aguantó
a partir del 16 10-1648 allí las funciones a menudo combinadas de
maestro de escuela, organista y secretario de la ciudad. Se casó con Margaretha alrededor de 1610
Spenneberg, una hija de granjeros ricos en Borghorst cerca de Steinfurt.
Tuvieron cuatro hijos, todos fueron a Groningen primero, y luego también
una gran ciudad con una rica vida científica (¡Universidad!) y cultural.
Los hijos Adolphus y Melchior estudiaron teología allí; luego se volvieron predispuestos
lado, resp. en Dwingelo y Rijssen. Los hijos Arent (Arnoldus) y Hendrick
calificado en Groningen en el juego del órgano y fue temporalmente como organista
conectado a casas de huéspedes. Hendrick terminó en Groen10 en Kampen, donde
en 1634 fue nombrado organista de la ciudad y relojero.
Por lo tanto, Arnoldus venía de Groninga el 1 de octubre de 1631 en Zutphen.
nombrado organista de la Iglesia de San Walburg, de la que fue el 24 de febrero de 1647
también el jugador del reloj (carillonneur) era; además, todavía se encuentra en 1655
como maestro de licencia, diácono y supervisor del orfanato de pobres o extranjeros.
Se casó en 1631 con Gebbetien Böttich, de Schuttorf, que pertenece al
más tarde en Groningen y Drenthe conocido pastor familia Bottichius.


 


Tres de sus siete hijos murieron jóvenes; una hija casada con Zwolle,
otro a Amsterdam, y los dos hijos se volvieron organistas otra vez. El más antiguo,
Derck o Theodorus, primero asistieron a la Escuela Illustre en Deventer, estudiaron
entonces la filosofía en Leiden y finalmente entró en el juego del órgano
hábil en el Groningerland. En 1657 siguió la suya en diciembre de 1656 (a.d.
plaga) murió padre Arnoldus como organista de la Iglesia de St. Walburg, y
más tarde, después de haber sido entrenado, también se convirtió en el jugador del reloj. Theodorus ya murió
en 1674 a la edad de cuarenta. Su sucesor como organista de la ciudad fue en 1676
Cornelis van Neck.
Del matrimonio de Theodorus en 1667 con Catharina Crop cuatro espadines
niños, cuyo único hijo, Arnold, murió joven. La hija que Helena dejó
en 1702 para bien a Amsterdam. La hija María Magdalena se casó
1716 Willem van den Berg de Doesburg; ella murió sin hijos en Zutphen en 1753
y entretenía sus posesiones a su sobrino nieto Arnoldus Revius en Amsterdam.
El cuarto niño, Theodora, nació póstumamente en 1674 y murió
sin hijos antes de 1734.
El hijo más joven del Sr. Arnoldus, a saber, Hendrick van Benthem, estaba en
1664 en Kampen nombrado organista en funciones de Bovenkerk y jugador de reloj
de la nueva torre, bajo su tío el Sr. Hendrick van Benthem el organista de la ciudad
van Kampen. Hendrick (el joven) se fue a Amsterdam en 1672 y
se convirtió en "asistente" allí. Él se menciona allí en 1684 como co-heredero de su
Tío Sr. Hendrick (cuyos seis hijos estaban todos sin descendencia antes
murió).
Hendrick (el joven) tuvo de su matrimonio en 1663 con Elisabeth van Ceulen
cuatro hijos, de los cuales la hija Cornelia se casó en 1701 en Amsterdam
el vendedor de vinos Jodocus Revius de Deventer. *
Esperamos volver al siguiente artículo con más detalle
las relaciones familiares entre los diversos relojes de organista Van Benthem
resp. en Nordhorn, Kampen y Zutphen, y los pastores (Van) Benthem
en Dwingelo y Rijssen. Por lo que se puede ver, las ramas de los organistas son
Van Benthem extinto (que en Kampen antes de 1684, y que en Amsterdam
en la primera mitad del siglo XVIII). Las ramas del pastor (Van) Benthem se fueron
sin embargo, una descendencia extensa, incluso ahora viva después, también en mujeres
línea, bajo los nombres de Benthem Reddingius y Benthem Sypkens. Este "estudiado"
familias con muchos predicadores y también médicos, especialmente en los cuatro
las provincias del norte de nuestro país no tienen ninguna importancia para Zutphen y
por lo tanto, permanecen fuera de consideración.
El fenómeno en sí mismo notable de los cinco organistas Van Benthem,
en tres generaciones, de las cuales dos en Zutphen han ganado casi medio siglo
parece que se sacó del olvido de esta manera de cualquier manera.
* nieto de Hendrick Reefsen, o Revius, compañero de Deventer, que era hermano del famoso teólogo-historiador y poeta Jacobus Revius.


 


-----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------


D E K E R K E T O T R I J S S E N


De geschiedenis van de Hervormde Gemeente van
Rijssen (1598-1813)  


Melchior Bentheim.



Melchior Bentheim, rond 1610 geboren te Nordhorn in de Graafschap Bentheim, werd in het najaar van 1639
predikant te Rijssen. Hij kwam van Vriezenveen. Melchior Bentheim was in 1637 tot rector van de scholen te
Ootmarsum benoemd en in 1638 als predikant te Vriezenveen beroepen. Hij was predikant van Rijssen tot aan
zijn overlijden op 26 juni 1674.
P.H.A.M. Abels meldt in “De broederen van Twenthe” over Melchior Bentheim:
Melchior Benthem stamde uit Nordhorn in het graafschap Bentheim, waar zijn vader, Hendrick Benthem, die
rond 1600 in het huwelijk trad met Margaretha Spennenberg, als organist, schoolmeester en stadssecretaris
werkzaam was. Het geslacht Benthem behoorde tot een bastaardtak van het gravenhuis van Bentheim.
Zijn broer Adolphus werd eveneens predikant (te Dwingelo van 1629-1654). Twee andere broers waren organist
en klokkenist.
Melchior Benthem studeerde in Groningen (1632). Waarschijnlijk studeerde hij daarvoor, evenals zijn broer
Adolphus, aan de hogeschool van Steinfurt.
Op 12 januari 1637 trad Melchior Benthem in dienst als rector van de Latijnse school van Ootmarsum, hetgeen
hem er niet van weerhield zich in september van datzelfde jaar voor een beroeping aan te bevelen. Precies een
jaar later kon hij de classis een beroep tonen van de heer van Almelo tot het predikambt te Vriezenveen, waar
hij eind september 1638 bevestigd werd.
Over zijn predikantschap te Rijssen vermeldt Abels:
Op 29 oktober 1639 verschenen kapitein-majoor Ernst van Ittersum en Tonnis ter Ceurs, burgemeester te
Rijssen, op de vergadering der Deventer classis met een beroep van de gemeente van Rijssen op de persoon van
Melchior Benthem, dat met algemene stemmen werd goedgekeurd.
Melchior Benthem trouwde op 2 augustus 1640 te Deventer met Aeltjen van Breijl. Zij ontviel hem spoedig,
waarna hij op 19 maart 1644 te Emmerik hertrouwde met Geertruit Konings. Zij kregen drie kinderen, twee
dochters en een zoon. Zoon Hendrik studeerde te Deventer (1663) en Groningen (1666 theologie). In 1668 werd
hij schoolmeester in Rijssen en op 8 juni 1669 beval hij zich bij de Deventer classis voor een beroeping aan,
hetgeen blijkbaar geen effect sorteerde.
Tijdens zijn ambtsperiode in Rijssen beklaagde Benthem zich er in 1664 over “(...) dat tot verscheijden reijsen
op sijn persoon en huis geladen roers zijn losgeschoten, apparentelijk van Papisten, welcker vergaderinge
omtrent sijn woninge verstoort was”.
Abels vervolgt:
Toen kort daarna de Munsterse legers voor de eerste keer het Twentse land overrompelden en de katholieken in
hun oude rechten herstelden, vluchtte Benthem naar vrienden in Holland. Na de vrede van Kleef keerde hij terug
en bediende de Rijssense gereformeerden tot zijn dood op 26 juni 1674.


 


 Hermannus Scheene. Na Melchior Bentheim werd de proponent Hermannus Scheene in het najaar van 1674 predikant in Rijssen. P.H.A.M. Abels schrijft over Hermannus Scheene in “De broederen van Twenthe”: Hermannus Scheen werd omstreeks 1646 geboren en was afkomstig uit Kampen. In het lidmatenboek van deze IJsselstad werd hij in juli 1666 ingeschreven als Herman Heyndricksen Scheen. Scheen studeerde in Leiden (1669 philosofie). Al vrij snel na zijn komst in Rijssen ontstonden er moeilijkheden met deze predikant. Hij verbrak zijn verloving met Aaltje Benthem, dochter van de overleden predikant. Deze zaak werd door een aantal gemeenteleden voor de classis gebracht. R.E. Hattink vermeldt hierover: Den 13 April 1675 werd hij als lid der classis toegelaten en daags daarna in behandeling genomen de zaak van de kerk te Rijssen en gelezen een rekwest door Scheen gepresenteerd aan den Landdrost van Twenthe en diens apostille waarbij de zaak aan de classis gerenvoyeerd werd "opdat deselve soo mogelijk bij amicabile compositie mocht afgedaen worden". Ingestaen zijn eenighe van de gemeente van Rijssen hebben met overleveringhe van eenighe documenten versocht, dat haer een ander predikant in plaetse van D. Scheen mocht gegeven worden. Is verstaen van 't E. classis dat alleen diegene, welke van en uijt de kerckenraet zijn, sullen binnen staen om haer af te vraghen op wat conditie dat se haren predikant beroepen hebben. Waarop ingekomen zijn Warner Hermsen, diaken, Jan Muller, diaken, en Henrik Arentsen, mede diaken van de kerke tot Rijssen, verklarende eerst dat se D. Scheen op die conditie niet beroepen hebben, maar alleen voorgestelt of sijn E. met het wereltlijke niet soude voortvaren, wanneer het geestelijk houwelijk was voltrokken; daer bijvoegende dat de broeder van D. Scheen en Brandenborch sulks voorgeslagen en aengenomen hebben; en daerna particulier ondervraaght, eenigszins bekent dat de voorslach van te sullen trouwen met de oudste dochter van sal. D. Benthem was geschiet eer zij getreden zijn tot de beroepinghe. Doch is haer gerecommandeert dat se de andere van de gemeente hier meede vergadert souden soeken te disponeeren om de zake stante classi in der minne af te maken; zijnde tot genoegsaam ondersoek van deselve en afhandelinghe genomineert en gecommittert D.D. Colonius, A. Putmannus, Herm. van Eibergen en Bommel. De gecommitteerde broederen, weder ingekomen zijnde, rapporteren dat die van den kerkenraet tot Rijssen hebben gesecht, dat se geensins verstaen konnen tot een amicabile compositie, dat haer predikant trouloos is in sijn beloften, dat hij in de passieweeke eenighsins nalatigh is geweest in sijnen dienst, en versoeken darom dat haer een ander predikant mach gegeven worden. Is die van den kerkenraet tot Rijssen van 't E. classis gelast om de aanwesende van de gemeente te vragen, of niet souden konnen over haer nemen dat er eenighe predikanten hetzij uijt de stadt van Deventer, of van buiten of conjunctim gesonden wierden na Rijssen, om de gantsche gemeente bijeen te roepen en te tenteren of men hare gemoederen door goeden redenen en heilsame voorslagh niet soude konnen gerust en te vrede stellen en soo mogelijk de zake ten beste van haer en van Godts kerke, tot een goet einde brenghen. Hebben dit die van Rijssen niet willen aennemen, en daerom ist het dat het E. classis, alle goede en bedenkelijke voorslagen hebbende gedaen en niet konnende vorderen, haer wijsen na haren competenten richter, en sal het gepasseerde door een missive aan de heer de lantdrost van Twenthe bekent gemaakt worden. In “De broederen van Twenthe” (P.H.A.M. Abels) lezen we over deze zaak het volgende: Op 1 juni 1673 deed Scheen zijn proponentsexamen voor de classis Kampen. In het volgende jaar knoopte hij verkering aan met Aaltje Benthem, oudste dochter van de pas overleden predikant van Rijssen, Melchior Benthem, waarschijnlijk met de bedoeling hierdoor zijn kansen op een beroeping naar Rijssen te vergroten. Scheen slaagde in zijn opzet, want hij werd inderdaad beroepen, hetgeen op 17 september 1674 door de classis van Deventer werd geapprobeerd. Reeds in het volgende voorjaar haalde Scheen zich de verontwaardiging van zijn nieuwe gemeente op de hals, door zijn trouwbeloften aan de predikantsdochter niet na te komen. Enkele lidmaten der Rijssense gemeente begaven zich op 13 april 1675 ter classis en verzochten "een ander predikant in plaetse van D. Scheen". De classis wenste eerst opheldering van de vraag op welke voorwaarden Scheen eigenlijk destijds naar Rijssen beroepen was. Hierop antwoordden de Rijssense afgevaardigden, dat zij hem niet op voorwaarde van een huwelijk met Aaltje Benthem beroepen hadden, maar dat zij Scheen hadden voorgesteld of hij "met het wereltlijke niet soude voortvaren, wanneer het geestelijk houwelijk was voltrokken". De classis drong aan op verzoening, doch de Rijssense kerkeraad liet onmiddellijk weten dat "se geensins verstaen konnen tot een amicabele compositie", omdat haar dominee trouweloos was in zijn beloftes en daarenboven in de "passieweeke" enigszins nalatig was geweest in zijn bediening. De classis besloot tenslotte de zaak door te verwijzen naar de competente richter en ook de Drost van Twente in kennis te stellen. 18 Een jaar later kon in de classicale activa worden opgetekend dat de kwestie "bij amicabele compositie volkomentlijk en in vrede is geassopieert". Dit zou erop kunnen duiden dat Scheen uiteindelijk toch het werk voor het meisje heeft laten prevaleren en in het huwelijk is getreden met Aaltje Benthem. Zekerheid hierover bestaat er echter niet. Over Hermannus Scheen wordt ook vermeld dat hij geen notulenboek bijhield en evenmin de doop- en trouwregisters. Scheen overleed op 29 januari 1719.


 


Ook Melchior Bentheim werd door de classis van Deventer beroepen.
R.E. Hattink meldt over de opvolging van Justinus Havenbergius:
In de vergadering der classis van 4 September 1638 kwam het verzoek van ingezetenen van het kerspel Rijssen
in om in plaats van Havenberg tot een wettelijken leeraar te mogen hebben Abraham Nijhoff, predikant te
Wierden, die ook de door eenige der burgemeesters van Rijssen begeerde persoon was. Collatoren konden zich
met deze keus niet vereenigen en toen in April 1639 aan de classis bleek dat er tusschen goedheeren en
gecommitteerden der stad geene eenstemmigheid in het praesenteeren van een leeraar kon verkregen worden,
keurde zij de door collatoren gedane praesentatie van Henricus Margenratus, ook Margeradt, Marckgraet
geheeten, predikant te Gramsbergen, goed. Na diens bedanken werd uit de voorgestelde personen Herm.
Wedaeus, Temperus en Bentheim laatstgenoemde met eenparigheid beroepen (blz. 348).
En over de beroeping van Melchior Bentheim door de classis van Deventer, op voordracht van de collatoren van
Rijssen, vermeldt R.E. Hattink:
Op 15 en 29 October 1639 kwam de classis Deventer in buitengewone vergadering bijeen, waar het beroep van
een predikant te Rijssen aan de orde was.
Op 15 oktober verscheen de kapitein-majoor Ernst van Ittersum, vertoonende zijn credentzen en instructien, als
gecommitteerde van het stedeken Rijssen en Jonker van Voerst op Grimbergen, zich gedragende als Collatoren
der kerk te Rijssen, waar hij verlenging van den termijn verzocht om een bekwaam persoon tot den kerkendienst
van Rijssen te presenteeren.
In de tweede vergadering (29 October 1639) verscheen dezelfde van Ittersum met Tonnes ter Ceurs,
burgemeester van Rijssen, welke "getoont hebbende haere commissie en credentz" van wegen den respective
junckeren en het stedeke van Rijssen, haer gedragende als Collatoren der plaetse en kercke van Rijssen, met
eenparigheijt gepraesenteert (hebben) tot een ordinaris leeraer haerer kercken D. Melchiorem Benthem, dienaer
der gemeente tot Vriesenveen.
De classis, door deze lang verwachte eendracht verblijd, liet zich deze keus welgevallen en beriep met eenparige
stemmen Benthem onder inwachting van aanneming zijnerzijds en de approbatie van den Landdrost, waarnaar
er order zoude gesteld worden op de bevestiging zijns persoons door Deputaten der classis (blz. 336).
De beroepsbrief - die ambtshalve mede was ondertekend door de bekende Deventer predikant Jacobus Revius -
luidde volgens een extract uit 't Boeck van copijen der beroepingen als volgt:
Na dem niet nodigers ende nuttlijckers dan dat de kudde J. Christi, so hij met sijnen blode erkofft, met gesonde
spijsen geweijdet, oock die gemeente tot Rijssen met een sodanigen die Godts woort ueijtdeijlen mogen versien
worden. So ist dat wij predicanten ende ouderlingen des eerw. classis van Deventer gesien hebbende ende in des
heeren vreesen overwogen die praesentatie der samentlijcke H. Erffgenamen ende ingesetenen tot Rijssen,
gestelt op den Eerw. ende Godtsaligen ende geleerden D. Melchiorem Bentheym, dienaer des Godtlicken woorts
tot Vriesenveen den 29 October Ao 1639 in onsen classicalen bijeencompst vergadert sijnde, na aenroepinge
van Godes H. name met eenhelligen stemmen tot een ordinaris dienaer der voern. kercke hebben beroepen,
gelijck wij oock beroepen nidts desen welgedagten D. Melchiorum Bentheym ten fine hij na de maten der gaven
hem van Gode medegedeijlt deselve gemeijnte in de praedicatie des h. evangelii, uijtreijcken der h. sacramenten
ende alle andere diensten tot dit herderampt gehorende versorge ende van den WelEd. Landtdroste van Twenthe
die approbatie vercrijge: wij wenschen, niet twijfelende off dese onse beropinge sij aldus geschiet van den
Heere, dat hij de groten herder der schapen altied met sodanigen uijtcompste vortan segene dat dardoor de
25
meeste eer van sijn h. naeme, ende de grootste stigtinge van sijn gemeente moge worden bevordert. Aldus
gedaen uijt last des E. classis van Deventer op dagh ende jaer als boven geschreven.
Jacobus Revius, praeses.
Joannes Michaelis, p.t. scriba.
Approbatur.
Dese beroepinge wordt van mij ondergeschr. Drost amptshalven geapprobeert, gelijck ick deselve approbere
midts desen.
Actum Twickelo den 30 October 1639.
Joan van Raesfelt.


 


 De beroeping van Hermannus Scheene.
Hermannus Scheene werd door de kerkenraad van Rijssen zelf beroepen nadat de classis van Deventer er haar
goedkeuring aan gegeven had. De bemoeienis van de classis hield verband met het verschil van mening dat
ontstond over het collatierecht in Rijssen.
R.E. Hattink meldt hierover:
Bij de beroeping van Hermannus Scheene ontstond verschil van mening over het collatierecht in Rijssen.
Naar aanleiding hiervan werd een deductie opgesteld door Nicolaas Fockink, jur. doct. en secretaris te
Deventer en Bernard Hagedoorn, die met hunne vrouwen Geertruijt Hagedoorn en Fenna Nolles in 1669 van de
Staten van Utrecht de Rijssener thienden, behoorende aan de scholasterije van den Ed. Capittule van St. Marie
te Utrecht, gekocht hebbende, zich gerechtigd rekenden om als collators op te treden, daar de scholaster der St.
Mariakerk de collatie der pastoorsplaats gehad had.
Ter classicale vergadering van 17 september 1674 overhandigden zij een door hen ondertekende "acte van
praesentatie", luidende:
Alsoo door 't overlijden van Sal. D. Melchior Bentheim de predicants plaetse tot Rijssen is komen te vaceren;
ende wij uijt 't onaennemelick beroep van praetense ende onbewesene collatoren neffens de Gemeinte tot Rijssen
van dato 3 deses vollencomentlick verseeckert sijn, dat de persone van D. Hermannus Scheen, S. Minist.
candidatus, de gemeinte aldaer (nadat deselve die goede gaven, die hem van Godt verleent sijn meermalen
hadden gehoort:) seer aengenaem, oock hij, vermits sijn geleertheijt, godtvruchtigheijt, neerstigheijt, ende
stightigh leven bequaem is: Ende dan wij bij wettige cessie van de Heeren Staten 's Landts van Utrecht het recht
van collatie ende praesentatie van pastorije tot Rijssen bekomen hebben, gelijck sulckx den Eerw. classi ten
genoege gebleken is.
Soo ist dat Wij Collatoren in d'Vreese des Heeren aen den E. Kerckenraedt van Rijssen, en bij verweigeringe,
aen den Eerw. classi van Deventer hiermede den voorn. D. Herm. Scheen praesenteren om na voorgaende
kerckelicke bevestinge, soodane plaetse als ordinaris predicant te becleden.
Ende versoecken wij mits desen dat bij 't Eerw. classis voorn. hij D. Scheen moge geaccepteert, conform de
kerckenordre geproclameert ende bevestight worden.In oirkonde der waerheijt hebben wij Collatoren dese
onderteeckent.
Actum den 17 Septb. 1674.
Verder vermeldt Hattink dat op 26 augustus 1674 69 burgers van Rijssen een verklaring hebben afgegeven,
waarin zij te kennen geven dat - hoewel terzijde staande - zij ook hun stem geven aan de beroeping van
Hermannus Scheene (blz. 339/340).
R.E. Hattink vervolgt:
In de classicale vergadering van 17 september 1674 zijn ook "ingestaen" de heer Herman van Heerdt van
Eversbergh ende jonker Peter van Voorst van de Grimberg, neffens Arent Stokkers, sijnde ouderlingh en
burgemeester tot Rijssen ende Jan Bosch mede burgemeester aldaar, vertonende den E. Classi mede een
instrument van beroepinge op den persoon van D. Hermannus Scheen s.s. ministerii candidatus tot het
predikampt van Rijssen in plaetse van haer overledene herder sal. D. Melchior Benthem.
De classis vond toen goed, "also alle die gepraetendeerde Collatoren accordeeren in den persoon" aan den
kerkeraad te Rijssen te berichten dat deze - vermits het ingeleverd beroep onkerkelijk was - een ander volgens
kerckenorder zoude uitwerken.
De kerkeraad van Rijssen deed alzoo en den volgenden dag werd Scheen door de classis geëxamineerd en goed
bevonden en werd tot zijne proclamatie besloten.


 


DE COLLATOREN van de Hervormde Gemeente van Rijssen
1. Algemeen
De collatoren waren belast met het beheer van de kerkelijke middelen en de kerkelijke goederen en hadden het
recht van collatie.
Collatoren van de Hervormde Gemeente van Rijssen waren de "Heeren" van de havezathen Bevervoorde, Den
Grimberg, Den Eversbergh en Den Oosterhoff, tezamen met het bestuur van de Stad Rijssen (de zogeheten
magistraat) en de kerkenraad. Samen vormden zij de collatorenvergadering.
De "Heeren" van de havezathen werden ook wel vertegenwoordigd door daartoe gevolmachtigden.
De magistraat en de kerkenraad vaardigden elk één of enkele van haar leden af; doorgaans burgemeester(s) en de
predikant en/of een ouderling of een diaken.
Er waren in de gemeente van Rijssen zes stemgerechtigde collatoren. De "Heeren" van de havezathen – de adel -
vormden tesamen een meerderheid (4 stemmen).
De invloed van de adel en van de magistraat op de kerk was in de zeventiende en achttiende eeuw groot.
Vooral in de zeventiende eeuw maakten de collatoren met de magistraat feitelijk de dienst uit in het bestuur van
de kerk. Zij hielden zich formeel afzijdig van het bestuur door de kerkenraad, maar desondanks was hun invloed
in de kerkenraad en op het kerkelijk leven groot. Leden van de collatorenvergadering maakten nagenoeg steeds
deel uit van de kerkenraad. In de loop van de achttiende eeuw bleef deze situatie onveranderd, hoewel een
kentering in het voordeel van de kerkenraad is waar te nemen. De invloed van collatoren en magistraat op de
kerkenraad verminderde, maar bleef wat het beheer betreft onverminderd overeind.
In de loop van de negentiende eeuw verdween het instituut van de collatorenvergadering ook in de Hervormde
Gemeente van Rijssen. De kerkenraad ontving de bevoegdheid – op voordracht van een door een kiescollege
samengesteld tweetal – de predikant te beroepen. Een college van kerkvoogden nam de beheerstaken over.
De collatorenvergadering werd bijgestaan door een secretaris. Hiervan zijn enkele namen bekend:
Pastoor Rutgerus Braemcamp, E.J. Crop, ds. Melchior Bentheim , G. Wichman, ds. Hermannus Scheene, ds.
Henricus Immink, ds. Johannes Hermen Cramer, D. Masman (koster), J. Elsinga (koster) en G. van Wijngaarden
(koster).
Uit de stukken is voorts gebleken dat ook de Rooms Katholieke Parochie in Rijssen verantwoording inzake het
financiële beheer schuldig was aan de collatoren van de Hervormde Gemeente van Rijssen. In de
collatorenvergadering van 21 mei 1709 werd door Jan Meijer “rekening gedaan van den ontfang en d' uitgave van
de R.C. Parochie, alhier”.


---------------------------------------------------------------------------


 D E K E R K E T O T R I S S E N E


La historia de la Iglesia Reformada de
Rijssen (1598-1813)


Melchior Bentheim.
 


Melchior Bentheim, nacido alrededor de 1610 en Nordhorn en el Graafschap Bentheim, fue en el otoño de 1639
predicador en Rijssen. Él vino de Vriezenveen. Melchior Bentheim fue el rector de las escuelas en 1637
Ootmarsum nombrado y en 1638 como un ministro en las apelaciones de Vriezenveen. Fue pastor de Rijssen hasta
su muerte el 26 de junio de 1674.
P.H.A.M. Abels informa en "Los Hermanos de Twenthe" sobre Melchior Bentheim:
Melchior Benthem descendió de Nordhorn en el condado de Bentheim, donde murió su padre, Hendrick Benthem.
alrededor de 1600 en matrimonio con Margaretha Spennenberg, como organista, maestra de escuela y secretaria de la ciudad
estaba trabajando La familia Benthem pertenecía a una rama bastarda de la tumba de Bentheim.
Su hermano Adolphus también se convirtió en predicador (en Dwingelo desde 1629 hasta 1654). Otros dos hermanos eran organistas
y reloj jugador.
Melchior Benthem estudió en Groningen (1632). Probablemente estudió para él, al igual que su hermano
Adolphus, en la Universidad de Ciencias Aplicadas de Steinfurt.
El 12 de enero de 1637, Melchior Benthem ingresó al servicio como rector de la escuela latina de Ootmarsum, que
no le impidió recomendar una profesión en septiembre del mismo año. Exactamente una
años más tarde pudo mostrarle al classis una profesión del señor de Almelo al predicado en Vriezenveen, donde
fue confirmado a fines de septiembre de 1638.
Abels menciona acerca de su predicación en Rijssen:
El 29 de octubre de 1639 el capitán mayor Ernst van Ittersum y Tonnis ter Ceurs, alcalde
Rijssen, en la reunión del Deventer classis con una profesión del municipio de Rijssen sobre la persona de
Melchior Benthem, que fue aprobado por unanimidad.
Melchior Benthem se casó con Aeltjen van Breijl el 2 de agosto de 1640 en Deventer. Ella pronto se lo llevó,
después de lo cual se volvió a casar con Geertruit Konings el 19 de marzo de 1644 en Emmerik. Tenían tres hijos, dos
hijas y un hijo. Su hijo Hendrik estudió en Deventer (1663) y Groningen (1666 teología). En 1668
él era un maestro de escuela en Rijssen y el 8 de junio de 1669 se ordenó en el Deventer Classis para una profesión,
que aparentemente no tuvo ningún efecto.
Durante su mandato en Rijssen, Benthem se quejó en 1664 sobre "(...) que varias veces
por su cuenta y los agitadores cargados en la casa han sido disparados, evidentemente, de Papist, ensamblador de soldadora
sobre su hogar está perturbado ".
Abels continúa:
Poco después, los ejércitos de Munsters abrumaron el país de Twente por primera vez y los católicos
sus antiguos derechos fueron restaurados, Benthem huyó a sus amigos en Holanda. Él regresó después de la paz de Cleves
y sirvió a Rijssen reformado hasta su muerte el 26 de junio de 1674.


 


 Hermannus Scheene.
Después de Melchior Bentheim, el proponente Hermannus Scheene se convirtió en predicador en Rijssen en el otoño de 1674.
P.H.A.M. Abels escribe sobre Hermannus Scheene en "Los hermanos de Twenthe":
Hermannus Scheen nació alrededor de 1646 y era de Kampen. En el libro de miembros de este
IJsselstad fue registrado en julio de 1666 como Herman Heyndricksen Scheen.
Scheen estudió en Leiden (filosofía de 1669).
Poco después de su llegada a Rijssen, surgieron dificultades con este predicador. Rompió su compromiso
con Aaltje Benthem, hija del predicador difunto. Este caso fue por un número de miembros de la iglesia para el
clasis.
R.E. Hattink menciona:
El 13 de abril de 1675, fue admitido como miembro del clasis y el día después de que el caso fue tratado con
la iglesia en Rijssen y leyó una petición de Scheen presentada al Landdrost de Twenthe y su
Apostilla en la que el caso fue refinado para el clasis "de modo que tanto como sea posible con amicabile
composición podría ser rechazada ".
Ingestaen es parte del municipio de Rijssen con entrega de documentos
más lejos, que otro predicador en plaetse por D. Scheen podría ser dado.
Es entender de 't E. classis que solo aquellos, que son de y quienes son los kerckenraet,
preguntar por la condición que se predica a su pastor.
Incluyendo Warner Hermsen, diácono, Jan Muller, diácono, y Henrik Arentsen, diácono diácono
Kerke a Rijssen, explicando primero que SE D. Scheen no apelaba a esa condición, pero solo
sugiere si continuar o no con lo mundano, si se hubiera hecho minuciosamente;
y agregó que el hermano de D. Scheen y Brandenborch lo han firmado previamente y se han enojado;
y daerna interrogatorio privado, confesando un tanto que la risa de casarse con el mayor
hija de sal. D. Benthem recibió un disparo antes de ingresar a la profesión.
Pero se recomendó que el otro de la congregació;n se reuniera conmigo
disponer del stante classi de una manera amistosa; siendo un nombre suficiente para todos ellos
el manejo es nominado y conmutado D.D. Colonius, A. Putmannus, Herm. van Eibergen y Bommel.
Los hermanos comprometidos, habiendo recuperado su presencia, informan que desde la iglesia a Rijssen
han aprovechado que nadie podía entender una composición amicabile que su predicador es trouloos en
prometió que había sido un buen ingenuo en su servicio en el fin de semana de la Pasión, y dijo que
que se le dé otro predicador mach.
¿Ha sido ordenado desde la iglesia a Rijssen por E. classis para preguntar a la congregación de la congregación, o
No puedo aprovechar el hecho de que hay algunos predicadores de la ciudad de Deventer o de afuera.
o conjunctim fueron enviados después de Rijssen, para convocar a la congregación carpa y para ponerlo en la tienda o uno
su estado de ánimo por buenas razones y la salvación no es fácil y la paz y la tranquilidad
en la medida de lo posible, el negocio de haer y van Godt's church, para un buen fin.
No quiero tomar esto de Rijssen, y es por eso que es E. classis, todo bueno y dudoso
dando sugerencias y avances no progresivos, a ella, después de sus jueces expertos, y sal
pasado por una misiva al señor de lantdrost Twenthe sabido para ser hecho.
En "Los Hermanos de Twenthe" (P.H.A.M. Abels) leemos sobre este caso:
El 1 de junio de 1673, Scheen hizo su examen de proponente para el Kampen classis.
Al año siguiente, comenzó a salir con Aaltje Benthem, la hija mayor del fallecido recientemente.
predicador de Rijssen, Melchior Benthem, probablemente con la intención de tener sus oportunidades en uno
apelar a Rijssen. Scheen tuvo éxito en su intento, ya que de hecho era atractivo, lo que
el 17 de septiembre de 1674 fue aplaudido por el clasis de Deventer.
Ya en la primavera siguiente, Scheen se indignó con su nueva congregación,
al no cumplir las promesas de su boda a la hija del pastor. Algunos miembros del municipio de Rijssen
comenzó classis el 13 de abril de 1675 y solicitó "otro predicador en plaetse de D. Scheen".
El clasis primero quería una aclaración de la pregunta sobre qué condiciones realmente se fue Scheen a Rijssen en el momento
profesiones. A esto, los delegados de Rijssen respondieron que no lo requerían con la condición de uno
el matrimonio con Aaltje Benthem tenía profesiones, pero que habían sugerido a Scheen si él "con eso"
Navegación inexistente a nivel mundial, cuando se hizo espiritualmente ". Insistieron los clasis
reconciliación, pero el consejo de la iglesia Rijssen inmediatamente dijo que "nadie podía entender uno
composición amistosa ", porque su pastor fue infiel en sus promesas y, además, en el
"passieweeke" había sido algo negligente en su ministerio. El clasis finalmente decidió pasar por el negocio
consulte al director competente y también a Drost van Twente para notificar.
18
Un año después fue posible grabar en los activos clásicos que el tema "con una composición amistosa"
es satisfactorio y en paz ". Esto podría indicar que Scheen finalmente hizo el trabajo
para que la niña prevalezca y se case con Aaltje Benthem. Certeza sobre esto
no existe
Acerca de Hermannus Scheen también se menciona que no guardó un libro de actas ni los bautismos
registros de boda. Scheen murió el 29 de enero de 1719.


 


Melchior Bentheim también fue llamado por el clasis de Deventer.
R.E. Hattink informa sobre la sucesión de Justinus Havenbergius:
En la reunión del clasis del 4 de septiembre de 1638 llegó la solicitud de los residentes de la cereza Rijssen
para poder tener un maestro legal en lugar de Havenberg Abraham Nijhoff, predicador en
Wierden, que también era la persona deseada por algunos de los alcaldes de Rijssen. Collators podría
no se unan con esta elección y cuando en abril de 1639 el clasis mostró que había entre lo bueno y lo bueno
Comprometidos con la ciudad no se podía obtener unísono en presencia de un maestro,
ella aprobó la presentación de Henricus Margenratus, también Margeradt, Marckgraet
llamado, predicador en Gramsbergen, bueno. Después de su agradecimiento, Herm.
Wedaeus, Temperus y Bentheim invocan a este último por unanimidad (página 348).
Y sobre el atractivo de Melchior Bentheim por parte de los clasis de Deventer, por recomendación de los collectores de
Rijssen, R.E. Hattink:
Los días 15 y 29 de octubre de 1639 el classe Deventer se reunió en reunión extraordinaria, donde la profesión de
un pastor en Rijssen estaba en la orden.
El 15 de octubre, el capitán-comandante Ernst van Ittersum, mostrando sus credenciales e instrucciones, apareció como
Comprometido desde el letrero de la ciudad Rijssen y Jonker van Voerst en Grimbergen, actuando como Collators
la iglesia en Rijssen, donde solicitó una extensión del término para una persona competente al servicio de la iglesia
van Rijssen.
En la segunda reunión (29 de octubre de 1639), el mismo de Ittersum apareció con Tonnes ter Ceurs,
alcalde de Rijssen, que "mostró su comisión y credentz" de carreteras den respectivos
junckeren y la ciudad de Rijssen, actuando como Collators del plaetse y kercke de Rijssen, con
sube por unanimidad (tiene) a un ordinaris leeraer kercken D. Melchiorem Benthem, dienaer
del municipio a Vriesenveen.
El clasis, regocijado por esta unión largamente esperada, permitió esta elección y proclamó con unanimidad
votar por Benthem, sujeto a su aceptación y la aprobación del Landdrost, a la cual
se haría una orden sobre la confirmación de su persona por Deputaten der classis (página 336).
La carta de apelación, firmada oficialmente por el famoso predicador de Deventer, Jacobus Revius,
de acuerdo con un extracto de 't Boeck de copias de las apelaciones fue el siguiente:
Después de los no invitados y los inútiles que la manada de J. Christi, así lo hace con su refresco, con sondeos
spijssen geweijd, oock ese municipio a Rijssen con un sodanigen que Godts puede descartar ueijtijlen
convertirse Entonces somos predicadores y los ancianos del príncipe. classis de Deventer habiendo asoleado en des
los temores de los caballeros consideraron las alabanzas de la junta H. Erffgenamen y lo comido en Rijssen,
dibujado en el Eerw. y las lenguas de Dios y los eruditos D. Melchiorem Bentheym, que estaba a cargo de los esclavos de Dios
a Vriesenveen el 29 de octubre Ao 1639 en onsen Klassen juntos se reúne con sijnde, después de aenroepinge
de Godess H. especialmente con voces con una sola mano a un ordinaris sirviente de la voern. kercke tiene profesiones,
Reclamamos apelaciones y bien despreciado D. Melchiorum Bentheym al final él después de las medidas de regalos
él de Gode co-propiedad de la misma en la praedication de h. evangelii, uijtreijcken der h. sacramentos
y todos los otros servicios pertenecían a esta audiencia renovada del Pozo. Landstroste van Twenthe
esa aprobación concluye: deseamos, sin dudarlo, que nuestro sabotaje lo haga el
Señor, que él siempre es el gran pastor de las ovejas con sodanigen uststste vortan segene que
25
la mayor parte de su honor h. naeme, y se puede promover la mayor estigmatización de su comunidad. Así
Tienes que pagarle a E. classis van Deventer el día y el año como se indica arriba.
Jacobus Revius, praeses.
Joannes Michaelis, p.t. scriba.
Approbatur.
Esta apelación está subordinada a mí. Drost amptshalven aplaudido, gelikck ick deselve approbere
Midten desen.
Actum Twickelo den 30 de octubre de 1639.
Joan van Raesfelt. 


 


El atractivo de Hermannus Scheene.
Hermannus Scheene fue apelado por el propio consejo del propio Rijssen después de que la clase de Deventer la tuviera allí.
aprobado. La interferencia del clasis estaba relacionada con la diferencia de opinión
surgió sobre el derecho de colusión en Rijssen.
R.E. Hattink informa sobre esto:
En la apelación de Hermannus Scheene, surgió una diferencia de opinión sobre el derecho de colusión en Rijssen.
Como resultado, una deducción fue elaborada por Nicolaas Fockink, jur. doct. y secretario también
Deventer y Bernard Hagedoorn, con sus esposas Geertruijt Hagedoorn y Fenna Nolles en 1669 del
Estados de Utrecht the Rijssener thienden, pertenecientes al scholastije van den Ed. Capitolio de Santa María
en Utrecht, después de haber comprado, tenían derecho a actuar como collages, el erudito de St.
La iglesia de María tuvo la recopilación del lugar del pastor.
En la reunión clásica del 17 de septiembre de 1674 entregaron un "acto de
praesentation ", leyendo:
También por la muerte de Sal. D. Melchior Bentheim los predicants plaetse para venir a Rijssen;
y estamos en camino al atractivo de los collares prácticos e inconscientes en el Gemeinte a Rijssen
de datos 3 deses vollencomentlick verseckert sijn, que la persona de D. Hermannus Scheen, S. Minist.
candidatus, el aldaer mundano (después de todos esos buenos regalos, que le dan varias veces de Godt)
había escuchado :) seer aengenaem, oock él, desde su geertheijt, piedad, obstinado, y el
stightigh Life Bequaem es: Ende entonces nosotros por asignación legal de la Tierra de los Estados Lord de Utrecht el derecho
de la recopilación y la praesentatie de pastorije a Rijssen han llegado, gelijck sulckx den Eerw. clasi diez
suficiente ha probado.
Es cierto que We Collators está en d'Vreese des Heeren en E. Kerckenraedt de Rijssen, y en caso de negativa,
aen den Eerw. classi van Deventer con la cucaracha. D. Herm. Parecía prazenenteren para después
fijación de kerckelicke, soodane plaetse como ordinaris predicant para calcular.
Y, al mismo tiempo, volveremos a examinar eso con el Honor. classis cucaracha. él puede aceptar D. Scheen, de acuerdo con el
kerckenordre proclama y es la confirmación. En oirkonde der waerheijt, los collators deseamos
subestimado
Actum el 17 de septiembre. 1674.
Además, Hattink afirma que el 26 de agosto de 1674 69 ciudadanos de Rijssen emitieron un comunicado,
en el que indican que, aunque a un lado, también dan su voz al atractivo de
Hermannus Scheene (página 339/340).
R.E. Hattink continúa:
En la asamblea clásica del 17 de septiembre de 1674, el Sr. Herman van Heerdt de "
Eversbergh y el hermanedo Peter van Voorst del Grimberg, así como Arent Stokkers, cantaron y
Alcalde de Rijssen y Jan Bosch co-alcalde allí, mostrando el E. Classi
instrumento de apelación a la persona de D. Hermannus Scheen s.s. ministerii candidatus a eso
predicando desde Rijssen en plaetse de su pastor difunto sal. D. Melchior Benthem.
El clasis entonces pensó bueno, "también todos los colegas protestados acordaron en la persona" a la
consejo de la iglesia en Rijssen para informar que esto - ya que la profesión presentada no estaba en la iglesia - otra según
funcionaría.
El consejo de la iglesia de Rijssen lo hizo, y al día siguiente Scheen fue examinado por el clasis y bueno
y se decidió su proclamación. 


 


 LOS COLACTORES del municipio reformado de Rijssen
1. General
Los collectores estaban a cargo del manejo de los medios eclesiásticos y los bienes eclesiásticos y lo tenían
derecho de colación
Los colegas de la Iglesia Reformada de Rijssen fueron los "Señores" de las posesiones de Bevervoorde, Den
Grimberg, Den Eversbergh y Den Oosterhoff, junto con el consejo de la ciudad de Rijssen (el llamado
magistrado) y la junta de la iglesia. Juntos formaron la reunión de collaters.
Los "señores" de las posesiones humanas también fueron representados por representantes autorizados.
El magistrado y el consejo de la iglesia delegaron uno o algunos de sus miembros; usualmente alcalde (s) y el
pastor y / o un anciano o un diácono.
Hubo seis asociaciones elegibles en el municipio de Rijssen. Los "Señores" de las posesiones - la nobleza -
juntos formaron una mayoría (4 votos).
La influencia de la nobleza y del magistrado en la iglesia fue grande en los siglos diecisiete y dieciocho.
Especialmente en el siglo XVII, los coladores con el magistrado en realidad realizaban el servicio en el tablero de
la iglesia Estaban formalmente alejados de la junta por el consejo de la iglesia, pero su influencia fue sin embargo
excelente en el consejo de la iglesia y en la vida de la iglesia. Los miembros de la reunión de collages casi siempre lo lograron
parte del consejo de la iglesia. En el curso del siglo XVIII, esta situación se mantuvo sin cambios, aunque uno
se puede observar un cambio en el beneficio del concilio de la iglesia. La influencia de los collages y el magistrado en el
el consejo de la iglesia se redujo, pero se mantuvo sin cambios en lo que respecta a la administración.
En el transcurso del siglo XIX, el instituto de la Asamblea colateral también desapareció en la fiesta reformada
Municipio de Rijssen. El consejo de la iglesia recibió la autoridad, por recomendación de un colegio electoral
compuesto dos - para llamar al predicador. Una universidad de líderes de la iglesia se hizo cargo de las tareas administrativas.
La reunión de los collares fue asistida por una secretaria. Algunos nombres son conocidos:
Pastor Rutgerus Braemcamp, E.J. Cultivo, Rev Melchior Bentheim, G. Wichman, Rev. Hermannus Scheene, Rev.
Henricus Immink, Rev. Johannes Hermen Cramer, D. Masman (koster), J. Elsinga (koster) y G. van Wijngaarden
(koster).
Los documentos también muestran que la Parroquia Católica Romana en Rijssen también es responsable de la
la administración financiera era culpable de los collectores de la Municipalidad Reformada de Rijssen. En el
La reunión colateral del 21 de mayo de 1709 Jan Meijer "tuvo en cuenta el lanzamiento y la emisión de
el R.C. Parroquia, aquí ".


---------------------------------------------------------------- 


Melchior Benthem
ca. 1610 - 1674
Geboren  ca. 1610  Nordhorn (Nordhorn) [Duitsland]
Beroep  rector te Ootmarsum, predikant Hervormde Gemeente te Vriezenveen(1638-1639), predikant te Rijssen en Enter
Overleden  1674  [1] Bronnen  
Repertorium van Nederlandse hervormde predikanten tot 1816, deel 1:predikanten.


---------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------- 



 Parenteel Hendrick Benthem



1 Hendrick Bentheim.


Beroep:


td>EN-US">schoolmeester, organist en stadssecretaris Nordhorn


bsp;ily: Calibri;">Kind van Hendrick uit onbekende relatie:


1 Arent Hendricks Benthem, geboren in Nordhorn. Volgt 1.1.


1.1 Arent Hendricks Benthem is geboren in Nordhorn, zoon van Hendrick van Bentheim (zie 1). Arent is overleden in 12-1656 in Zutphen.


Beroep:


 
td>EN-US">schoolmeester, organist en stadssecretaris Nordhorn


bsp;>
 
td>medium;">De organistenfamilie Van Benthem te Zutphen in de zeventiende eeuw door R.C.C. de Savornin Lohman
Mevrouw M.M. Doornink - Hoogenraad geeft in het Tijdschrift van de Vereniging voor Nederlandse Muziekgeschiedenis, Dl. XIX, - 3,4 (Amsterdam 1962-1963) in haar artikel "Een Zutphense organist uit Sweelinck’s tijd" (blz. 192-199) een boeiende beschrijving van het leven en werken van Mr. Godefrid Oldenraet,
die van 1613-1630 organist der stad Zutphen was. Het artikel besluit met de vermelding dat na de dood van Oldenraet eind 1630/begin 1631 zijn functie tijdelijk werd uitgeoefend door zijn blinde leerling Gerrit Hansen, en dat op 1 oktober 163 1 als vaste organist werd aangesteld Mr. Arnold van Benthem, afkomstig
uit Groningen. Deze Van Benthem en zijn muzikale familie vormen het onderwerp van onderstaande studie. 

Voorop mag gesteld worden dat sinds de Reformatie de organist te Zutphen slechts gedeeltelijk "stadsorganist" was; hij werd weliswaar door de Magistraat benoemd en ontslagen, maar zijn bezoldiging geschiedde - evenals voor de predikanten en schoolmeesters - door het kwartierlijke Zutphense rentambt, terwijl
emolumenten zoals huishuur en honorarium voor buitengewone orgelbespelingen uit de stedelijke geestelijke rentambten werden bekostigd. Daarnaast had de kerkeraad een belangrijke stem in de instructie voor de organist (verg. bovenvermeld artikel van Mevrouw Doornink; en het artikel "Een afgedwaalde stadsorganist" van J. de Graaf, in Gelre 1953, blz. 196).

Arent, ofwel Arnold(us) van Benthem werd omstreeks 1610 geboren in het handelsstadje Nordhorn, aan de Vecht in het graafschap Bentheim. Zijn vader Hendrick van Benthe(i)m stamde uit een bastaardtak van het Duitse gravenhuis Van Bentheim; zijn vader en grootvader waren richter in Nordhorn. Hendrick bekleedde van 16 10- 1648 aldaar de toendertijd vaak gecombineerde functies van schoolmeester, organist en stadssecretaris. Hij trouwde omstreeks 1610 Margaretha Spenneberg, een dochter van welgestelde boeren in Borghorst bij Steinfurt. Zij hadden vier zonen, die alle vier eerst naar Groningen gingen, toen ook reeds een grote stad met een rijk wetenschappelijk (Universiteit!) en cultureel leven.

De zonen Adolphus en Melchior studeerden er theologie; zij werden later predikant, resp. te Dwingelo en te Rijssen. 

De zonen Arent (Arnoldus) en Hendrick bekwaamden zich in Groningen in het orgelspel en waren er tijdelijk als organist aan gasthuizen verbonden. 

Hendrick kwam via groningen terecht in Kampen, waar hij in 1634 tot stadsorganist en -klokkenist werd benoemd.

Arnoldus werd komend dus uit Groningen op 1 oktober 1631 in Zutphen aangesteld tot organist van de St. Walburgskerk, waarvan hij op 24 februari 1647 ook de klokkenist (beiaardier) werd; daarnaast wordt hij in 1655 nog aangetroffen als licentmeester, diaken en opziender van het Arme of Vreemde Wezenhuis.
Hij was in 1631 getrouwd met Gebbetien Böttich, uit Schuttorf, behorend tot de later in Groningen en Drenthe bekende predikantenfamilie Bottichius.

Van hun zeven kinderen stierven er drie jong; één dochter trouwde naar Zwolle, een andere naar Amsterdam, en de twee zonen werden weer organist. 
De oudste, Derck ofwel Theodorus, bezocht eerst de Illustre School te Deventer, studeerde vervolgens philosophie te Leiden en ging zich ten slotte in het orgelspel bekwamen in het Groningerland. In 1657 volgde hij zijn in december 1656 (a.d. pest) gestorven vader Mr. Arnoldus op als organist van de St. Walburgskerk, en later werd hij na verkregen opleiding tevens de klokkenist. Theodorus overleed al in 1674 op veertigjarige leeftijd. Zijn opvolger als stadsorganist werd in 1676 Cornelis van Neck.

Uit het huwelijk van Theodorus in 1667 met Catharina Crop sproten vier kinderen, van wie de enige zoon, Arnold, jong stierf. De dochter Helena vertrok in 1702 voorgoed naar Amsterdam. De dochter Maria Magdalena trouwde in 1716 Willem van den Berg uit Doesburg; zij overleed in 1753 te Zutphen kinderloos
en vermaakte haar bezittingen aan haar achterneef Arnoldus Revius in Amsterdam.
Het vierde kind, Theodora, werd in 1674 posthuum geboren en stierf kinderloos vóór 1734. 

De jongste zoon van Mr. Arnoldus, namelijk Hendrick van Benthem, werd in 1664 te Kampen aangesteld tot waarnemend organist van de Bovenkerk en klokkenist van de nieuwe toren, onder zijn oom Mr. Hendrick van Benthem de stadsorganist van Kampen. Hendrick (de jonge) vertrok in 1672 naar Amsterdam en
werd daar "suppoost". Hij wordt er in 1684 vermeld als mede-erfgenaam van zijn oom Mr. Hendrick (wiens zes kinderen allen voordien zonder nageslacht waren gestorven).
Hendrick (de jonge) had uit zijn huwelijk in 1663 met Elisabeth van Ceulen vier kinderen, van wie de dochter Cornelia in 1701 te Amsterdam trouwde met de wijnkoper Jodocus Revius uit Deventer.* kind:

Wij hopen in een volgend artikel meer in bijzonderheden terug te komen op de familiebetrekkingen tussen de verschillende organisten-klokkenisten Van Benthem resp. te Nordhorn, Kampen en Zutphen, en de predikanten (Van) Benthem te Dwingelo en te Rijssen.
Voor zover valt na te gaan zijn de takken der organisten
Van Benthem uitgestorven (die te Kampen vóór 1684, en die te Amsterdam in de eerste helft van de 18e eeuw).
De predikantentakken (Van) Benthem lieten echter een uitgebreid, ook thans nog levend nageslacht na, mede in vrouwelijke lijn, onder de namen Benthem Reddingius en Benthem Sypkens. Deze "gestudeerde" families met vele predikanten en ook wel medici, met name in de vier noordelijke provincies van ons land, zijn voor Zutphen niet van direkt belang en blijven dan ook verder buiten beschouwing. Het op zichzelf merkwaardige fenomeen van de vijf organisten Van Benthem, in drie generaties - waarvan twee in Zutphen bijna een halve eeuw lang - verdient naar het voorkomt alleszins op deze wijze aan de vergetelheid ontrukt te worden.
* kleinzoon van Hendrick Reefsen, of Revius, gemeensman van Deventer, die een broer was van de beroemde theoloog-historicus en dichter Jacobus Revius.


bsp;ily: Calibri;">Arent trouwde met Margareta van Spennenberg. Margareta is overleden.


Kinderen van Arent en Margareta:


1 Adolph Arents Benthem, geboren omstreeks 1603 in Noordhoorn. Volgt 1.1.1.


2 Arent Arents Benthem, geboren omstreeks 1605. Volgt 1.1.2.


3 Hendrick Arents Benthem [1.1.3], geboren omstreeks 1608. Hendrick is overleden.


Beroep:


 
td>font-family: Calibri;">stadsorganist en -klokkenist Kampen


bsp;>
 
td>medium;">Kampen (De Mey 1940; Van der Kleij & Zwart 1995) [Met dank aan F. D. Zeiler (Kampen)]
Grote of St.-Nicolaaskerk (Bovenkerk): 1565-1608 Willem Andriessen; 1609-1612 Johan Matthijssen; 1612-1618 Arent
Janszoon van Munster; 1618-1664 Cornelis Jansen; 1664-1673 Hendrik van Benthem de Jonge; 1673-1669 Gijsbert
Steenwijck; 1679-1691 Johannes Kempher; 1691-1700 Theodorus Holtius; 1700-1705 Lucas Wolters; 1705-1736 Jan
Nicolaas Berff; 1741-1745 Willem Bruinier Janszoon; 1745-1786 Caspar Berghuys; 1786-1791 Cornelis Buijs; 1791-1804
Cornelis Berghuys (Kampen 1762-1816 Alkmaar); 1805-1859 Jan Herman van der Dussen.
Kleine of Broederkerk en Buiten- of Onze-Lieve-Vrouwekerk: 1580c-1593? Gerrit Lucasz; 1593?-1602? Meester
Hendrick; 1602?-1634 Arent Janszoon van Munster; 1634-1677 Hendrick van Benthem de Olde; 1677-1679 Johannes
Kempher; 1679-1690 Jan David Drellinger; 1690-1743 Jan Everwijn Drellinger; 1743-1783 Bernhardus Bruinier; 1783-
1812 Jan Hendrik Becker.


bsp;>4 Melchior Arents Benthem, geboren omstreeks 1615. Volgt 1.1.4.


1.1.1 Adolph Arents Benthem is geboren omstreeks 1603 in Noordhoorn, zoon van Arent Hendricks Benthem (zie 1.1) en Margareta van Spennenberg. Adolph is overleden in 1659, ongeveer 56 jaar oud.


Beroep:


 
td>font-family: Calibri;">Predikant Dwingelo


bsp;>
 
td>EN-US">STEINFURTER THEOLOGIESTUDENTEN ONDER PISCATOR, VORSTIUS, RAVENSPERGER EN RUTGERSIUS IN DE JAREN 1591-1618
Student – Herkomst – Studie – Gemeente/School
Benthem, Adolphus Nordhorn 1615 Ra/Ru Dwingeloo 1629-1654

Predikanten Dwingelo
A. Benthem (Adolphus) 1629 kandidaat 31-10-1654 emeritus
G. Benthem (Gerhardus) 09-1654 kandidaat 1672 Steenwijk


bsp;. Sara is overleden.


Kinderen van Adolph en Sara:


1 Judith (Adolph) Benthem [1.1.1.1]. Judith is overleden vóór 10-05-1718.


Toelichting:


 
td>font-family: Calibri;">Erfenis Moei Judith Benthem
30e en 40e penningen (1679-1797), rekendag 13-12-1718, pagina 1824/5
Registratie 13-12-1718 1824/5 Magreta Benthem
Registratie 13-12-1718 1824/5 Michieltien Benthem
Registratie 13-12-1718 1824 Sara Benthem
Registratie 13-12-1718 1824/5 Femmegien Benthem
Registratie 13-12-1718 1824/5 doctor med.
Benthem Benthem Steenwijk


bsp;>2 Johannes (Adolph) Benthem, geboren in Dwingelo. Volgt 1.1.1.2.


3 Gerardus (Adolph) Benthem, geboren in 1630 in Dwingelo. Volgt 1.1.1.3.


1.1.1.2 Johannes (Adolph) Benthem is geboren in Dwingelo, zoon van Adolph Arents Benthem (zie 1.1.1) en Sara van Tijen. Johannes is overleden in 12-1672. Johannes trouwde op 05-09-1667 in Groningen met Lucretia Harckens. Bij het burgerlijk huwelijk van Johannes en Lucretia was de volgende getuige aanwezig: N.N. Drews.


Notitie bij het huwelijk van Johannes en Lucretia: Registratie datum: 05-09-1667
Huwelijksplaats: Kerkelijke gemeente - Groningen
Bruidegom Johannes Benthum, candidatus
Bruid Lucretia Harckens pq secretaris Drews als oom
-
Bron Ondertrouwboek 1661-1668 Kerkelijke gemeente - Groningen 
Collectie DTB (toegang 124)
Inventarisnummer 168, folio 173v


Lucretia is overleden.


Kind van Johannes en Lucretia:


1 Annichjen Benthem [1.1.1.2.1]. Zij is gedoopt op 11-09-1667 in Groningen.


Notitie bij de geboorte van Annichjen: Datum doop 11-09-1667
Plaats doop Groningen; Nieuwe Kerk
Plaats geboorte Groningen; Nieuwe Boteringestraat
Kind Annichjen
Geslacht v
Plaats geboorte Groningen; Nieuwe Boteringestraat
Vader Johannes Bentheim
Moeder Lucretia Harckens
Bron Algemeen doopboek 1658-1676 Kerkelijke gemeente - Groningen 
Collectie DTB (toegang 124)
Inventarisnummer 147


Annichjen is overleden.


1.1.1.3 Gerardus (Adolph) Benthem is geboren in 1630 in Dwingelo, zoon van Adolph Arents Benthem (zie 1.1.1) en Sara van Tijen. Gerardus is overleden op 04-09-1698 in Steenwijk, 67 of 68 jaar oud. Hij is begraven op 13-09-1698 in Steenwijk( Kerk).


Notitie bij overlijden van Gerardus: Steenwijk
zo 1698-09-04 1698-09-13 dom Benthem 3-0 5-12 in de kerk


Beroep:


 
td>font-family: Calibri;">Predikant Dwingelo en Steenwijk


bsp;>
 
td>font-family: Calibri;">Erfenis Moei Judith Benthem
30e en 40e penningen (1679-1797), rekendag 13-12-1718, pagina 1824/5
Registratie 13-12-1718 1824/5 Magreta Benthem
Registratie 13-12-1718 1824/5 Michieltien Benthem
Registratie 13-12-1718 1824 Sara Benthem
Registratie 13-12-1718 1824/5 Femmegien Benthem
Registratie 13-12-1718 1824/5 doctor med.
Benthem Benthem Steenwijk


bsp;ily: Calibri;">Gerardus ging in ondertrouw, 34 of 35 jaar oud, op 02-09-1665 in Zwolle met Martha Jans van Coten, 27 jaar oud.


Notitie bij het huwelijk van Gerardus en Martha: Den 2 September 1665
Gerrardus Benthem, predicant tot Duingelo, ende
Martha van Cooten salige Jan van Cootens, n.d.
proclamatien gaan te Duingelo
Attestatie gegeven op Blanckenham.


Martha is een dochter van Jan van Coten en Femmigje Berends. Zij is gedoopt op 11-03-1638 in Zwolle [bron: HD FS#15]. Martha is overleden op 28-07-1720 in Steenwijk, 82 jaar oud. Zij is begraven op 02-08-1720 in Steenwijk [bron: HB FS#418].


Kinderen van Gerardus en Martha:


1 Femmichjen Margarete (Gerardus) Benthem. Volgt 1.1.1.3.1.


2 Johannes (Gerardus) Benthem. Volgt 1.1.1.3.2.


3 Micheltien (Gerardus) Benthem, geboren in Steenwijk. Volgt 1.1.1.3.3.


4 Sara (Gerardus) Benthem [1.1.1.3.4]. Sara is overleden op 29-07-1722 in Steenwijk. Zij is begraven op 06-08-1722 in Steenwijk [bron: HB FS#425].


Toelichting:


 
td>EN-US">Erfgenomen Sara van Benthem
30e en 40e penningen (1679-1797), rekendag 12-12-1724, pagina 2278/9
Registratie 12-12-1724 2278/9 Sara Benthem
Registratie 12-12-1724 2278/9 Juckert Benthem
Vermelding: predikant Juckert Benthem
Datering: 31-03-1724
Registratie 12-12-1724 2278/9 Benthem Ruinerwold
Vermelding: predikant Benthem
Datering: 31-03-1724
Registratie 12-12-1724 2304 Sara van Benthem


bsp;>5 Rutger Adolph (Gerardus) Benthem, geboren op 10-08-1666 in Dwingelo. Volgt 1.1.1.3.5.


6 Margriet (Gerardus) Benthem [1.1.1.3.6]. Zij is gedoopt op 05-10-1676 in Steenwijk.


Notitie bij de geboorte van Margriet: wo 1676-05-10 Gerhard Bentem - Margri- [vader:] Dom. 1682-02-15


Margriet is overleden.


Toelichting:


 
td>EN-US">0075 Stadgericht Steenwijk
Inventaris
3. Rechtspraak
3.3. Contentieuze zaken
3.3.1. Civiele zaken
3.3.1.2. Processtukken
180 - 1790 Stukken overlegd en gebruikt in processen, 1640-1810.
Delen Reageren Print knop aanvragen
278 Tussen Godfried Waterham te Wijhe, als erfgenaam van Michieltjen Benthem, t.e.z. en Margaritha Benthem t.a.z., over de vererving van de nalatenschap
Datering: 1724
laatste wijziging 23-11-2015


bsp;ily: Calibri;">7 Hendrik Jan (Gerardus) Benthem [1.1.1.3.7]. Hij is gedoopt op 01-05-1679 in Steenwijk.


Notitie bij de geboorte van Hendrik: zo 1679-01-05 Gerh. Benthem - Jan Hendrik [vader:] Dom[inee] 1676-05-10


Hendrik is overleden op 31-10-1720 in Steenwijk, 41 jaar oud. Hij is begraven op 04-11-1720 in Steenwijk [bron: HB FS#420].


Beroep:


 
td>font-family: Calibri;">Burgemeester Steenwijk en Dr Med. Steenwijk


bsp;ily: Calibri;">8 Judith (Gerardus) Benthem [1.1.1.3.8]. Zij is gedoopt op 15-02-1685 in Steenwijk.


Notitie bij de geboorte van Judith: wo 1682-02-15 Gerh. Benthem - Judith [vader:] Dom[inee] 1679-01-05


Judith is overleden.


1.1.1.3.1 Femmichjen Margarete (Gerardus) Benthem, dochter van Gerardus (Adolph) Benthem (zie 1.1.1.3) en Martha Jans van Coten. Femmichjen is overleden vóór 21-12-1750. Femmichjen trouwde op 10-07-1698 in Steenwijk met Franciscus ab Utrecht.


Notitie bij het huwelijk van Femmichjen en Franciscus: zo 1698-07-10 Franciscus van Utrecht w Zwartsluis Femmichjen Margarete Benthem jd Steenwijk 426/077v GthT1698- 07-24, ZwaT1700-09-22


Franciscus is een zoon van Henricus van Utrecht. Franciscus is overleden op 21-12-1750 in Steenwijk.


Kind van Femmichjen en Franciscus:


1 Gerardus ab Utrecht [1.1.1.3.1.1]. Hij is gedoopt op 09-04-1699 in Zwartsluis. Gerardus is overleden op 19-01-1764 in Giethoorn, 64 jaar oud. Gerardus bleef ongehuwd.


Beroep:


 
td>font-family: Calibri;">Predikant


bsp;>
 
td>EN-US">0201.1 Nederlandse Hervormde Gemeente te Giethoorn
Inleiding
3. Predikantenlijst
Favoriet Plaats een aantekening Delen Reageren Print knop Archiefdienst
Gerardus ab Utrecht (neef van Joh. ab Utrecht), kand. bev. 1729 juli 31 overleden 1764 jan. 19
Datering: 1729-1764
Vindplaats:Historisch Centrum Overijssel (HCO)
laatste wijziging 21-02-2016


bsp;>1.1.1.3.2 Johannes (Gerardus) Benthem, zoon van Gerardus (Adolph) Benthem (zie 1.1.1.3) en Martha Jans van Coten. Johannes is overleden op 20-07-1712 in Jukwerd.


Notitie bij overlijden van Johannes: Datum overlijden: 20-07-1712
Plaats overlijden: Jukwerd
Overledene N.n. Benthem, predikant
Geslacht m
Bron Kerkeboek 1621-1743 Kerkelijke gemeente - Weiwerd 
Collectie DTB (toegang 124)
Inventarisnummer 512, folio 139v


Beroep:


 
td>font-family: Calibri;">Predikant Jukwerd


bsp;
 
td>EN-US">30e en 40e penningen (1679-1797), rekendag 15-12-1733, pagina 2870/1
Vermelding: predikant Gerhardus Benthem (erfenis van)
Datering: 15-09-1733
o.a. weduwe predikant Benthem tot Jukwerd


bsp;ily: Calibri;">Johannes trouwde op 02-03-1695 in Steenwijk met Maria Joachims ten Wolde, 23 jaar oud.


Notitie bij het huwelijk van Johannes en Maria: zo 1695-02-03 Johannes Benthem Maria ten Wolde jd Steenwijk [bg:] predicant tot Jucquart in Groningerland 426/057r


Maria is een dochter van Joachimus ten Wolde en Catharina Ruffers. Zij is gedoopt op 11-12-1671 in Steenwijk.


Notitie bij de geboorte van Maria: zo 1671-11-12 Joachim ten Wolde - Maria [vader:] Docter 1670-07-10


Maria is overleden.


Kinderen van Johannes en Maria:


1 Joachim Johannes Benthem. Volgt 1.1.1.3.2.1.


2 Catharina Benthem, geboren omstreeks 1706 in Jukwerd. Volgt 1.1.1.3.2.2.


1.1.1.3.2.1 Joachim Johannes Benthem, zoon van Johannes (Gerardus) Benthem (zie 1.1.1.3.2) en Maria Joachims ten Wolde. Joachim is overleden.


Beroep:


 
td>font-family: Calibri;">Predikant


bsp;>
 
td>font-family: Calibri;">Lidmatenregister Herv. Gemeente Morra en Lioessens
Bron: DTB LidmatenSoort registratie: DTB inschrijving lidmatenDatum: 15-06-1738Plaats: Oostdongeradeel
Bijzonderheden:Op 15 juni 1738 zij lidmaat te Morra
Man: Benthem (predikant)
Vrouw: Rinske Oebles

Autorisatieboek
Bron: Nedergerechten; autorisatiesSoort registratie: Inschrijving nedergerechten; autorisatiesDatum: 26-06-1734
Bijzonderheden:
Romke Oebles weeskind
Joachimus Benthem predikant, woonachtig te Morra curator bonorum
Weeskind Romke Oebles
Curator bonorum Joachimus Benthem

FRIESLANDS HOOGESCHOOL EN HET RIJKS ATHENAEUM TE FRANEKER. 
A. Schultens, Orat. funelris in. obitum Lamherti Bos. Fran. 1717, waarbij het Progr. funeljre
door Dom. Balck is herdrukt, en waaraan eene Megia van Ds. Corn. Schellinger is
toegevoegd; Carminct, ediia in fimere D. Lainb.
Bos (houdende eea Grisksch vers van
Bern. de Reiger, Latijnsehe zangen van Joh. Alberti, Guil. Muilman en Joh. Andriessen,
Nederlandsche van F. Halma, 3, G. van de Poll, Andr. Andriessen, Ann. Adriani, G. Abhring,
Joach.
Benthem en Joh. K, Aitema) Fran, 1717; Vriemoet, 723—727; Add. 15,


bsp;ily: Calibri;">Joachim trouwde met Rinske Oebles. Rinske is overleden.


Kinderen van Joachim en Rinske:


1 Maria Joachims Benthem. Volgt 1.1.1.3.2.1.1.


2 Martha Joachims Benthem. Volgt 1.1.1.3.2.1.2.


3 Grietje Joachims Benthem. Volgt 1.1.1.3.2.1.3.


4 Dieuwke Joachims Benthem, gedoopt op 28-08-1729 in Morra. Volgt 1.1.1.3.2.1.4.


1.1.1.3.2.1.1 Maria Joachims Benthem, dochter van Joachim Johannes Benthem (zie 1.1.1.3.2.1) en Rinske Oebles. Maria is overleden.


Toelichting:


 
td>EN-US">Lidmatenregister Herv. Gemeente Morra en Lioessens
Bron: DTB LidmatenSoort registratie: DTB inschrijving lidmatenDatum: 05-1751Plaats: Oostdongeradeel
Bijzonderheden:
In mei 1751 belijdenis
Lidmaat Maria Benthem


bsp;ily: Calibri;">Maria trouwde op 05-05-1753 in Morra met Gerrit Gerrits Sinia.


Notitie bij het huwelijk van Maria en Gerrit: Trouwregister Hervormde gemeente Morra Lioessens
Bron: DTB TrouwenSoort registratie: DTB inschrijving trouwenDatum: 05-05-1753Soort akte: bevestiging huwelijk
Bijzonderheden:
op Pinksterzondag
Bruidegom
Gerryt Sinia wonende te Morra
Bruid
Maria Benthem wonende te Morra


Gerrit is overleden.


1.1.1.3.2.1.2 Martha Joachims Benthem, dochter van Joachim Johannes Benthem (zie 1.1.1.3.2.1) en Rinske Oebles. Martha is overleden.


Toelichting:


 
td>EN-US">Lidmatenregister Herv. Gemeente Morra en Lioessens
Bron: DTB LidmatenSoort registratie: DTB inschrijving lidmatenDatum: 05-1760Plaats: Oostdongeradeel
Bijzonderheden:
In mei 1760 belijdenis
Lidmaat Martha Benthem


bsp;ily: Calibri;">Martha trouwde op 27-05-1759 in Morra met Pieter Nannes.


Notitie bij het huwelijk van Martha en Pieter: Trouwregister Hervormde gemeente Morra Lioessens

Bron: DTB TrouwenSoort registratie: DTB inschrijving trouwenDatum: 27-05-1759Soort akte: bevestiging huwelijk
Bruidegom
Pytter Nannes wonende te Morra
Bruid
Martha Benthem wonende te Morra


Pieter is overleden.


1.1.1.3.2.1.3 Grietje Joachims Benthem, dochter van Joachim Johannes Benthem (zie 1.1.1.3.2.1) en Rinske Oebles. Grietje is overleden. Grietje trouwde op 09-05-1762 in Morra met Menne Wiebes Haiema.


Notitie bij het huwelijk van Grietje en Menne: Trouwregister Hervormde gemeente Morra Lioessens
Bron: DTB TrouwenSoort registratie: DTB inschrijving trouwenDatum: 09-05-1762Soort akte: bevestiging huwelijk
Bruidegom
Menne Wybes wonende te Burum
Bruid
Grytje Benthem wonende te Morra


Menne is overleden.


1.1.1.3.2.1.4 Dieuwke Joachims Benthem, dochter van Joachim Johannes Benthem (zie 1.1.1.3.2.1) en Rinske Oebles. Zij is gedoopt op 28-08-1729 in Morra.


Notitie bij de geboorte van Dieuwke: Doopboek Herv. gem. Morra en Lioessens
Bron: DTB DopenSoort registratie: DTB inschrijving doopDatum: 28-08-1729Plaats: Morra
Dopeling Dieuwke
Vader Joachim Benthem (predikant)


Dieuwke is overleden. Dieuwke trouwde, 21 jaar oud, op 10-01-1751 in Morra met Jacobus Sjordema, ongeveer 23 jaar oud.


Notitie bij het huwelijk van Dieuwke en Jacobus: Trouwregister Hervormde gemeente Morra Lioessens
Bron: DTB TrouwenSoort registratie: DTB inschrijving trouwenDatum: 10-01-1751Soort akte: bevestiging huwelijk
Bruidegom
Jacob Sjordema wonende te Dokkum
Bruid
Dieuke Benthem wonende te Morra


Jacobus is geboren omstreeks 1728, zoon van Eilardus Sjordema en Sara de Wallencourt. Jacobus is overleden.


 -----------------------------------------------


 Parenteel Hendrick Benthem


1 Hendrick Bentheim .


Ocupacion:


 
td>ily: Calibri;">maestro de escuela, organista y secretario de la ciudad Nordhorn


bsp;ocida:


1 Arent Hendricks Benthem , nacido en Nordhorn . Sigue 1.1 .


1.1 Arent Hendricks Benthem ;nació en Nordhorn , hijo de Hendrick van Bentheim (ver 1 ). Arent murió en 12-1656 en Zutphen .


Ocupacion:


 
td>ily: Calibri;">maestro de escuela, organista y secretario de la ciudad Nordhorn


bsp;
 
td>ily: Calibri;">La familia organista Van Benthem Zutphen en el siglo XVII por el RCC Savornin Lohman 
la señora MM Doornink - Hoogenraadstraat muestra en la Revista de la Asociación para la historia de la música holandesa, vol. XIX, - 3,4 (Amsterdam 1962-1963) en su artículo "Organista de Een Zutphense del tiempo de Sweelinck" (pp. 192-199) una fascinante descripción de la vida y obra del Sr. Godefrid Oldenraet, 
que fue organista de la ciudad de Zutphen desde 1613-1630. El artículo concluye afirmando que después de la muerte de Oldenraet finales de 1630 / principios de 1631 se llevó a cabo sus funciones temporalmente por su alumno ciego Gerrit Hansen, y de octubre fue nombrado 1 1 163 organista titular el Sr. Arnold van Benthem, de
de Groningen. Estos Van Benthem y su familia musical son el tema del estudio a continuación. 

Primero se puede decir que desde la Reforma, el organista en Zutphen era solo parcialmente "organista de la ciudad"; En realidad, era nombrado por el juez y los despidos, pero llegó a su salario -, así como los ministros y maestros - por barrio oficina de alquiler Zutphense real, mientras que 
los emolumentos que incluye las tarifas y alquiler de orgelbespelingen extraordinaria de oficinas fueron financiados alquiler mentales urbanas. Además, el consistorio fue una voz importante en la instrucción para el organista (compárese el artículo anterior por la Sra Doornink ,. Y el artículo "Un organista callejero de la ciudad" por J. de Graaf, en Gelredome 1953, p. 196).

Arent, o Arnold (us) van Benthem, nació alrededor de 1610 en la ciudad comercial de Nordhorn, en el Vecht en el condado de Bentheim. Su padre, Hendrick van Benthe (i) m, provenía de una sucursal híbrida de la tumba alemana Van Bentheim; su padre y su abuelo fueron directores en Nordhorn. Hendrick celebró allí desde 16 10-1648 en ese momento a menudo funciones combinadas de maestro de escuela, organista y secretario de la ciudad. Se casó alrededor de 1610 con Margaretha Spenneberg, una hija de agricultores ricos en Borghorst, cerca de Steinfurt. Tuvieron cuatro hijos, quienes primero fueron a Groningen, luego también a una gran ciudad con una rica vida científica (¡universitaria!) Y cultural. 

Los hijos Adolphus y Melchior estudiaron teología allí; luego se convirtieron en predicadores, resp. en Dwingelo y Rijssen.

Los hijos Arent (Arnoldus) y Hendrick entrenaron en el órgano en Groningen y se conectaron temporalmente a las casas de huéspedes como organistas. 

Hendrick terminó en Groningen a través de Groningen, donde fue nombrado organista de la ciudad y relojero en 1634. 

Arnoldus así viniendo de Groningen fue el 1 de octubre, 1631 Zutphen organista de la iglesia de St. Walburg, de la que fue también el 24 de febrero 1647 carillón (campana de timbre) nombrado; además, en 1655 todavía se lo encuentra como un maestro de licencia, diácono y supervisor del orfanato de pobres o alienígenas. 
Se casó en 1631 con Gebbetien Böttich, de Schuttorf, perteneciente a la familia de Bottichius, conocida posteriormente en Groningen y Drenthe.

Tres de sus siete hijos murieron jóvenes; una hija se casó con Zwolle, otra con Ámsterdam, y los dos hijos volvieron a ser organistas. 
El más antiguo Derck ya sea Theodore, visitó por primera vez la Escuela Ilustre en Deventer, a continuación, estudió filosofía en Leiden y comenzó a hacerse finalmente competentes en el órgano en el campo de Groningen. En 1657 siguió a su padre, que murió en diciembre de 1656 (ad peste). Arnoldus como organista de St. Walburgskerk, y más tarde se convirtió en el jugador del reloj después de su entrenamiento. Teodoro murió en 1674 a la edad de cuarenta años. Su sucesor como organista de la ciudad se convirtió en Cornelis van Neck en 1676.

Del matrimonio de Teodoro en 1667 con Catalina de cultivos brotado cuatro hijos, cuyo único hijo, Arnold, murió joven. La hija Helena se fue a Amsterdam en 1702 para siempre. La hija María Magdalena se casó en 1716 con Willem van den Berg de Doesburg; murió en Zutphen sin descendencia en 1753 
y legó sus posesiones a su primo Arnold Revius en Amsterdam. 
El cuarto niño, Theodora, nació póstumamente en 1674 y murió sin descendencia antes de 1734. 

El hijo más joven del Sr. Arnoldus, es decir, Hendrick van Benthem fue en 1664 Kampen nombrado organista adjunto de la Bovenkerk y carillón de la nueva torre, con su tío el Sr.Hendrick van Benthem, el organista de la ciudad de Kampen. Hendrick (el joven) se fue a Amsterdam en 1672 y
se convirtió en "asistente" allí. Él se menciona allí en 1684 como coheredero de su tío. Hendrick (cuyos seis hijos habían muerto todos sin descendencia antes). 
Hendrick (los jóvenes) tenía su matrimonio en 1663 con Isabel de Ceulen cuatro hijos, cuya hija Cornelia en 1701 en Amsterdam casó el comprador vino Jodocus Revius Deventer * Niño :. 

Esperamos que en un futuro artículo con más detalle la espalda llegar a las relaciones familiares entre los diversos organista-relojes Van Benthem resp. Nordhorn, Kampen y Zutphen, y los ministros (de) Benthem a Dwingelo y Rijssen. Por lo que se puede ver, las ramas de los organistas son
Van Benthem extinto (que en Kampen antes de 1684, y que en Amsterdam en la primera mitad del siglo XVIII). Las ramas ministro (Van) Benthem mostraron una amplia, incluso ahora, después de descendientes, incluidas las líneas femeninas de estar, bajo los nombres Benthem Benthem Reddingius y Sypkens. Estas familias "estudiadas" con muchos predicadores y también médicos, especialmente en las cuatro provincias del norte de nuestro país, no tienen ninguna importancia para Zutphen y, por lo tanto, no se tienen en cuenta. El fenómeno en sí mismo notable de los cinco organistas Van Benthem, en tres generaciones -dos de los cuales en Zutphen durante casi medio siglo- merece ser evitado de esta manera en la oscuridad.
* nieto de Hendrick Reefsen, o Revius, compañero de Deventer, que era hermano del famoso teólogo-historiador y poeta Jacobus Revius.


bsp;le="font-size: medium;">Margareta van Spennenberg . Margareta ha fallecido.


Hijos de Arent y Margareta:


1 Adolph Arents Benthem , nacido alrededor de 1603 en ;Noordhoorn . Sigue 1.1.1 .


2 Arent Arents Benthem , nacido alrededor de 1605. Sigue 1.1.2 .


3 Hendrick Arents Benthem [ ;1.1.3 ], nacido alrededor de 1608. Hendrick murió.


Ocupacion:


 
td>ily: Calibri;">organista de la ciudad y relojero Kampen


bsp;
 
td>>Kampen (De Mey 1940, Van der Kleij y Zwart 1995) [Gracias a FD Zeiler (Kampen)] 
Grote o St.-Nicolaaskerk (Bovenkerk): 1565-1608 Willem Andriessen; 1609-1612 Johan Matthijssen; 1612-1618 Arent 
Janszoon van Munster; 1618-1664 Cornelis Jansen; 1664-1673 Hendrik van Benthem el Joven; 1673-1669 Gijsbert 
Steenwijck; 1679-1691 Johannes Kempher; 1691-1700 Theodorus Holtius; 1700-1705 Lucas Wolters; 1705-1736 Jan 
Nicolaas Berff; 1741-1745 Willem Bruinier Janszoon; 1745-1786 Caspar Berghuys; 1786-1791 Cornelis Buijs; 1791-1804 
Cornelis Berghuys (Kampen 1762-1816 Alkmaar); 1805-1859 Jan Herman van der Dussen. 
Iglesia pequeña o fraternal e Iglesia de Nuestra Señora: 1580c-1593? Gerrit Lucasz; 1593? -1602? Maestro
Hendrick; 1602? -1634 Arent Janszoon van Munster; 1634-1677 Hendrick van Benthem the Olde; 1677-1679 Johannes 
Kempher; 1679-1690 Jan David Drellinger; 1690-1743 Jan Everwijn Drellinger; 1743-1783 Bernhardus Bruinier; 1783-1812 
Jan Hendrik Becker.


bsp;p;, nacido alrededor de 1615. Sigue 1.1.4 .


1.1.1 Adolph Arents Benthem ;nació alrededor de 1603 en Noordhoorn , hijo de Arent Hendricks Benthem (ver 1.1 ) y Margareta van Spennenberg. Adolfo murió en 1659, alrededor de 56 años.


Ocupacion:


 
td>ily: Calibri;">Pastor Dwingelo


bsp;
 
td>ily: Calibri;">Steinfurter TEOLOGÍA estudiantes menores de Piscator, Vorstius, RAVENSPERGER RUTGERSIUS y en los años 1591-1618 
Estudiantes - Origen - Estudio - Ciudad / Escuela 
Benthem, Adolphus Nordhorn 1615 RA / Ru Dwingeloo 1629-1654 

Parsons Dwingelo 
A. Benthem (Adolfo) 1629 Candidato 31-10 -1654 retiró
G. Benthem (Gerhardus) 09 hasta 1654 candidato 1672 Steenwijk


bsp;yle="font-size: medium;">Sara van Tijen . Sara ha fallecido.


Hijos de Adolph y Sara:


1 Judith (Adolph) Benthem [ ;1.1.1.1 ]. Judith murió antes del 10-05-1718.


Explicación


 
td>ily: Calibri;">Patrimonio Moei Judith Benthem
30a y 40a fichas (1679-1797), rekendag 13-12-1718, página 1824/5 
Registro 13-12-1718 1824/5 Magreta Benthem
Registro 13-12-1718 1824/5 Michiel Diez Benthem
Registro 13- 12-1718 1824 Sara Benthem
registro 13-12-1718 1824/5 Femmegien Benthem
registro 13-12-1718 1824/5 Dr. med. Benthem Benthem Steenwijk


bsp;bsp;, nacido en Dwingelo . Sigue 1.1.1.2 .


3 Gerardus (Adolph) Benthem , nacido en 1630 en Dwingelo . Sigue 1.1.1.3 .


1.1.1.2 Johannes (Adolph) Benthem nació en Dwingelo , hijo de Adolph Arents Benthem (ver 1.1.1 ) y Sara van Tijen. Johannes murió en 12-1672. Johannes se casó el 05-09-1667 en Groningen conLucretia Harckens . En la boda civil de Johannes y Lucrecia, el siguiente testigo estuvo presente:NN Drews.


Nota de la boda de Juan y Lucrecia: Fecha de inscripción: 09/05/1667 
lugar de la boda: Iglesia congregación - Groningen 
novio John Benthum, Candidatus 
Secretario nupcial Lucrecia Harckens PQ Drews y el tío 

Source Book 1661-1668 Ondertrouw Iglesia congregación - Groningen 
Colección DTB (acceso 124) 
Número de inventario 168, folio 173v


Lucretia ha fallecido.


Hijo de Johannes y Lucrecia:


1 Annichjen Benthem [ 1.1.1.2.1 ]. Ella fue bautizada el 11-09-1667 en Groningen .


Nota sobre el nacimiento de Annichjen: fecha del bautismo 11-09-1667 
Lugar bautismo Groningen; Nieuwe Kerk 
Place nacimiento Groningen; Nieuwe Boteringestraat 
Niño Annichjen 
Sexo v 
Lugar nacimiento Groningen; Nueva Boteringestraat 
Padre Johannes Bentheim 
Madre Lucretia Harckens 
Fuente Libro de bautismo general 1658-1676 Congregación de la iglesia - 
Colección Groningen DTB (entrada 124) 
Número de inventario 147


Annichjen murió.


1.1.1.3 Gerardus (Adolph) Benthem nació en 1630 en Dwingelo , hijo de Adolph Arents Benthem (ver 1.1.1 ) y Sara van Tijen. Gerardus murió el 04-09-1698 en Steenwijk , 67 o 68 años. Fue enterrado el 13-09-1698 en Steenwijk (Kerk) .


Nota sobre la muerte de Gerardus: Steenwijk 
1698-09-04 1698-09-13 dom Benthem 3-0 5-12 en la iglesia


Ocupacion:


 
td>ily: Calibri;">Pastor Dwingelo y Steenwijk


bsp;
 
td>ily: Calibri;">Patrimonio Moei Judith Benthem
30a y 40a fichas (1679-1797), rekendag 13-12-1718, página 1824/5 
Registro 13-12-1718 1824/5 Magreta Benthem
Registro 13-12-1718 1824/5 Michiel Diez Benthem
Registro 13- 12-1718 1824 Sara Benthem
registro 13-12-1718 1824/5 Femmegien Benthem
registro 13-12-1718 1824/5 Dr. med. Benthem Benthem Steenwijk


bsp;sp;Zwolle conMartha Jans van Coten , 27 años.


Nota a la boda de Gerardus y Martha: Los 2 de septiembre de 1665 
Gerrardus Benthem, vicario de Duingelo, los ingresos 
Martha Cooten salige Jan van Cootens nd 
proclamas van diez Duingelo 
certificación expedida por Blanckenham.


Martha es una hija de Jan van Coten y Femmigje Berends. Ella fue bautizada el 11-03-1638 en Zwolle [ fuente: HD FS # 15 ]. Martha murió el 28-07-1720 en Steenwijk , 82 años. Fue enterrada el 02-08-1720 en Steenwijk [ fuente: HB FS # 418 ].


Hijos de Gerardus y Martha:


1 Femmichjen Margarete (Gerardus) Benthem . Sigue 1.1.1.3.1 .


2 Johannes (Gerardus) Benthem . Sigue 1.1.1.3.2 .


3 Micheltien (Gerardus) Benthem , nacido en Steenwijk . Sigue 1.1.1.3.3 .


4 Sara (Gerardus) Benthem [ ;1.1.1.3.4 ]. Sara murió el 29-07-1722 en Steenwijk . Fue enterrada el 06-08-1722 en Steenwijk [ fuente: HB FS # 425 ].


Explicación


 
td>ily: Calibri;">Erfgenomen Sara van Benthem 
30a y 40a fichas (1679-1797), rekendag 12.12.1724, página 2278/9 
Registro 12/12/1724 2278/9 Sara Benthem
Registro 12/12/1724 2278/9 Juckert Benthem
entrada: ministro Juckert Benthem 
Fechado: 31-03-1724 
Matrícula 12-12-1724 2278/9 Benthem Ruinerwold Referencia
: Pastor Benthem ;
Fechado: 31-03-1724 
Matrícula 12-12-1724 2304 Sara van Benthem


bsp;rong> , nacido el 10-08-1666 en Dwingelo . Sigue 1.1.1.3.5 .


6 Margriet (Gerardus) Benthem [ 1.1.1.3.6 ]. Ella fue bautizada el 05-10-1676 en Steenwijk .


Nota sobre el nacimiento de Margriet: Wed 1676-05-10 Gerhard Bentem - Margri- [padre:] Dom. 1682-02-15


Margriet ha fallecido.


Explicación


 
td>ily: Calibri;">0075 Stadgericht Steenwijk 
Inventario 
3. Jurisdicción 
3.3. Casos de contención 
3.3.1. Casos civiles 
3.3.1.2. Documentos de proceso 
180 - 1790 Documentos enviados y utilizados en procesos, 1640-1810. 
Compartir botón Responder Imprimir solicita 
278 entre Godfrey Waterham a Wijhe, como heredera Michieltjen Benthem, tez y Margaritha Benthem Taz, la herencia de la finca 
Fecha: 1724 
modificada por última vez 23-11-2015


bsp;n (Gerardus) Benthem [ 1.1.1.3.7 ]. Fue bautizado el 01-05-1679 en Steenwijk .


Nota sobre el nacimiento de Hendrik: dom 1679-01-05 Gerh. Benthem - Jan Hendrik [padre:] Dom [inee] 1676-05-10


Hendrik murió el 31-10-1720 en Steenwijk , 41 años. ;Fue enterrado el 04-11-1720 en Steenwijk [ fuente: HB FS # 420 ].


Ocupacion:


 
td>ily: Calibri;">El alcalde Steenwijk y el Dr. Med. Steenwijk


bsp;rardus) Benthem [ 1.1.1.3.8 ]. Ella fue bautizada el 15-02-1685 en Steenwijk .


Nota sobre el nacimiento de Judith: wo 1682-02-15 Gerh. Benthem - Judith [padre:] Dom [inee] 1679-01-05


Judith está muerta.


1.1.1.3.1 Femmichjen Margarete (Gerardus) Benthem , hija de Gerardus (Adolph) Benthem (ver 1.1.1.3 ) y Martha Jans van Coten. Femmichjen murió antes del 21-12-1750. Femmichjen se casó el 10-07-1698 en Steenwijk conFranciscus ab Utrecht .


Nota a la boda de Femmichjen y Francis como Francis 10/07/1698 Utrecht w Zwartsluis Femmichjen Margarete Benthem JD Steenwijk 426 / 077v GthT1698- 07-24, ZwaT1700-09-22


Franciscus es un hijo de Henricus van Utrecht. Franciscus murió el 21-12-1750 en Steenwijk .


Niño de Femmichjen y Franciscus:


1 Gerardus ab Utrecht [ 1.1.1.3.1.1 ]. Fue bautizado el 09-04-1699 en Zwartsluis . Gerardus murió el 19-01-1764 en Giethoorn , 64 años. Gerardus permaneció soltero.


Ocupacion:


 
td>ily: Calibri;">Pastor


bsp;
 
td>ily: Calibri;">0201.1 Iglesia Reformada Holandesa en Giethoorn 
Introducción 
3. Lista de Pastor 
Favorito Poner una anotación Compartir Reaccionar Imprimir botón Archivar servicio 
Gerardus ab Utrecht (sobrino de Joh. Ab Utrecht), chand. Bev. 1729 31 de julio murió 1764 Ene. 19 
Fecha: 1729-1764 Lugar de descubrimiento 
: Historisch Centrum Overijssel (HCO) 
última actualización 21-02-2016


bsp;sp;Johannes (Gerardus) Benthem , hijo de Gerardus (Adolph) Benthem (ver 1.1.1.3 ) y Martha Jans van Coten. Johannes murió el 20-07-1712 en Jukwerd .


Tenga en cuenta la muerte de Juan: Fecha de muerte: 20-07-1712 
Lugar de la muerte: Jukwerd 
Muerto Nn Benthem, pastor 
Sexo m 
Source Book 1621-1743 Eclesiástica Iglesia congregación - Weiwerd 
Colección DTB (acceso 124) 
el número de inventario 512, folio 139V


Ocupacion:


 
td>ily: Calibri;">Pastor Jukwerd


bsp;
 
td>ily: Calibri;">30 y 40 o fichas (1679-1797), rekendag 15-12-1733, página 2870/1 
Indicación: pastor Gerhardus Benthem (legacy) 
Fecha: 15-09-1733 
incluyen clérigo viuda Benthem a Jukwerd


bsp;;conMaria Joachims ten Wolde , 23 años.


Nota a la boda de Juan y María como María 03/02/1695 Johannes Benthem ten Wolde Steenwijk jd [BG:] vicario a Jucquart en Groningerland 426 / 057r


Maria es hija de Joachimus ten Wolde y Catharina Ruffers. Ella fue bautizada el 11-12-1671 en Steenwijk .


Nota sobre el nacimiento de María: s 1671-11-12 Joachim ten Wolde - Maria [padre:] Docter 1670-07-10


Maria ha fallecido.


Hijos de Juan y María:


1 Joachim Johannes Benthem . Sigue 1.1.1.3.2.1 .


2 Catharina Benthem , nacida alrededor de 1706 en Jukwerd . Sigue 1.1.1.3.2.2 .


1.1.1.3.2.1 Joachim Johannes Benthem , hijo de Juan (Gerardus) Benthem (véase 1.1.1.3.2 ) y María Joachim ten Wolde. Joachim ha fallecido.


Ocupacion:


 
td>ily: Calibri;">Pastor


bsp;
 
td>>Registro de tamaño de miembro Herv. Municipal Morra y Lioessens 
Fuente: DTB registro extremidades Tipo: DTB fecha tierna extremidades: 15-06-1738Plaats: Oostdongeradeel 
Detalles: El 15 de junio 1738 a las extremidades Morra 
hombre: Benthem (pastor) 
Mujer: Rinske Oebles 

Autorización libro 
Fuente: tribunales inferiores; autorizacionesTipo de registro: suscripción a los platos; Fecha de autorización: 26-06-1734 
Detalles: 
Romke Oebles huérfano 
Joachimus ministro Benthem, que residen Morra curador bonorum 
huérfano Romke Oebles 
curador bonorum Joachimus Benthem 

Friesland ESCUELA SECUNDARIA Y en Austrian ATHENAEUM FRANEKER.
A. Schultens, Orat. funelris. Obitum Bosque Lamherti. Fran. 1717, donde el Progr. funeljre 
por Dom. Balck ha sido reimpreso, y a lo que una Megia de Ds. Maíz Schellinger ha sido 
agregado; Carminct, ediia in fimere D. Lainb. Bosque (que contiene Grisksch EEE fresco de 
Berna. Garza, canciones Latijnsehe de Joh. Alberti, Guil. Muilman y Juan. Andriessen, 
Holanda F. Halma, 3, G. van de Poll, André. Andriessen, Ann. Adriani, G Abhring, 
Joach, Benthem y Joh.K, Aitema) Fran, 1717; Freeze, 723-727; Agregar 15,


bsp;>Rinske Oebles . Rinske falleció.


Hijos de Joachim y Rinske:


1 Maria Joachims Benthem . Sigue 1.1.1.3.2.1.1 .


2 Martha Joachims Benthem . Sigue 1.1.1.3.2.1.2 .


3 Grietje Joachims Benthem . Sigue 1.1.1.3.2.1.3 .


4 Dieuwke Joachims Benthem , bautizado el 28-08-1729 en Morra . Sigue 1.1.1.3.2.1.4 .


1.1.1.3.2.1.1 María Joachim Benthem , hija de Joaquín Johannes Benthem (véase 1.1.1.3.2.1 ) y Rinske Oebles. Maria ha fallecido.


Explicación


 
td>ily: Calibri;">Registro de tamaño de miembro Herv. Municipal Morra y Lioessens 
Fuente: DTB extremidades de registro Tipo: DTB fecha tierna extremidades: 05-1751Plaats: Oostdongeradeel 
Detalles: 
En mayo de 1751 la confesión 
de extremidades María Benthem


bsp;pan>Gerrit Gerrits Sinia .


Nota a la boda de María y Gerrit: registro de la boda de la Iglesia Reformada Morra Lioessens 
Fuente: DTB True Type inscripción: DTB fecha de la boda de licitación: Ley 05-05-1753Soort: boda de confirmación 
de detalles: 
Domingo de Pentecostés 
novio 
Gerryt Sinia residen Morra 
novia 
María Benthem que reside en Morra


Gerrit murió.


1.1.1.3.2.1.2 Martha Joachim Benthem , hija de Joaquín Johannes Benthem (véase 1.1.1.3.2.1 ) y Rinske Oebles. Martha falleció.


Explicación


 
td>ily: Calibri;">Registro de tamaño de miembro Herv. Municipal Morra y Lioessens 
Fuente: DTB extremidades de registro Tipo: DTB fecha tierna extremidades: 05-1760Plaats: Oostdongeradeel 
Detalles: 
En mayo de 1760 la confesión 
del miembro Martha Benthem


bsp;span>Pieter Nannes .


Nota de la boda de Marta y Peter: registro de la boda de la Iglesia Reformada Morra Lioessens 

Fuente: DTB True Type inscripción: DTB fecha de la boda de licitación: Ley 27-05-1759Soort: confirmación de matrimonio 
novio 
Pytter Nannes residen Morra 
novia 
Martha Benthem que reside en Morra


Pieter ha fallecido.


1.1.1.3.2.1.3 Grietje Joachims Benthem , hija de Joachim Johannes Benthem (ver 1.1.1.3.2.1 ) y Rinske Oebles. Grietje murió. Grietje se casó el 09-05-1762 en Morra conMenne Wiebes Haiema .


Nota a la boda de Jill y Menne: registro de la boda de la Iglesia Reformada Morra Lioessens 
Fuente: DTB True Type inscripción: DTB fecha de la boda de licitación: Ley 09-05-1762Soort: confirmación de matrimonio 
novio 
Menne Wybes que reside en Burum 
nupcial 
Grytje Benthem que reside en Morra


Menne murió.


1.1.1.3.2.1.4 Dieuwke Joachims Benthem , hija de Joachim Johannes Benthem (ver 1.1.1.3.2.1 ) y Rinske Oebles. Ella fue bautizada el 28-08-1729 en Morra .


Nota sobre el nacimiento de Dieuwke: Doopboek Herv. joya Morra y Lioessens 
Fuente: bautismos DTB Tipo de registro: bautizo de registro DTB Fecha: 28-08-1729Lugar: Morra 
Dopeling Dieuwke 
Padre Joachim Benthem (predicador)


Dieuwke murió. Dieuwke se casó a los 21 años, el 10-01-1751 en Morra conJacobus Sjordema , de unos 23 años.


Nota a la boda de James y Dieuwke: registro de la boda de la Iglesia Reformada Morra Lioessens 
Fuente: DTB True Type inscripción: DTB fecha de la boda de licitación: Ley 10-01-1751Soort: confirmación de matrimonio 
novio 
Jacob Sjordema que reside en Dokkum 
nupcial 
Dieuke Benthem que reside en Morra


Jacobus nació alrededor de 1728, hijo de Eilardus Sjordema y Sara de Wallencourt. Jacobus murió.


------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------


± 1670
Hendrik Bent(h)e(i)m, schoolmeester, werd gedoopt op 16 februari 1645 in Rijssen (zie de doopboeken van Rijssen). Hij was de zoon van Melchior Bentheim/Bentem en Geertrui Koning (huwelijk 19 maart 1644 te Emmerich). Melchior (geboren rond 1610 in Nordhorn –  † 29 juli 1674, zoon van Gerrit Bentheim en Margaretha van Spannenberg), was de 1e  rector ‘der school’ in Ootmarsum, predikant van de Hervormde Gemeente in Vriezenveen, 35 jaar lang predikant in Rijssen en Enter. Zijn beroepingsbrief is gedateerd 29 oktober 1739.  Hij trouwde tweemaal: het tweede huwelijk (ondertrouw in Rijssen op 1 juli 1640) vond plaats om 2 augustus 1640 te Deventer met Aaltjen van Brei(j)l(l), die op 1 januari 1664 in Rijssen overleden is. Hendrik had twee zussen: Elisabet(h), op 19 mei 1648 in Rijssen gedoopt en Maria Margaretha, die gedoopt werd op 6 november 1653,  Aaltjen van Benthem (Deventer), die in op 31 december 1676 in ondertrouw ging met Herman(nus) Scheen (Schene/Scheijn)(predikant in Rijssen, overleden op 29 januari 1719 in Rijssen, zoon van Hendrik Scheen), die werd geboren in Kampen, kan ook een zus van Hendrik geweest zijn.


---------------------------------------------------------------


Aaltje van Breyll, geboren Deventer rond 1622 (doop niet gevonden), overleden Rijssen 1644, huwde Deventer 2 augustus 1640 met Ds. Melchior Benthem, geboren Nordhorn circa 1610, overleden Rijssen 29 juni 1674, zoon van Hendrik Benthem en Margaretha Spennenberg. 


--------------------------------------------------------------------------------------------


SCHOLEN
Schildschool
(Gereformeerde) schoolmeesters van Rijssen:


1670
Hendrik Bent(h)e(i)m, schoolmeester, werd gedoopt op 16 februari 1645 in Rijssen (zie de doopboeken van Rijssen). Hij was de zoon van Melchior Bentheim/Bentem en Geertrui Koning (huwelijk 19 maart 1644 te Emmerich). Melchior (geboren rond 1610 in Nordhorn –  † 29 juli 1674, zoon van Gerrit Bentheim en Margaretha van Spannenberg), was de 1e  rector ‘der school’ in Ootmarsum, predikant van de Hervormde Gemeente in Vriezenveen, 35 jaar lang predikant in Rijssen en Enter. Zijn beroepingsbrief is gedateerd 29 oktober 1739.  Hij trouwde tweemaal: het tweede huwelijk (ondertrouw in Rijssen op 1 juli 1640) vond plaats om 2 augustus 1640 te Deventer met Aaltjen van Brei(j)l(l), die op 1 januari 1664 in Rijssen overleden is. Hendrik had twee zussen: Elisabet(h), op 19 mei 1648 in Rijssen gedoopt en Maria Margaretha, die gedoopt werd op 6 november 1653,  Aaltjen van Benthem (Deventer), die in op 31 december 1676 in ondertrouw ging met Herman(nus) Scheen (Schene/Scheijn)(predikant in Rijssen, overleden op 29 januari 1719 in Rijssen, zoon van Hendrik Scheen), die werd geboren in Kampen, kan ook een zus van Hendrik geweest zijn.  


--------------


ESCUELAS
Escuela escudo
Maestros de escuela (reformados) de Rijssen:


1670
Hendrik Bent (h) e (i) m, maestro de escuela, fue bautizado el 16 de febrero de 1645 en Rijssen (ver los libros de bautismo de Rijssen). Era el hijo de Melchior Bentheim / Bentem y Geertrui Koning (matrimonio el 19 de marzo de 1644 en Emmerich). Melchior (nacido alrededor de 1610 en Nordhorn - † 29 de julio de 1674, hijo de Gerrit Bentheim y Margaretha van Spannenberg), fue el primer rector de la escuela en Ootmarsum, pastor de la Iglesia Reformada en Vriezenveen, pastor en Rijssen y Enter durante 35 años. . Su carta de apelación está fechada el 29 de octubre de 1739. Se casó dos veces: el segundo matrimonio (notificación de matrimonio en Rijssen el 1 de julio de 1640) tuvo lugar el 2 de agosto de 1640 en Deventer con Aaltjen van Brei (j) l (l), quien el 1 de enero de 1664 Rijssen falleció. Hendrik tenía dos hermanas: Elisabet (h), bautizada en Rijssen el 19 de mayo de 1648 y Maria Margaretha, quien fue bautizada el 6 de noviembre de 1653, Aaltjen van Benthem (Deventer), a quien le prohibieron las prohibiciones a Herman (nus) el 31 de diciembre de 1676. Scheen (Schene / Scheijn) (pastor en Rijssen, murió el 29 de enero de 1719 en Rijssen, hijo de Hendrik Scheen), quien nació en Kampen, también pudo haber sido una hermana de Hendrik.


---------------------------------------------------------------------------------------------------


Margaretha van Spannenburg
Deceased in 1611
 
Married about 1600 to Hyndrich von Bentheim, born in 1570, deceased in 1640  (Parents : M Christoffer von Bentheim ca 1525-1600 &  F Alyt van Lutheren) 
children
M Adolf Bentheim 1608-1659  Married to Sara van Thijen
children
M Gerrit Bentheim 1630-1698 Married in 1665 to Martha van Coten 1638-1720 
children
M Johannes Bentheim 1668-1712
 --------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------


 https://www.dominees.nl/search.php?q=benthem&set=1&set1=1&set2=1&set3=1&srt=d
 
Naam [0 - 12] Geboortedatum
 
Adolphus Benthem onbekend
Melchior Benthem onbekend
Johannes Benthem onbekend
Johannes Benthem onbekend
Johannes Benthem onbekend
Joachimus Benthem 08-02-1696
Gerardus Benthem 08-06-1711
Gerhardus Benthem 1630
Arnoldus Benthem 05-1744
Arnoldus Benthem 02-1635
Albertus Benthem onbekend
Rutger Adolf Benthem 10-08-1666
 
 
A. Benthem (Adolphus)
Geboren: onbekend te Nordhorn-Bentheim
Overleden: 04 maart 1659 te Dwingeloo


Functie: predikant
Studie: onbekend
Portret: geen
Kandidaat: onbekend te onbekend
Gemeentes
Dwingeloo HG
Bevestigd op: 1629
Bevestigd door: onbekend
Bevestigingstekst: onbekend
Intrede op: 1629; tekst: onbekend
Afscheid op: 1654; tekst: onbekend


Overig
Beroepen: 1
Bevestigd: 0
Nominaties: 0
Handoplegging: 0
Bijzonderheid: 11
 
-------------------------------
M. Benthem (Melchior)
Geboren: onbekend te Nordhorn-Bentheim
Overleden: 29 juni 1674 te Rijssen


Functie: predikant/rector
Studie: onbekend
Portret: geen
Kandidaat: onbekend te onbekend
Gemeentes
rector Ootmarssum-gym
Bevestigd op: onbekend
Bevestigd door: onbekend
Bevestigingstekst: onbekend
Intrede op: 1637; tekst: geen
Afscheid op: 1638; tekst: onbekend


Vriezenveen HG
Bevestigd op: 1638
Bevestigd door: onbekend
Bevestigingstekst: onbekend
Intrede op: 1638; tekst: onbekend
Afscheid op: 1639; tekst: onbekend


Rijssen HG
Bevestigd op: 1639
Bevestigd door: onbekend
Bevestigingstekst: onbekend
Intrede op: 1639; tekst: onbekend
Afscheid op: geen; tekst: geen


Overig
Beroepen: 3
Bevestigd: 0
Nominaties: 0
Handoplegging: 0
Bijzonderheid: 0


-----------------------------------------------------------------------------------------   


 https://genealogierijssen.nl/scholen/
 
SCHOLEN
2015 schildschool Rest Schildschool


(Gereformeerde) schoolmeesters van Rijssen:
 
± 1670
Hendrik Bent(h)e(i)m, schoolmeester, werd gedoopt op 16 februari 1645 in Rijssen (zie de doopboeken van Rijssen). Hij was de zoon van Melchior Bentheim/Bentem en Geertrui Koning (huwelijk 19 maart 1644 te Emmerich). Melchior (geboren rond 1610 in Nordhorn –  † 29 juli 1674, zoon van Gerrit Bentheim en Margaretha van Spannenberg), was de 1e  rector ‘der school’ in Ootmarsum, predikant van de Hervormde Gemeente in Vriezenveen, 35 jaar lang predikant in Rijssen en Enter. Zijn beroepingsbrief is gedateerd 29 oktober 1739.  Hij trouwde tweemaal: het tweede huwelijk (ondertrouw in Rijssen op 1 juli 1640) vond plaats om 2 augustus 1640 te Deventer met Aaltjen van Brei(j)l(l), die op 1 januari 1664 in Rijssen overleden is. Hendrik had twee zussen: Elisabet(h), op 19 mei 1648 in Rijssen gedoopt en Maria Margaretha, die gedoopt werd op 6 november 1653,  Aaltjen van Benthem (Deventer), die in op 31 december 1676 in ondertrouw ging met Herman(nus) Scheen (Schene/Scheijn)(predikant in Rijssen, overleden op 29 januari 1719 in Rijssen, zoon van Hendrik Scheen), die werd geboren in Kampen, kan ook een zus van Hendrik geweest zijn.


 
 
ESCUELAS
2015 escuela escudo resto escuela escudo


Maestros (reformados) van Rijssen:
 
± 1670
Hendrik Bent (h) e (i) m, maestro de escuela, se bautizó el 16 de febrero de 1645 en Rijssen (véanse los registros de bautismo de Rijssen). Era hijo de Melchior Bentheim / Bentem y Geertrui Koning (matrimonio el 19 de marzo de 1644 en Emmerich). Melchior (nacido alrededor de 1610 en Nordhorn - † 29 de julio de 1674, hijo de Gerrit Bentheim y Margaretha van Spannenberg), fue el primer rector 'der school' en Ootmarsum, pastor de la Iglesia Reformada en Vriezenveen, pastor en Rijssen y Enter durante 35 años . Su carta de apelación está fechada el 29 de octubre de 1739. Se casó dos veces: el segundo matrimonio (proscripción en Rijssen el 1 de julio de 1640) tuvo lugar el 2 de agosto de 1640 en Deventer con Aaltjen van Brei (j) l (l), quien murió el 1 Enero de 1664 falleció en Rice. Hendrik tenía dos hermanas: Elisabet (h), bautizada el 19 de mayo de 1648 en Rijssen y Maria Margaretha, que fue bautizada el 6 de noviembre de 1653, Aaltjen van Benthem (Deventer), que había enviado proscripciones a Herman (nus) el 31 de diciembre. , 1676. Scheen (Schene / Scheijn) (pastor en Rijssen, murió el 29 de enero de 1719 en Rijssen, hijo de Hendrik Scheen), que nació en Kampen, tambié;n pudo haber sido una hermana de Hendrik.


--------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------


 

Haben Sie Ergänzungen, Korrekturen oder Fragen im Zusammenhang mit Margaretha Margareta Melchoirdr. Große Osterholt schulge Schulze Schulte van Spennenberg Spannenburg Sgenneberg Spennebergh Spannenberg Spenningberge?
Der Autor dieser Publikation würde gerne von Ihnen hören!


Zeitbalken Margaretha Margareta Melchoirdr. Große Osterholt schulge Schulze Schulte van Spennenberg Spannenburg Sgenneberg Spennebergh Spannenberg Spenningberge

  Diese Funktionalität ist Browsern mit aktivierten Javascript vorbehalten.
Klicken Sie auf den Namen für weitere Informationen. Verwendete Symbole: grootouders Großeltern   ouders Eltern   broers-zussen Geschwister   kinderen Kinder

Vorfahren (und Nachkommen) von Margaretha Margareta Melchoirdr. Große Osterholt schulge Schulze Schulte van Spennenberg Spannenburg Sgenneberg Spennebergh Spannenberg Spenningberge

 

Margaretha Margareta Melchoirdr. Große Osterholt schulge Schulze Schulte van Spennenberg Spannenburg Sgenneberg Spennebergh Spannenberg Spenningberge
1580-1611



Mit der Schnellsuche können Sie nach Name, Vorname gefolgt von Nachname suchen. Sie geben ein paar Buchstaben (mindestens 3) ein und schon erscheint eine Liste mit Personennamen in dieser Publikation. Je mehr Buchstaben Sie eingeben, desto genauer sind die Resultate. Klicken Sie auf den Namen einer Person, um zur Seite dieser Person zu gelangen.

  • Kleine oder grosse Zeichen sind egal.
  • Wenn Sie sich bezüglich des Vornamens oder der genauen Schreibweise nicht sicher sind, können Sie ein Sternchen (*) verwenden. Beispiel: „*ornelis de b*r“ findet sowohl „cornelis de boer“ als auch „kornelis de buur“.
  • Es ist nicht möglich, nichtalphabetische Zeichen einzugeben, also auch keine diakritischen Zeichen wie ö und é.



Visualisieren Sie eine andere Beziehung

Die angezeigten Daten haben keine Quellen.

Über den Familiennamen Van Spennenberg Spannenburg Sgenneberg Spennebergh Spannenberg Spenningberge