29 maart 1860: Na het overlijden van hun vader verklaren de kinderen: Adrianus en Antonie, beiden wagenmaker; Cornelia, Maria, Antonetta, allen zonder beroep en wonende in Oosterhout; Helena, dienstmeid in Prinsenhage, Wilhelmina, dienstmeid in Breda en Catharina, dienstmeid in Gorinchem en tenslotte Elisabeth Martens getrouwd met Johannes Hendrikx, smid wonende op Den Hout, dat zij de roerende en onroerende goederen van hun ouders willen verdelen. De roerende goederen omvatten meubelen, huislinnen, wagenmakersgereedschappen, hout en contanten met een geschatte waarde van f 1041,45. De onroerende goederen bestaan in de reeds eerder genoemde behuizing, erf en bouwland aan de Keiweg in Oosterhout met een taxatiewaarde van f 2100,=. Totaal is te verdelen een bedrag van f 3141,45, waarin ieder van de kinderen gerechtigd is voor 1/9 deel, is f 349,05. De akte wordt, met uitzondering van Cornelia en Maria Martens, die verklaren niet te kunnen schrijven, door de overige contractanten ondertekend.
[144 - Bron: Regionaal Archief West-Brabant, Oosterhout, Notarieel Archief, inv no 259, acte 81, dd 29 maart 1860.]
29 maart 1860: De memorie van aangifte is in overeenstemming met bovenstaande verdeling, met dien verstande dat de kinderen nog verklaren dat hun vader ab intestato is overleden.
[145 - Bron: Rijksarchief Noord-Brabant, Memories van successie, kantoor Oosterhout, inv no 42, no 4530.]
Er ist verheiratet mit Johanna van Raak.
Sie haben geheiratet am 16. Januar 1811 in Oosterhout.
22 december 1810: In verband met haar a.s. huwelijk verhuist Johanna van Raak naar Oosterhout, waarvoor zij van de schepenen van Chaam, haar woonplaats, een borgbrief krijgt.
[137 - Bron: Regionaal Archief West-Brabant, Oosterhout, Inkomede borgbrieven, inv no 985.]
16 januari 1811: Uit de bijlage bij de huwelijksacte blijkt dat de vader van Johanna van Raak geen toestemming voor het huwelijk kan geven in verband met zijn innocentie (=krankzinnigheid) en in een verklaring voor de schepenen van Chaam wordt deze vervangen door instemming van de moeder. (Het is opmerkelijk dat geen der kinderen, afgezien van dochter Elisabeth en dan nog op latere leeftijd, is getrouwd; uit de beschikbare documenten blijkt geen reden hiervoor, maar mogelijk zou angst voor erfelijkheid een rol hebben kunnen spelen).
Kind(er):
10 augustus 1807: Petrus Martens koopt, hij woont dan in Leur, wagenmakers- en timmermans-gereedschappen, waaronder een boomwagen, handwagen en slijpsteen alsmede enig wagenmakershout. De transactie komt tot stand met Heiliger Janssens, wagenmaker in Oosterhout, voor een bedrag van 250 gulden. De koopacte is door beiden ondertekend.
[136 - Bron: Stadsarchief Breda, Oud Notarieel Archief, inv no 1351, acte 453, dd 10 augustus 1807.]
6 mei 1820: Pieter Martens, wagenmaker in Oosterhout testeert op zaterdag, ten gunste van zijn vrouw. Op dezelfde dag maakt ook zij haar testament, met als begunstigde haar man. Zij is thuis, ziekelijk te bedde op eene bovenkamer uitzigt hebbende door een vengster op den thuijn, gezond van verstand, memorie en oordeel.
[138 - Bron: Regionaal Archief West-Brabant, Oosterhout, Notarieel Archief, inv no 5628, acte75 en76, dd 6 mei 1820.]
18 januari 1822: Op verzoek van Pieter Martens organiseert de notaris op vrijdag, een openbare veiling, waarbij enige kavels beukenbrandhout worden aangeboden, welke liggen voor de pastorie in Oosterhout. Van de 34 kavels worden er 32 verkocht met een opbrengst van f 52,25 en 2 kavels worden opgehouden.
[139 - Bron: Regionaal Archief West-Brabant, Oosterhout, Notarieel Archief, inv no 5630, acte 12, dd 16 januari 1822.]
6 oktober 1825: Pieter Martens een zijn vrouw lenen geld van een particulier, de heer Boudewij Eloo, koopman in Breda. De lening bedraagt 800 gulden tegen een rente van 5,5% per jaar. Tot zekerheid wordt verbonden een huis, gebouwtje en hof gelegen in Middelwijk no 510. Het onderpand is groot omtrent 40 roeden 69 ellen en wordt belend oost de Hooge Moolestraat, zuid Cornelis Boelens, west Den Doelen en noord Pieter van Beek.
[140 - Bron: Stadsarchief Breda, Notarieel Archief, inv no 1386, acte 145, dd 6 oktober 1825.]
3 maart 1857: Op dinsdag organiseert de notaris ten huize van Pieter Martens een veiling van roerende goederen (kussenslopen, lakens, handdoeken, mutsen, ondermutsen, kousen, voorschoten, parapluie, zilverwerk, kerkboek, en rokken met jak enz). Meer dan 150 van dergelijke artikelen worden verkocht en deze leveren op f 203,50.
[142 - Bron: Regionaal Archief West-Brabant, Oosterhout, Notarieel Archief, inv no 1857, acte 73, dd 3 maart 1857.]
11 november 1859: Bij acte stelt Pieter Martens zich borg voor een bedrag van 200 gulden ten gunste van Adrianus Feijns, ook genaamd Fens, voerman wonende in Oosterhout. Deze laatste heeft van de minister van binnenlandse zaken een vergunning gekregen voor het openen van een wagendienst tussen Breda en 0osterhout, vice versa, voor het vervoer van reizigers en goederen.
[143 - Bron: Regionaal Archief West-Brabant, Oosterhout, Notarieel Archief, inv no 1857, acte 73, dd 3 maart 1857.]
Petrus Adriani Martens | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
1811 | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Johanna van Raak |
Die angezeigten Daten haben keine Quellen.