Antonie Martens doet op 19 maart 1896 aangifte van de nalatenschap van Catharina Martens. Haar bezit bestaat in de helft van een onverdeeld aandeel in een huis, schuur en erf ad f 800,=. De uitgaven omvatten kosten van naaiwerk, geleverde steenkolen, dokters- en apotheekkosten tevens de begrafeniskosten. Het zuiver saldo van de nalatenschap bedraagt f 665,61.
[132 - Bron: Rijksarchief Noord-Brabant, Memories van successie, kantoor Oosterhout, inv no 57, no 3/2826.]
Op 9 december 1894 passeert Catharina Martens, een nieuw testament. Tot haar enige erfgenaam benoemt zij Antonie Martens, haar broer en bij zijn overlijden de wettige nakomelingen van wijlen haar ooms en tantes van vaders- en moederszijde. De boedel wordt belast met een bedrag van 400 gulden voor het laten lezen van heilige missen in de parochiekerk van Sint Jan in Middelwijk in Oosterhout en voorts met een stipendium van 1 gulden per jaar, gedurende 20 jaar, voor het laten lezen van een jaargetijde in deze kerk. Tot uitvoerder van het testament wordt benoemd Antonie Hendrickx.
[131 - Bron: Regionaal Archief West-Brabant, Oosterhout, Notarieel Archief, inv no 222, acte 116, dd 9 december 1894.]
Die angezeigten Daten haben keine Quellen.