Er ist verheiratet mit Maria Kniphuijsen.
Die Erlaubnis zur Eheschließung wurde am 15. April 1758 in Groningen erhalten.
Sie haben geheiratet am 6. Mai 1758 in Assen, Drenthe.Quelle 1Beroep: 1758-1760 bierbrouwer, pachter van "de Witte Zandloper"; 1779 constapelsmaat VOC.
Hij betaalt in 1758 admissie voor het brouwersgilde en krijgt klein burgerrecht van Groningen. Pacht in november 1760 voor 9 jaar aldaar van Engelbert Sibinga en Johanna Catharina Bruinewolt de brouwerij 'De Witte Zandloper incl. de brouwketel voor ƒ 4.700. , koopt de overige inventaris en het meubilair van de woning voor ƒ 1.700. (af te lossen met ƒ 500. per jaar) alles tegen 4% rente.
Op 1.5.1761 leent hij ƒ 2.000. van L. Wijchel en op 16.3.1771 opnieuw ƒ 600. . Op 29.8.1776 bestaan deze schulden nog steeds en worden vervangen door een, wederzijds per kwartaal opzegbare lening van ƒ 2.900. tegen 4% rente, tevens leent hij dan ƒ 300. waarvoor zijn broer Jacob Otten extra borg is. Het verdere verloop is (nog) niet duidelijk, wel blijkt dat op 25.7.1782 de woning te zijn verkocht en ontvangt de weduwe van E.Sibinga, (uit het faillisement?) een bedrag van ƒ 1.506.
Roelof is dan kennelijk al uit Drenthe vertrokken, want reeds in 1779 wordt hij aangetroffen in Hoorn en treed hij in dienst van de VOC (kamer Hoorn,) doet op 4 maart 1779 examen en vertrekt op 27.5.1779 op het schip 'Bredenhof'(onder kapitein Leendert van Koopstad) als Constapelsmaat naar Batavia; bij de tussenstop Kaap de Goede Hoop 21.4.1780/16.5.1780 wordt hij meteen opgenomen in het ziekenhuis waar hij op 4.7.1780 overlijdt. Van het bij zijn indiensttreding verleende voorschot blijft hij aan de VOC ƒ 182. schuldig.
De 'Bredenhof' arriveert op 7.8.1780 in Batavia (VOC Inv.nr. 14507 folio 12) en vertrekt vandaar op 8.12.1784 (nu voor de Kamer van Rotterdam) onder kapitein Pieter van Weerel maar vergaat tussen Batavia en Kaap de Goede Hoop.
Roelof Otten (Brunsting) Breustinge | ||||||||||||||||||
1758 | ||||||||||||||||||
Maria Kniphuijsen |