Familienstammbaum Willems - Van den Heuvel » Hadewich Dielis Hoppenbrouwers

Persönliche Daten Hadewich Dielis Hoppenbrouwers 

Quellen 1, 2, 3, 4, 5, 6, 7, 8

Familie von Hadewich Dielis Hoppenbrouwers

Sie war verwandt mit Willem Sebrechts van den Laeck van Kuijck.


Kind(er):


Haben Sie Ergänzungen, Korrekturen oder Fragen im Zusammenhang mit Hadewich Dielis Hoppenbrouwers?
Der Autor dieser Publikation würde gerne von Ihnen hören!


Mit der Schnellsuche können Sie nach Name, Vorname gefolgt von Nachname suchen. Sie geben ein paar Buchstaben (mindestens 3) ein und schon erscheint eine Liste mit Personennamen in dieser Publikation. Je mehr Buchstaben Sie eingeben, desto genauer sind die Resultate. Klicken Sie auf den Namen einer Person, um zur Seite dieser Person zu gelangen.

  • Kleine oder grosse Zeichen sind egal.
  • Wenn Sie sich bezüglich des Vornamens oder der genauen Schreibweise nicht sicher sind, können Sie ein Sternchen (*) verwenden. Beispiel: „*ornelis de b*r“ findet sowohl „cornelis de boer“ als auch „kornelis de buur“.
  • Es ist nicht möglich, nichtalphabetische Zeichen einzugeben, also auch keine diakritischen Zeichen wie ö und é.

Verwandschaft Hadewich Dielis Hoppenbrouwers



Visualisieren Sie eine andere Beziehung

Quellen

  1. R.A. Oirschot, inv. nr. 136 A, periode 1 Jan. 1547 t/m 31 december 1547.
    ==================126======================
    Melis Elias Scilders en Sebrecht van Kuijck als voogden over de
    wettige minderjarige kinderen van Gerart Elias Scilders en wijlen
    Heijlwich zijn eerste vrouw, dochter van wijlen Willems van Kuijck,
    hebben namens deze kinderen verklaard dat Jan zoon wijlen Willems
    van Kuijck voor hemzelf handelend en ook vanwege zijn zusters
    Katalijn en Katalijn ( nummer een en nummer twee dus, deze zusjes,
    JT ), aan hen een jaarlijkse pacht heeft afgelost van een half mudde
    rogge, dat deze kinderen hebben geerfd en hen is toebedeeld in de
    boedelverdeling bij de dood van genoemde Willem van Kuijck en
    diens vrouw Hadewijch, hun grootvader en grootmoeder en van hun
    oom Dielis Hoppenbrouwers. Genoemde Jan Willems van Kuijck
    moest deze pacht samen met zijn beide zusters jaarlijks uit zijn bezit
    betalen, welk bezit afkomstig was van Elisabeth Dielis
    Hoppenbrouwers. Genoemde voogden geven deze Jan en zijn zusters
    daarvoor nu kwijting. Datum 22 maart 1547, getuigen Lenaert en
    Rutger.
  2. R.A. Oirschot, inv. nr. 126, periode 1 Jan. 1500 t/m 31 december 1500.
    =================107====================
    Jan Gijsbrecht Lebbens als weduwnaar van Ermgard dochter van
    Corsten Peters van de Ven, verder Jan Henrick Losen als man van
    Heijlwich ook dochter van genoemde Corsten, verder Peter Henrick
    Rutgers als man van Lisbeth en Willem Sebrechts van den Laeck als
    man van Hadewijch voor hemzelf en voor Gielis Gielis
    Hoppenbrouwers en voor Margriet de zuster van genoemde Gielis,
    zijnde hun schoonbroer en schoonzus, doet afstand van hun
    aanspraken ten behoeve van heer Robillarts (feitelijk Jan Robilaerts,
    JT) ten behoeve van de St. Peterskerk te Oirschot inzake een pacht
    van een half mud rogge, Oirschotse maat, eigendom van de
    verkopers. De pacht wordt jaarlijks betaald door Peter Agnesen maar
    de brief ervan is nu in het ongerede geraakt. Datum 17 mei 1500,
    getuigen Crom en Maes.
  3. R.A. Oirschot, inv. nr. 135 A, periode 1 Jan. 1543 t/m 31 december 1543.
    ==================091=======================
    Jan zoon wijlen Willems van Kuijck verwekt bij Hadewijchen
    Dielis Hoppenbrouwers, verder Katalijn en Katalijn, gezusters en
    wettige kinderen van genoemde Willem en Hadewijch, met mij als
    hun voogd die voor henzelf optreden en ook voor hun broer
    Zebrechten, partij ter ener zijde en Gerart Eliaes Scilders weduwnaar
    van Heijlwichen dochter van genoemde Willem van Kuijck en
    Hadewijch, verder Melis Eliaes Scilders en Sebrecht van Kuick nog
    als voogden over Eliaes, Dielis, Hadewijch en Dirck wettige
    minderjarige kinderen van genoemde Gerart Scilders en wijlen
    Heijlwigen van Kuijck, partij ter andere zijde, hebben met elkaar
    35-v)
    een boedelverdeling gemaakt inzake het bezit dat ze hebben geerfd
    van wijlen hun vader en moeder en ook van hun oom Dielis
    Hoppenbrouwers.
    Bij deze verdeling krijgen Jan, Katalijn en Katalijn (2 zusjes met de
    zelfde naam, JT) samen het huis met tuin, grond etc. groot ca. een
    zesterzaad, gelegen in Oirschot onder Boterwijck, b.p. Jan Philips van
    Hersele, Jan van Kuijck. Verder krijgen ze een akker genoemd den
    Parakker met het recht van overpad door een weg over het perceel van
    de kinderen van Jan Peter Daniels, ook ca. een zesterzaad groot, ter
    zelfder plaatse gelegen, b.p. Jan van Kuijck. Verder krijgen ze een
    akker genoemd de Dries en nog een klein stukje land genoemd 't
    Smael Stuck ook met het recht van overpad door genoemde weg en
    over het erf van Jan van Kuijck, in totaal groot ca. 5 lopenzaad, ter
    zelfder plaatse ongeveer gelegen,
    b.p. de erfgenamen van Jacop Lonissen, Jan van Kuijck. Verder
    krijgen ze een akker genoemd de Waterlaet, ook met recht van
    overpad door de genoemde pad en over het perceel van Jan
    van Kuijck,
    36)
    groot ca. twee en een halve lopenzaad ter zelfder plaatse ongeveer
    gelegen, b.p. Henrick Philips van den Schoot, Peter Antonis van der
    Ameijden. Verder krijgen ze een stuk akkerland genoemd dat Klein
    Akkerken met het zelfde recht van overpad als hiervoor, groot ca. een
    half lopenzaad ter zelfder plaatse ongeveer gelegen, b.p. Jan van
    Kuijck, de erfgenamen van Jacop Lonis. Verder krijgen ze een beemd
    gelegen in Oirschot herdgang Spoordonck, b.p. Jan Henricks van der
    Lusdonck, de erfgenamen van Bartolomeus Gerit Jacops. Verder
    krijgen ze een beemd genoemd de Kleine Wippenhout, gelegen onder
    Oisterwijk op de Locht aldaar, b.p. de erfgenamen van Katalijn
    Brievincks, de kinderen van Gerit Eliaes Scilders waarvan het is
    afgedeeld. Hieruit moet de jaarlijkse gewinchijns worden betaald over
    de grond, verder nog 10 lopen rogge per jaar en nog 5 lopen en
    driekwart gerst per jaar aan de H. Geest in Den Bosch, nog 3
    Helmondse ponden per jaar.
    Gerard als weduwnaar die daarvan het vruchtgebruik krijgt en
    waarvan diens kinderen het erfrecht krijgen, is een beemd
    toebedeeld, genoemd 't Groot Wippenhout,
    36-v)
    gelegen onder Oisterwijk, b.p. het stuk dat er van is afgedeeld, Jacop
    Wuestenberch. Hieruit moet jaarlijkse de gewinchijns over de grond
    worden betaald en 2 Helmondse ponden per jaar. Verder moet er
    worden gezorgd voor onderhoud van de waterloop die er langs ligt.
    Verder krijgt hij een jaarlijkse pacht van een half mudde rogge te
    ontvangen uit het stuk land dat eerder van Elisabeth dochter van
    Dielis Hopppenbrouwers was en nu eigendom is van Jan, Katalijn en
    Katalijn van hierboven.
    Genoemde partijen beloven elkaar deze boedelverdeling altijd
    gestand te zullen doen en ieder de lasten op het eigen erfdeel
    zodanig te zullen betalen dat de andere erfdelen hiervoor
    gevrijwaard zullen zijn. Indien er op enig erfdeel meer lasten zouden
    blijken te drukken dan nu bekend is, dan zullenze die samen betalen.
    Datum 19 maart 1543, getuigen Scoet en Henrick Gevaerts.
    ==================092=======================
    37)
    Gerart Eliaes Scilderszoon als weduwnaar uit de vorige akte heeft
    afstand van zijn recht van vruchtgebruik gedaan inzake de beemd
    genoemd Groot Wippenhout voor zoverre dat de voogden over zijn
    kinderen daarop een jaarlijkse rente zullen mogen opnemen van 20
    stuivers en voor niet meer dan dat. Datum en getuigen als boven.
    ==================093=======================
    Genoemde voogden van hiervoor hebben beloofd om aan Willem
    Eleas Scilderszoon ten behoeve van Jan zoon wijlen Jans Bressers die
    een jaarlijkse rente van 20 stuivers te gaan betalden, steeds vervallend
    op Maria Lichtmisdag en voor de eerste keer per a.s. Maria
    Lichtmisdag op onderpand van de beemnd uit de voorgaande akte.
    Datum en getuigen als boven.
    De rente is altijd aflosbaar op Maria Lichtmisdag van elk jaar tegen
    betaling van 16 gulden en de achterstallige termijnen. Datum en
    getuigen als boven.
  4. R.A. Oirschot, inv. nr. 130a, periode 1 Jan. 1527 t/m 31 december 1527
    =================356====================
    Dielis Dirck Hoppenbrouwers (even verderop heet hij Dielis Dielis Hoppenbrouwers,
    JT), verder Dirck Janssen van Ghenen als man van Elisabeth dochter van genoemde
    Dielis, verder Jan Damen als man van Mechteld, ook dochter van genoemde Dielis samen
    verwekt bij Kathalina Corsten Peters, verder Gijsbrecht Jan Lebbens, Jan Jan
    507)
    Lebbens en Aert Henrick Sbonten als man van Margriet dochter van genoemde Jan
    Lebbens, samen verwekt bij Ermgard Corsten Peters, zijnde allen wettige erfgenamen van
    hun tante Heijlwich Corsten Peters, hebben samen afstand gedaan van een beemdeje
    genoemd dat Wippenhout, groot 14 lopenzaad, gelegen aan de andere kant van de sluis in
    de rivier de Aa, b.p. Antonis Bruinincks, Joest Wouter Ansems, de gemeenschappelijke
    straat,de sluis in de rivier. Ze doen er afstand van en verkopen het perceel aan Willem
    van Kuijck als man van Hadewijch dochter van genoemde Katalijn Corsten Peters.
    Genoemde verkopers hebben dat bezit deels geerfd met meer andere bezit van wijlen
    Heijlwich Corsten Peters en was aan Willem in het testament van genoemde Heijlwich
    ook vermaakt. Voorwaarde is dat Willem van Kuijck met dit bezit verder tevreden zal
    zijn
    508)
    en verder geen aasnpraken op enig ander bezit zal stellen dat hij van deze Heijlwich
    geerfd zou kunnen hebben. Genoemde Willem doet daar nu afstand van ten behoeve van
    de 6 genoemde andere erfgenamen. Datum 26 november 1527, getuigen Henrick en
    Goessen.
  5. R.A. Oirschot, inv. nr. 136 B, periode 1 Jan. 1549 t/m 31 december 1549.
    ==================002=======================
    Jan zoon wijlen Willems van Kuijck verwekt bij Hadewich Dielis
    Hoppenbrouwers, verder Peter Gerarts van der Vleuten als man van
    Kathalijn ( I) en nog Willem Rutgers van Oudenhoven als man van
    Kathalijn ( II ), zijnde allen dochters van genoemde Willem van
    Kuijck en genoemde Hadewijch, hebben met elkaar een
    boedelverdeling gemaakt inzake het bezit dat ze hebben geerfd bij de
    dood van hun ouders en welk bezit ze eerder toebedeeld is geweest
    met de andere erfgenamen.
    Bij deze verdeling krijgen genoemde Jan en Peter samen een huis met
    tuin, grond etc. boomgaard, groot ca. een zesterzaad, gelegen onder
    Boterwijk , b.p. Jan Philips van Hersel, Jan van Kuijck. Verder krijgen
    ze een akker genoemd de Parakker, ter zelfder plaatse als hiervoor
    gelegen, ook een zesterzaad groot, b.p. Jan van Kuijck. Ook krijgen ze
    een akker genoemd de Dries en nog een stukje erf genoemd 't Smael
    Stuck, samen ca. 5 lopenzaad groot, ter zelfder plaatse als hiervoor
    gelegen, b.p.
    1-v)
    de erfgenamen van Jacop Loniszoon, Jan van Kuick. Verder krijgen ze
    een stuk akkerland genoemd dat Cleijn Ekkerken groot ca. een half
    lopenzaad, ter zelfder plaatse als hiervoor gelegen, b.p. Jan van
    Kuijck, de erfgenamen van Jacop Loniszoon. Ook krijgen ze een
    beemd gelegen onder Spoordonck, b.p. Jan Henricks van der
    Lusdonck, de erfgenamen van Bartholomeus Gerrit Jacopszoon. Ook
    krijgen ze de helft van een beemd genoemd de Hucker, gelegen aan de
    Lanzerdijk nog onverdeeld zijde en afkomstig van hun oom Dielis
    Hoppenbrouwers. Hieruit moet jaarlijks een oude grote worden
    betaald als grondchijns aan de hertog, nog de helft van drie stuivers
    een oort ook als grondchijns aan de hertog, nog 10 lopen rogge en nog
    5 lopen en driekwart lopen gerst aan de tafel van de H. Geest in Den
    Bosch.
    Genoemde Willem krijgt een akker genoemd de Waterlaaet, groot ca.
    twee en een halve lopenzaad gelegen onder Boterwijck, b.p. de
    kinderen van Henrick Philips van den Schoot, Peter Antonissen van
    der Ameijden. Ook krijgt hij een beemd genomed de Cleijne
    Wippenhout, gelegen op de Locht bij Oisterwijk, b.p. de erfgenamene
    van Cathalijn Brievincks, de kinderen van Gerart Elias Schilders.
    Heruit moet jaarlijks een oude grote worden betaald als grondschijns
    aan de hertog, nog drie Helmondse ponden per jaar. Verder krijgt
    genoemde Willem een jaarlijkse rente van 20 stuivers te ontvangen in
    Oisterwijk van Jan Willems en diens bezit. Verder krijgt hij een
    jaarpacht van een half mudde rogge op het bezit van Henrick die
    Brouwer.
    Genoemde erfgenamen beloven elkaar deze boedelverdeling altijd
    gestand te zullen doen en dat ieder de lasten op het eigen erfdeel
    zodanig zal betalen dat de erfdelen van de anderen daarvoor
    gevrijwaard blijven. Indien er op iemands erfdeel meer lasten zouden
    blijken te drukken dan zullen ze die gemeenschappelijk betalen.
    Datum 4 januari 1549, getuigen Huiskens en Hoppenbrouwers.
    ==================003=======================
    2)
    Dirck Henricks van Kuijck daartoe gemachtigd vanwege Aleijt van
    Strale, priorin van het klooster van de 11000 maagden op de Halfstraat
    in de stad Leuven, zoals blijkt uit een machtiging van dat klooster,
    verkoopt hierbij een huis etc. genoemd dat Laer, gelegen in herdgang
    de Kerkhof aan de Heuvel aldaar, welk bezit vanwege een jaarlijkse
    rente van 10 en een halve gulden en bepaalde vervallen termijnen etc.
    was uitgewonnen zoals blijkt uit een vonnisbrief van Oirschot. Hij
    verkoopt dit huis en grond nu aan heer Jan de Cort, priester en
    uitvoerder van de laatste wil van wijlen heer Gerart Mengelen. De
    verkoper belooft namens het klooster alle lasten van zijn kant af te
    handelen, behalve de jaarlijkse rente van 10 en een halve gulden.
    Datum 5 januari 1549, getuigen Hoppenbrouwers en Ven.
  6. R.A. Oirschot, inv. nr. 134 C, periode 1 jan. 1542 t/m 31 december 1542.
    ==================188=======================
    57)
    Sebrecht zoon wijlen Willems van den Laeck die men ook wel van
    Kuijck noemt, verkoopt hierbij zijn erfrecht en aanspraken inzake alle
    roerende en onroerende bezittingen hetzij huizen, hetzij grond, rentes,
    pachten etc. waar die zich ook bevinden, zonder enige uitzondering en
    zoals hij dat vandaag de dag in bezit heeft en heeft geeerfd van wijlen
    zijn vader Willem en van zijn moeder Hadewijch en ook van wijlen
    Dielissen Hoppenbrouwers. Hij verkoopt deze aanspraken nu aan Jan,
    aan Katalijn de oudste en aan Katalijn de jongste, wettige kinderen
    van genoemde wijlen Willem en van Hadewijch. De verkoper belooft
    alle lasten van zijn kant af te handelen. Datum 9 mei 1542, getuigen
    Esch, Jan Goessens en Meijen.
    ==================189=======================
    Jan zoon wijlen Willems van den Laeck die men ook wel van Kuijck
    noemt, verder Katalijn de oudste en Katalijn de jongste, gezusters en
    wettige kinderen van wijlen genoemde Willem, met mij als hun
    voogd, hebben als schuldenaars beloofd om aan hun broer Sebrechten
    die een bedrag van 202 gulden te zullen gaan betalen per a.s. Maria
    Lichtmisdag. Datum en getuigen als boven.
    In marge :
    Met instemming van Sebrechten doorgehaald.
  7. R.A. Oirschot, inv. nr. 132A, periode 1 Jan. 1534 t/m 31 december 1534
    Gerit Elias Scilders als man van Heijlwich dochter van Willem van
    Kuijck,
    21-r)
    verwekt door deze Willem bij diens Hadewijch Dielis Hoppenbrouwers,
    verkoopt zijn erfdeel zijnde 1/5e deel van een derde deel, dat hij als
    echtgenoot had geerfd van wijlen Dielis de Hoppenbrouwer (dan is deze
    Dielis zelf een zoon van eveneens Dielis, JT), zijnde de oom van
    genoemde Heijlwich (van Kuijck, JT). Het betreft alle bezit van welke
    aard dan ook en waar zich dat ook bevindt, zonder uitzondering en hij
    verkoopt zijn erfdeel nu aan Katalijn en Katalijn, gezusters en kinderen
    van Willem van Kuijk ten hunnen behoeve en ten behoeve van hun
    broers Jan en Zebrecht. Gerit belooft alle lasten hierin van zijn kant af te
    handelen. Datum 30 januari 1534, getuigen Scoet en Peter.
  8. R.A. Oirschot, inv. nr. 126B, periode 1 Jan. 1499 t/m 31 december 1499.
    =================183====================
    30-v)
    Gielis en Dirck, broers, verder Grietken en Metken, gezusters met
    Joerden de Hoppenbrouwer als hun oom en voogd en verder Peter
    Henrik Rutgers als man van Lisbeth, Willem Sebrechst van de Laeck
    als man van Hadewich, die samen ook handelen voor hun zuster
    Dingen, zijnde allen wettige kinderen van Gielis Dirck
    Hoppenbrouwers die hij had verwekt bij diens vrouw Katarijnen,
    hebben een deling gemaakt van het bezit dat ze van hun ouders
    hebben geerfd.
    In deze deling krijgt Gielis en zijn zuster Margriet de helft van een
    huis, tuin etc., groot ca. 8 lopenzaad, gelegen in herdgang Straten,
    b.p. Heijn van Diessen, de kinderen van Gielis Cremers, de
    gemeijnte. Nog krijgen ze de helft van een beemd genoemd de
    Bijvink, gelegen in herdgang Aerle, b.p. Jan Gijben
    Hoppenbrouwers, de Ruwen Bijvink daar, Daniel Jan Deenen, de
    straat. Uit de helft van het huis moeten ze jaarlijks de helft van een
    lopen raapzaad betalen en de helft van de grondchijns en zullen ze
    jaarlijks aan Mechteld en Dingen hun zusters 4 stuivers betalen en 1
    lopen rogge en 4 voeder turf aan het gasthuis van Oirschot.
    Peter Henrick Rutgers als echtgenoot krijgt een stuk land genoemd
    de Luppaert, groot ca. een half lopenzaad, gelegen in herdgang de
    Kerkhof, waar een huisje op staat, b.p. Peter Agnesen, Aert Ceelen,
    de straat. Hieruit jaarlijks de grondchijns te betalen en aan Dirck
    Gielis Hoppenbrouwers 11 lopen rogge per jaar en zijn zuster
    Dingen 2 stuivers per jaar, verder een voeder turf aan het gasthuis
    van Oirschot en nog een half lopen rogge.
    Genoemde Dirck Gielis Hoppenbrouwers krijgt een pacht van 11
    lopen rogge per jaar, maat van Oirschot, op onderpand van een huis
    en een stuk land van ca. een half mudzaad zoals zijn zwager dat
    vandaag in de deling heeft verkregen en zoals hiervoor is
    omschreven. Nog krijgt hij een pacht van een mud rogge, maat van
    Oirschot, die de wettige kinderen van Gijsbrecht Dielis
    Hoppenbrouwers jaarlijks betalen op onderpand van een beemd
    genoemd ´t Maerselaer gelegen in herdgang Aerle, b.p. de kinderen
    van Heijn Loijen, de Groetdonk, Willem Verachter, Merten Verloes.
    Ook nog op onderpand van een stuk land gelegen in herdgang
    Straten in de Aerlesche Akkers daar, b.p. Gijsbrecht Henrick
    Hoppenbrouwers, Henrik Gijsbrecht Hoppenbrouwers, zoals Gielis
    31-r)
    Dirck Hoppenbrouwers dat in deling was toebedeeld. Hieruit moet
    hij jaarlijks aan zijn zusters Mechteld en Dingen twee stuivers
    betalen en 4 voeder turf leveren aan het gasthuis van Oirschot en
    nog een half lopen rogge.
    Willem Sebrechts van de Laeck als man van Hadewijch krijgt een
    beemd genoemd de Lankschoer gelegen in Oirschot aan de
    Lankschoerse Dijk, b.p. Daniel van der Meijden, de kinderen van
    Jan Hantscoemakers, Jan Lebbens waarvan is afgedeeld, de
    gemeijnte. Hieruit moet hij jaarlijks aan Mechteld en Dingen zijn
    zusters (schoonzusters dus, JT) 2 stuivers betalen en een voeder turf
    in het gasthuis van Oirschot en een half lopen rogge.
    Mechteld en Dingen samen als gezusters krijgen een stuk land met
    het busseltje erop samen ca. een Bosch mudzaad groot, gelegen in
    herdgang de Kerkhof, b.p. het erf eerder van Dirck Goossen Neven
    en thans van de jonker van Merode, Jan Lebbens en zijn kinderen
    dat ervan is afgedeeld, de gemeijnte. Nog krijgen ze een stuk land
    genoemd de Braeck, groot ca. een zesterzaad, b.p. Jan Lebbens
    waarvan is afgedeeld, de kinderen van Heijn Kremers, het erf eerder
    van Marcelis van der Achter en thans van Aert Daniel Smetsers, de
    straat. Daaruit moeten ze jaarlijks op Kerstavond aan het gasthuis
    van Oirschot twee pond paijment betalen en nog 6 voeders turf in
    het genoemde gasthuis ook te leveren en aan de kinderen van
    Aleijden Ruelens 2 en een halve lopen rogge. Maar zelf krijgen ze
    om die 2 pond en 6 voeders turf aan het gasthuis en de 2 en een
    halve lopen rogge mede te betalen, van hun broer Gielis en Margriet
    hun zuster een lopen rogge en twee voeders turf, van hun zwager
    Peter 1 stuiver en een half lopen rogge en 1 voeder turf, en van hun
    zwager Willem een half lopen rogge en 1 voeder turf, ieder uit hun
    eigen respectievelijk erfdeel namens Mechteld en Dingen aan het
    gasthuis etc. te betalen. Indien Mechteld of Dingen hierin enig
    nadeel zouden ondervinden zal dat voor rekening komen van hun
    mede-erfgenamen. (van hun mededelers krijgen ze dus 6 voeders
    turf volledig gecompenseerd, maar in de 4 andere erfdelen wordt er
    totaal een verplichting genoemd van 10 voeder turf aan Mechteld en
    Dingen samen te betalen, het erfdeel van Mechteld en Dingen
    krijgt dus extra 4 voeder turf, moglijk ter egalisatie van hun erfdeel,
    JT)
    Datum 5 november 1499, getuigen Jorden, Colen en
    Hoppenbrouwer.

Über den Familiennamen Hoppenbrouwers


Geben Sie beim Kopieren von Daten aus diesem Stammbaum bitte die Herkunft an:
Sjoerd Willems, "Familienstammbaum Willems - Van den Heuvel", Datenbank, Genealogie Online (https://www.genealogieonline.nl/stamboom-willems-van-den-heuvel/I14751.php : abgerufen 12. Juni 2024), "Hadewich Dielis Hoppenbrouwers".