Familienstammbaum Willems - Van den Heuvel » Willem Sebrechts van den Laeck van Kuijck

Persönliche Daten Willem Sebrechts van den Laeck van Kuijck 

Quellen 1, 2, 3, 4, 5, 6, 7, 8

Familie von Willem Sebrechts van den Laeck van Kuijck

Er hat eine Beziehung mit Hadewich Dielis Hoppenbrouwers.


Kind(er):


Haben Sie Ergänzungen, Korrekturen oder Fragen im Zusammenhang mit Willem Sebrechts van den Laeck van Kuijck?
Der Autor dieser Publikation würde gerne von Ihnen hören!

Vorfahren (und Nachkommen) von Willem Sebrechts van den Laeck van Kuijck


    Zeige ganze Ahnentafel

    Mit der Schnellsuche können Sie nach Name, Vorname gefolgt von Nachname suchen. Sie geben ein paar Buchstaben (mindestens 3) ein und schon erscheint eine Liste mit Personennamen in dieser Publikation. Je mehr Buchstaben Sie eingeben, desto genauer sind die Resultate. Klicken Sie auf den Namen einer Person, um zur Seite dieser Person zu gelangen.

    • Kleine oder grosse Zeichen sind egal.
    • Wenn Sie sich bezüglich des Vornamens oder der genauen Schreibweise nicht sicher sind, können Sie ein Sternchen (*) verwenden. Beispiel: „*ornelis de b*r“ findet sowohl „cornelis de boer“ als auch „kornelis de buur“.
    • Es ist nicht möglich, nichtalphabetische Zeichen einzugeben, also auch keine diakritischen Zeichen wie ö und é.

    Verwandschaft Willem Sebrechts van den Laeck van Kuijck



    Visualisieren Sie eine andere Beziehung

    Quellen

    1. R.A. Oirschot, inv. nr. 135 A, periode 1 Jan. 1543 t/m 31 december 1543.
      ==================091=======================
      Jan zoon wijlen Willems van Kuijck verwekt bij Hadewijchen
      Dielis Hoppenbrouwers, verder Katalijn en Katalijn, gezusters en
      wettige kinderen van genoemde Willem en Hadewijch, met mij als
      hun voogd die voor henzelf optreden en ook voor hun broer
      Zebrechten, partij ter ener zijde en Gerart Eliaes Scilders weduwnaar
      van Heijlwichen dochter van genoemde Willem van Kuijck en
      Hadewijch, verder Melis Eliaes Scilders en Sebrecht van Kuick nog
      als voogden over Eliaes, Dielis, Hadewijch en Dirck wettige
      minderjarige kinderen van genoemde Gerart Scilders en wijlen
      Heijlwigen van Kuijck, partij ter andere zijde, hebben met elkaar
      35-v)
      een boedelverdeling gemaakt inzake het bezit dat ze hebben geerfd
      van wijlen hun vader en moeder en ook van hun oom Dielis
      Hoppenbrouwers.
      Bij deze verdeling krijgen Jan, Katalijn en Katalijn (2 zusjes met de
      zelfde naam, JT) samen het huis met tuin, grond etc. groot ca. een
      zesterzaad, gelegen in Oirschot onder Boterwijck, b.p. Jan Philips van
      Hersele, Jan van Kuijck. Verder krijgen ze een akker genoemd den
      Parakker met het recht van overpad door een weg over het perceel van
      de kinderen van Jan Peter Daniels, ook ca. een zesterzaad groot, ter
      zelfder plaatse gelegen, b.p. Jan van Kuijck. Verder krijgen ze een
      akker genoemd de Dries en nog een klein stukje land genoemd 't
      Smael Stuck ook met het recht van overpad door genoemde weg en
      over het erf van Jan van Kuijck, in totaal groot ca. 5 lopenzaad, ter
      zelfder plaatse ongeveer gelegen,
      b.p. de erfgenamen van Jacop Lonissen, Jan van Kuijck. Verder
      krijgen ze een akker genoemd de Waterlaet, ook met recht van
      overpad door de genoemde pad en over het perceel van Jan
      van Kuijck,
      36)
      groot ca. twee en een halve lopenzaad ter zelfder plaatse ongeveer
      gelegen, b.p. Henrick Philips van den Schoot, Peter Antonis van der
      Ameijden. Verder krijgen ze een stuk akkerland genoemd dat Klein
      Akkerken met het zelfde recht van overpad als hiervoor, groot ca. een
      half lopenzaad ter zelfder plaatse ongeveer gelegen, b.p. Jan van
      Kuijck, de erfgenamen van Jacop Lonis. Verder krijgen ze een beemd
      gelegen in Oirschot herdgang Spoordonck, b.p. Jan Henricks van der
      Lusdonck, de erfgenamen van Bartolomeus Gerit Jacops. Verder
      krijgen ze een beemd genoemd de Kleine Wippenhout, gelegen onder
      Oisterwijk op de Locht aldaar, b.p. de erfgenamen van Katalijn
      Brievincks, de kinderen van Gerit Eliaes Scilders waarvan het is
      afgedeeld. Hieruit moet de jaarlijkse gewinchijns worden betaald over
      de grond, verder nog 10 lopen rogge per jaar en nog 5 lopen en
      driekwart gerst per jaar aan de H. Geest in Den Bosch, nog 3
      Helmondse ponden per jaar.
      Gerard als weduwnaar die daarvan het vruchtgebruik krijgt en
      waarvan diens kinderen het erfrecht krijgen, is een beemd
      toebedeeld, genoemd 't Groot Wippenhout,
      36-v)
      gelegen onder Oisterwijk, b.p. het stuk dat er van is afgedeeld, Jacop
      Wuestenberch. Hieruit moet jaarlijkse de gewinchijns over de grond
      worden betaald en 2 Helmondse ponden per jaar. Verder moet er
      worden gezorgd voor onderhoud van de waterloop die er langs ligt.
      Verder krijgt hij een jaarlijkse pacht van een half mudde rogge te
      ontvangen uit het stuk land dat eerder van Elisabeth dochter van
      Dielis Hopppenbrouwers was en nu eigendom is van Jan, Katalijn en
      Katalijn van hierboven.
      Genoemde partijen beloven elkaar deze boedelverdeling altijd
      gestand te zullen doen en ieder de lasten op het eigen erfdeel
      zodanig te zullen betalen dat de andere erfdelen hiervoor
      gevrijwaard zullen zijn. Indien er op enig erfdeel meer lasten zouden
      blijken te drukken dan nu bekend is, dan zullenze die samen betalen.
      Datum 19 maart 1543, getuigen Scoet en Henrick Gevaerts.
      ==================092=======================
      37)
      Gerart Eliaes Scilderszoon als weduwnaar uit de vorige akte heeft
      afstand van zijn recht van vruchtgebruik gedaan inzake de beemd
      genoemd Groot Wippenhout voor zoverre dat de voogden over zijn
      kinderen daarop een jaarlijkse rente zullen mogen opnemen van 20
      stuivers en voor niet meer dan dat. Datum en getuigen als boven.
      ==================093=======================
      Genoemde voogden van hiervoor hebben beloofd om aan Willem
      Eleas Scilderszoon ten behoeve van Jan zoon wijlen Jans Bressers die
      een jaarlijkse rente van 20 stuivers te gaan betalden, steeds vervallend
      op Maria Lichtmisdag en voor de eerste keer per a.s. Maria
      Lichtmisdag op onderpand van de beemnd uit de voorgaande akte.
      Datum en getuigen als boven.
      De rente is altijd aflosbaar op Maria Lichtmisdag van elk jaar tegen
      betaling van 16 gulden en de achterstallige termijnen. Datum en
      getuigen als boven.
    2. R.A. Oirschot, inv. nr. 130a, periode 1 Jan. 1527 t/m 31 december 1527
      =================356====================
      Dielis Dirck Hoppenbrouwers (even verderop heet hij Dielis Dielis Hoppenbrouwers,
      JT), verder Dirck Janssen van Ghenen als man van Elisabeth dochter van genoemde
      Dielis, verder Jan Damen als man van Mechteld, ook dochter van genoemde Dielis samen
      verwekt bij Kathalina Corsten Peters, verder Gijsbrecht Jan Lebbens, Jan Jan
      507)
      Lebbens en Aert Henrick Sbonten als man van Margriet dochter van genoemde Jan
      Lebbens, samen verwekt bij Ermgard Corsten Peters, zijnde allen wettige erfgenamen van
      hun tante Heijlwich Corsten Peters, hebben samen afstand gedaan van een beemdeje
      genoemd dat Wippenhout, groot 14 lopenzaad, gelegen aan de andere kant van de sluis in
      de rivier de Aa, b.p. Antonis Bruinincks, Joest Wouter Ansems, de gemeenschappelijke
      straat,de sluis in de rivier. Ze doen er afstand van en verkopen het perceel aan Willem
      van Kuijck als man van Hadewijch dochter van genoemde Katalijn Corsten Peters.
      Genoemde verkopers hebben dat bezit deels geerfd met meer andere bezit van wijlen
      Heijlwich Corsten Peters en was aan Willem in het testament van genoemde Heijlwich
      ook vermaakt. Voorwaarde is dat Willem van Kuijck met dit bezit verder tevreden zal
      zijn
      508)
      en verder geen aasnpraken op enig ander bezit zal stellen dat hij van deze Heijlwich
      geerfd zou kunnen hebben. Genoemde Willem doet daar nu afstand van ten behoeve van
      de 6 genoemde andere erfgenamen. Datum 26 november 1527, getuigen Henrick en
      Goessen.
    3. R.A. Oirschot, inv. nr. 126B, periode 1 Jan. 1499 t/m 31 december 1499.
      =================183====================
      30-v)
      Gielis en Dirck, broers, verder Grietken en Metken, gezusters met
      Joerden de Hoppenbrouwer als hun oom en voogd en verder Peter
      Henrik Rutgers als man van Lisbeth, Willem Sebrechst van de Laeck
      als man van Hadewich, die samen ook handelen voor hun zuster
      Dingen, zijnde allen wettige kinderen van Gielis Dirck
      Hoppenbrouwers die hij had verwekt bij diens vrouw Katarijnen,
      hebben een deling gemaakt van het bezit dat ze van hun ouders
      hebben geerfd.
      In deze deling krijgt Gielis en zijn zuster Margriet de helft van een
      huis, tuin etc., groot ca. 8 lopenzaad, gelegen in herdgang Straten,
      b.p. Heijn van Diessen, de kinderen van Gielis Cremers, de
      gemeijnte. Nog krijgen ze de helft van een beemd genoemd de
      Bijvink, gelegen in herdgang Aerle, b.p. Jan Gijben
      Hoppenbrouwers, de Ruwen Bijvink daar, Daniel Jan Deenen, de
      straat. Uit de helft van het huis moeten ze jaarlijks de helft van een
      lopen raapzaad betalen en de helft van de grondchijns en zullen ze
      jaarlijks aan Mechteld en Dingen hun zusters 4 stuivers betalen en 1
      lopen rogge en 4 voeder turf aan het gasthuis van Oirschot.
      Peter Henrick Rutgers als echtgenoot krijgt een stuk land genoemd
      de Luppaert, groot ca. een half lopenzaad, gelegen in herdgang de
      Kerkhof, waar een huisje op staat, b.p. Peter Agnesen, Aert Ceelen,
      de straat. Hieruit jaarlijks de grondchijns te betalen en aan Dirck
      Gielis Hoppenbrouwers 11 lopen rogge per jaar en zijn zuster
      Dingen 2 stuivers per jaar, verder een voeder turf aan het gasthuis
      van Oirschot en nog een half lopen rogge.
      Genoemde Dirck Gielis Hoppenbrouwers krijgt een pacht van 11
      lopen rogge per jaar, maat van Oirschot, op onderpand van een huis
      en een stuk land van ca. een half mudzaad zoals zijn zwager dat
      vandaag in de deling heeft verkregen en zoals hiervoor is
      omschreven. Nog krijgt hij een pacht van een mud rogge, maat van
      Oirschot, die de wettige kinderen van Gijsbrecht Dielis
      Hoppenbrouwers jaarlijks betalen op onderpand van een beemd
      genoemd ´t Maerselaer gelegen in herdgang Aerle, b.p. de kinderen
      van Heijn Loijen, de Groetdonk, Willem Verachter, Merten Verloes.
      Ook nog op onderpand van een stuk land gelegen in herdgang
      Straten in de Aerlesche Akkers daar, b.p. Gijsbrecht Henrick
      Hoppenbrouwers, Henrik Gijsbrecht Hoppenbrouwers, zoals Gielis
      31-r)
      Dirck Hoppenbrouwers dat in deling was toebedeeld. Hieruit moet
      hij jaarlijks aan zijn zusters Mechteld en Dingen twee stuivers
      betalen en 4 voeder turf leveren aan het gasthuis van Oirschot en
      nog een half lopen rogge.
      Willem Sebrechts van de Laeck als man van Hadewijch krijgt een
      beemd genoemd de Lankschoer gelegen in Oirschot aan de
      Lankschoerse Dijk, b.p. Daniel van der Meijden, de kinderen van
      Jan Hantscoemakers, Jan Lebbens waarvan is afgedeeld, de
      gemeijnte. Hieruit moet hij jaarlijks aan Mechteld en Dingen zijn
      zusters (schoonzusters dus, JT) 2 stuivers betalen en een voeder turf
      in het gasthuis van Oirschot en een half lopen rogge.
      Mechteld en Dingen samen als gezusters krijgen een stuk land met
      het busseltje erop samen ca. een Bosch mudzaad groot, gelegen in
      herdgang de Kerkhof, b.p. het erf eerder van Dirck Goossen Neven
      en thans van de jonker van Merode, Jan Lebbens en zijn kinderen
      dat ervan is afgedeeld, de gemeijnte. Nog krijgen ze een stuk land
      genoemd de Braeck, groot ca. een zesterzaad, b.p. Jan Lebbens
      waarvan is afgedeeld, de kinderen van Heijn Kremers, het erf eerder
      van Marcelis van der Achter en thans van Aert Daniel Smetsers, de
      straat. Daaruit moeten ze jaarlijks op Kerstavond aan het gasthuis
      van Oirschot twee pond paijment betalen en nog 6 voeders turf in
      het genoemde gasthuis ook te leveren en aan de kinderen van
      Aleijden Ruelens 2 en een halve lopen rogge. Maar zelf krijgen ze
      om die 2 pond en 6 voeders turf aan het gasthuis en de 2 en een
      halve lopen rogge mede te betalen, van hun broer Gielis en Margriet
      hun zuster een lopen rogge en twee voeders turf, van hun zwager
      Peter 1 stuiver en een half lopen rogge en 1 voeder turf, en van hun
      zwager Willem een half lopen rogge en 1 voeder turf, ieder uit hun
      eigen respectievelijk erfdeel namens Mechteld en Dingen aan het
      gasthuis etc. te betalen. Indien Mechteld of Dingen hierin enig
      nadeel zouden ondervinden zal dat voor rekening komen van hun
      mede-erfgenamen. (van hun mededelers krijgen ze dus 6 voeders
      turf volledig gecompenseerd, maar in de 4 andere erfdelen wordt er
      totaal een verplichting genoemd van 10 voeder turf aan Mechteld en
      Dingen samen te betalen, het erfdeel van Mechteld en Dingen
      krijgt dus extra 4 voeder turf, moglijk ter egalisatie van hun erfdeel,
      JT)
      Datum 5 november 1499, getuigen Jorden, Colen en
      Hoppenbrouwer.
    4. R.A. Oirschot, inv. nr. 136 B, periode 1 Jan. 1549 t/m 31 december 1549.
      ==================002=======================
      Jan zoon wijlen Willems van Kuijck verwekt bij Hadewich Dielis
      Hoppenbrouwers, verder Peter Gerarts van der Vleuten als man van
      Kathalijn ( I) en nog Willem Rutgers van Oudenhoven als man van
      Kathalijn ( II ), zijnde allen dochters van genoemde Willem van
      Kuijck en genoemde Hadewijch, hebben met elkaar een
      boedelverdeling gemaakt inzake het bezit dat ze hebben geerfd bij de
      dood van hun ouders en welk bezit ze eerder toebedeeld is geweest
      met de andere erfgenamen.
      Bij deze verdeling krijgen genoemde Jan en Peter samen een huis met
      tuin, grond etc. boomgaard, groot ca. een zesterzaad, gelegen onder
      Boterwijk , b.p. Jan Philips van Hersel, Jan van Kuijck. Verder krijgen
      ze een akker genoemd de Parakker, ter zelfder plaatse als hiervoor
      gelegen, ook een zesterzaad groot, b.p. Jan van Kuijck. Ook krijgen ze
      een akker genoemd de Dries en nog een stukje erf genoemd 't Smael
      Stuck, samen ca. 5 lopenzaad groot, ter zelfder plaatse als hiervoor
      gelegen, b.p.
      1-v)
      de erfgenamen van Jacop Loniszoon, Jan van Kuick. Verder krijgen ze
      een stuk akkerland genoemd dat Cleijn Ekkerken groot ca. een half
      lopenzaad, ter zelfder plaatse als hiervoor gelegen, b.p. Jan van
      Kuijck, de erfgenamen van Jacop Loniszoon. Ook krijgen ze een
      beemd gelegen onder Spoordonck, b.p. Jan Henricks van der
      Lusdonck, de erfgenamen van Bartholomeus Gerrit Jacopszoon. Ook
      krijgen ze de helft van een beemd genoemd de Hucker, gelegen aan de
      Lanzerdijk nog onverdeeld zijde en afkomstig van hun oom Dielis
      Hoppenbrouwers. Hieruit moet jaarlijks een oude grote worden
      betaald als grondchijns aan de hertog, nog de helft van drie stuivers
      een oort ook als grondchijns aan de hertog, nog 10 lopen rogge en nog
      5 lopen en driekwart lopen gerst aan de tafel van de H. Geest in Den
      Bosch.
      Genoemde Willem krijgt een akker genoemd de Waterlaaet, groot ca.
      twee en een halve lopenzaad gelegen onder Boterwijck, b.p. de
      kinderen van Henrick Philips van den Schoot, Peter Antonissen van
      der Ameijden. Ook krijgt hij een beemd genomed de Cleijne
      Wippenhout, gelegen op de Locht bij Oisterwijk, b.p. de erfgenamene
      van Cathalijn Brievincks, de kinderen van Gerart Elias Schilders.
      Heruit moet jaarlijks een oude grote worden betaald als grondschijns
      aan de hertog, nog drie Helmondse ponden per jaar. Verder krijgt
      genoemde Willem een jaarlijkse rente van 20 stuivers te ontvangen in
      Oisterwijk van Jan Willems en diens bezit. Verder krijgt hij een
      jaarpacht van een half mudde rogge op het bezit van Henrick die
      Brouwer.
      Genoemde erfgenamen beloven elkaar deze boedelverdeling altijd
      gestand te zullen doen en dat ieder de lasten op het eigen erfdeel
      zodanig zal betalen dat de erfdelen van de anderen daarvoor
      gevrijwaard blijven. Indien er op iemands erfdeel meer lasten zouden
      blijken te drukken dan zullen ze die gemeenschappelijk betalen.
      Datum 4 januari 1549, getuigen Huiskens en Hoppenbrouwers.
      ==================003=======================
      2)
      Dirck Henricks van Kuijck daartoe gemachtigd vanwege Aleijt van
      Strale, priorin van het klooster van de 11000 maagden op de Halfstraat
      in de stad Leuven, zoals blijkt uit een machtiging van dat klooster,
      verkoopt hierbij een huis etc. genoemd dat Laer, gelegen in herdgang
      de Kerkhof aan de Heuvel aldaar, welk bezit vanwege een jaarlijkse
      rente van 10 en een halve gulden en bepaalde vervallen termijnen etc.
      was uitgewonnen zoals blijkt uit een vonnisbrief van Oirschot. Hij
      verkoopt dit huis en grond nu aan heer Jan de Cort, priester en
      uitvoerder van de laatste wil van wijlen heer Gerart Mengelen. De
      verkoper belooft namens het klooster alle lasten van zijn kant af te
      handelen, behalve de jaarlijkse rente van 10 en een halve gulden.
      Datum 5 januari 1549, getuigen Hoppenbrouwers en Ven.
    5. R.A. Oirschot, inv. nr. 134 C, periode 1 jan. 1542 t/m 31 december 1542.
      ==================188=======================
      57)
      Sebrecht zoon wijlen Willems van den Laeck die men ook wel van
      Kuijck noemt, verkoopt hierbij zijn erfrecht en aanspraken inzake alle
      roerende en onroerende bezittingen hetzij huizen, hetzij grond, rentes,
      pachten etc. waar die zich ook bevinden, zonder enige uitzondering en
      zoals hij dat vandaag de dag in bezit heeft en heeft geeerfd van wijlen
      zijn vader Willem en van zijn moeder Hadewijch en ook van wijlen
      Dielissen Hoppenbrouwers. Hij verkoopt deze aanspraken nu aan Jan,
      aan Katalijn de oudste en aan Katalijn de jongste, wettige kinderen
      van genoemde wijlen Willem en van Hadewijch. De verkoper belooft
      alle lasten van zijn kant af te handelen. Datum 9 mei 1542, getuigen
      Esch, Jan Goessens en Meijen.
      ==================189=======================
      Jan zoon wijlen Willems van den Laeck die men ook wel van Kuijck
      noemt, verder Katalijn de oudste en Katalijn de jongste, gezusters en
      wettige kinderen van wijlen genoemde Willem, met mij als hun
      voogd, hebben als schuldenaars beloofd om aan hun broer Sebrechten
      die een bedrag van 202 gulden te zullen gaan betalen per a.s. Maria
      Lichtmisdag. Datum en getuigen als boven.
      In marge :
      Met instemming van Sebrechten doorgehaald.
    6. R.A. Oirschot, inv. nr. 132A, periode 1 Jan. 1534 t/m 31 december 1534
      Gerit Elias Scilders als man van Heijlwich dochter van Willem van
      Kuijck,
      21-r)
      verwekt door deze Willem bij diens Hadewijch Dielis Hoppenbrouwers,
      verkoopt zijn erfdeel zijnde 1/5e deel van een derde deel, dat hij als
      echtgenoot had geerfd van wijlen Dielis de Hoppenbrouwer (dan is deze
      Dielis zelf een zoon van eveneens Dielis, JT), zijnde de oom van
      genoemde Heijlwich (van Kuijck, JT). Het betreft alle bezit van welke
      aard dan ook en waar zich dat ook bevindt, zonder uitzondering en hij
      verkoopt zijn erfdeel nu aan Katalijn en Katalijn, gezusters en kinderen
      van Willem van Kuijk ten hunnen behoeve en ten behoeve van hun
      broers Jan en Zebrecht. Gerit belooft alle lasten hierin van zijn kant af te
      handelen. Datum 30 januari 1534, getuigen Scoet en Peter.
    7. R.A. Oirschot, inv. nr. 136 A, periode 1 Jan. 1547 t/m 31 december 1547.
      ==================126======================
      Melis Elias Scilders en Sebrecht van Kuijck als voogden over de
      wettige minderjarige kinderen van Gerart Elias Scilders en wijlen
      Heijlwich zijn eerste vrouw, dochter van wijlen Willems van Kuijck,
      hebben namens deze kinderen verklaard dat Jan zoon wijlen Willems
      van Kuijck voor hemzelf handelend en ook vanwege zijn zusters
      Katalijn en Katalijn ( nummer een en nummer twee dus, deze zusjes,
      JT ), aan hen een jaarlijkse pacht heeft afgelost van een half mudde
      rogge, dat deze kinderen hebben geerfd en hen is toebedeeld in de
      boedelverdeling bij de dood van genoemde Willem van Kuijck en
      diens vrouw Hadewijch, hun grootvader en grootmoeder en van hun
      oom Dielis Hoppenbrouwers. Genoemde Jan Willems van Kuijck
      moest deze pacht samen met zijn beide zusters jaarlijks uit zijn bezit
      betalen, welk bezit afkomstig was van Elisabeth Dielis
      Hoppenbrouwers. Genoemde voogden geven deze Jan en zijn zusters
      daarvoor nu kwijting. Datum 22 maart 1547, getuigen Lenaert en
      Rutger.
    8. R.A. Oirschot, inv. nr. 126, periode 1 Jan. 1500 t/m 31 december 1500.
      =================107====================
      Jan Gijsbrecht Lebbens als weduwnaar van Ermgard dochter van
      Corsten Peters van de Ven, verder Jan Henrick Losen als man van
      Heijlwich ook dochter van genoemde Corsten, verder Peter Henrick
      Rutgers als man van Lisbeth en Willem Sebrechts van den Laeck als
      man van Hadewijch voor hemzelf en voor Gielis Gielis
      Hoppenbrouwers en voor Margriet de zuster van genoemde Gielis,
      zijnde hun schoonbroer en schoonzus, doet afstand van hun
      aanspraken ten behoeve van heer Robillarts (feitelijk Jan Robilaerts,
      JT) ten behoeve van de St. Peterskerk te Oirschot inzake een pacht
      van een half mud rogge, Oirschotse maat, eigendom van de
      verkopers. De pacht wordt jaarlijks betaald door Peter Agnesen maar
      de brief ervan is nu in het ongerede geraakt. Datum 17 mei 1500,
      getuigen Crom en Maes.

    Über den Familiennamen Van Kuijck

    • Zeigen Sie die Informationen an, über die Genealogie Online verfügt über den Nachnamen Van Kuijck.
    • Überprüfen Sie die Informationen, die Open Archives hat über Van Kuijck.
    • Überprüfen Sie im Register Wie (onder)zoekt wie?, wer den Familiennamen Van Kuijck (unter)sucht.

    Geben Sie beim Kopieren von Daten aus diesem Stammbaum bitte die Herkunft an:
    Sjoerd Willems, "Familienstammbaum Willems - Van den Heuvel", Datenbank, Genealogie Online (https://www.genealogieonline.nl/stamboom-willems-van-den-heuvel/I14750.php : abgerufen 12. Juni 2024), "Willem Sebrechts van den Laeck van Kuijck".