Familienstammbaum Willems - Van den Heuvel » Jan Henricks Luppen van den Scoet (????-< 1503)

Persönliche Daten Jan Henricks Luppen van den Scoet 

Quellen 1, 2, 3, 4

Familie von Jan Henricks Luppen van den Scoet

Er hat eine Beziehung mit Margriet Henrick Thomas van den Snepscheut.

Haben Sie Ergänzungen, Korrekturen oder Fragen im Zusammenhang mit Jan Henricks Luppen van den Scoet?
Der Autor dieser Publikation würde gerne von Ihnen hören!


Mit der Schnellsuche können Sie nach Name, Vorname gefolgt von Nachname suchen. Sie geben ein paar Buchstaben (mindestens 3) ein und schon erscheint eine Liste mit Personennamen in dieser Publikation. Je mehr Buchstaben Sie eingeben, desto genauer sind die Resultate. Klicken Sie auf den Namen einer Person, um zur Seite dieser Person zu gelangen.

  • Kleine oder grosse Zeichen sind egal.
  • Wenn Sie sich bezüglich des Vornamens oder der genauen Schreibweise nicht sicher sind, können Sie ein Sternchen (*) verwenden. Beispiel: „*ornelis de b*r“ findet sowohl „cornelis de boer“ als auch „kornelis de buur“.
  • Es ist nicht möglich, nichtalphabetische Zeichen einzugeben, also auch keine diakritischen Zeichen wie ö und é.



Visualisieren Sie eine andere Beziehung

Quellen

  1. R.A. Oirschot, inv. nr. 127A, periode 1 Jan. 1504 t/m 31 december 1504.
    =================219====================
    Dirck Henrick Lippens neemt afstand van het conflikt met de
    kinderen van Jan Henricks van den Schoet en zijn broer Lip als
    voogd over die kinderen. Het geschil gaat over zaken die Jan van
    Dirck had gekocht en die had het met ´licht´geld betaald, waarover
    goede mannen een uitspraak hebben gedaan. Dirck doet afstand van
    aanspraken op alle bezit dat genoemde Jan of Lip van hem gekocht
    mocht hebben en met licht geld betaald heeft en men beschouwt de
    zaak alsof er met zwaar geld was betaald geweest. Dirk geeft
    kwijting aan de kinderen van Henrick Lippen van den Schoot, aan
    Lipprecht Henricks van de Schoot en aan alle anderen die kwijting
    behoeven. Datum 31 december 1503, getuigen Leeuw en Schoot
    (attentie jaartal, vanwege kerststijl is dit het jaar 1503, JT)
  2. R.A. Oirschot, inv. nr. 126A, periode 1 Jan. 1495 t/m 31 december 1495.
    =================108====================
    Willem Lucassen als man van Dingen dochter van Henrick Thomas van den
    Snepschuet verkoopt met schepenbrieven aan heer Henrick Corstens van de
    Velde, priester, een pacht van een half mud rogge Oirschotse maat, die Willem
    heeft geerfd en hem was toebedeeld in de deling tussen Henrick Thomas van
    den Snepschuet en Thomas zoon van genoemde Henrick en Jan Henrick Luppen
    van den Schoet. Dat half mud rogge had Henrik Thomas van den Snepschuet
    gekocht van Gijsbrecht Gijsbrechts Wouters die men ook wel Ketelbueters
    noemt en genoemde Gijsbrecht op zijn beurt had gekocht van Henrick Janssen
    van der Capellen, welke pacht eerder door Henrick van der Capellen beloofd
    was aan genoemde Gijsbrecht, steeds te betalen op Maria Lichtmisdag op
    onderpand van een stuk land groot ca. een zesterzaad genoemd de Espenbosch,
    gelegen in herdgang Verrenbest, b.p. Henrick Janssen van der Capellen, het erf
    eerder van Willem van Dormalen, Jan Willems. De verkoper belooft alle lasten
    van zijn kant af te handelen. Datum 27 juli 1495, getuigen Snepschuet en
    Belaerts.
  3. R.A. Oirschot, inv. nr. 135 A, periode 1 Jan. 1543 t/m 31 december 1543.
    ==================086=======================
    Peter en Thomas, broers en wettige kinderen van wijlen Aert Roefs
    verwekt bij Margriet eerder weduwe van Jan van den Scoet, verder
    Henrick Vlemminks als man van Mechteld wettige dochter van wijlen
    genoemde Aert en Margriet, hebben samen een boedelverdeling
    gemaakt van het bezit dat ze van wijlen Aert hebben geerfd. Bij deze
    verdeling
    33-v)
    krijgt Thomas het huis, de betimmering, grond, tuin, boomgaard
    etc. groot in totaal 9 lopenzaad samen met de brouwinstallatie
    gelegen in Oirschot herdgang Straten, b.p. Fredericks Verheijen, de
    gemeijnte. Hieruit moet jaarlijks een halve stuiver chijns worden
    betaald aan het kapttel, nog 7 stuivers per jaar aan de rector van het St.
    Jansaltaar, nog twee gulden per jaar aan de kinderen van Aert
    Scellekens, nog twee gulden per jaar en 14 stuivers aan de kinderen
    van Goijaert Hoppenbrouwers.
    Genoemde Peter krijgt een akker genoemd den Blieksakker, groot
    ca. een Bosch zesterzaad, zijnde leengoed, gelegen in Oirschot
    herdgang Straten, b.p. Jan die Cort, de weduwe van Jan van de
    Scoet, de gemeenschappelijke straat. Verder krijgt hij een beemd
    genoemd dMaerselaer, gelegen in Oirschot herdgang Aerle, b.p. de
    gemeijnte, Meeus Mercks, Joost Hoppenbrouwers, de weduwe Jan
    van den Scoet. Hieruit moet jaarlijks een halve stuivers grondchijns
    worden betaald aan de hertog, nog 4 en een halve lopen rogge per jaar
    aan de kinderen van Dirck Hoppenbrouwers. Verder krijgt hij een
    halve beemd nog onverdeeld zijnde, genoemd de Zwartvoert, gelegen
    in Oirschot herdgang de Notel op het Schoom aldaar, met het recht
    van overpad over het perceel van Thomaes van der Meijen. Hieruit
    moet jaarlijks de helft van de grondchijns worden betaald. Verder
    krijgt hij een jaarlijkse pacht van een mudde rogge te ontvangen van
    34)
    de erfgenamen en kinderen van wijlen Denis Jan Daniels. Nog krijgt
    hij een pacht van een mudde rogge per jaar te ontvangen van de
    erfgenamen en kinderen van Roef van der Vloet te Beerze.
    Genoemde Henrik krijgt de helft van een akker nog onverdeeld
    zijnde, genoemd de Straetekker, groot ca. 2 lopenzaad voor wat
    betreft die helft, gelegen in Oirschot herdgang Straten, b.p. Peter
    Henrick Gerarts, Katalijn van Gestel, de kinderen van Jan Theeus, de
    gemeenschappelijke straat. Hieruit moet jaarlijks de helft van zes
    Bossche zesters rogge worden betaald, in Den Bosch aldaar te leveren
    aan de kruisbroeders. Verder krijgt hij de helft van een beemd
    genoemd de Zwartvoert, zoals vermeld in het vorige erfdeel. Verder
    krijgt hij een jaarlijkse pacht van twee en een halve mudde rogge te
    ontvangen van het bezit van de kinderen van Roef van der Vloet te
    Beerze, nog twee gulden ter jaar te ontvangen van Henrick van de
    Maerselaer.
    Genoemde partijen beloven elkaar deze verdeling altijd gestand te
    zullen doen en dat elk de lasten op het eigen erfdeel zodanig zal
    betalen dat de andere erfgenamen daarvoor gevrijwaard blijven.
    Indien er op iemands erfdeel meer lasten zouden blijken te drukken
    dan
    34-v)
    zullen ze die voor gemeenschappelijke rekening nemen. Datum 15
    maart 1534, getuigen Meijen en Henrick Gevaerts.
    ==================087=======================
    Thomas Aert Roefs heeft als schuldenaar beloofd om aan zijn broer
    Peter Aert Roefs die een bedrag van 50 gulden te zullen betalen per
    a.s. Maria Lichtmisdag. Datum en getuigen als boven.
    In marge :
    Met instemming van partijen doorgehaald.
    ==================088=======================
    Thomas Aert Roefs heeft als schuldenaar beloofd om aan Henrick
    Vlemmincks in diens hoedanigheid die een bedrag van 50 gulden
    te zullen gaan betalen per a.s. Kerstmis. Datum en getuigen
    als boven.
    In marge :
    Met instemming van partijen doorgehaald.
  4. R.A. Oirschot, inv. nr. 128A, periode 1 Jan. 1513 t/m 31 december 1513.
    =================155===================
    Katalijn, verder Jan Jansen van Onstaden als man van Marij, Gerit
    Gerit Borgers als man van Hadewijch, nog Dingen, Elisabeth en
    Marij, met hun voogd Lupprecht Henricks van den Schoet
    verwekt bij Margriet dochter van Henrick van den Snepschuet,
    verder Henrick en Jan, broers, zijnde alle wettige kinderen van
    Jan Henricks van den Schoet, met Lupprecht Henricks van den
    Schoet als hun voogd, hebben een deling gemaakt van het bezit
    dat deze kinderen na de dood van hun vader Jan hebben geerfd.
    Katalijn en Elisabeth krijgen samen een huis, tuin etc., groot 5 en
    een halve lopenzaad, gelegen in herdgang Aerle, b.p. de straat, de
    kinderen van Willem Lucas, Jan Ketelbueters en meer anderen.
    Nog krijgen ze een half mud rogge aflosbaar en te ontvangen van
    de kinderen van Willem Lucas. Lasten uit het erfdeel zijn een
    mud rogge per jaar aan de kinderen of erfgenamen van Dielis de
    Leersmaker en nog de grondchijns.
    Genoemde Jan Jan van Onstaden en Gerit Gerit Borgers als
    echtgenoten krijgen samen een beemd genoemd de Schoerdonkse
    beemd, gelegen in herdgang Straten, b.p. Gijsbrecht Verschaut,
    Jan Wouters van Gestel, de kinderen van Dirk Hoppenbrouwers
    en meer anderen, Goijaert Peters van den Doeren en meer
    anderen. Er is recht om de pad te gebruiken die bijde beemd hoort
    naar de straat toe, maar die pad mag alleen gebruikt worden door
    diegenen die er recht op hebben. Verder ontvangen ze van Dirck
    van den Doeren een kapitaal van 4 gouden peters eens samen met
    de rente van een jaar. Lasten uit dit erfdeel zijn 8 lopen rogge aan
    hun zwager Jan en 6 en een halve stuiver als chijns.
    Genoemde Dingen krijgt 20 lopen rogge per jaar te ontvangen van
    Barbel Vergheelst, nog van haar zuster Marij de jongste een pacht
    van 4 lopen rogge op onderpand van een akker aan de Langestraat
    zoals aan Marie is toebedeeld geworden.
    Genoemde Marij de jongste krijgt een stuk beemd genoemd dat
    Quinckelresche Broek, in herdgang Straten bij Heerbeeck, b.p.
    Dirck van de Maerselaer, Henrick van Best, Gerit Gerits van
    Berse, de gemeenschappelijke straat.
    P 298-v)
    Nog krijgt ze een stuk land gelegen in herdgang Straten, b.p. Jan
    Goossens, Jan Henrick Huijskens, de lopende straat. Lasten uit de
    akker zijn 4 lopen rogge aan haar zuster Dingen en de
    grondchijns.
    Genoemde Henrick krijgt een pacht van 18 lopen rogge te
    ontvangen van Herman van Aerle, nog eenmalig 20 gouden
    peters te ontvangen van Dirck van den Doeren samen met de rente
    van een jaar.
    Genoemde Jan krijgt een heiveld gelegen in herdgang Straten in
    de Haperdonk daar, b.p. Peter van den Hoevel met meer anderen,
    het erf dat ervan is afgedeeld, Rutgers van der Hoeven. (de
    kinderen van Joerden de Brouwer = doorgestreept, JT). Nog krijgt
    hij ene pacht van 8 lopen rogge te ontvangen van zijn zwagers Jan
    Janssen van Onstaden en Gerit Gerit Borgers, op onderpand van
    een stuk beemd genoemd de Schoerdocnk dat aan zijn zwager Jan
    en Gerit werd toebedeeld. Nog krijgt hij 7 gouden peters eens te
    ontvangen van Dirck van den Doeren samen met de rente van een
    jaar.
    Datum 10 april 1513, getuigen Hersel en Meijen.

Über den Familiennamen Den Scoet

  • Zeigen Sie die Informationen an, über die Genealogie Online verfügt über den Nachnamen Den Scoet.
  • Überprüfen Sie die Informationen, die Open Archives hat über Den Scoet.
  • Überprüfen Sie im Register Wie (onder)zoekt wie?, wer den Familiennamen Den Scoet (unter)sucht.

Geben Sie beim Kopieren von Daten aus diesem Stammbaum bitte die Herkunft an:
Sjoerd Willems, "Familienstammbaum Willems - Van den Heuvel", Datenbank, Genealogie Online (https://www.genealogieonline.nl/stamboom-willems-van-den-heuvel/I14725.php : abgerufen 12. Juni 2024), "Jan Henricks Luppen van den Scoet (????-< 1503)".