Er hat eine Beziehung mit Margriet Henrick Thomas van den Snepscheut.
Jan Henricks Luppen van den Scoet | ||||||||||||||||||
Margriet Henrick Thomas van den Snepscheut |
=================219====================
Dirck Henrick Lippens neemt afstand van het conflikt met de
kinderen van Jan Henricks van den Schoet en zijn broer Lip als
voogd over die kinderen. Het geschil gaat over zaken die Jan van
Dirck had gekocht en die had het met ´licht´geld betaald, waarover
goede mannen een uitspraak hebben gedaan. Dirck doet afstand van
aanspraken op alle bezit dat genoemde Jan of Lip van hem gekocht
mocht hebben en met licht geld betaald heeft en men beschouwt de
zaak alsof er met zwaar geld was betaald geweest. Dirk geeft
kwijting aan de kinderen van Henrick Lippen van den Schoot, aan
Lipprecht Henricks van de Schoot en aan alle anderen die kwijting
behoeven. Datum 31 december 1503, getuigen Leeuw en Schoot
(attentie jaartal, vanwege kerststijl is dit het jaar 1503, JT)
=================108====================
Willem Lucassen als man van Dingen dochter van Henrick Thomas van den
Snepschuet verkoopt met schepenbrieven aan heer Henrick Corstens van de
Velde, priester, een pacht van een half mud rogge Oirschotse maat, die Willem
heeft geerfd en hem was toebedeeld in de deling tussen Henrick Thomas van
den Snepschuet en Thomas zoon van genoemde Henrick en Jan Henrick Luppen
van den Schoet. Dat half mud rogge had Henrik Thomas van den Snepschuet
gekocht van Gijsbrecht Gijsbrechts Wouters die men ook wel Ketelbueters
noemt en genoemde Gijsbrecht op zijn beurt had gekocht van Henrick Janssen
van der Capellen, welke pacht eerder door Henrick van der Capellen beloofd
was aan genoemde Gijsbrecht, steeds te betalen op Maria Lichtmisdag op
onderpand van een stuk land groot ca. een zesterzaad genoemd de Espenbosch,
gelegen in herdgang Verrenbest, b.p. Henrick Janssen van der Capellen, het erf
eerder van Willem van Dormalen, Jan Willems. De verkoper belooft alle lasten
van zijn kant af te handelen. Datum 27 juli 1495, getuigen Snepschuet en
Belaerts.
==================086=======================
Peter en Thomas, broers en wettige kinderen van wijlen Aert Roefs
verwekt bij Margriet eerder weduwe van Jan van den Scoet, verder
Henrick Vlemminks als man van Mechteld wettige dochter van wijlen
genoemde Aert en Margriet, hebben samen een boedelverdeling
gemaakt van het bezit dat ze van wijlen Aert hebben geerfd. Bij deze
verdeling
33-v)
krijgt Thomas het huis, de betimmering, grond, tuin, boomgaard
etc. groot in totaal 9 lopenzaad samen met de brouwinstallatie
gelegen in Oirschot herdgang Straten, b.p. Fredericks Verheijen, de
gemeijnte. Hieruit moet jaarlijks een halve stuiver chijns worden
betaald aan het kapttel, nog 7 stuivers per jaar aan de rector van het St.
Jansaltaar, nog twee gulden per jaar aan de kinderen van Aert
Scellekens, nog twee gulden per jaar en 14 stuivers aan de kinderen
van Goijaert Hoppenbrouwers.
Genoemde Peter krijgt een akker genoemd den Blieksakker, groot
ca. een Bosch zesterzaad, zijnde leengoed, gelegen in Oirschot
herdgang Straten, b.p. Jan die Cort, de weduwe van Jan van de
Scoet, de gemeenschappelijke straat. Verder krijgt hij een beemd
genoemd dMaerselaer, gelegen in Oirschot herdgang Aerle, b.p. de
gemeijnte, Meeus Mercks, Joost Hoppenbrouwers, de weduwe Jan
van den Scoet. Hieruit moet jaarlijks een halve stuivers grondchijns
worden betaald aan de hertog, nog 4 en een halve lopen rogge per jaar
aan de kinderen van Dirck Hoppenbrouwers. Verder krijgt hij een
halve beemd nog onverdeeld zijnde, genoemd de Zwartvoert, gelegen
in Oirschot herdgang de Notel op het Schoom aldaar, met het recht
van overpad over het perceel van Thomaes van der Meijen. Hieruit
moet jaarlijks de helft van de grondchijns worden betaald. Verder
krijgt hij een jaarlijkse pacht van een mudde rogge te ontvangen van
34)
de erfgenamen en kinderen van wijlen Denis Jan Daniels. Nog krijgt
hij een pacht van een mudde rogge per jaar te ontvangen van de
erfgenamen en kinderen van Roef van der Vloet te Beerze.
Genoemde Henrik krijgt de helft van een akker nog onverdeeld
zijnde, genoemd de Straetekker, groot ca. 2 lopenzaad voor wat
betreft die helft, gelegen in Oirschot herdgang Straten, b.p. Peter
Henrick Gerarts, Katalijn van Gestel, de kinderen van Jan Theeus, de
gemeenschappelijke straat. Hieruit moet jaarlijks de helft van zes
Bossche zesters rogge worden betaald, in Den Bosch aldaar te leveren
aan de kruisbroeders. Verder krijgt hij de helft van een beemd
genoemd de Zwartvoert, zoals vermeld in het vorige erfdeel. Verder
krijgt hij een jaarlijkse pacht van twee en een halve mudde rogge te
ontvangen van het bezit van de kinderen van Roef van der Vloet te
Beerze, nog twee gulden ter jaar te ontvangen van Henrick van de
Maerselaer.
Genoemde partijen beloven elkaar deze verdeling altijd gestand te
zullen doen en dat elk de lasten op het eigen erfdeel zodanig zal
betalen dat de andere erfgenamen daarvoor gevrijwaard blijven.
Indien er op iemands erfdeel meer lasten zouden blijken te drukken
dan
34-v)
zullen ze die voor gemeenschappelijke rekening nemen. Datum 15
maart 1534, getuigen Meijen en Henrick Gevaerts.
==================087=======================
Thomas Aert Roefs heeft als schuldenaar beloofd om aan zijn broer
Peter Aert Roefs die een bedrag van 50 gulden te zullen betalen per
a.s. Maria Lichtmisdag. Datum en getuigen als boven.
In marge :
Met instemming van partijen doorgehaald.
==================088=======================
Thomas Aert Roefs heeft als schuldenaar beloofd om aan Henrick
Vlemmincks in diens hoedanigheid die een bedrag van 50 gulden
te zullen gaan betalen per a.s. Kerstmis. Datum en getuigen
als boven.
In marge :
Met instemming van partijen doorgehaald.
=================155===================
Katalijn, verder Jan Jansen van Onstaden als man van Marij, Gerit
Gerit Borgers als man van Hadewijch, nog Dingen, Elisabeth en
Marij, met hun voogd Lupprecht Henricks van den Schoet
verwekt bij Margriet dochter van Henrick van den Snepschuet,
verder Henrick en Jan, broers, zijnde alle wettige kinderen van
Jan Henricks van den Schoet, met Lupprecht Henricks van den
Schoet als hun voogd, hebben een deling gemaakt van het bezit
dat deze kinderen na de dood van hun vader Jan hebben geerfd.
Katalijn en Elisabeth krijgen samen een huis, tuin etc., groot 5 en
een halve lopenzaad, gelegen in herdgang Aerle, b.p. de straat, de
kinderen van Willem Lucas, Jan Ketelbueters en meer anderen.
Nog krijgen ze een half mud rogge aflosbaar en te ontvangen van
de kinderen van Willem Lucas. Lasten uit het erfdeel zijn een
mud rogge per jaar aan de kinderen of erfgenamen van Dielis de
Leersmaker en nog de grondchijns.
Genoemde Jan Jan van Onstaden en Gerit Gerit Borgers als
echtgenoten krijgen samen een beemd genoemd de Schoerdonkse
beemd, gelegen in herdgang Straten, b.p. Gijsbrecht Verschaut,
Jan Wouters van Gestel, de kinderen van Dirk Hoppenbrouwers
en meer anderen, Goijaert Peters van den Doeren en meer
anderen. Er is recht om de pad te gebruiken die bijde beemd hoort
naar de straat toe, maar die pad mag alleen gebruikt worden door
diegenen die er recht op hebben. Verder ontvangen ze van Dirck
van den Doeren een kapitaal van 4 gouden peters eens samen met
de rente van een jaar. Lasten uit dit erfdeel zijn 8 lopen rogge aan
hun zwager Jan en 6 en een halve stuiver als chijns.
Genoemde Dingen krijgt 20 lopen rogge per jaar te ontvangen van
Barbel Vergheelst, nog van haar zuster Marij de jongste een pacht
van 4 lopen rogge op onderpand van een akker aan de Langestraat
zoals aan Marie is toebedeeld geworden.
Genoemde Marij de jongste krijgt een stuk beemd genoemd dat
Quinckelresche Broek, in herdgang Straten bij Heerbeeck, b.p.
Dirck van de Maerselaer, Henrick van Best, Gerit Gerits van
Berse, de gemeenschappelijke straat.
P 298-v)
Nog krijgt ze een stuk land gelegen in herdgang Straten, b.p. Jan
Goossens, Jan Henrick Huijskens, de lopende straat. Lasten uit de
akker zijn 4 lopen rogge aan haar zuster Dingen en de
grondchijns.
Genoemde Henrick krijgt een pacht van 18 lopen rogge te
ontvangen van Herman van Aerle, nog eenmalig 20 gouden
peters te ontvangen van Dirck van den Doeren samen met de rente
van een jaar.
Genoemde Jan krijgt een heiveld gelegen in herdgang Straten in
de Haperdonk daar, b.p. Peter van den Hoevel met meer anderen,
het erf dat ervan is afgedeeld, Rutgers van der Hoeven. (de
kinderen van Joerden de Brouwer = doorgestreept, JT). Nog krijgt
hij ene pacht van 8 lopen rogge te ontvangen van zijn zwagers Jan
Janssen van Onstaden en Gerit Gerit Borgers, op onderpand van
een stuk beemd genoemd de Schoerdocnk dat aan zijn zwager Jan
en Gerit werd toebedeeld. Nog krijgt hij 7 gouden peters eens te
ontvangen van Dirck van den Doeren samen met de rente van een
jaar.
Datum 10 april 1513, getuigen Hersel en Meijen.