Kind(er):
IV Willem I van Megen, zoon van Dirk I van Megen (III) en Ndr. van Dinther?, graaf van Megen, is overleden rond
1214.
Hendrik I, hertog van Brabant, geeft ca. 1185 Orthen, dat nu Bosch geheten wordt, een keure. Onder de getuigen
wordt genoemd Willem van Megen.39
In 1196 draagt Albert van Dinther zichzelf en alles wat hij bezit in de nabijheid van de curia Bernheze op aan de abdij
Berne; en daar hij deze goederen in leen hield van heer Hendrik van Cuyk en deze weer van de hertog van Brabant,
draagt hij in plaats daarvan zijn allodium onder Meel aan Hendrik van Cuyk op .Onder de getuigen is aanwezig
Willem graaf van Megen.40
Hendrik I, hertog van Brabant, geeft in 1200 de villicatio van de villa Lithoyen, waarvan zijn ministerialen zich hadden
meester gemaakt, terug aan de St.-Remigiusabdij te Reims. Onder de getuigen Willem graaf van Megen.41
Kort na 1 oktober 1203 wordt er een verdrag gesloten tussen Hendrik I, hertog van Brabant, en Otto I, graaf van
Gelre, hierbij wordt o.m. vastgelegd dat de graaf afziet van zijn gepretendeerde rechten op Megen en de Eninge van
de Kempen, en dat de burgers van 's-Hertogenbosch tolvrijdom zullen genieten in het gehele gebied van de graaf
van Gelre.42
In 1214 oorkondt, Hendrik I , hertog van Brabant, datWillem, graaf van Megen, en zijn zoon Diederik hun allodium te
Rixtel hebben overgedragen aan de Tempeliers.43
In de kronieken van Albertus Cuperinus wordt het volgende verhaald:
Hoe dat de grave van Megen doot dede slaen des hertoghen van Brabants jachthonden, en. wat beternisse hy daer
voor doen moeste:
Groten twist ende onmin is op een tyt geresen geweest tussen hartoghe Henrick van Brabant en. den grave van
Megen. Want die harthoge, als hem overcomen waren sommighe groot treffelijke saken aengaende sijn lande, soo
is hy gereyst na Brussel,ende hier in tussen zyn des hartoghen iaghers mitten honden gaen iaghen, om eenich
wilbraet te vanghen . en. soo ist ghebuert dat die honden geloopen syn int lant van Meghen, den welcken die iagers
en des hertogen dienders gevolcht syn, en. hebben daer oock hazen of ander wilbraet gevangen. Dit vernemende
die grave van Meghen heeft die iagers en. des hartogen dienders seer vreeslyck doen slaen en. wredelyck doen
hanteeren; daer en boven heeft hy alle die honden des hartoghen doot doen slaen. Die hartoghe dit vernomen
hebbende, werd zeer tornich en. soo beruert op den grave van Meghen, dat hy voor hem genomen hadde den grave
te doen vanghen en. gantselick die stadt en. de lande van Megen te doen verderven en. mitten brant te doen
verwuesten, mer die banrotsen en. die eedelen wt Brabant, en. oock die vrinden vanden grave baden den hartoghe
langhen tyt voor den grave, ende den twist werdt neder geleet op zulke condicien, te weten, dat men die honden
mitten voeten om hooch hanghen soude en. dan soo veel corens rogge oft haver om die honden hoopen soude, dat
die honden gantselick mitten choren bedect soude syn van onder tot boven, en. dat choren soude hy geven den
hartoghe voor zyn beternisse, en. dat hy voor den hertoghe eenen voet val doende, begerende genade voor syn
misdaet, dat welcke alsoo geschiet is ende volbracht.
Ende hier mede quam die grave van Meghen weder in die vrintschap en. gratie vanden prinche.44
Van hem en een onbekende vrouw is een kind bekend:
1 Dirk II van Megen, zie V.