Kind(er):
Dirk II van Megen, zoon van Willem I van Megen (IV).
Dirk van Megen wordt samen met zijn vader Willem graaf van Megen genoemd in 1214.45
Bartholomeus, abt van Echternach, verkoopt in 1227 aan Mariënweerd een praedium onder Mill, onder voorbehoud
van levenslang vruchtgebruik ten behoeve van Alard, neef van Albert. Getuigen zijn Dirk van Batenburch en Dirk
graaf van Megen.46
Hiervoor is gesteld dat de Dirk graaf van Megen in 1233 genoemd op een veel eerder tijdstip leefde en de vader zou
zijn van Willem graaf van Megen.
1223:
In de naam van de heilige en onverdeelde Drieëenheid.
Dirk, graaf van Megen, (wenst) blijvend (heil) aan allen.
Wij willen, dat het aan alle mensen, zowel van de toekomende als van de huidige tijd, bekend weze, dat Koenraad
van Hubertinghen, edelman, de tiend, die hij van ons in leen hield, met verlof en instemming van ons en van alle
erfgenamen vrijwillig heeft verkocht aan het huis van Herckenrode als blijvend en erfelijk bezit. Hieraan hebben wij
deste gewilliger onze toestemming gegeven opdat het convent van genoemd huis voor ons en voor onze voorouders
zou bidden. En omdat wij willen, dat deze verkoop geldig weze, hebben wij dit schrijven tegen elke valse aanval
bekrachtigd door de aanhechting van ons zegel.
Gegeven in het jaar van 's Heren menswording 1223. - zie afb. zegel.47
Zegel Dirk II van Megen 1223
Lodewijk III, graaf van Loon, oorkondt dat Conradus van Hoepertingen met toestemming van diens erfgenamen, de
tienden van Hoepertingen, die hij in leen hield van de graaf, aan de abdij van Herkenrode, heeft verkocht.48
Abdij van Herckenrode
F., graaf van Ysenberg, en A., graaf van de Marck, (wensen heil) aan allen die van deze oorkonde kennis nemen.
Wij willen, dat het bekend weze, dat wij aan de edelman C. van Wilre onze instemming hebben verleend met het feit,
45 OBNB I.1 nr. 111.
46 James de Fremery, cartularium der abdij Mariënweerd, s-Gravenhage, Martinus Nijhoff, 1890 nr. 46. In de akte wordt niet nader
aangegeven wie Alard en Albert zijn, mogelijk is Alard een van Buren en wordt met Albert, Albert van Kuyc bedoeld?
47 Oorspr. Bisschoppelijk Archief (B.A.) Luik, archief abdij Herkenrode, inv. nr. 45. Afhangend beschadigd zegel van Dirk, graaf van
Megen; afschr.: S.A. Hasselt, archief abdij Herkenrode inv. nr. 45, vidimus 11-12-1365; idem, cartularium I fol. 121 en cartularium III,
fol. 177vo. Litt.: J. Daris, Notices sur les églises du diocèse de Liège, 1867, dl. I, p. 455, nr. III.
48 Oorspr. B.A. Luik, archief abdij Herkenrode, inv. nr. 44. Afhangend zegel verloren; afschr.: S.A. Hasselt, archief abdij Herkenrode,
inv. nr. 44, vidimus dd. 11-12-1385; idem;idem,idem, cartularium I, fol. 120vo-121 en cartularium III, fol. 11. Litt.: J. Daris, Notices des
églises du diocèse de Liège, 1867, dl. I p. 54/55. nr. II.
De oudste generaties van de graven-heren van Megen
14
dat hij de tiend van Hubertinghen, die hij van ons in leen hield, door de tussenkomst van de graaf, Dirk van Megen,
blijvend in bezit heeft overgedragen aan het klooster van de monialen in Herckenrode, en wel in dezer voege, dat,
dank zij deze schenking, wij en onze ouders deelgenootschap kregen aan de permanente broederschap ( = kring van
gelovigen die delen in de verdiensten van de gebeden en goede werken van de zusters) in genoemd klooster van
monialen.49
In de naam van de heilige Drieëenheid.
Hugo, door Gods genade bisschop van Luik, (wenst) aan alle gelovige christenen blijvend (heil).
Wij willen, dat het zowel aan de toekomstige als aan de huidige mensen bekend weze, dat de edelman Koenraad van
Hubertinghen de tiend, die hij in leen hield van twee graven, namelijk Lodewijk van Los en Dirk van Megen, met
instemming van de erfgenamen ons in handen heeft gegeven ten behoeve van het huis van Herckenrode. En hieraan
hebben wij onze vrome goedkering gegeven en bedoelde tiend vrijelijk geschonken aan genoemd huis als blijvend
bezit. En omdat wij wensen, dat dit schrijven onwrikbaar geldig weze, hebben wij het tegen elke valse aanval van hen,
die na ons komen, door aanhechting van ons zegel bekrachtigd.
En opdat niemand in de toekomst de euvele moed zou hebben tegen deze schenking in verzet te komen, verbieden
wij dit uitdrukkelijk op straffe van excommunicatie.
Gegeven in het genadejaar 1223.50
F., graaf van Altena, en A., graaf van de Marck, (wensen) heil aan hun trouwe edelman Dirk, graaf van Megen.
Gij moogt weten, dat de edelman C. de Wilre met onze instemming de tiend van Hubertinghen tot blijvend bezit
schenkt aan het klooster van de monialen in Herckenrode.51
De Dirk die een schenking doet in 1242 aan het altaar van St. Oda in Rode wordt door Camps in het oorkondenboek
niet aangeduid als zijnde een van Megen. Hij wordt geen graaf genoemd terwijl hij dat al was in 1227. Juten hield hem
voor een van Heeswijk.52
Van hem en een onbekende vrouw is een kind bekend:
1 Wiilem II van Megen, zie VI.