Er hat eine Beziehung mit Margriete.
Kind(er):
Johannes Nicolai van Laerhoven | ||||||||||||||||||||||||||||||||||
Margriete |
764. 12-04-1499 1267 / 180-1 tm 180v-3
180-1.
Aleijdis weduwe van Arnoldus Arnoldi Nicolai Baeluiwe droeg over aan haar kinderen Arnoldus, Johannes en Aleijdis het vruchtgebruik in
1. ½ van 4 lopen rogge, gaande uit een huis, erf en tuin en erfgoederen, daaraan gelegen, 7 lopen, onder Oisterwijk ter plaatse Kerkhoven, tussen Arnoldus die Wolff en tussen Aleijdis weduwe van Lawreijncius Groeijs en haar kinderen, welke pacht Lambertus Christiani van Doerne ten behoeve van Paulus Johannis van Laerhoven verworven had van meester Arnoldus van Weijlhuijsen,
2. ½ van 12 lopen rogge, gaande uit
a. een huis, erf, tuin en erfgoederen, aaneengelegen, in Oisterwijk ter plaatse Kerkhoven, tussen erfgoed van Aleijdis weduwe van Lawreijncii Groeijs en haar kinderen en tussen erfgoed van Johannes Johannis Groeijs,
b. een akkerland, genaamd de Joden Braak, op dezelfde plaats,
welke pacht genoemde meester Arnoldus van Weijlhuijsen ten behoeve van genoemde Paulus Johannis van Laerhoven gekocht had van Johannes Wolteri Wellen,
en van welke 4 en 12 lopen rogge, genoemde Arnoldus Arnoldi Baelyewe 4/7 deel voor een helft en Elizabeth weduwe van Johannes Godefridi Langenheijnenzoen voor de andere helft verworven had van Nicolaus en Wilhelmus, broers, Margareta en Gheertruijda hun zusters, kinderen van wijlen Johannes van Laerhoven.
180-2.
Vervolgens droegen genoemde broers en Gerardus Arnoldi van den Hoeven, man van genoemde Aleijda, genoemde helft van genoemde 4 en 12 lopen rogge over aan Benedictus Adriani Heijenzoen.
180-3.
Godefridus zoon van Johannis Petri Langheijnenzoen en van wijlen Elizabeth, droeg over aan genoemde Benedictus de andere helft van genoemde 4 en 12 lopen rogge ....... ....... ...... welke genoemde Godefridus middels een erfdeling had verkregen.
180v-2.
Gerardus Arnoldi van den Hoeven heeft beloofd aan Aleijdis weduwe van Arnoldus Baelywe een "lijfpacht" van een half mud rogge, gaande uit 3 lopensaat land, in Haaren ter plaatse de Groenstraat, tussen erfgoed van Wolterus Poeijnenborch en tussen erfgoed van het altaar van St.Katharina in de kerk van Oisterwijk, strekkende van een erfgoed van Johannes Poeijneborch tot aan de Groenstraat.
180v-3.
Het zij eenieder bekend dat destijds Gerardus Arnoldi van den Hoeven, man van Aleijdis Arnoldi Baelywe, uit de goederen van genoemde Arnoldus tijdens het leven van Aleijdis weduwe van genoemde wijlen Arnoldus Baelywe ........ ½ mud rogge ....... de helft van 4 en 12 lopen aan de overige broers van genoemde Aleijdis ....... .......; thans beloofde genoemde Gerardus Arnoldi van den Hoeven aan Johannes en Arnoldus, broers, kinderen van genoemde wijlen Arnoldus Baelywe, dat hij in de erfdeling na de dood van Aleijdis weduwe van Arnoldus Baelywe voornoemd, uit de goederen ....... na te laten, sal schuldig zijn "also lange still te staen" ....... ....... tot genoemde Johannes en Arnoldus uit voornoemde goederen ?hebben ½ mud rogge of dat dezelfde Gerardus in die erfdeling wederom inbrengt een erfpacht van ½ mud rogge.
Nr. 41.
RA Tilburg, 847. Archief Schepenbank en Eninge van Oisterwijk, 1418-1811, inv.nr. 145, microfiche 1-B3, f. 7-3, aktenr. 041, 03-10-1423.
Op 03-10-1423 verkocht Dideric Henric Witlocs aan zijn neef Gherijt Gher¬ijt Witlocs ten behoeve van hem en van zijn broers en zusters een stuk land in Haaren in de Gesel, naast en aan kvw Gherijt Witlocs en naast en aan Jan Claus van Laerhoven.
1458 mei 15 847.Sch.Otw,R.166,20v-01
Claeus z.w. Gosen Belnius dat vierendeel hem als hy zeede toebehorende in een jaerlijken ende erfelijken pacht van xiiij lop. rogh te vergelden jaarlijks op Lichtmis en in Otw over te drsagen en te leveren te vergelden wt ende van
? den zesden deel van eenre hoffstadt ende hove met hoeren gronde ende toebehoerten ende wt enen acker sibi adiatem gheh. den Heesacker < her. Jans gh. van Haren ende Mertens gheh. Coppen
en nog uit meer andere onderpanden
Claeus voers. teghen Claeusen z.w. Jans z.w. Claeus van Laerhoven met overgeven erfelijk ghecregen hadde in sch.br. Otw leg. et her. Pauwelsen z.w. Jans z.w. Claeus van Laerhoven tbv desselfsd ende tbv Aerts ende Willems confratres ende Gheertruden hoer suster krn wittige des voers. wiilner Jans z.w. Claeus van Laerhoven tesamen cum omnibus litteris scab. Elst et Clerc datum xv maij
1457 oktober 9 847.Sch.Otw,R.165,10r-02
Claeus z.w. Jans z.w. Claeus van Laerhoven dat vierendedeel hem als hij zeede toebehorende in enen jaerlijken ende erfelijken pacht van xiiij lop. rogh welke pacht van de xiiij lop. rogh voers. Claeuse ende Aert ghebrueders zn w. Henric Claeus z. van Laerhoven wittelijc ende erfelijc vercoft hadde Claeusen voers. ende Aernden z.w. Aert Claeus Belnius z. sinen zwager tot behoef derselver ende tbv Pauwels z.w. Jans van Lawerhoven voers. ende tot behoef Jans z.w. Godevaert Langheinen horen zwagher te vergelden op Lichtmis en in Optws wt en van
? de zestendeel der erfpacht hieronder gescrf. in der par. van Haeren dats te weten van eenre hofstat ende hove met hoeren toebehoerten ende van enen acker daaraan gheh. den Heesacker < her. Jans gheh. van Haeren ende Mertens gh. Coppen ^ comm. ibidem
? nog uit 1/6 meer andere onderpanden solvit teore die? sat? litt desup.
supt Claeusen z. w. Gosen Belnius te samen cum omnibus litteris ver als sy den vierendeel der xiiij lop. rogh voers. ennichsins aentangen moghen etc,etc. scab. Thijs et Heyman datum anno Lvij in festo Dyonisy
sup..ut Paulo de Lang portatum pro scab.
et suas scribis?
264. 03-10-1421 1193 / 16-8
Kinderen van wijlen Henricus Petri van de Doveloo,
1. Laurencius,
2. Johannes,
3. Elizabeth,
droegen over aan hun broer
4. Petrus Henrici van den Doveloe,
3/4 in een erfpacht van 1 mud rogge, te leveren met Andreas, gaande uit een
a. huis, tuin en 7 lopen land, in Haaren ter plaatse Belver, tussen Petrus Oeden soen en tussen Wellinus van Beke,
b. 1½ bunder beemd in Haaren ter plaatse Belver, tussen Johannes Godefridi Vos en tussen de Vorst,
welke pacht Johannes Petri Broeck (die getrouwd was met Katharina) gekocht had van Johannes Johannis Peters.
16-9.
Betreft goed in Tilburg.
16v-1.
Voornoemde Johannes en Elizabeth droegen over aan hun voornoemde broer Petrus 3/4 in 1/3 van een erfpacht van ½ mud rogge, te leveren met lichtmis, gaande uit
a. een huis, erf en tuin in Oisterwijk tegenover de linde, tussen Geerlacus Wellini Rovers en tussen Nycholaus Nycoel,
b. een akker van 3 lopen, in Oisterwijk, tussen de weg en tussen Nycholaus Ackermans,
welke pacht Johannes Brock Peters soen gekocht had van Johannes van Eel en zijn vrouw Elizabeth Jacobi Martens.
16v-2.
Genoemde broers en Elizabeth droegen over aan hun genoemde broer Petrus 3/4 in 1/3 van een erfpacht van ½ mud rogge, te leveren met Andreas, gaande uit een huis, tuin en stuk land in Haaren ter plaatse Gesel, tussen Johannes van Laerhoven Claus soen en tussen Johannes van Haren en kinderen van wijlen Martinus Coppen, beiderzijds strekkend aan de gemeint van Haaren, welke pacht Johannes Petri Brock gekocht had van Johannes Johannis Peters soen van Beilver.
16v-3.
Genoemde broers en Elizabeth droeg over aan voornoemde Petrus, hun broer, 3/4 in 1/3 van een erfcijns van 9 pond, 3 schilling en 6 penningen, te betalen met lichtmis, gaande uit erfgoederen van Gerardus Wanghe en zijn kinderen Theodoricus, Hadewigis en Katharina, in Udenhout nabij de Heistse Straat, in de Winkel. Van deze cijns en van een erfpacht van 31 lopen en 1 vierdenvat rogge kocht voornoemde Johannes Petri Brock
1. ¼ van Theodoricus Gerardi Wanghe,
2. ¼, dat behoorde aan Wijnricus! Gerardi Wanghe, kocht hij van genoemde Henricus,
3. ¼, dat behoorde aan Arnoldus Gerardi Wanghe uit het eerste huwelijk, verwierf Arnoldus' broer Wijnricus van voornoemde Arnoldus, zoals in schepenbrieven van Oisterwijk, en voornoemde Johannes Petri Brock verwierf het van voornoemde Wijnricus, zoals in schepenbrieven van Oisterwijk,
4. ¼, dat behoorde aan Hermanus Gerardi Wanghe, kocht voornoemde Johannes Petri Brock van genoemde Theodoricus Brock, zoals in schepenbrieven van Oisterwijk.
1455 november 24 847.Sch.Otw,R.163,028r-01
Aert ende Pauwels ende Willem gebruederen ende Geertruut hoer zuster kijnderen qd Jans van Laerhoven cum tutore Gertrude ab ea electo etc. op
tgoet gelegen tot Esch met allen sijnre toebehoerten dwelc tot w. Jans van Laerhoven hoeren vader te behoren plach tusschen wien ende waer die toebehoerten des geh. goets gelegen sijn ut dixit
ende opten alingen rechte hon daerin enigerwijs toebehorende tot behoef Claus hoers brueders ende Elisabetthen hoer zuster Claus z. qd Goeswijn Baeluiwes als manne ende momboir Margriet sijns [wijfs] Aerts geh. Baeliuws als manne ende momboir Aleyten sijns wijfs dochteren qd Jans van Laerhoven voirs. leg. et her. renunciavit effect.. etc. ende allen commer van hoeren wegen daerin af te doen met vorwaerden toegedaen dat Claus ende Elisabet Claus ende Aert hoers? swagers Geertruden hoer zuster voirs. den oouden comer diemen daer jaerlics met recht sculdich is af te gelden van nu voertaen jaerlics alsoe af gelden sal dattie ander hoert mede erfgenamen voirs. ende hoer guede daeraf quyt ende ongehouden sullen sijn tewigen dage ende quaem dair enige anderen commer namaels op met recht diemen tot noch toe nyet af geweten en heeft die daer van ouds gestaen wed kijnde kijnde gelijc te gelden ende te dragen scab. Heyman van Eck et Henric Jans soen
in prefesto sancte Katarine virginis - Pauwels
209. 1455 november 24 847.Sch.Otw,R.163,028r-02
Claus ende Elisabeth sijn suster kijnder qd Jans van Laerhoven Claus ende Aert geh. Baeliuwes hoer swagers als momboeren hoer wiven voirs. cum tutore Elisabeth predicto op
een goet met allen ende enen yegeliken sinen toebehoerten gelegen inder prochye van Haren tusschen wien ende soe waer toebehoerten des voirs. goets gelegen sijn
dwelc tot wilner Jan van Laerhoven hoiren vader voirs. te behoren plach ut dixit ende opten alingen recht hen daerin enigherwijs toebehorende tot behoef Aerts Pauwels ende Willems gebruederen ende Geertruden hoer zuster kijnderfen qd Jans van Laerhoven voirs. leg. et her. renunciavit etc. ende alle commer van hoeren wegen af te doen denselven met vorwaerde dat Aert Pauwels ende Willem gebrueders ende Gertrude hoer zuster voirs. den ouden commer jaerlics daervut van rechts te vergelden etc. ende of namaels enigen anderen commer daerop quem met recht daer si tot noch toe nyet af geweten en hedden die daer vanouds op gestaen hedfden dien souden sij onder hen allen kijnde gelijc gelden ende dragen scab. predicti datum supra - Aert Aert Baeliuw
210. 1455 november 24 847.Sch.Otw,R.163,028r-03
Aert z. qd Jans van Laerhoven openbaerlic heeft gekent dat alsulke halve mudde rox van enen mdde rogs erfpacht als Jan geh. die Bont in den Kuedel geldende is jaerlix vut zekeren onderpanden daer scepenen letteren vanden Bosch af sijn dwelc Aert voirs. nu jaerlics vorende is dat Claus sijn brueder ende lijsbeth sijn zuster Claus Baeliuwe ende Aert Baeliuwe hoers swagers voirs,. dit half mud rogs erfpacht voers. na doet Aerts z. qd Jans van Laerhoven voirs. erfelijc hebben houden ende besitten sullen tewigen dage etc. ende asllen commer van sinen wegen daerin af te doen den sdelven scab. predicti datum supra pradatur Aert Baer.. Baeliuw voirs.
619. 1235/170v-3/18-09-1466. Solvit.
Nicolaus, Willelmus, Margareta en Gertrudis, kinderen van wijlen Johannes van Laerhoven droegen over voor een helft aan Arnoldus Arnoldi Claes Baeliuwssoen en voor de andere helft aan Elisabeth weduwe van Johannes Langheijnensoen, 4/7 deel in
1. een erfpacht van 4 lopen rogge, gaande uit een huis en tuin en erfgoederen daaraan gelegen, 7 lopen land, toebehorend aan Johannes Wolteri Wellen, onder Oisterwijk, ter plaatse Kerkhoven, tussen erfgoed van Arnoldus die Wolf en tussen erfgoed van Aleijdis weduwe van Laurencius Groeijs en haar kinderen, welke erfpacht Paulus Johannis van Laerhoven verworven had van Johannes Wolteri Wellens,
2. een erfpacht van 12 lopen rogge gaande uit
a. een huis, erf en tuin en daaraan gelegen erfgoederen, onder Oisterwijk, ter plaatse Kerkhoven, tussen erfgoed van Aleijdis weduwe van Laurencius Groeijs en haar kinderen en tussen erfgoed van Johannes Johannis Groeijs,
b. een akker, genaamde de Joden Braken, onder Oisterwijk, ter plaatse Kerkhoven, tussen erfgoed van genoemde Aleijdis en haar kinderen en tussen erfgoed van Arnoldus die Wolf,
welke pacht meester Arnoldus van Weijlhuzen ten behoeve van genoemde Paulus Johannis Nicolai van Laerhoven gekocht had van Johannes Wolteri Wellen.
1461 mei 30 ? 847.Sch.Otw,R.168,11r-03
Claeus z.w. Jans van Laerhoven pt Aerden z.w. Claeusen gheh. Baelnius als wittig man Alijten sijns wijfs ende Elisabethen d.w. Jans van Laerhoven dat hij onsen heer den hertoch jaerlijcs ghelden sal enen oude grote chijns wt ende van
? enen huyse ende hove de voers. Claeus toebehorende ghelegen in par. de Esch < Peter van Goberdingen > Go. van Laerhoven ut dixit
welken chijns Aert ende Elisabeth voers. in scepenbrieven gheloeft hadde te ghelden ut dixit Welken chijns voors. Claeus voors. uts. voers. huse van nu voert aen ende vt huse ende hove sit pt solve etc.
scab. Em. et Doren datum sup. de littera po.. ve..
1459 juni 12 847.Sch.Otw,R.167,13r-02
Claeus z.w. Jan Claeus z. van Laerhoven als wittige man ende momb. Marien sijns wijfs d.w. Willem Henric Maes soen
? een stuck moers erfs also ver alst daer noch ligghende is mette gronde hem als hij zeede toebehorende een buenre nl. circ. ghelegen in par. Venloen < persoens moer van Vucht > den moer Jans van Westelbeerse ende Rombouts vande Pasch ^ vanden moer ders goetshuse van Tongherloe v moer Claeus vander Schuren met sijne gesellen ut dixit
welc buenrfe moers voers. Willem Henrix Maes z. voers. teghen w. Dircken van Haesticht heer ut Venloen ghecfreghen had pt in suis litteris legf. et her. supt Pauwels z.w. Jan Claeus van Laerhoven sinen bruer ad opus sui et ad opus Aert ? et Janne cum omnibus litteris marge:Willemken ende Geertruden krn w. Jan Claeus z. van Laerhoven mede erfgenamen w. Willem Henric Maes sijns zweers wtgenomen de erfchijns jaarlijks van rechts scab. Elst et Eighen datum xij juny
1466 augustus 3 847.Sch.Otw,R.173,89-21v-02
Willem w. Jans z. van Laerhoeven ende Gheertruyt sijn suster w. Jans van Laerhoven ende Arnt Balius als man en momb. sijne hvr d.w. Jans van Laerhoeven hebben geloeft gesamenderhant etc. Jannen vanden Dick w. Henric z. vanden Dyck 10 Rgld etc. tot Korsmisse naestcomende
orconden hebben hioer overgestaen als scepen Mathijs die Gruyter ende Heyman van Eck mense augusti die tertia anno Lxvi