(1) Er hat eine Beziehung mit Agneta.
(2) Er hat eine Beziehung mit Marieke Jan Philips van Hersel.
Kind(er):
Er was een Jan sr en een Jan jr in dit gezin. Dus vermoedelijk zijn de twee genoemde vrouwen allebei met een van deze Jannen getrouwd en niet een van hen met beide.
De andere Jan overlijdt op 1-1-1676 of op 1-2-1669
Joannes Godefridus Riemslac | ||||||||||||||||||||||||||||||||||
(1) | ||||||||||||||||||||||||||||||||||
Agneta | ||||||||||||||||||||||||||||||||||
(2) | ||||||||||||||||||||||||||||||||||
Hij beleent dit lopenzaad land en draagt het over aan Jan Goort Reijmbeslag en Willem belooft alle lasten van zijn kant af te handelen, behalve de dorpslasten. De bezitter moet zorgen voor onderhoud van wegen en waterlopen. Het stuk land mag altijd na 4 jaar op 25 maart worden afgelost en teruggekocht tegen betaling van 50 pattacons, mits er 7 maanden vooraf is opgezegd en dan moet Jan het bezit in de oogsttijd daarna verlaten, nadat er is terugbetaald op 25 maart daaraan voorafgaand. Datum 26 maart 1630, getuigen Loon en Ekerschot.
==================079=======================
129)
Niclaes Henrick Niclaessen heeft als schuldenaar beloofd om aan Gerit Janssen in de Haperdonck
terzake van geleend geld die per a.s. Maria Lichtmisdag over een jaar, anno 1630, een bedrag van 100
gulden te gaan betalen, met onderwijl een rente van 5 gulden. Indien hij het kapitaal dan niet
terugbetaalt zal de zelfde rente van 5 gulden per jaar blijven doorlopen totdat de hoofdsom is voldaan.
Datum 24 januari 1629, getuigen Nistelroij en Schoot.
In marge :
Deze belofte van 100 gulden is met instemming van partijen afgelost en het geld is ontvangen door Jan
Goijaert Riemeslach als man van Agneesken en wel ten haren behoeve ook. Datum 24 februari 1659,
getuigen Eijmberts en Nahuis, schepenen. Getekend F. van Esch, loco-secretaris.
===============191=======================
In de naam van de heer Jezus Christus Amen. Op heden is voor ons schepenen en sekretaris van
Oirschot verschenen de geachte Jan Goort Riemeslag en zijn vrouw Agneta, ingezetenen van
Oirschot, beiden gezond. Ze willen niet overlijden voordat ze over hun goederen hebben beschikt.
312)
Daarom hebben ze met wederzijdse instemming hun testament opgemaakt. Ze bevelen hun ziel na
hun overlijden aan bij de Almachtige God, zijn moeder Maria en de heiligen. Ze willen dat hun
lichamen in gewijde aarde begraven worden. De testateurs vermaken elkaar ten behoeve van de
langstlevende hun gezamenlijke goederen, zonder enige uitzondering om die voor het recht van
vruchtgebruik te bezitten. De testateur heeft met instemming van zijn vrouw, de goederen
afkomstig van zijn zijde en ook de helft
313)
van de goederen die hij in de toekomst nog zal inbrengen, vermaakt aan zijn broers en zusters of bij
hun afwezigheid aan hun wettige kinderen, waarbij de dode partij met de levende Partij moet delen,
en niet eerder te aanvaarden dan na de dood van de langstievende. Voorwaarde hierbij is dat het
deel voor zijn zuster Heijlken zullen vererven op Magdalena en Jenneken, de kinderen van
genoemde Heijlken, welke kinderen in de plaats van Heijlken treden. Hij benoemt hen hiermede als
zijn erfgenamen. En genoemde Agneta heeft met instemming van haar man alle goederen, gekomen
van haar kant, samen met de helft van de goederen die nog ingebracht zijn, als gift vermaakt aan
Henriksken haar natuurlijke dochter, zijnde haar erfgename.
314)
Indien genoemde Henriksken komt te sterven zonder wettige kinderen, dan zullen deze goederen
vererven op de kinderen van de zusters van de testatrice. Zij verklaren dat dit hun testament is wat
zij op alle punten volledig uitgevoerd willen hebben. Ook al zou het in tegenspraak zijn met
sommige rechtsgronden of gewoontes.
315)
De testateurs behouden zich wel het recht voor om dit testament later te wijzigen zo dikwijls als zij
dat willen. Aldus gedaan ten huize van de secretaris in Oirschot, 13 september 1636 in
tegenwoordigheid van Peter Cornelis Francken en Joorden Jan Peters Verhoeven, schepenen die
deze akte namens de testateurs die verklaarden niet te kunnen schrijven, hebben ondertekend.
Getekend: Peter Cornelijs Francken, Jorden Jans P. Et me presente. G. Goossens, secretaris 1636.
==================125=======================
Jan de oudste, Peter en verder Jan de jongste, Arien Niclaessen als
man van Aleijt, verder Henrick Gijsbert Hoppenbrouwers en Peter
Goijaert Schepens als voogden over de kinderen Henrick, Heesken,
Catalijn en Marijke zijnde allen wettige kinderen van wijlen Goijaert
Jan Riemeslach, die op grond van een schepenverordening van
Oirschot d.d. 18 maart j.l. daartoe zijn gemachtigd,
339)
verkopen een huis met tuin en erbij gelegen grond en toebehoren,
gelegen in Oirschot, herdgang Straten op de Loijenhoek, b.p. Dirk
Rutgers van Kerckoerle, de weduwe en kinderen van Job van der
Ameijden, de straat. Verder verkopen ze een akker die ter zelfder
plaatse is gelegen, b.p. Dirk Rutgers van Kerkoerle, de hoeve van
Bijsterveldt, de weduwe en kinderen van Job van der Ameijden, het
erf van de verkopers. Verder verkopen ze nog een stuk land, deels
akker en deels weiland, ter zelfder plaatse gelegen, b.p. Jan Jan
Schepens, Dirk Rutgers van Kerkoerle, de hoeve van Bijsterveldt. Alle
genoemde goederen worden nu verkocht aan Niclaes Wouters van der
Loo. Genoemde verkopers en de voogden beloven alle lasten van hun
af te handelen behalve dat de koper hieruit elk jaar aan het kapittel in
Oirschot een rente van f. 8.10.- moet betalen, verder aan Claes Ariens
van Nistelroij f. 9.- per jaar, aan meester Dirk van der Ameijden f. 7.-
per jaar, aan de weduwe van Niclaes Quest f. 7.- per jaar, aan Jan
Haubraken f. 6.5.- per jaar, aan Henrick Gijsbert Goijaert
Hoppenbrouwers f. 5.8.-
339v)
per jaar, aan Willem Willem Goosens f. 2.- per jaar, aan Dirk de
Hoppenbrouwer 34 stuivers en een halve braspenning per jaar, aan
Christoffel Quest 14 lopen rogge per jaar, aan Jan van Berendonk of
diens weduwe en kinderen 12 lopen rogge per jaar, aan Willem
Vingerlincx te Diessen 2 lopen rogge per jaar of zoveel als de
desbetreffende brief vermeldt en verder de grondcijns van ca. 2
stuivers. Datum 13 april 1609, getuigen Croonenburch en Schoot.
=================248=======================
Jan zoon Goort Riembeslag als man en voogd van Marieke dochter Jan Philips van Hersel, verkoopt
een stuk akkerland groot ca. 1 lopenzaad en 20 roeden gelegen in Oirschot, herdgang Spoordonk te
Boterwijk, b.p. aan de noordkant Henrik Dirks van de Hagelaar, Jenneke weduwe en kinderen Herman
Stokkelmans, en Jenneke weduwe Jan Henriks van Berendonk. Het perceel heeft het recht te mogen
wegen over het erf van genoemde weduwe van Jan van Berendonk. Genoemde Jan verkoopt het stuk
grond aan Anneke weduwe Henrik Jans van Hersel die er het vruchtgebruik van heeft waarbij het
verder dient ter vererving op haar kinderen. Het perceel is verplicht om diegenen te laten wegen die
daar gewoonlijk recht op hebben. Genoemde Jan belooft alle lasten van zijn kant af te handelen behalve
10 lopen roggen per jaar die aflosbaar zijn en altijd betaald zijn met 5 stuivers per vat aan de kapel van
0.L. Vrouw alhier, welke pacht met twee achterstallige en een lopende termijn overgaat. Verder moeten
de verkrijgers de gemeentelijke belastingen betalen en zorgen voor het algemeen onderhoud van wegen
en waterlopen. Datum en getuigen als boven.
==================171=======================
Jan zoon wijlen Goijaert Riemeslach als man van Meriken dochter van
wijlen Jan Philips van Hersel, verklaart hierbij dat Daniel Willems de
Metser aan hem het legaat heeft voldaan dat Catharina weduwe van
Jan Wuestgens in haar testament had vermaakt aan deze Jan Goijaert
Riemeslach. Datum 16 mei 1612, getuigen Gestel en Wintelre.
==================336=======================
Niclaes Wouters van de Loo verkoopt hierbij het huis, tuin grond
etc., gelegen in Oirschot herdgang Straten op de Loijenhoeck aldaar,
b.p. Dirck Rutgers van Kerkoerle, de weduwe en kinderen van Job
van der Ameijden, de straat. Ook verkoopt hij een akker ter zelfder
plaatse als hiervoor, b.p. vermelde Dirk Rutgers van Kerkoerle, de
hoeve van Bijsterveld, de weduwe en kinderen van Job van der
Ameijden, het erf van de verkoper. Nog verkoopt hij een stuk land,
deels land en deels weide, ter zelfder plaatse als hiervoor gelegen, b.p.
Jan Jan Schepens, Dirck Rutgers van Kerkoerle, de hoeve van
Bijsterveld, zoals hij deze bezittingen heeft gekocht van Jan de oudste,
Peter en Jan de jongste, van Arien Niclaessen als
124)
man van Aleijt, van Henrick Gijsbert Hoppenbrouwers en van Peter
Goijaert Schepens als voogden van Henrick, onbekwaam zijnde, van
Metgen, Heesken, Catharijn en Marijke allen wettige kinderen van
wijlen Goijaert Jan Riemeslach, op grond van een schepenbankdecreet
d.d. 18 maart j.l. en conform vervolgens de schepenbrief van Oirschot
d.d. 13 april 1609. Hij verkoopt dit bezit nu aan Dielen Dielen Dircks
en de verkoper belooft alle lasten van zijn kant af te handelen, behalve
de dorpslasten. De koper moet zorgen voor onderhoud van wegen en
waterlopen. Datum 4 juni 1610, getuigen H. Hoppenbrouwers en Ven
die het aandroegen.
==================342=======================
245)
Er is een bepaalde kwestie ontstaan tussen de kinderen van wijlen Goort Jan Rijemeslag
als eisende partij enerzijds en Marieke weduwe van Henrick Gijsbert Hoppenbrouwers
als gedaagde partij ter andere zijde, omdat haar man zaliger als voogd over de genoemde
kinderen van Jan Goort Rijemeslag al de roerende en onroerende bezittingen tot zich had
genomen en dat bezit in het openbaar had verkocht en het geld daarvan had ontvangen en
waarvan deze kinderen daarvan een behoorlijk overzicht en afrekening wensen te hebben.
In deze procedure was het nu zover gekomen dat door bemiddeling van heren schepenen
van Oirschot, was verklaard dat partijen vandaag bij elkaar zouden dienen te komen voor
Niclaes Ariens van Nistelroij, hun collega schepen en voor Goijaert Peters Verhoeven als
president-raadsman van Oirschot om voor zover mogelijk een overeenkomst over de
kwestie te maken. Ondanks het feit dat beide partijen bereid waren tot een minnelijke
schikking te komen, is men echter niet tot overeenstemming kunnen komen, maar om
verdere kosten van een procedure te besparen hebben partijen de bemiddeling ingeroepen
van arbiters, te weten in de personen van genoemde van Nistelroij en Verhoeven, waarbij
partijen beloven
246)
de uitspraak van hen na te zullen komen, op straffe van een boete voor diegeen die zich
niet aan de uitspraak houdt, zijnde de kosten van het verteer van vandaag en nog 6 gulden
voor de fabriek van de St. Petruskerk en 6 gulden voor de fabriek van de St.
Odulphuskerk ( de scheiding van kerk en staat was nog verre zoek in die dagen, JT ).
Datum 7 december 1626, getuigen Scheijntgens en Verachter, schepenen in Liempde (
Liempde??, secretaris Goossens is waarschijnlijk nog met zijn gedachten in
Esch/Liempde waar hij voorheen secretaris was, want beide schepenen zijn schepenen te
Oirschot,JT )
==================343=======================
Nadat de bemiddeling van hiervoor heeft plaatsgehad hebben de arbiters uitgesproken dat
de gedaagde weduwe vanwege de aanspraken van de 5 genoemde kinderen van Goort Jan
Riemeslag, als eisende partij, daarbij met uitzondering van drie van hen, die al met de
weduwe tot overeenstemming zijn gekomen, die per a.s. Nieuwjaarsdag anno 1627 een
bedrag van 51 gulden zal betalen en de kosten van het vertreer van vandaag. Alle overige
kosten van de procesvoering tussen partijen zullen door ieder van hen afzonderlijk
worden gedragen. Nadat partijen de uitspraak hebben aanhoord, hebben genoemde
kinderen, te weten Jan senior, Jan junior en hun zuster Marieken kinderen van Goort Jan
Riemeslag, met Daniel van de Schoot als voogd van deze Marieken, voor henzelf
handelend en mede ook voor
247)
hun broer Peter en optredend voor de kinderen van wijlen hun zuster Heijlken als partij
ter ener zijde en genoemde Merieken als weduwe met haar broer Adriaen, hierbij beloofd
deze uitspraak na te zullen komen. Datum en getuigen als boven.