Geurt, ook genaamd Goirt of Goert, is de eerste naamdrager Megens.
Dit zou te verklaren zijn uit het feit dat hij verschillende jaren buitenlands is geweest, zoals hij zelf verklaarde.
Misschien heeft men hem daar van Megen of op de duitse manier des Megens genoemd, en heeft hij deze naam aangehouden toen hij weer terug in Haren was.
Het "buiten lands" betekent dat hij buiten het Graafschap Megen heeft gewoond.
Dit kan zijn in het Land van Ravenstein of de Meijerij van Den Bosch, Gelre, of anders.
Veel mensen trokken ten tijde van de tachtigjarige oorlog weg uit het Graafschap, dat in die tijd regelmatig belegerd werd door de katholieke Spaanse troepen die streden tegen de reformatie. Deze militairen hebben er ook voor gezorgd dat er veel vernietigd werd; het kasteel te Megen brandde af op 6 januari 1581, en daarmee ook de omliggende huizen. Ook de kerk in Haren is vernietigd; dit blijkt uit de testamenten die mensen rond 1620 maakten: zij schenken geld voor de wederopbouw van hun kerk. Velen zijn teruggekeerd en hebben er hun onderkomen herbouwd, onder wie ook Geurt Megens en zijn familie. Zeker is dat hij in 1615 weer in haren woonde; hij werd daar aangesteld als administrateur van het H. kruis altaar in de kerk, zeer tegen de zin van Nicolaes Vos, die een brief schrijft aan de bisschop. Hij vond dat een "leek" en bovendien ook nog een getrouwd persoon geen altaar zou mogen bedienen.
Getuigenis van Goirt
Goirt Goirt Megens getuicht in 1627 t.a.v. de kerk van Haren. Hij verklaart "onder sijne gedaene eede oudt te sijn omtrent vijf een tseventich jaeren" en verklaart verder "vele jaren buyten landts geweest te zijn, maar van zijne voorvaderen gehoort te hebben dat er vier missen in de week in de kerk gecelebreerd dienen te worden."
Ook verklaart hij dat Roelof Janss, zijn oom, altijd rectoir van het altaar in de kerk is geweest. Over de gewoonte in verband met uitvaartmissen verklaart hij:
"Wanneer jonge of oude personen sterven, uitgezonderd kinderen, dat de pastoor, met het kruis, en de nabure dan het lichaam van huis op komen halen en brengen naar de kerk, alwaar een mis van requiem gecelebreerd wordt."
De familie moest zelf zorgen voor het gelucht; men moest dus zelf kaarsen leveren voor het licht in de kerk. Jonge kinderen werden niet officieel begraven. De reden was dat een kind vaak al in de eerste levensjaren overleed, en het daardoor te kostbaar was om deze een echte begrafenis te geven. En verder keek men in die tijd natuurlijk anders tegen kindersterfte aan: alleen de sterke kinderen werden volwassen. Het overlijden van een kind werd vaak ook niet in het begraaf- of doodboek vermeld.
Sie ist verheiratet mit Geurt Geurts Sebers Megens.
Sie haben geheiratet rund 1580.
Kind(er):
Jenneke Joachims Dirx | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
± 1580 | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Geurt Geurts Sebers Megens |
Die angezeigten Daten haben keine Quellen.