Er ist verheiratet mit Judith van Altdorf, Welf en Beieren.
Sie haben geheiratet am 1. Februar 819 in Aken, Duitsland, er war 40 Jahre alt.
Kind(er):
Lodewijk de Vrome
400; color: #202122; font-style: normal; orphans: 2; widows: 2; z-index: 0; letter-spacing: normal; line-height: 1.6; text-indent: 0px; font-variant-ligatures: normal; font-variant-caps: normal; -webkit-text-stroke-width: 0px; text-decoration-thickness: initial; text-decoration-style: initial; text-decoration-color: initial;">d; margin: 0px 0px 1.4em 1em; line-height: 1.2em;">
Tijdens zijn bewind in Aquitanië werd Lodewijk belast met de verdediging van de zuidwestelijke grens van het rijk. Hij veroverde Barcelona op de moslims in 801 en liet de Frankische autoriteit gelden over Pamplona en de Basken ten zuiden van de Pyreneeën in 812. Als keizer nam hij zijn volwassen zonen - Lotharius I, Karel de Kale en Lodewijk de Duitser - op in de regering en zocht naar een geschikte verdeling van het rijk tussen hen. Het eerste decennium van zijn bewind werd gekenmerkt door tragedies en vernederingen, met name de brutale behandeling van zijn neef Bernhard van Italië. In de jaren 830 werd zijn rijk verscheurd door een burgeroorlog tussen zijn zonen, verergerd door pogingen van Lodewijk om zijn zoon Karel de Kale op te nemen in zijn opvolgingsplannen. Hoewel zijn bewind eindigde op een hoge noot, met orde grotendeels hersteld, werd het gevolgd door drie jaar burgeroorlog. Lodewijk wordt over het algemeen ongunstig vergeleken tegenover zijn vader, maar hij werd dan ook geconfronteerd met heel andere problemen.
Lodewijk ontving als kind goed onderwijs, hij sprak vloeiend Latijn en beheerste ook Grieks. Hij werd verder opgevoed volgens de gebruiken en wetten van Aquitanië.
In 797 verwierf Lodewijk Barcelona nadat de Arabische gouverneur van die stad in opstand was gekomen en toen zijn opstand mislukte de stad liever aan de Franken overdroeg. In 799 ging Barcelona verloren maar in 800 leidde Lodewijk met Willem met de Hoorn en zijn zoon Bera, een leger van Aquitaniërs, Basken, Visigoten (uit Septimanië en de Provence) en belegerde Barcelona, de stad valt uiteindelijk in 801. Hiermee ontstond de Spaanse Mark.
In 806 regelde Karel de Grote zijn erfenis. Volgens deze verdeling zou Karel de Jongere vermoedelijk koning worden boven zijn broers en kreeg hij de kern van het rijk, Pepijn kreeg Italië en gedeelten van Zuid-Duitsland en Lodewijk kreeg Aquitanië, Septimanië en een gedeelte van Bourgondië.
In 812 bedwong Lodewijk een Baskische opstand. Hij ging voor zijn vader minstens een keer op campagne tegen Benevento in Zuid-Italië.
Het beleid van Lodewijk werd sterk bepaald door de invloed van zijn hovelingen (waaronder veel van zijn vertrouwelingen uit Aquitanië) en zijn echtgenotes. Hij begon een intensieve periode van wetgeving en staatkundige en kerkelijke hervorming. Lodewijk verplichtte alle kloosters de leefregels van Benedictus te volgen en hij moderniseerde de rechtspraak. Hij stuurde al zijn ongetrouwde (half)zusters naar het klooster om zo machtsvorming rondom toekomstige zwagers bij voorbaat te voorkomen. Zijn onwettige halfbroers liet hij met rust maar zijn neven (behalve Bernhard) dwong hij ook om in het klooster te treden, hoewel die juist bijzonder trouw waren geweest. Zijn belangrijkste raadslieden waren graaf Bernhard van Septimanië en Ebbo, de zoon van zijn min en dus een soort broer, die hij in 816 aartsbisschop van Reims werd. Hij hield ook ministers van zijn vader zoals ;Elisachar (abt van St Maximin te Trier) en Hildebold (aartsbisschop van Keulen) aan. In 815 maakte hij zijn zoons, Lotharius en Pepijn respectievelijk gouverneur van Beieren en gouverneur van Aquitanië. In 816 ten slotte werd Lodewijk door paus Stephanus, te Reims, tot keizer van het Westen gekroond.
Als reactie op de opstand van Bernhard dwong Lodewijk zijn halfbroers om toe te treden tot de geestelijkheid. In 822 deed Lodewijk voor zijn hof en voor de paus een publieke schuldbekentenis, waar hij de verantwoordelijkheid voor het overlijden van Bernhard op zich nam. Hij beleed daarbij ook een aantal andere zonden. Dit was niet goed voor zijn imago bij de edelen. Hij liet zijn neven toen weer uit het klooster en gaf ze weer functies aan het hof.
In 830 overtuigde Wala Pepijn van het gevaar van Bernhard van Septimanië. Pepijn trok met een leger naar Parijs en ontmoette met zijn leger zijn broer Lodewijk de Duitser even ten noorden van Parijs. Hun vader, Lodewijk de Vrome, keerde terug van weer een campagne tegen Bretagne (juist begonnen om door een externe vijand te bestrijden de eenheid te bewaren) en ging naar Compiègne. Daar werd hij door Pepijn gevangengenomen. Judith werd in Poitiers gevangengezet en Bernhard van Septimanië vluchtte naar Barcelona. De oudste broer en eerste erfgenaam, Lotharius, trok in 831 met een groot leger naar het noorden en riep in Nijmegen een rijksdag bijeen. Lodewijk de Vrome had Pepijn en Lodewijk de Duitser echter een groter deel in de erfenis beloofd dan Lotharius aanbood en ook de lokale edelen bleven trouw aan Lodewijk de Vrome. Op de rijksdag moesten de zoons hun vader weer als koning erkennen. Lotharius werd begenadigd, maar werd wel naar Italië verbannen. Judith moest een eed zweren dat zij onschuldig was. Wala en andere belangrijke edelen en geestelijken die achter de opstand zaten, werden verbannen. Het gebied van Pepijn werd uitgebreid tot aan de Somme. Het gebied van Lodewijk de Duitser werd uitgebreid tot aan de Rijn. Karel kreeg het tussenliggende gebied van de Moezel tot aan de Provence. Lotharius hield alleen Italië over.
In 832 werd Pepijn aan het hof ontboden, waar hij kil werd ontvangen, als gevolg waarvan hij het hof zonder toestemming van zijn vader verliet. Lodewijk de Vrome was bang voor een opstand en stuurde een leger naar Aquitanië. Ondertussen trok Lodewijk de Duitser Zwaben (wat volgens de regeling van 831 binnen zijn gebied viel) binnen met Slavische bondgenoten. Lodewijk de Vrome onderwierp Lodewijk de Duitser bij Augsburg en Pepijn bij Limoges. Hij was zo boos dat hij Pepijn en Lodewijk al hun gebieden ontnam. Vervolgens benoemde hij Karel tot koning van Aquitanië en wees de rest van het keizerrijk aan Lotharius toe. Lotharius koos echter voor een machtsgreep, verbond zich met Pepijn en Lodewijk de Duitser en marcheerde in 833 naar het noorden. De legers van Lodewijk de Vrome aan de ene kant en de drie opstandige broers aan de andere kant, ontmoetten elkaar bij Colmar. Er werd dagenlang onderhandeld maar ondertussen hadden de broers, met hulp van de paus, een deel van het leger van Lodewijk omgekocht of overgehaald om hun kant te kiezen. Lodewijk beval zijn resterende troepen uiteindelijk om niet meer te vechten om een kansloos bloedbad te voorkomen, en werd gevangengenomen en opgesloten in de Sint-Medardusabdij te Soissons. De plaats van de veldslag, die niet doorging, ging de geschiedenis in als het Lügenfeld (niet van leugen, maar van lueg - hinderlaag - die de drie zoons hier tegen hun vader gespannen hadden door zijn soldaten om te kopen). Karel de Kale werd opgesloten in de Abdij van Prüm en Judith in Tortona. Lodewijk de Vrome werd door een synode (onder voorzitterschap van Ebbo) in Soissons afgezet en moest te Compiègne een openbare schuldbekentenis doen. Hij werd in Reims symbolisch van de drempel van de kerk verbannen.
Lodewijk de Duitser (inmiddels getrouwd met Emma, een zuster van Judith) begon onder invloed van zijn familie en schoonfamilie weer toenadering tot Lodewijk de Vrome te zoeken. Uit boosheid over het gedrag van Lotharius en de vernedering van Lodewijk de Vrome kozen ook steeds meer edelen in Neustrië en Austrasië de kant van Lodewijk de Vrome. Lotharius werd gedwongen om zich terug te trekken op Bourgondië. In 834 wilde Lotharius de situatie van de Ordinatio Imperii van 817 herstellen, waarbij hij als keizer dus boven zijn broers zou staan. Pepijn en Lodewijk waren hier niet van gediend, want zij wilden vasthouden aan de verdeling van 831 (zonder Karel) en als zelfstandige koningen regeren, zij verdreven Lotharius naar Italië en maakten hun vader weer keizer. In 835 verloren de belangrijkste partijgangers van Lotharius tijdens de synode van Diedenhoven hun ambten en een aantal van hen overleed tijdens een epidemie in Italië.
De crisis was voorbij, maar Lodewijk zou de rest van zijn regering voortdurend in conflict blijven met zijn zoons.
Kenmerkend voor Lodewijk de Vrome is het randschrift "XPISTIANA RELIGIO".
Lodewijk I de Vrome Keizer van het Heilig Roomse Rijk, koning van Aquitanië der Franken de Provence en Italië ♛ | |||||||||||||||||||||||||||||||||||
819 | |||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
Die angezeigten Daten haben keine Quellen.