Beroep: RK -pastoor, landdeken van Hees , seculier priester
Hij wordt op 1-9-1807 ingeschreven aan de Latijnse School te Nijmegen en geniet o.a. scholing in het Frans. Hij volgt onderwijs in het Duits te Munster in Westfalen en in de humaniora en muziek te Gemert. Op 29-10-1810 ontvangt hij tonsuur en lagere wijdingen te Amsterdam uit
handen van Joh. Bapt. baron van Velde de Melroy. Hij studeert filosofie en theologie sedert september 1813 aan het seminarie in Mechelen en vanaf 23-3-1814 aan het groot-seminarie te Herlaar. Toegelaten tot de hogere studies 23-4-1814, subdiaken gewijd in het klooster te Westfalen
op 13-8-1816 door Kasper Maximiliaan Freiherr von Droste zu Vischering, en diaken te Brussel 24-12-1817 door bisschop Joh. Bapt. baron van Velde de Melroy, priester gewijd in het klooster te Westfalen 16-4-1818 door Kasper Maximiliaan Freiherr von Droste zu Vischering. Assistent
(kapelaan) te Udenhout van 26-10-1818 tot pasen 1819, kapelaan te Vierlingsbeek in 1819, pastoor te Ewijk 1821, landdeken van Nijmegen 24-1-1825, pastoor van de voormalige Augustijnenstatie aldaar 29-5-1826.
Hij is een der oprichters van het RK-Armbestuur te Nijmegen 27-1-1827, sedert 1830 tevens dienstdoend priester Militaire Eredienst, standplaats Nijmegen tegen traktement van/ 150, - per jaar, sedert 1836 legerpriester 2de klasse. In I 833 wordt de St. Augustinuskerk door hem
aanmerkelijk verbouwd en sticht hij daarbij een nieuwe pastorie, voor welke onkosten het Rijk f 6000, - bijdraagt.
In 1839 ligt het in de algemene verwachting dat deken Triebels in de toekomst apostolisch vicaris wordt ter opvolging van G. Hermans, apostolisch vicaris van Grave. Deze benoeming blijkt echter op te veel verzet binnen de geestelijkheid te stuiten, hoewel vriend noch vijand aan zijn kundigheden twijfelt
.
Die angezeigten Daten haben keine Quellen.