Tijdstip: 17:00
Pass auf: Ehegatte (Maria Sandrina Hendrika Veger) ist 31 Jahre jünger.
(1) Er ist verheiratet mit Henriëtte van Heukelom.
Sie haben geheiratet am 21. September 1899 in 's-Gravenhage, Zuid-Holland, Nederland, er war 27 Jahre alt.
Kind(er):
(2) Er ist verheiratet mit Maria Sandrina Hendrika Veger.
Sie haben geheiratet am 26. August 1947 in Hattem (Ov) , er war 75 Jahre alt.
Beroep: Bouwkundig ingenieur
Met dank aan: http://www.ruiterstraat-online.nl
Onderstaande tekst is ontleend aan de tentoonstellingscatalogus Onder den Sint-Maarten, Jugendstil uit Zaltbommel. Er is vooral gebruik gemaakt van de teksten van Peter Schipper in deze catalogus.
De oprichting van Onder den Sint-Maarten
Johan Adam Pool werd geboren in Zaltbommel op 27 mei 1872. Zijn vader had een steenfabriek in Zuilichem. Het gezin woonde aanvankelijk in de Gamerschestraat, vervolgens bij schoonmoeder, de weduwe VermeulenHeijligers in de Ruiterstraat nummer 10, en na een vijfjarig verblijf in Nijmegen vanaf 1891 weer in Zaltbommel aan de Nieuwstraat.
Nadat schoonmoeder in juni 1900 overleden was, betrok het gezin haar huis aan de Ruiterstraat. Johan Adam jr. was toen al het huis uit. Hij studeerde van 1892-1896 bouwkunde aan de Polytechnische School in Delft. Eenmaal afgestudeerd als bouwkundig ingenieur keerde hij in 1898 terug naar zijn vaderstad om er met zijn vrouw Henriette van Heukelom in een pand aan de Nieuwstraat te gaan wonen.
In de schuur bij het familiehuis aan de Ruiterstraat begon J.A.Pool jr., geholpen door een timmermansknecht, te experimenteren met het zelf maken van meubelen, koperbeslag en koperen producten. Vooral door gebrek aan technische kennis waren de resultaten geen onverdeeld succes: de meubelen waren ongeschikt om te gebruiken, zoo nu en dan zakte je door een stoel heen en altoos zat je er ongemakkelijk op.
Omdat verbetering uitbleef, besloot Pool te stoppen en een betrekking te aanvaarden op de steenfabriek van zijn vader. Daar kon hij zijn draai niet vinden en ging werken voor een bouwkundig blad, dat hem uitzond naar Parijs om er over de Wereldtentoonstelling van 1900 te schrijven. Daar kwam hij in contact met uiteenlopende uitingen van kunstnijverheid; vooral het Engelse koper viel bij hem in de smaak. Het gaf hem een nieuwe impuls om zelf verder te gaan met experimenteren. Belangrijk was de hernieuwde ontmoeting met K.L. Sluyterman (1863-1931), leraar decoratieve kunst en ornamenttekenen, die hij kende van zijn studietijd aan de Polytechnische School. Sluyterman logeerde in Zaltbommel bij zijn vader, die er emeritus-predikant was. Sluyterman spoorde Pool aan het ontwerpen weer ter hand te nemen en zo startte hij in de Ruiterstraat opnieuw met kopergieten, drijven en ciseleren.
Zeker in het begin ging dit niet van een leien dakje, vooral door gebrek aan vakbekwame koperslagers. Aanvankelijk nam Pool een koperslager uit de stad aan, maar die bleek meer belangstelling te hebben voor jenever en de kroeg. Uiteindelijk gelukte het een vakman uit Friesland aan te stellen. De basis voor de koperslagerij, waarin klokken, vazen, lampen, serviezen en kandelaars werden vervaardigd, was gelegd.
Uiteindelijk werkten er zon vijf koperslagers. De andere poot van het bedrijf was de meubelmakerij. De bedrijfsruimte bij het huis was in feite niet meer dan een onaanzienlijk oud gebouw met kruisraampjes en groote schouwen. Hier vervaardigde men op ambachtelijke wijze de kasten, tafels, stoelen, kapstokken, buffetten en complete ameublementen, zoals slaapkamers. Om de vaardigheden van zijn ambachtslui te vergroten liet Pool hen, onder leiding van de heer Diemont, leraar tekenen aan de H.B.S., een tekencursus volgen.
Door successen op tentoonstellingen, aandacht in de pers, resulterend in toenemende bestellingen, werd de onderneming langzamerhand te groot voor het onderkomen aan de Ruiterstraat. Het huren van lokalen in de oude gemeenteschool aan het Kerkplein bood vanaf februari 1901 soelaas voor de meubelmakerij. Volgens de bewaard gebleven plattegrond waren er twee grotere werkplaatsen, twee kleinere en een monsterkamer. Een jaar later groeide men ook hier uit en zocht Pool een oplossing buiten Zaltbommel.
Voorjaar 1902 nam hij de meubelfabriek van Amstelhoek in Haarlem over, die in financiële moeilijkheden was geraakt. Het was de opmaat voor een eigen, door architect J.A.G. van der Steur ontworpen fabriekspand aan de Schotersingel Maarten Heemskerkstraat.
Vestiging in het Westen bracht het voordeel dat de firma dichter bij het potentiële koperspubliek zat dan in de provincie. Op een terrein vóór de fabriek bedacht Van der Steur in 1903 een door bomen omzoomde oprijlaan, een pleintje met pomp en een Oudhollands gebouw voor toonkamers. De vertrekken waren aangekleed als huis-, ontvang-, eet- en slaapkamers. Hier produceerde de firma nog tot 1936 met een gemiddelde bezetting van 65 tot 80 man personeel verder. De Bommelse vestiging werd niet onmiddellijk gesloten, maar bleef tot 1904 en mogelijk tot 1906 in werking.
J.A. Pool overleed op 28 november 1948 te Rotterdam.
.
Johan Adam Pool | ||||||||||||||||||||||||||||||||||
(1) 1899 | ||||||||||||||||||||||||||||||||||
Henriëtte van Heukelom | ||||||||||||||||||||||||||||||||||
(2) 1947 | ||||||||||||||||||||||||||||||||||
Maria Sandrina Hendrika Veger |
Die angezeigten Daten haben keine Quellen.