(1) Er ist verheiratet mit Anna Jacoba Knegjes.
Sie haben geheiratet vor 1793.
Kind(er):
(2) Er ist verheiratet mit Vrouwe Charlotta Gijsbertina Cornelia Schippers.
Sie haben geheiratet am 1. Oktober 1804 in Damp en Geest bij Limmen, er war 41 Jahre alt.Quelle 3
"Jacob Weldijk, weduwnaar gebooren te Haarlem dog woonende te Gouda met vrouwe Charlotta Gijsbertina Cornelia Schippers weduwe gebooren te Mijdrecht dog zijnde mede te Gouda woonagtig".
Zie omschrijving van Jacob Weldijk in het Biographisch Woordenboek (Van der Aa)
http://resources.huygens.knaw.nl/retroboeken/vdaa/#source=aa__001biog24_01.xml&page=492&accessor=accessor_index
WELDIJK (Jacobus) werd geboren te Haarlem, den 1sten October 1763. Reeds vroeg ontdekte men in den leergierigen jongeling lust en aanleg tot het leeraarambt, tengevolge waarvan hij, nog jong zijnde, op de Latijnsche scholen gekomen, zich met zooveel ijver op de oude talen toelegde, dat hij wel toegerust, en met meer dan gewone kunde, de akademische loopbaan te Leiden intrad, waar hij het onderwijs en de vriendschap genoot van D. van de Wijnpersse, Ruhnkenius, Valckenaer en vooral van H.A. Schultens, die hem naderhand zelfs tot leidsman zijner zonen koos. Zoo kwam hij, met een helder hoofd, verlicht door eene gezonde wijsbegeerte, met een eerlijk en waarheidlievend hart, en met grondige kennis der oude talen tot de godgeleerde studien, en werd daar gevormd tot dien schriftverklaarder, welke met vele zijner tijdgenooten zooveel bijdroeg tot den verbeterden smaak in het prediken, en tot de bevordering eener meer gezonde uitlegkunde, in de hervormde kerk.
In het laatst van zijne akademische loopbaan, gaf hij eene proef van zijn ijver en goede smaak, door de vertaling van de akademische inwijdings-redevoering van zijnen leermeester B. Broers, de literarum s. studio, praecipuo theologi munere.
Met den hoogsten lof in de beide examina tot den predikdienst toegelaten, werd hij beroepen in de gemeente van Egmond aan Zee. Daar arbeidde hij met vlijt, lust en toejuiching, gedurende den tijd van drie jaren, doch vertrok in October 1791 naar de Bedijkte Schermer. Hier bedankte hij onder andere voor Gorinchem, maar volgde in April 1795 de beroeping naar Bloemendaal op, waar hij ruim 2 jaren arbeidde. Van daar werd hij beroepen in de hervormde gemeente van Gouda, maar bedankte, doch in het jaar 1797, andermaal derwaarts beroepen, volgde hij die roepstem op.
Te Gouda kwam hij in dien moeijelijken tijd, toen politieke twisten het vaderland verdeelden en de partijzucht daar ook hevig woedde. Weldijk evenwel had een grooten toeloop, en bleef daar, algemeen geacht, werkzaam tot het jaar 1814, wanneer hij van zijn leeraars-ambt afstand deed, om zich op zijn buitenverblijf te Limmen, geheel aan den huisselijken kring, aan het welzijn dergenen die hem omringden, en aan andere bezigheden toe te wijden.
Hij was, sedert zijn verblijf te Limmen, ook altijd in kerkelijke betrekking, hetzij als ouderling van het klassikaal bestuur van Alkmaar, of als zoodanig bij het provinciaal kerkbestuur van Noord-Holland. Voor het zendeling-genootschap ijverde hij met kracht, en prees in de algemeene vergadering van 1809, daar het doen der redevoering hem was opgedragen, de hulpvaardigheid den verkondigers van het evangelie aan, naar 3 Joan. vs. 5-8; welke leerrede naderhand in druk verschenen is. Ook in zijne betrekking als schoolopziener, eerst in Zuid-, naderhand in Noord-Holland, was hij vele jaren met ijver bezig, en zelfs na zijnen dood is het gebleken hoe bemind en geacht hij bij de meeste onderwijzers was.
Tweemaal is hij gehuwd geweest; eerst met mejufvrouw Joanna Jakoba Kneges, en in het jaar 1803 met vrouwe wed. C.G.C. de Mey, geb. Schippers. Hij overleed den 6den November 1834.
Jacob Weldijk | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
(1) < 1793 | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Anna Jacoba Knegjes | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
(2) 1804 | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||