Overleden op Rumelaar
Sie ist verheiratet mit Helmert Fransz. van OVEREEM.
Sie haben geheiratet im Jahr 1615 in Woudenberg.
Gijsbertgen werd in 1641 als weduwe beleend met de helft van Rumelaar na aankoop
Gehuwd met Helmert Fransz van OVEREEM, landbouwer, geboren circa 1575 te Woudenberg, overleden 1641 1644 te Woudenberg, op Rumelaar. Eerst huurder, later eigenaar van (Cleijn) Rumelaar. Op 25 1 1641 krijgen Helmert en Gijsbertgen octrooi om te mogen testeren via Floris van Ewijk, procureur. In de quotisatie van 1614 staat Helmert hier op Rumelaar; zijn moeder was toen waarschijnlijk al overleden. Zoon van Frans Henricksz van OVEREEM, landbouwer op Rumelaar, en Dirkgen. Dit echtpaar wordt genoemd als een van de zeven erfgenamen van Frans van Trijest, schout van Woudenberg en Jannichen Fransdochter, echtelieden, in het testament dat zij op 18-3-1635 laten opmaken. Op den duur zullen zij erven: de helft van het erf Groot Rumelaar plus nog drie nader omschreven stukken land daar in de buurt.
Op 19-1-1641 geeft Goort Thonisz, wonende tot Leusden volmacht aan Frans van Triest om namens hem te compareren voor de thinsheer van het hius Natewisch (onder Amerongen) om daar te transporteren ten behoeve van Helmert Fransen en Gisbertgen van Triest sijn huysvrouw een erf genaamd Cleijn Rumelaar en om te bekennen dat de kooppenningen betaald zijn.
Op de bijbehorende lijst van thinsen, opgesteld in 1644 staan: "Helmert Fransz van de helft van Cleyn Rumelaar, nu Gisbertgen van Triest, wed. van Helmer Fransz" en "Govert Thonisz van de helft van Rumelaer (vorders Gisbertgen". Op 3-6-1644 transporteert Frans van Triest, oud schout van Woudenberg, als gevolmachtigde van Goort Thonisz, wonende Leusden, ten behoeve van Gisbertgen Frans van Triestdochter, wed. van Helmert Fransen "het halve erf en goet gelegen int Wout int oude gerecht van Amerongen, genaempt Cleijn Rumelaar", ten oosten het erf Doijenstok, ten zuiden van Landaes en ten westen een erf dat ook Rumelaar heet. In een eerste aanvullend testament van Frans van Triest op 27-4-1648 vermaakt hij nog aan Gijsbertgen enig land te Zeldert. In een tweede aanvullend testament op 5-5-1648 de helft van vier morgen in de Caneel van Woudenberg.
(Bron: kwartierstaat (deel IX) de Greef (W. de Greef).
Gijsbertgen Fransdr. van Triest??
Geb. ?± 1593 te Woudenberg, ovl. ?voor 1641 te Woudenberg, overleden "op Rumelaar"?. Dochter van Frans Adriaensz van Triest en Jannigje Fransdr. van Ravensloot?
Gehuwd (religieus) ?± 1620 te Woudenberg met:
?
Helmert Fransz van Overeem??
Geb. ?± 1575 te Woudenberg, ovl. ?na 1641 te Woudenberg, Overleden "op Rumelaar".?, begr. ?voor 1644. Beroep(en): Landbouwer. Zoon van Frans Henricksz van Overeem en Dirkgen Franszen ?
Eerst huurder, later eigenaar van (Cleijn) Rumelaar. Op 25-1-1641 krijgen Helmert en Gijsbertgen octrooi om te mogen testeren via Floris van Ewijk, procureur. In de quotisatie van 1614 staat Helmert hier op Rumelaar; zijn moeder was toen waarschijnlijk al overleden.
Kinderen:
1) ?
Ariaantje Helmerts van Overeem?? Login vereist
2) ?
Frans Helmertsz van Overeem?? Login vereist
3) ?
Dirck Helmertsz van Overeem??
Geb. ?± 1620 te Woudenberg, Geboren "op Rumelaar", ovl. ?± 1673 te Woudenberg, Overleden "op Rumelaar".
gevonden op internet: 18-juli-1674 te Woudenberg begraven?, ongeveer 53 jaar, begr. ?18 jul 1674 te Woudenberg
4) ?
Thonis Helmertsz van Overeem??
Geb. ?± 1621?
5) ?
Ghisbert Helmertsz van Overeem??
Geb. ?± 1622, ovl. ?1666?, ongeveer 44 jaar
Zonder nageslacht.
6) ?
Jan Helmertsz van Overeem??
Geb. ?± 1635 te Woudenberg, ovl. ?5 jun 1696 te Woudenberg?, ongeveer 61 jaar. Beroep(en): boer op Rumelaar
Op 20 Sept 1667 kocht Jan van Gerrit Claesz Kieftveen en Adriaentgen Helmerts van Overeen zijn huisvrouw, het vierde part van het land onder Maarsbergen, dat Gijsbert van Overeem had nagelaten en dat Gerrit had geërfd. Hij had zelf ook een vierde part geërfd en woonde "op Rumelaar"
Volgens de bewonerslijst van Maarsbergen woonde Jan Herlmertz aldaar met twee meerderjarige en vijf minderjarige kinderen. Drie daarvan zijn wellicht jong gestorven
Kind(er):
Gijsbertgen werd in 1641 als weduwe beleend met de helft van Rumelaar na aankoop
Gehuwd met Helmert Fransz van OVEREEM, landbouwer, geboren circa 1575 te Woudenberg, overleden 1641 1644 te Woudenberg, op Rumelaar. Eerst huurder, later eigenaar van (Cleijn) Rumelaar. Op 25 1 1641 krijgen Helmert en Gijsbertgen octrooi om te mogen testeren via Floris van Ewijk, procureur. In de quotisatie van 1614 staat Helmert hier op Rumelaar; zijn moeder was toen waarschijnlijk al overleden. Zoon van Frans Henricksz van OVEREEM, landbouwer op Rumelaar, en Dirkgen. Dit echtpaar wordt genoemd als een van de zeven erfgenamen van Frans van Trijest, schout van Woudenberg en Jannichen Fransdochter, echtelieden, in het testament dat zij op 18-3-1635 laten opmaken. Op den duur zullen zij erven: de helft van het erf Groot Rumelaar plus nog drie nader omschreven stukken land daar in de buurt.
Op 19-1-1641 geeft Goort Thonisz, wonende tot Leusden volmacht aan Frans van Triest om namens hem te compareren voor de thinsheer van het hius Natewisch (onder Amerongen) om daar te transporteren ten behoeve van Helmert Fransen en Gisbertgen van Triest sijn huysvrouw een erf genaamd Cleijn Rumelaar en om te bekennen dat de kooppenningen betaald zijn.
Op de bijbehorende lijst van thinsen, opgesteld in 1644 staan: "Helmert Fransz van de helft van Cleyn Rumelaar, nu Gisbertgen van Triest, wed. van Helmer Fransz" en "Govert Thonisz van de helft van Rumelaer (vorders Gisbertgen". Op 3-6-1644 transporteert Frans van Triest, oud schout van Woudenberg, als gevolmachtigde van Goort Thonisz, wonende Leusden, ten behoeve van Gisbertgen Frans van Triestdochter, wed. van Helmert Fransen "het halve erf en goet gelegen int Wout int oude gerecht van Amerongen, genaempt Cleijn Rumelaar", ten oosten het erf Doijenstok, ten zuiden van Landaes en ten westen een erf dat ook Rumelaar heet. In een eerste aanvullend testament van Frans van Triest op 27-4-1648 vermaakt hij nog aan Gijsbertgen enig land te Zeldert. In een tweede aanvullend testament op 5-5-1648 de helft van vier morgen in de Caneel van Woudenberg.
(Bron: kwartierstaat (deel IX) de Greef (W. de Greef).
Gijsbertgen Fransdr. van TRIEST | |||||||||||||||||||||||||||||||||||
1615 | |||||||||||||||||||||||||||||||||||
Helmert Fransz. van OVEREEM |
Die angezeigten Daten haben keine Quellen.