Luna den 25 Julij 1774
Is gesisteerd van wegens den Heer Informant voornoemt de Gedetineerde Johannes Lahaye denwelken aangemaand sijnde de waarheid gestand te doen en gevraagd sijnde over voorschreve Artikulen geantwoort heeft was volgende
Op Art.1
Segt oud te sijn in de veertig jaaren, gebooren en woonagtig te Aalbeek ressosrt der hooft banke Climmen, getrouwd te sijn met Geertruijd Stenten van Grotenraede uijt het Gulkerland sederet de veertien a vijftien jaaren en met deselve vier kinderen te hebben, van costwinninge eenen schoenholtjes maeker.
Art. 2
Expedivitse precedente
Art. 3
Verklaard Matthijs Boormans alias Haccourt uijt de Heek, item Dirk Debets en Lins Schouteten van jongs af aan te kennen.
Art. 4
Segt geene vijantschap voor soo veel hem bewust is met deselve bovengenoemdepersoonen gehad te hebben.
Art. 5
Verklaard anders niet van eene bende gaudieven gehoord te hebben, als dat nu sedert eenige tijd gevangen en gehangen worden.
Art. 6
Segt daar van geene kennisse ofte wetenschap te hebben.
Art. 7
Verklaard onder de voorsz. bende gau dieven niet te gehooren.
Art. 8
Ontkend ad idem.
Het geene aan den gedetineerde nog duijdelijk voorgelesen sijnde heeft verklaard daar bij te blijven persisteeren ten eijnde deesen eijgenhandig onderteekend
J. Laheij
Nobis presentibus
A. Wilmar – J.Theod.VCraen
J.L. Wintgens
Vonnis Joannes Lahaye, Valkenburg 22 november 1774
• RHCL Maastricht • Landen van Overmaas 8168 •
Sententie
In Saeke
Den WelEdelen Gestrengen
Heer en Mr. W.D. Vignon
Lt. HoogDrossard deses Lands
nomine Officij Claeger
Tegens
Joannes La Haij
beclaegde
Gesien, gelesen en geëxamineert de Clagt en Conclusie van wegens d'Heer Clager ter rolle geëxhibeert ende overgegeven, mitsgaders alle acten, verbalen en decreetten in saeke gehouden en geresen, allen aen ons onder behoorlijken inventaris gefourneert, en daer toe geleth op de responsiven en confessiën van den beclaegde buijten pijn en banden gedaen en den daer op gevolgde legaele recollectie,
Waer uijt komt te consteeren dat den voorn. beclaegde oud te wesen in de veertig jaeren, geboortig en woonachtig te wesen tot Aelbeek ressort der Hooftbanke Climmen, van professie een schoenholtjesmaker, sig met een talrijke bende nachtsdieven en onmenselijke knevelaers verbonden en vereenigt heeft en met de selve om aen sijnen onversadelijken rooflust te voldoen verschijde enorme delicten en diefstallen heeft helpen bedrijven en ter executie te stellen,
Als onder andere heeft den beclaegde buijten pijn en banden bekent en staet door eene meenigte sijner medecomplicen overtuijgt pligtig en handdadig te sijn aen de volgende diefstallen:
Naementlijk aen den violenten diefstal verselt met huijsbrake en knevelarije der in huijs sijnde menschen begaen bij heer Walraven in de Maasband in den nagt tusschen den 22 en 23 augustus 1763
Verders aen den violenten diefstal begaen in de Eremitagie en Capelle van den Schaalberg binnen de Heerlijkheijd Schin op de Geul geperpetreert in den nag tusschen maendag en dinsdag van de Goede Week in den jaare 1761
Als mede bij den diefstal begaen tot Wijnandsraede bij Henricus Ritzen in den nag tusschen den 19 en 20 april 1762
Item bij den geweldigen diefstal over 15 jaeren geleden begaen bij Joannes Frissen in Genhout.
Item aen den diefstal begaen bij Martinus Schroders aen de hand in den nagt tusschen den 19 en 20 januarij 1762
Daerenboven heeft den beclaegde geconfesseert pligtig te staen aen den violenten diefstal, knevelinge ende mishandelinge gebuert bij den pastoor tot Grevenbicht – bij alwelcke gelegentheijd den selven pastoor door sommige der mede complicen op eene erbarmelijke wijze het leven heeft moeten verlaete, in den nagt tusschen den 28 en 29 januarij 1751
Item heeft den beclaegde geconfesseerd pligtig te staen aen eenen diefstal begaen op een plaatse over de Roer gelegen.
Daerenboven heeft den beclaegde als nog geconfesseerd en bekent uijtgesworen te hebben den gruwelijken Eed en ongehoorde godslasteringe waer mede voorn. bende nagtsdieven sig aen een verbonden hebben.
Buijten en behalven dat den beclaegde al nog geaccuseert staat van nog bij verschijde andere diefstallen geassisteert en gecoöpereert te hebben.
Hebbende den beclaegde ook telkens uijt ieder diefstal sijne portie genoten en geprofiteert.
En dewijl nu dese alle sijn feijten en enorme delicten dewelke strijdende sijn tegen de goddelijke en burgerlijke wetten, dewelke in een land alwaer goede justitie en policie vigeert niet tollerabel maer andere ten exempel ten hoogsten strafbaar sijn, soo is't dat schepenen van het hooge geregte der Stad en Vrijheijd Valkenborg ter manisse van den welEed. Heer Lt.-Voogd in naeme en van wegens Haar Hoog Mogende, de Heren Staten-Generaal der Vereenigde Nederlanden regt doende
Condemneren den beclaegde om gebracht te worden ter plaetse daer men gewoon is criminele justitie te doen en aldaer aen den scherpregter overgelevert sijnde sal gemelde Joannes Lahaye omdat hij bij de verfoeilijke ... die hem swart gemaekt heeft insgelijx door den scherpregter in sijn aengesicht sal swart gemaekt worden en daernae met de coorde gestraft te worden dat er de dood nae volgt en vervolgens desselfs doode lichaem in eene keeten geklonken andere ter exempel en afschrik op het ordinaire galge veld sal worden en blijven hangen.
Met verdere condemnatie van den beclaegde in alle costen en misen van justitie ter onser taxatie en moderatie met confiscatie van desselfs goederen,
Aldus gesententieerd binnen Valkenborg op den Landshuijse in judicio Extraordinario den 22 november 1774
Coram de schepenen VCraan, Wateler, Van Gendt, Van den Heuvel en Wilmaer
Ter ordonnantie
PVandenHeuvel
Oorzaak: Galg
Er ist verheiratet mit Maria Gertrudes Stenten.
Sie haben geheiratet am 22. Juli 1759 in Hulsberg, er war 26 Jahre alt.
Sie haben in der Kirche geheiratet am 22. Juli 1759 in Hulsberg, er war 26 Jahre alt.Quelle 3Kind(er):
Joannes Lahaije wordt geboren in Aalbeek en 7 okt. 1732 gedoopt in Hulsberg als zoon van Conrardus en Anna Akkermans, een neef van Gertrudis Lahaije getrouwd met Willem Adriaens [=001], ook verwant aan Hendrik* en Lambert Akkermans*. Hij woont in Aalbeek en geeft als beroep aan schoenholtjesmaker te zijn (een soort klompenmaker?), bezit ook veel land en dat bewerkt hij waarschijnlijk zelf. De waarde van dat land is bij de latere dwangverkoping meer dan 1000 gulden.
Hij trouwt 22 juli 1759 in Hulsberg Maria Gertrudis Stenten (Steuten) geboren in Grotenrade (D) en 10 juni 1732 gedoopt in Teveren als dochter van Joannes en Petronilla Flecken. Uit dit huwelijk worden vijf kinderen geboren tussen 1759 en 1770.
Joannes is een van de dertig mannen die tijdens de tweede reeks scherpe examens van Lins Schouteten* in juni 1774 genoemd zijn als medeplichtigen van de bende. Op 22 juli is hij gearresteert en in strikte detentie gezet in Valkenburg en aan een metselaar die daar aan het werk was, zou hij gezegd hebben dat hij door iemand van Berg verraden was. Aangezien hij de beschuldigingen blijft tegenspreken is hij 4 aug. verhoord met toepassing van tortuur en dan bekent hij na aanleggen van duim- en scheenschroef. Verklaart op deze dag en de volgende een tiental misdrijven mede gepleegd te hebben, vanaf zijn 18e jaar bij de bende te zijn en ook dat hij de eed aan de duivel gezworen heeft. Hij beschuldigt daarbij ook een veertigtal anderen en zo is hij een van de eersten die Geertruid Bosch* noemt als bendelid. Op grond van de bekentenissen is hij ter dood veroordeeld. Joannes sterft, 42 jaar oud, op 24 nov. 1774 aan de galg op de Lommelenberg bij Valkenburg.
Maria Gertrudis Stenten overlijdt 31 aug. 1775 in Hulsberg.
Opmerking: Joannes vertelt door Anton Bosch* gerecruteerd te zijn en tijdens zijn scherpe verhoren heeft hij het zestig keer over Anton Bosch of over den glaeser.
Joannes la Haye | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||
1759 | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Maria Gertrudes Stenten |
Proces tegen hem vanwegen lidmaatschap van de bokkerijders
https://johnve.home.xs4all.nl/docop/proc0/proc_E19.html
Gendalim