Van 24 maart 1704dateert de inventaris van de boedel van Klaas Andriesz. Kettingh en zijn overleden vrouw Cornelia Gerrits Coornneeff. De opgave van de goederen werd gedaan door voornoemde Kettingh op verzoek van Leendert Gerritsz. Coornneeff en Govert Jacobsz. Driespronck, bij schout en schepenen van Rhoon aangesteld als voogden over het minderjarige weeskind Pieterje Klaas Kettingh. Er is sprake van een sobere boedel met enige kleding en inboedel, alsmede een melkvaars en een hokkeling. Er was echter wel een
dienstmaagd genaamd Heiltje Gommers in het huishouden werkzaam. De waarde van de boedel bedroeg 100gld. 16 st., terwijl de lasten tot 96 gld. opliepen.
Op dezelfde dag kwam Ketting met de genoemde voogden en naaste bloedvrienden tot uitkoop van het moederlijk erfdeel van zijn dochtertje. Er werd overeengekomen dat Ketting in de boedel zou blijven zitten met alle schulden enz. en dat hij daarvoor zijn kind tot mondigheid zou opvoeden enz. en vervolgens 2 gld. 10 st. zou uitreiken.
Sie ist verheiratet mit Claes Andriesz Ketting.
Sie haben in der Kirche geheiratet.Quelle 1
CORNELIA GERRITSDR. COORNNEEF, overl. Rhoon voor 24 maart 1704, fr. KLAAS ANDRIESZ. KEïTING(H),weduwnaar wonende te Rhoon (1731)
was wed. ten tijde van 2de huwelijk met Cornela
Hij hertr. 3de voor 10mei 1711 Heyltje Gommers Kouwenberg alias van den Bergh, geb. ca.
1685, eerder dienstmaagd bij haar latere man, overl. Rhoon in jan. 1730, dochter van
Gommert Hubregtsz. van den Bergh, en wellicht Catharijn Aartsdr., en tr. 4e Rhoon
(ondertr. ald. 10nov.)25 nov. 1731Ariaantje Gerritsdr. Meulendijk, weduwevan Pleun
de Graaff, wonende te Rhoon
Cornelia Gerritsdr Koorneef | ||||||||||||||||||
Claes Andriesz Ketting |