Matthias Hoppel uit Aken, waarschijnlijk eerst pastoor te 'Weyler' en 'Berghe' en sedert 1583 predikant te Heerjansdam. Toen hij in 1616 met emeritaat ging, was hij al zwak en van hoge ouderdom.
Van zijn vrouw Maeyke, die ongetwijfeld een stuk jonger als haar man was en voor wie hij na zijn dood een inkomen veilig wilde stellen, is geen patroniem en eventuele familienaam bekend. Genoemde Abraham trad in 1641 op als voogd van Marichgen Jansdr. en wordt in 1638 'cosyn' van haar zoon Jacob Aertsz. (gen. Ha) genoemd. Opmerkelijk is dat predikant Hoppel ook een zoon Aert had, die van 1610-1659 schout van Heinenoord was. Op zijn beurt had deze Aert een zoon Jacob Aertsz. Hoppel, bouwman te Zuid-Beyerland.1 Gezien de namen Aert en Jacob onder de nakomelingen van predikant Hoppel, acht ik het mogelijk dat zijn vrouw Maeyke een Aertsdochter was en een zuster van de vader van Aerdt Jacobsz., die op zijn beurt Jacob Aertsz. zou moet hebben geheetten. Misschien wel kwam deze schoonfamilie - dus het geslacht van Aerdt Jacobsz. - van predikant Hoppel vanuit het Akense in 1583 mee naar Heerjansdam. Reeds rond 1600 waren de kinderen van de predikant in de huwbare leeftijd - zo wekte dochter Sara in 1609 met haar keuze van levenspartner de toorn van haar vader- zodat zij tenminste ten dele nog voor de vestiging te Heerjansdam in 1583 waren geboren. De vraag is we lof al deze kinderen genoemde Maeyke tot moeder hadden.
Sara Matthias Hoppel |