Familienstammbaum Kroon en Telleman » Jan Roelofsz Cranendonck (± 1380-> 1454)

Persönliche Daten Jan Roelofsz Cranendonck 

• Er wurde geboren rund 1380 in Emmikhoven.Quelle 1
• Eintrag.Quelle 1

  Jan Roelofsz was een bastaardzoon. Hij was landpoorter van Dordrecht tussen 1445 en 1450. Dit was een burger, die was vrijgesteld van de verplichting om in de stad te wonen. Met behoud van alle rechten en plichten van het poorterschap.
  
  In dit verband is een vermelding van 1438 interessant, waarin een Jan de Meijer Roelofsz een rente verkocht, staande een huys en erf tegenover de Schippersliedenkapel te Dordrecht. Een "meijer" was een vertegenwoordiger van de landheer, d.i. een schout, baljuw of rechterlijk ambtenaar. Hij woonde in de Riederwaard. In de periode 1443-1453 werd hij vermeld als eigenaar van 5 morgen land in de kort tevoren bedijkte polder Nieuw-Reijerwaard, gelegen achter Slikkerveer.

• Eintrag.Quelle 2

  Jan Roelofsz. Cranendonck, geboren naar schatting rond 1380 en overleden na 1454.
  In drie van de vier bewaard gebleven oudste stadsrekeningen van Dordrecht, over de jaren 1445, 1446 en 1450, komen Jan Roelofsz. (Cranendonck) en zijn zoons Roelof, Willem en Jan voor als landpoorters van die stad. In de oudste bewaarde stadsrekening uit 1429 en in het "klepboek" (1384-1438 van die stad komen zij echter niet voor. Een landpoorter was een burger die was vrijgesteld van de verplichting om in de stad te wonen, met behoud van alle rechten en plichten van het poorterschap. De veronderstelling dat deze Jan Roelofsz. Cranendonck een Dordtse burger was, die zich in de nieuwe polders in de Riederwaard vestigde, maar de bescherming van zijn poorterschap niet wilde ontberen, lijkt daarom zeer aannemelijk. In dit verband is een vermelding uit 1438 interessant, waarin ene Jan de Meijer Roelofsz. een rente verkocht, staande op een huis en erf tegenover de Schippersliedenkapel te Dordrecht. Een "meier" was een vertegenwoordiger van de landsheer, d.i. een schout, baljuw, rentemeester of rechterlijk ambtenaar, kortom functies die we ook in later tijd veelvuldig tegen komen onder de diverse familiegroepen Cranendonck! Onduidelijk is, of deze Dordtse Jan Roelofsz. en de landpoorter Jan Roelofsz. Cranendonck een en dezelfde persoon zijn.
  
  In de periode 1443-1453 werd Jan Roelofsz. Cranendonck vermeld als eigenaar van 5 morgen land in de kort tevoren bedijkte polder Nieuw-Reijerwaard, gelegen "after Slickerveer". Dit weer behield nog gedurende lange tijd de naam "Jan Roelofsz. die men heer Jan Cranendonck". Direct ernaast lag een ander weer, "Jan Cranendonck VI mergen" genaamd, waarvan hij echter zelf geen eigenaar meer was en waarin zijn zoon Roelof slechts 1 morgen bezat. Blijkens het hoefslagboek werden de 5 1/2 morgen na het overlijden van Jan Roelofsz.Cranendonckverdeeld tussen zijn weduwe, die de helft kreeg, en zijn zoons Roelof en Willem die ieder een kwart ontvingen. Uit deze verdeling blijkt overigens, dat hun broer Jan op dat moment reeds overleden moet zijn geweest, vermoedelijk zonder nakomelingen na te laten. Opmerkelijk is, dat de broers Roelof en Willem dit land beiden van de hand deden, om zich te vestigen in resp.Oud-Reijerwaard en IJsselmonde.
  In het archief van de polders Oud- en Nieuw-Reijerwaard is een 15e eeuwse stemlijst bewaard gebleven, waarop de uitgebrachte stemmen op diverse personen zijn aangetekend. Het is aantrekkelijk om in deze lijst de verkiezing van de eerste heemraden na de bedijking van de polder Nieuw-Reijerwaard te zien, maar bewijsbaar is dit niet. Roel Cranendonck kreeg volgens deze lijst slechts acht stemmen, waarmee hij tot de middenmoot behoorde en dus wel niet zal zijn gekozen.

• Eintrag.Quelle 3

  Jan van Craendonck, alias Jan Roelofsz. die men heet Jan Cranendonck, geb. ca. 1380 (geschat), beleend met 7 morgen land in de Spijk onder Emmikhoven bij dode van zijn broer Willem van Gennep (1411), landpoorter van Dordrecht in de Riederwaard (1445-1450), eigenaar van 5½ en 6 morgen land in de polder Nieuw-Reijerwaard (1443-1451), overl. Ridderkerk na 1450.
  
  Voor Willem van Beijeren, graaf van Henegouwen, Holland en Oostervant, heer van het Land van Altena, verschenen 31-10-1388 in Den Haag: Roelof van Emmichoven en Thonis, zijn oudste zoon, die hem opdroegen zeven morgen lands die zij van hem hielden als recht erfleen, gelegen in ‘die Spijc’ (belend O: Willem uter Spijc; W: Ghisebrecht Tiec), welk leen zij overdroegen op ‘Willem van Ghennep Roelofs soen van Emmichoven pastoers van Marrijs’, voor hem en zijn nakomelingen tot een recht erfleen, op voorwaarde, dat indien Willem van Gennep zou sterven zonder wettig nageslacht, dit zou komen op Jan zijn broeder, en indien deze zou sterven voor Willem, dit zou komen op Emont zijn broeder, en indien Jan en Emont beiden zouden sterven voor Willem, dit zou vererven ‘als recht is’; na bevestiging van de rechtmatigheid door Vastraet van Ghiessen en Jan van Rijswijc heren Willemsz. werd de leenbrief bezegeld door de graaf in Den Haag op Allerheiligenavond. De Spijk was een buurtschap in
  het oostelijke deel van Emmikhoven, tussen Veen (ten N) en Wijk en Aalbrug (ten Z) aan de Afgedamde Maas.
  Vier jaar later, op 20-11-1392 kwam Willem van Ghen(ne)p zelf in Den Haag voor graaf Willem van Beijeren, die hem de zeven morgen lands gelegen in het gerecht van Emmikhoven in ‘die Spijc’ (belend N: Jan van Emmichoven; Z: Willem van Spijc) opdroeg tot een vrij eigen, welke zeven morgen hem verleend werden als erfleen, op voorwaarde, dat indien Willem zou sterven zonder wettig nageslacht na te laten, het komen zou op Jan van Craendonc, zijn broeder, en indien Jan zou sterven zonder wettig nageslacht, op Emont, zijn broeder.
  Het leen is blijkbaar inderdaad gekomen op Jan van Craendonk, want deze verscheen 4-7- 1411 in Den Haag voor Willem, graaf van Holland, om op te dragen ten behoeve van Jan van Wisschel pastoors’ zoon: zeven morgen lands gelegen in het Land van Altena, in het ambacht van Emmikhoven (belend ten W: Herb(ar)en van Emmichoven; ten O: Baernd van Drimmelen), hem aanbestorven bij dode van Willem van Ghen(ne)p, zijn broeder; Jan van Wisschel werd beleend op voorwaarde, dat het land na zijn overlijden komen zou op Willem, zijn jonge zoon, die hij had bij jonkvr. Claessien, zijn wettige vrouw; getuigen: Jan van Cronenborch, tresorier, Wouter Segherssoen.
  
  Mogelijk na de Sint Elisabethsvloed van 1421 vestigde Jan zich in de Riederwaard.
  (...)
  Jan Cranendonck werd 1451 nog genoemd met 5½ morgen in een ordonnantie van de heemraden van Reijerwaard betreffende het graven van sloten, en 1454 in de polderrekening van Oud-Reijerwaard, (mogelijk zijn zoon Jan)

• Eintrag: Behorend tot de Karel de grote stamreeks.Quelle 4

  XVIII Jan van Cranendonck, alias Jan Roelofsz. Cranendonck, geboren rond 1380, overleden na 1454. Hij was landpoorter van Dordrecht. Een landpoorter is iemand die gevestigd is buiten de stad en die tegen jaarlijkse betaling dezelfde rechten geniet als een poorter. Vermoedelijk na de grote overstroningen, waaronder de Sint Elisabethsvloed (1421), vestigde hij zich in de nieuw bedijkte polder Nieuw-Reijerwaard, gelegen “after Slickerveer”, waar hij 5 ½ morgen land bezat. Nog lang na zijn dood stond dit land bekend als “Jan Roelofsz. V ½ mergen”. Zijn weduwe erfde de helft van deze grond. De andere helft werd verdeeld onder zijn zoons Willem en Roelof Cranendonck.

• Er ist verstorben nach 1454 in Ridderkerk.Quelle 1
• Ein Kind von Roelof van Cranendonck Van Emmichoven
• Diese Information wurde zuletzt aktualisiert am 2. Mai 2022.

Familie von Jan Roelofsz Cranendonck

Kind(er):

1. Roelof Jansz Cranendonck  ± 1410-± 1482 
2. Willem Jansz Cranendonck  ± 1415-> 1471
3. Jan Jansz Cranendonck  ± 1420-> 1464

Haben Sie Ergänzungen, Korrekturen oder Fragen im Zusammenhang mit Jan Roelofsz Cranendonck?
Der Autor dieser Publikation würde gerne von Ihnen hören!

Zeitbalken Jan Roelofsz Cranendonck

Klicken Sie auf den Namen für weitere Informationen. Verwendete Symbole:  Großeltern    Eltern    Geschwister    Kinder