Hercules Lenerts Gelder, wonende te Charlois, verklaarde op 16-12- 1646 250 gld. schuldig te zijn aan de mede aldaar wonende houtkoper en timmerman Jacob Jorisz. van der Wijck en dat n.a.v. geleverd hout en voor arbeidsloon voor het opbouwen van een nieuw huis ‘opt kerckelant’ te Charlois. Als zekerheid stelde Hercules het genoemde huis, dat aan de noordzijde belend is aan ‘den Catendrechtsen leegendijck’.
Dezelfde dag verklaarde Hercules 187 gld. schuldig te zijn aan de te Charlois wonende metselaar Crijn Centen en dat voor levering van stenen, kalk en zand en voor arbeidsloon voor het opbouwen van het voornoemde huis. Als zekerheid voor de aflossing van deze schuldbrief stelde hij ook weer dit huis.
Trijntje Symons Pors, weduwe van Huych Jans, geassisteerd met haar vader Symon Lenerts Pors, voor de ene helft, en Bastiaen Jans ande Wech, voor zichzelf en zich sterk makende voor zijn broer Lenert Jans, en Hercules Lenerts Gelder, getrouwd met Ploontje Jans, voor zichzelf, Adriaen Cornelis, Jan Cornells en Lenert Cornelis Groenenboom, voor zover nodig, allen erfgenamen van Huych Jans, voor de andere helft, transporteerden op 31-10-1647 een huis met erf en boomgaarden ‘op ‘t kerckelant’ te Charlois aan Abraham Joosten Verhey.
Op 15-7-1654 verkondigden de schout en schepenen van Charlois dat de voogden van de nagelaten weeskinderen van zaliger Hercules Leenderts Gelder en Pluentje Jans de boedel hadden geabandoneerd en deze verzochten om Dirk Cornelisz. van der Spuy als curator aan te mogen stellen om de goederen uit de boedel te verkopen en te gelde te maken. In het openbaar werd een
huis met erf enz. gelegen aan de oostzijde van het dorp Charlois, aan de noordzijde belend aan ‘den catendrechts leegendijck’ geveild. De opbrengst ervan ging naar Cornelis Heyndrix van de Grip. Een kerkrekening van Charlois gedateert Hemelvaartsdag 1655 spreekt van het volgende: ‘uyt den boelhuys van Hercules Leendertsz. Gelder komt voor onse portie ƒ 11-17-0’.26 Een ongedateerde akte betreffende ‘memorie van de restanten de welcke Heyndrick Adriaen Pouwelsz. als geweesde kerckmeester van Charlois noch schuldich sijn’ spreekt van Hercules Leendertsz. Gelder voor een bedrag van 1 gld. 8 st.6
f. 269v d.d. 16-12-1646: Hercules Lenertsz. Gelder onze inwoner bekende schuldig te wezen aan Jacob Jorisz. van der Wijck houtcooper en timmerman onze inwoner de som van 215 gld. over rest van geleverd hout en arbeidsloon.
f. 270 d.d. 16-12-1646: Hercules Lenertsz. Gelder onze inwoner bekende schuldig te wezen Crijn Senten metselaer onze inwoner de som an 187 gld. 10 st. over rest van geleverde stenen, kalk, zand en arbeidsloon tot het bouwen van een nieuw huis in Charlois op het Kerkenland.
Er ist verheiratet mit Ploontje Jans Cooman.
Sie haben in der Kirche geheiratetQuelle 1
Kind(er):
Hercules Leendertsz van Gelder | ||||||||||||||||||||||||||||||||||
Ploontje Jans Cooman |