Het is aannemelijk dat er meer kinderen zijn geboren uit het huwelijk van Philips en Helena Gerritsdr. maar hiervan is tot nog toe weinig of niets gebleken.Jonker Gerrit van Roon legateert op 3 oktober 1600 zijn natuurlijke dochter Helena, huisvrouw van Jacob Matthijsz., het vruchtgebruik van 150 Car. gld. welke som na haar dood moet komen op de kinderen (meervoud!) verwekt bij haar eerste man. Het is niet onmogelijk dat Philips Cornelisz. tweemaal gehuwd is geweest. Hij is hoogstwaarschijnlijk te vereenzelvigen met de Philips Cornelisz. die in 1561 vermeld wordt als eigenaar en gebruiker van een huis in het duurdere segment van Rhoon, zonder overigens land aldaar te gebruiken. Hij was dus wellicht ook schipper. Philips Cornelisz., 1561 te Rhoon, kan op dat moment nog niet gehuwd zijn geweest met Helena van Roon (geb. 1544), maar – indien hij ‘onze’ Philips is! – kan hij op dat moment al wel gehuwd zijn geweest en kinderen hebben gehad. Mogelijk is Cornelis Philipsz. die we helemaal nooit in de bronnen tegenkomen de oudste, en Philips Philipsz. een jongere zoon uit het tweede huwelijk. Aansluiting van de Steven Philipsz. die later in Rotterdam terechtkomt en wiens kinderen zich Vermaet gaan noemen, werd in eerste instantie gezocht bij deze Philips Cornelisz. van wie bijzonder weinig bekend is. Gezien Stevens benaderde geboortejaar 1559 kan hij eigenlijk alleen uit een eerder huwelijk van Philips geboren zijn. Het is niet uit te sluiten dat Steven Philipsz., uit een dergelijk eerste huwelijk stamt. Het wachten is hier op nadere aanwijzingen of een toevalsvondst
In Rhoon komt in 1561 iemand voor van die naam in het kohier van de tiende penning (No. 1415). Hij bewoont zijn eigen huis, dat is getaxeerd op de hoge jaarlijkse huur van 7 5. In de kohieren van 1553 en 1556 komt hij niet voor, en worden andere bewoners van dat huis genoemd. Niet is uit te maken of deze Philippus tot het geslacht behoort.
Toch zijn er aanwijzingen, die inderdaad op het bestaan van deze veronderstelde Philip Cornelis Vermaet wijzen. In het doopboek van Poortugaal kwam deze voornaam toentertijd alleen voor in de volgende gevallen:
,,Philip soon van Philip Philipsz. gedoopt 4 Martij 1591”.
,,Maerten, soon van Philipus Philipsz. gedoopt 4 Aprilis
1593, gevaeders Joncker Chaerle van Nispen, Jacob Tijssen,
biersteeker in Roon,, Roos, dochter van Joncker Charle van
Roon, ende Baelken wijf van Cornelis Dirix”.
We mogen aannemen dat deze getuigen niet bij de eerste de beste als zodanig fungeerden. Verder vinden we te Poortugaal niets meer over deze doopvader, noch over zijn kinderen.
In het naburige Spijkenisse komen de namen Philip en Maerten echter wel voor. In het oudste doop- en trouwboek, dat bij de gemeente is blijven berusten, vinden we het volgende:
3 maart 1602 Philiip Philipsz. met Martgen Aerts, beide van Spijkenisse.
Gedoopt 16 september 1607 Cornelis (!) soon van Philip Philipsz. van der Maet, getuigen Dierck Jans tot Poortugaal ( !) Cornelis Piefersz. (!) Dirck Cornelisz. (zie doopgetuige van 1593 te Poortugaal: de vrouw van Cornelis Dirix) endeTrijntge Cornelis. trouwt, in 1607 en 16019 kinderen laat dopen, op 19 mei 1602 en 7 januari 1603 land koopt te Spijkenisse als Philip Philpensz. Vermaef (R.A. Spijkenisse 1939 VI, 1 en 2, A.R.A.).
Uiteraard moet Philip Philipsz. jonge Vermaet zijn geboren uit een eerder huwelijk. Ook van hem vinden we dat hij land koopt te Spijkenisse, waarbij hij genoemd wordt Philip Philpens de Jongere (R.A. Spijkenisse 1939 VI 1 en 2, d.d. 14 augustus en 13 november 1631, A.R.A.).
Zijn beroep was marktschipper en een groot aantal vermeldingen in rechterlijke en notariële archieven zijn getuige van zijn werkzaamheden in deze, die zich niet alleen bepaalden tot het vervoer van goederen per schip maar zich uitstrekten, zoals gebruikelijk, to: vele handelstransacties ten plattelande.
O.a.: schipper te Spijkenisse op 25 mei 1634 (N.A. ‘s-Gravenhage, not. J. A. de W.Reg. 8, fol. 169 v), ook R.A. Spijkenisse deel 1, 1643, 1644, 1648, 1650; N.A. Rotterdam deel 336,, d.d. 9 september 1648, idem deel 8 d.d. 24 april 1650.
Als marktschipper aldaar attesteert hij op 25 maart 1650 ten behoeve van Maerten Philipsz. Vermaet, betreffende goederen van Hendrik Vermaet, koopman in granen te Rotterdam (N.A. Rotterdam deel 273, fol. 48).
Gedoopt 17 mei 1609: Ma’ertgen, dochter van Philip Philips van der Maef, gepresenteerd door Neelfgen Ariens, sijn huijsvrou suster.
26 januari 1614 Philip Philips jonggesel met Geerfgen Jans, j.d., beide van Spijkenisse.
Hendrick Vermaet is de zoon van bovengenoemde Cornelis Pieterss. uit Poortugaal. Een zoon van Hendrik, Pieter genaamd, is Amsterdamse schipper (N.A. Rotterdam 933 fol. 14; en 573 fol. 111). Voor de betekenis van dit beroep moge dienen, dat een oom van zijn vrouw, Paulus Verschuer, burgemeester was van Rotterclam (N.A. Rotterdam 602 fol. 110).
Ook zijn broeders Maarten en Cornelis, zijn zoon Jan en kleinzoon Cornelis waren schipper (R.A. Spijkenisse DXLV
1 fol. 51 en 94,. idem 2 fol. 94, R.A. Piershil EXXXV 5 fol. 306, A.R.A., Algem. Familieblad 1892, akte 27 december 1656). Het zou al zeer onwaarschijnlijk zijn als de drie broeders niet het beroep van hun vader hadden gevolgd. Het uitoefenen van dit beroep zou hem geen bezwaar hebben opgelcverd om van Poortugaal naar Spijkenisse te verhuizen. Want ligt niet de veronderstelling voor de hand dat Philip Philipsz. jonge Vermaet en zijn broeder Maarten, die trouwen te Spijkenisse respectievelijk 1614 en 1616, identiek zijn met Philip en Maarten, die in 1591 en 1593 te Poortugaal zijn gedoopt, en dat hun vader zich ná 1593 en vóór 1602 in Spijkenisse had gevestigd? Is de niet alledaagse combinatie van deze namen, het optreden van bepaalde doopgetuigen niet zo frappant, dat een andere mogelijkheid uitgesloten moet worden geacht?
We menen deze vraag met een volmondig ja te moeten beantwoorden. De verwantschap van Philip Philipsz. (oude) Vermaet met het geslacht in Poortugaal zien we aldus, dat hij zoon was van Philip Cornelisz. Vermaet wiens bestaan we
reeds eerder veronderstelden.
Helena Gerritsdr. van Rhoon, geb. (ws) ‘s-Gravenhage omstr. 1544, biersteekster op het veer van Rhoon, werd bij testament gelegateerd van haar natuurlijk vader jonkheer van Rhoon voor het vruchtgebruik van 150 carolus guldens 3 okt. 1600, overl. aldaar voor 19 okt. 1623, tr. (2) voor 3 okt. 1600 Jacob Mathijssen, tr. (2) voor 1567 Philip Cornelisz Vermaet (Zie Genealogie Vermaat nr. 7), geb. Rotterdam omstr. 1537 (zoon van Cornelis Philipsz., mogelijk brouwer, vermeld te Utrecht 1532-1542, later te Rotterdam 1540-1543, en Trijntje/Katrijn Jansdr. Coning), woonde Rhoon 1561, schepen aldaar 1566, overl. Poortugaal voor 3 okt. 1600.
De vierde zoon van Cornelis Pieters Vermaet en Adriaentje van Driel was Philip; zijn doop is niet te vinden, maar volgens testament, verleden voor secretaris en schepenen van Poortugaal op 16 april 1649, was hij ,,aerlieder jongste soone” (R.A. Poortugaal A.R.A.). De veronderstelling lijkt niet gewaagd dat hem de naam is gegeven van een broeder van de vader, de enige waarvan we het bestaan reeds veronderstelden: Philipus, die jan. 1584 is gedoopt, en is overleden vóór 21 juli 1601 (zie boven R.A. Rhoon E 39-1,
fol. 54, d.d. 21 juli 1601). Ook deze Philipus moet de naam van een oom gegeven zijn, immers de beide grootvaders heetten Cornelis en zijn moeder had maar één broeder, Bastiaan (Geslachtboom enz.), zodat de naam Philipus afkomstig moet zijn van een broeder van zijn vader, wiens naam dan zou zijn
Philipus Cornelisz.
Er ist verheiratet mit Helena Gerrits van Rhoon.
Sie haben in der Kirche geheiratet rund 1567 in Rhoon.Quelle 1
Kind(er):
Philip Cornelisz Vermaet (Vermaat) | |||||||||||||||||||||||||||||||||||
± 1567 | |||||||||||||||||||||||||||||||||||
Helena Gerrits van Rhoon |
Utrechtse Parentelen, Parenteel Luytgen Woutersz. Marcel S.F. Kemp
De Nederlandsche Leeuw 1962, pagina 19/246
http://johnooms.nl/karel-grote/stamreeks-karel-de-grote/