bezat boerderijen en landerijen onder Poortugaal en Rhoon
Over dit echtpaar zijn vele akten gevonden, waaraan ruim aandacht besteed is in jrg. 1980 van dit Maandblad 170. Heijnderijck Leenderse Groendijck kocht rond 1678 voor ruim 20.000 gld. een hofstede en meer dan 50 morgen land in de heerliikheid Rhoon. Bliikbaar heeft hij niet op die boerderij gewoond. Op 28 maart 1685 maakten Heijndrick Leenderss. Groenendijck. bouwman aan de Groenendijk onder Poortugaal, ziek in bed liggend, en zijn vrouw Liedewij Bastiaensdr., een mutueel testament. De langstlevende zou bepaalde landerijen aan hun drie kinderen moeten uitkeren. Deze kinderen waren: Hilletjen, gehuwd met Dirck Heijndricx van Driel, Aert en Ariaentje Groenendijck. Liedewij stierf op 98- of lOO-jarige leeftijd als een vermogende boerin, nalatende een tweetal boerderijen en ruim 160 gemeten land.
De jongste zoon van Leendert Welhouck, Hendrick, noemde zich Groenenddck, een geslachtsnaam die wellicht ontleend zal zijn geweest aan de Groenendijk in de polder Boudewijn Hartsland onder de jurisdictie van Poortugaal. Zijn boerderij grensde aan de genoemde dijk. Ik acht het zeer waarschijnlijk dat deze bezitting - wellicht mèt de familienaam - afkomstig was van een neef van Hendrick’s moeder Hilletje, Aert Hendricksz. Groenendijck, die hoogstwaarschijnlijk zonder
nageslacht is overleden
Leendert en Hilletje worden genoemd in de Geslachtboom van Doen Begensx.; zij was in de vijfde generatie een nazaat van Doen.
Op 27 aug. 1643 werd Leendert Pieters. Welhouck, wonende te Poortugaal, als man en voogd van Hilletge
Huiigen beleend met 9% gemeten van de hofstad Spangen in het ambacht van Poortugaal “vanouds van den Conicebreurs tot Schiedam”. Hilletie had het leen van haar vader geërfd, wiens enige nágelaten dochter zij was .
Blijkens een akte dd. 1 en 2 dec. 1644 was Hilletje Huijge (en ook haar vader Huijch Jacobsx.) toen overleden. Willem Heijndricxs Hooghwerff, schout van Poortugaal, compareerde uit naam van Aert Heijndricks Groenendijck, wonende te Culenburch, en transporteerde aan Jacob Leenderts van der Laen, zoon van Hilletjen Huijge, dochter van Huijch Jacobs, die beiden overleden
waren, 8 gemeten 40 roeden in de polder Deijffel. In de zomer van 1631 had Aert Groenendgck dit perceel aan Huijch Jacobsx. verkocht. Na het overlijden van laatstgenoemde was dit perceel vererfd op diens kleinzoon
Jacob van der Laen. Er is sprake van een akte van kaveling dd. 11 dec. 1642 tussen Jacob van der Laen en zijn broers en zusters 13. Blijkbaar was het bedrag van 4800 car. gld. bij het overlijden van Huiich Jacobsz. nog niet geheel aak Aert Groenendijck betäald en was dit bedrag pas in 1644 ingelost. Men krijgt de indruk dat Hilletje Huijge al vóór 11 dec. 1642 was overleden.
Haar kinderen, en niet zijzelf, waren erfgenamen van haar vader. Dit is echter weer in tegenspraak met de eerder genoemde leenakte uit 1643, waaruit ik meen op te maken dat zij toen nog in leven was.
Op 29 okt. 1660 testeerde Leendert Welhouck en stelde
zijn kinderen tot erfgenamen: Jacob Leenderss. Welhoeck, Neeltge Leendërs Welhouck, huisvrouw van Jan Janss. Vriilandt, Geertoe Leenders Welhouck, huisvrouw van Basiaenn Dircxs van. Driel schout van Hoogvliet,
Maertge Leenders Welhouck, huisvrouw van Pieter Corneliss. Vermaet, Pieter Leenderss. Welhouck en Heijndrick Leenderss. Welhouck, allen wonende in Poortugaal.
Om na zijn overlijden onenigheid onder zijn kinderen te voorkomen, verdeelde hij de 10 percelen en zeker 15 gemeten, gelegen onder Poortugaal en Hoogvliet en in Smalland. Men krijgt de indruk dat het niet altijd Pais en vree was tussen zijn kinderen.
Leendert Welhouck wordt nog in diverse transportakten genoemd. In 1662 trad zijn zoon Jacob als borg voor hem op. Hij wordt genoemd: Jacob Leendertss.
Welhouck anders genaamd van. d(e)r Laen.
fol. 18, 15-09-1657:
Taxatie van de woning, erve, keeten, barch, boomgaard, erfpachtdijk, avelinge en land, door Hendrick Leendertsz. Welhoeck gekocht van de kinderen en erfgenamen van Cornelis Cornelisz. Loosjen Groenendijck en Neeltjen Ariensdr., beiden zal. Volgt een lijs met te taxeren huis en landerijen
fol. 48. 23-11-1658:
comp. Pieter Leendertsz. Welhoek, wonende Hoogvliet, en geeft gifte aan Leendert Pietersz. Welhoek, zijn vader, van 13 gemet zaailand, waarvan 9 gemet vrij vroonland aan de noordzijde van de Albrandswaardseweg, belend ZW de voorsz. weg, NW PieterHendriksz. Roonaar, NO Neeltje Ariens, de weduwe van Leendert Ariensz. ’t Hoosje en ZOAart van Driel, dijkgraaf.
fol. 49v. 21-11-1658:
comp. Pieter Leendertsz. Welhoek, wonende Hoogvliet, en geeft gifte aan Pieter Cornelisz. Vermaat, zijn zwager, van 1½ gemet en een vierde part roede weiland, liggende gemeen met 1½ gemet en een vierde part roede van Leendert Jansz. Roobol aan de oostzijde van de kade, liggende langs de Poortugaalse haven, belend NW de voorsz. haven, NO Philips Cornelisz. Vermaat, ZO heer Adriaan Ramp cs en ZW Hendrik Leendertsz. Welhoek.
G.A. Schiedam ONA inv.nr. 760,fol. 1019 e.v. ,akte dd. 29 okt.1660:
Leendert Pietersz. Welhouck,wonende in Poortugaal, testeert en benoemd zijn kinderen tot erfgenamen. De kinderen zijn:Jacob Leendersz.Welhouck,wonende
in Poortugaal, Neeltge Leenders Welhouck, huisvrouw van Jan Jansz. Vrijlandt, wonende in Poortugaal, Geertge Leenders Welhouck,huisvrouw van Bastiaen Dircxs van Driel, schout van Hoogvliet,wonende in Poortugaal, Maertge Leenders Welhouck, huisvrouw van Pieter Cornelisz. Vermaet, wonende in Poortugaal, Pieter Leendersz. Welhouck,wonende in Poortugaal, Heijndrick Leendersz. Welhouck,wonende in Poortugaal.
Om te voorkomen dat er onenigheid ontstaat over zijn na te laten landerijen,verdeelt hij deze als volgt: .
Aan Jacob komen 4 percelen, waarvan 3 onder Poortugaal en 1 onder de ban van Hoogvliet, aan Neeltge 15 gemeten in Smalland, aan Geertge 2 percelen,waarvan 1 onder Poortugaal is gelegen, aan Maertge 2 percelen onder Poortugaal en aan Pieter en Heijndrick elk 2 percelen(onder Poortugaal 1 )
Hendrick was in de 6e graad een afstammeling vanDoen Beijensz. en wordt ook in diens Geslachtboom vermeld .
13 juni 1678: Annetje Centen, wed. van Cornelis Claess. Weij, wonende te Pernis, geassisteerd met haar ,,gecoren” voogd Comelis Janss. Verheul, schout van Pernis, enerzijds, en Maertje Claes Weij, wed. van Pieter Joosten Vroem, Cornelis Bastiaenss. Loosje, wonende in de heerlijkheid ‘s-Gravenambacht, Heijndrick Leenderss. Groenendijck, gehuwd met Liedewij Bastiaensdr., kinderen van Ariaentje Claes Weij, en Bastiaen Claess. Weij, zoon van Claes Claess. Weij, gezamenlijk erfgenamen van voornoemde Comelis Claess.
Weij‘, anderzijds, scheiden de boedel.
30 juli 1678: Heijndrick Leendertse Groenendijck, wonende onder de jurisdictie van Poortugaal, koopt een hofstede en landerijen, gelegen in de heerlijkheid Rhoon,voor ruim f 20.000,-.
31 aug. 1679: Hijnderick Leenderse Groenendijck koopt ruim 6 morgen land in de Rhoonse polder voor f 1741-8-0 47.
22 febr. 1680: Heijnderijck Leenderse Groenendijk is f 9957,- schuldig vanwege ruim 45 morgen landerijen in de heerlijkheid Rhoon. De schuldbrief is op
14 febr. 1682 geroyeerd.
1 maart 1681: -Hijndrick Leenderse Groendijck en Liedewij Bastiaens Loosje, echtelieden wonende onder Poortugaal maken mutueel testament. Liedewij ligt
ziek te bed. Voogden over de minderjarige erfgenamen zijn o.a. haar vader Bastiaen Cornelisz. Loosje en haar broer Cornelis Bastiaens Loosje .
28 maart 1685: Heijndtick Leenderss. Groenendijck, bouwman aan de Groenendijk onder Poortugaal, ziek te bed liggend, en zijn huisvrouw Liedewij Bastiaensdr., maken mutueel testament. De langstlevende zal bepaalde landerijen aan hun 3 kinderen: Hilletje gehuwd met Dirck Heijndricx van Drie1 , Aert en Ariaentje overdragen. Er wordt o.a. me’ding gemaakt van landin het Oude Land van Poortugaal, afkomstig uit de boedel van Bastiaen Cornelis. Loosje.
18 juli 1688: Liedewij Bastiaensdr., wed. van Hendrick Leendertse Groenendijk, in leven heemraad van de Rhoonse Zegenpolders, wonende te Poortugaal.
25 april 1717: Liedewg Bastianns Loosje, wonende onder Poortugaal, en haar zoon Aert hebben ruzie met Jan de Raat, wonende onder ‘s-Gravenamba,cht i.v.m. de delvingskosten van een sloot, gelegen tussen de boomgaard van Liedewe en het land van De Raat.
Lidewij Loosje wordt nog vermeld in diverse transport- en obligatieakten.
23 juni 1730: De erfgenamen van Liedewij Bastiaens
Loosje, in leven wed. van Heijndrik Leendertse Groenendijk. komen tot scheiding en kaveling van de door haar nagelaten onroerende goederen, welke bestaan uit een tweetal hofsteden en ruim 160 gemeten aan landerijen.
Er wordt verwezen naar een overeenkomst tussen haar erfgenamen, opgemaakt op 29 juli 1729 voor twee commissarissen van het Hof van Holland.
Schiedam ONA 789/496, 7- 5-1689: huwelijkse voorwaarden.
Schiedam ONA 789/625, 5- 3-1691: mutueel testament.
Rhoon ORA 16/137, 24- 5-1729: de erfgenamen van Liedewij Bastiaans loosje
machtigen Pieter Sandweg en Pieter Feteris, resp. schout en schepen van
Rhoon, hun belangen waar te nemen in de nagelaten boedel.
Rhoon ORA 16/139, 18- 8-1729: Aart Hendriksz. Groenendijk benoemt de kinderen van zijn zuster Ariaantje voor 1/3 part erfgenaam.
Schiedam ONA 866/689, 23- 6-1730: de erfgenamen, te weten Ariaantje Hendriks Groenendijk, wed. van Jan Berghout, Comelis Huijgen Dekker, gehuwd met Hilletje Hendriks Groenendijk, won. Rhoon en Aart Hendriksz. Groenendijk,
won. Rhoon. Hun moeder Liedewij Bastiaans is in maart 1729 op haar hofstede aan de Groenendijk overleden.
Rhoon ORA 16/147, 28- 1-1731: Ariaantje Hendriks Groenendijk maakt testament.
f. 107
18-12-1700: Comp. Arijen Dame Speuije wonende alhier en is schuldig aan Liedewij Bastiaensdr. wed. van Henderijck Leendersdr. Groenedijck wonende onder Poortugaal een som van 300 car. gld. uit zaak en over gebruik van 9 gemeten zaailand bij de comparant van de voorsz. Liedewij Bastiaensdr. gebruikt en met vlas bezaaid.
f. 129
2-5-1707: Comp. Liedewij Bastiaensdr. Loosje wed. van Henderick Leendersz. Groenendijck geass. met haar zoon Aart Hendericksz. Groenendijck wonende in Poortugaal voor de ene helft en Barber Pietersdr. Vroom wed. van Maerten Gerritsz. Meugh wonende in De Ketel geass. met haar zonen Pieter Maertensz. en Jan Maertensz. Meugh voor de wederhelft als erfgenamen van Cornelis Pietersz. Vroom zal. in zijn leven schout van Pernis en transporteren aan Pieter Westdeul onze schout de nombre van omtrent 5 gemeten 150 roeden weiland gelegen in Nieuw-Pernis.
idem dito (zelfde personen, zelfde dag)... transporteren aan Maghiel Hendericksz. Boon zeker huis en erve staande en gelegen in Pernis aan de Heerenstraat
1685 Heindrik Leendertsz Groenendik (of Welhoek) Fl. 5.-.-.
datum niet genoemd maar zeker voor 16 april 1685
Er ist verheiratet mit Liedewij Bastiaens Loosje.
Die Erlaubnis zur Eheschließung wurde am in Poortugaal erhalten.Quelle 7
Sie haben in der Kirche geheiratet am 6. Mai 1657 in Pernis.Quelle 76 mei (otr., tr. Pernis) Heyndrik Leendertsz. Welhoeck, j.m. van Poortugaal x Liedewijtje Bastiaansdr. Loosje, j.d. van de Hije
Kind(er):
tweeling met Leijgje
122.131.3 in de parenteel van Doen Beijens
behoort niet tot mijn stamboomlijn dus niet verder uitgewerkt. Krijgen kinderen:
Hilletje Hendricks ca 1658
Aert Hendricks ca 1660
Ariaentje Hendriks ca 1662
meer info: De Nederlansche Leeuw 1983, uitgebreide stamboom van Welhoeck, Van Driel, Groenendijck, Koijer vanaf pagina 178
Hendrick Leendertsz Welhoeck alias Groenendijck | |||||||||||||||||||||||||||||||||||
1657 | |||||||||||||||||||||||||||||||||||
Liedewij Bastiaens Loosje |
De Nederlandsche Leeuw 1983, 178 / 314
https://www.hofoda.nl/wp-content/uploads/archief/PDF/slijkerman/boeken/Duizend_jaar_Voorgeslacht.pdf
De Nederlandsche Leeuw 1983, 178 / 314, Dhr Slijkerman
Oud Rechterlijk Archief Poortugaal, inv.nr. 1 door J.J. Vervloet via Hogenda
https://www.hogenda.nl/wp-content/plugins/hogenda-search/download_attachment.php?id=2586&type=source
https://www.hofoda.nl/wp-content/uploads/archief/PDF/slijkerman/boeken/VerzamGenStud2.pdf
De Nederlandsche Leeuw 1980, 43/234
de parenteel van Doen Beijensz. door J.J. Vervloet in samenwerking met de werkgroep Doen Beijensz
Protocol van transporten en schuldbrieven van Pernis 1676 – 1724, Teun van der Vorm, via Hogenda
KERKREKENING VAN POORTUGAAL 1652-1695 door G.J. Vermaat, De Nederlandsche Leeuw 1983, 178 / 314