R.A. Charlois, inv. nr. 17, fol. 254, acte d.d. 28 april 1663: Jacob Willemsz. Verschoor koopt ,,seker huys, erff, telinge ende plantagie, staende ende gelegen op durp van Chaerlois, aldaer belent is ten noorden Aert Willemsz. Verschoor, die met sijn heyninge scheijt”,etc.
Archief IJsselmonde (niet geïnventariseerd), polderrekeningen betreffende Dirk Smeetsland: Jacob Wilkmsz. Verschoor is lage waardsman in 1663, 1664, 1667 en 1668.
Archief van de Grondheerlijkheid Charlois, inv. nr. 20: Request van Jacob Verschoor als sollicitant naar het ambt van rentmeester van de Grondheelrlijkheid, blijkens de handtekening van 1670.
Archief van de Ambachtsheerlijkheid Katendrecht (niet geïnventariseerd) , ,,Extract uijt het Resolutieboek van Catendregt”, fol. 20 verso: Jacob Verschoor is rentmeester van de Ambachtsheerlijkheid Katendrecht in 1673, desgelijks ln 1676 (fol. 25), in 1672 en 1676 (fol. 25 verso), fol. 28, Jacob Verschoor volgt de wegens ,,ongewoon procederen” afgezette Jacob d’Oude op als secretaris en de eveneens afgezette Jacob van Polanen op als provisioneel schout en dijkgraaf van Katendrecht
(actum 15 augustus 1676), fol. 30 recto, Jacob Verschoor is rentmeester in mei 1685.
R.A. Katendrecht, inv. nr. 1: Jacob Verschoor is in 1677 schout en dijkgraaf van Katendrecht.
idem, nr. 6, acte d.d. 5 sleptember 1676: Jacob Verschoor is schout van Katendre’cht; in latere acten d.d. 6 juni 1680 en 24 juli 1682 is’ hij rentmeester, schout en secretaris van Katendrecht. Zijn naam komt voor het laatst voor boven een acte d.d. 5 mei 1688.
O.N.A. Rotterdam, inv. nr. 1122: Op 23 augustus 1679 testeren voor Johan van Weel, nats. te Rotterdam, ,,Jacob Verschoor, ende Aeltje Cornelis Mol, echte man ende vrouw, woonende in den dorpe van Saerlois over Maze”. Zij benoemen tot hun universele erfgenamen hun vijf kinderen, t.w. Willem, Pietertje, Cornelis, Maria en Aert Verschoor, en tot voogden over de minderjarige erfgenamen buiten de langs’tlevende van hen beiden, Aert Verschoor, broeder van Jacob Verschoor, en Pieter Cornelisse Mol, broeder van Aeltje Cornelisse Mol, beiden wonende te Charlois.
idem, inv. nr. 3935: Op 20 april 1689 compareert voor nom. Arent de Man te Charlois, Jacob Willemsen Verschoor, weduwnaar, en approbeert het testament dat hij en zijn echtgenote op 23 augustus’ 1679 hebben gepasseerd, met dien verstande dat hij zijn twee jongste kinderen Maria en Aart Jacobsen Verschoor presenteert en aan dezen iesder 100 car. gld. legaLeei%, welke vooraf van den boedel dienen te worden afgetrokken.
Archief v. d. Herv. Gemeente te Charlois’, inv. nr. 429,
bijlage tot de rekenlng v. d. kerkmeesters over 1689:
Jacob Verschoor begraven in de kerk bij de toren,
26 mei 1689.
O.N.A. Rotterdam, inv.nr. 1371, acte m. 115 d.d.
27 juli 1690: ,,Staat ende inventaris van alle de goederen en effecten nagelaten bij Jacob Willemse Verschoor ende Aaltje Cornelis Mol, beyde zaliger gedachte( nis), in haar leven egteluyden, gewoont hebbende op Charlois ende aldaar overleden, mitsgaders scheydinge ende deylinge der voors. goederen ende effecten tusschen Willem ende Cornelis Verschoor, beyde meerderjarigen, mimgaders Aart Verschoor als gestelde testamentaire voogd over Pietertje, Aart ende Maria Verschoor, minderjarige kinderen ende alle e’rffgenamen van de gemelde Jacob Willemse Verschoor ende Aeltje Mol, haar overleden ouders”. Op genoemde datum compareren voor Francois, del Coninck, nots. te Rotterdam, ,,nots publicas Sr. Willem Verschoor, rentmeester van de Grondheerlijkheid van Charlois, Cornelis Verschoor, beyde meerderjarig, ende Aart Verschoor als gestelde testamentaire voogd over Pietertje, Aart ende Maria Verschoor, minderjarige kinde#ren en met haar vijve erffgename van Jacob Witiemse Verschoor ende Aeltje Cornelisse Mol, haar overleden ouders”. Zij scheiden de
boedel.
schout, dijkgraaf en rentmeesiter van die Ambachtsheerlijkheid Katendrecht(vermoedelijk vanaf 1673-) 1688, rentmeester van de Grondheerlijkheid Charlois 1670 - 1689, lage waardsman van Dirk Smeetsland 1663/,64 en 1667/‘68
Steven Cuyl (Kuil), wagenmaker in Charlois, machtigt zijn vrouw Stijntge Jacobs, dochter en mede erfgenaam van Jacob Cornelisz, om namens hem voor schout en schepenen van Charlois zijn zevende deel in het huis en erf, gelegen aldaar, dat hem nagelaten is door Jacob Cornelisz, over te dragen aan Jacob Willemsz Verschoor. Het huis is door alle erfgenamen aan Verschoor verkocht.
f. 217v d.d. 22-9-1645: Cornelis Pietersz. Mol onze marktschipper en Adriaen Andriesz. timmerman onze inwoner als erfgenamen van Pieter Cornelisz. Mol en Aeltgen Gijsen zijn huisvrouw beide zaliger mede onze gewezene inwoners hebben in voorsz. kwaliteit getransporteerd aan Adriaen Sijbrantsz. onze inwoner een huis en erf, bij de voorn. Aeltgen Gijsen haar moeder en schoonmoeder lest met de dood ontruimd en nagelaten, op het dorp van Charlois aan de Spoije
Sie ist verheiratet mit Jacob Willemsz Verschoor.
Sie haben in der Kirche geheiratet am 23. Oktober 1661 in Charlois, Rotterdam.Quelle 1
Kind(er):
Aeltje Cornelis Mol | |||||||||||||||||||||||||||||||||||
1661 | |||||||||||||||||||||||||||||||||||
Jacob Willemsz Verschoor |