Archief 1025
Registratienummer 4305
Aktenummer 30
Jan was als krijgsgevangene aan boord van het Japanse vrachtschip Junyo Maru, toen het nabij Benkulu op 18/9/1944 getorpedeerd werd door de Britse onderzeeër HMS Tradewind. Het gevolg was 5600 slachtoffers.
Het schip vertrok op zaterdag 16 september 1944 vanuit de haven van Batavia in noordwestelijke richting. De Junyo Maru werd geëscorteerd door twee Japanse korvetten. Het schip was onderweg naar Sumatra met naast de bemanning Japanse bemanning van 100 nog 2300 Amerikaanse, Australische, Britse en Nederlandse krijgsgevangenen en 4200 Javaanse werkslaven (Romoesja's). Ze waren allen bestemd om aan de 220 kilometer lange Pekanbaru-spoorweg tussen Pekanbaru en Muaro te werken.
Door de hitte en de viezigheid braken aan boord ziekten als dysenterie uit. Het beetje water dat aanwezig was, was niet bestemd voor de gevangenen, maar voor de Japanners die de reis begeleidden. De gezondheid van de gevangenen ging snel achteruit.
De hitte was ondraaglijk, maar toen de zuidwestkust van Sumatra in zicht kwam, werd het weer zeer slecht. Het regende en de temperatuur daalde. De volgende dag was het opnieuw heet. Door uitputting waren er al enkele gevangen gestorven. Deze gevangenen werden zonder ceremonie overboord gezet.
Op maandagmiddag, 18 september, deed een zware explosie het schip schudden. Om paniek te voorkomen deelden de Japanners mee dat de motoren van het schip waren uitgevallen. Kort daarna was een tweede explosie te horen.
Uiteindelijk duurde het twintig minuten voordat het schip zonk, op vijftien kilometer ten westen van Bengkulu voor de zuidwestkust van Sumatra. Vermoedelijk hebben maar 200 werksoldaten de ramp overleefd. Van de krijgsgevangenen, burgers en Japanse bemanningsleden hebben ongeveer 675 opvarenden de ramp overleefd.
Eind 1942 had het Internationale Rode Kruis er bij Japan op aangedrongen om de Conventie van Genève te respecteren. Dit betekende dat Japan zich moest houden aan voorschriften over bijvoorbeeld de wijze waarop men om dient te gaan met krijgsgevangenen. Zo moest bij vervoer van gevangenen een groot rood kruis zichtbaar zijn, opdat de geallieerden konden weten dat het schip met rust gelaten moest worden. Op haar laatste reis voerde de Junyo Maru echter geen rood kruis.
Archief NL-HaNA 2.10.50.03
Registratienummer nt00425
Registratiedatum 1945
Akteplaats Indonesië
Collectie Japanse interneringskaarten 1942-1945
Oorzaak: getorpedeerd in de Indische Oceaan
Er ist verheiratet mit Razina N.n..
Sie haben geheiratet am 21. Januar 1920 in Bandoeng, Pulau Burung, Nederlands-Indië, er war 30 Jahre alt.Quelle 5
Kind(er):