In 1562 ruilden de gebroeders Jelt, Auth en Evert Eysma zes roeden veen met Wigbold van Ewsum. Vier en halve roede hadden de gebroeders van hun vader geërfd en destijds aan Van Ewsum verkocht. Hun overleden broer had anderhalve roede verkocht. Dat veen kregen ze bij de ruil terug. Deze broers zullen zonen van Iwe Eysma en Anna Wattema geweest zijn. Het veen, dat zij toen verkochten, behoorde dus niet tot de Benckema- of Munckemaheerd.
In 1565 verkocht Auth Eysma 6¼ grazen van de Schottemaheerd aan Berend thom Camp. Dit was het vierde deel van de boerderij, die in totaal 25 grazen groot was. Uit de zeer slecht leesbare akte (Gruys 317) valt vermoedelijk op te maken, dat Evert Eysma het overige drievierde deel in eigendom had. Dit was dus ca. 18 grazen groot.
Auth Eysma |