Spellingvariant: Evert Eijsma.
In 1562 ruilden de gebroeders Jelt, Auth en Evert Eysma zes roeden veen met Wigbold van Ewsum. Vier en halve roede hadden de gebroeders van hun vader geërfd en destijds aan Van Ewsum verkocht. Hun overleden broer had anderhalve roede verkocht. Dat veen kregen ze bij de ruil terug. Deze broers zullen zonen van Iwe Eysma en Anna Wattema geweest zijn. Het veen, dat zij toen verkochten, behoorde dus niet tot de Benckema- of Munckemaheerd.
De moord op Evert Eysma
Evert Eysma woonde onder Lutjegast op de Schottemaheerd, die hij en zijn broer Auth in eigendom hadden. Verder was Evert samen met Frywke Hillema eigenaar van een halve boerderij onder Grijpskerk. Het ging om 33 grazen. Evert en Frywke Hillema verkochten deze helft in de jaren 1565 en 1567 aan Berend thom Camp en zijn vrouw Bathe. Met Evert liep het treurig af. In 1572 was hij rechter en schatbeurder in Lutjegast. In die hoedanigheid had hij omstreeks 15 april 1572 zijn kerspelgenoten per bode en door klokgelui opgeroepen om aan hun verplichtingen te voldoen. Het zal hier gegaan zijn om het innen van de een of andere belasting. In afwachting van de bode of enkele Lutjegasters ging Evert naar het huis van Jelt Eysma, waar Frans Hummersma, Ballo Eisens en anderen gelag hielden (= vermoedelijk bier zaten te drinken). Kennelijk zonder enige reden stak Ballo Eisens, Evert in de borst. Evert moet nog tegen Ballo gezegd hebben: “O Ballo, hoe onredelick steckstu mij daer in mijnen borst unde laeste dat mes daer in sitten”, en daarna nog: “Hoe onredelick hestu nu mijn liff gestolen.” Evert Eysma heeft de steekpartij niet overleefd.
De familie wilde, dat de moordenaar Ballo Eisens vervolgd werd. Jelte en Mense Eysma eisten, dat Frans Hummersma een getuigenverklaring zou afleggen. Dat deed Frans op 14 juli 1572 ten overstaan van Frans Gerkes, grietman van Langewold. De hierboven geschetste toedracht van de steekpartij was de versie van Frans. In dezelfde tijd had grietman Ipo Hekema bevel van de Hoofdmannen gekregen om Ballo "met aller vlijt bij de hals te grijpen". In oktober van hetzelfde jaar stelden de Hoofdmannen de hoogte van zekere kosten vast op 24 Emder gulden. Om welke kosten het in dit geval ging, wordt niet duidelijk. Hoe het met Ballo afliep, is evenmin bekend. Deze moet in de omgeving van Oxwerd (tussen Niezijl en Noordhorn) gewoond hebben, want daar wordt hij in 1563 genoemd als landgebruiker met 22½ gras.
Bron: “Een vergeten plattelandselite” van H. Feenstra en H. H. Oudman
Er ist verheiratet mit Frywke Hillema.
Sie haben in der Kirche geheiratet nach 1562.Quelle 3
Kind(er):
Evert Eysma | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||
> 1562 | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Frywke Hillema |