Er hat eine Beziehung mit Merike Joannes Adriaen de Harnismaeker.
Die Beziehung begann vor 10. Mai 1591 in Best, Noord-Brabant.
Kind(er):
==================333=====================
Meriken weduwe van Jan Thomas van den Acker met haar voogd doet hierbij afstand van haar recht van vruchtgebruik inzake alle vaste en roerende bezittingen die haar zijn nagelaten na het overlijden van deze Jan Thomas van den Acker, waar dat bezit zich ook bevindt. Ze doet er nu afstand van ten behoeve van Jan de oude, Henrick, Adriaen, Thomas en Jan de jonge, Meriken, Heijlken en Agneesken, broers en zusters, zijnde haar wettige kinderen verwekt bij genoemde Jan Thomas van den Acker.
Maar genoemde weduwe behoudt wel nog zolang ze leeft het vruchtgebruik inzake het volgende bezit. Dat betreft de kamer in het huis onder Naastenbest, met de halve zolder en de halve kelder aldaar in dat huis. Verder houdt ze de halve bietentuin en nog 8 roedes in de kolentuin ( knollentuin, JT ), verder het vierde deel van de boomgaard zowel in de hofstede te Aerle als onder Naastenbest. Verder het gebruik van de hooibeemd genoemd de Blacken Schomdonck, nog de hooibeemd genoemd het Houten Beempdjen, een stuk akkerland genoemd de Steechtdacker. Verder nog alle opgroeiende houtgewas en sprokkelhout van alle vermelde bezittingen. Verder mag ze alle hout gebruiken, behalve het eikehout dat op de hofstede staat te Naastenbest dat voor de genoemde kinderen is. Verder moeten haar vermelde kinderen haar elk jaar een bedrag van 16 gulden geven dus elk kind twee gulden en wel steeds met Best kermis, waarvan de eerste termijn per a.s. Best kermis. Verder moet elk kind elk jaar 6 pond boter aan haar geven, de helft daarvan in mei
en de andere helft met Bestse kermis en elk kind moet elk jaar 25 eieren geven en wel op het moment dat zij dat wil. Ook moet elk kind haar elk jaar een kannnetje melk geven. Verder moet elk kind haar elk jaar een partij turf thuis brengen en indien een van haar kinderen daarbij in gebreke blijft dan moet dat door het huis onder Naastenbest worden aangevuld en daarvoor zal dat kind dat niet heeft voldaan, dan voor elke partij turf een bedrag van 10 stuivers moeten betalen. Verder moeten haar kinderen haar elk jaar helpen met paard en kar om de Steechtdakker te helpen inzaaien een bewerken. Nog mag de weduwe zolang ze leeft een koe in de stal zetten van de hofstede onder Naastenbest. Verder mag de weduwe een geldbedrag opnemen van 200 gulden op rente welk bedrag deze vermelde kinderen dan na haar dood zullen moeten betalen. Genoemde kondities zijn door Jan de oude, Henrick Adrieaen, Thomas, Jan de jonge, door Reijnder Francken als
man van vermelde Heijlken en door Meriken en Agneesken bij deze geaccepteerd.
Datum 17 december 1633, getuigen Ekerschot en Collenberch, schepenen.
==================334=======================
Jan de oude, Henrick, Adriaen, Thomas en Jan de jonge, gebroeders, verder Reijnder Francken als man van Heijlken, verder Meriken en Agneesken, gezusters en allen kinderen van wijlen Jan Thomas van den Acker verwekt bij deze Jan en bij diens vrouw Meriken, dochter van wijlen Jan Adriaens de Harnismaker, waarbij genoemde Meriken en Agneesken zijn vergezeld door hun voogden, hebben verklaard hierbij een
boedelverdeling te hebben gemaakt inzake het bezit dat is achtergelaten door wijlen hun vader en waarvoor hun moeder afstand van haar vruchtgebruiksrecht heeft gedaan.
Bij deze verdeling krijgt Jan de jonge het huis met schuur, schop, tuin en grond, gelegen in Oirschot, herdgang Naastenbest, b.p. Arien Jacob Keijmps en de zijnen, Jan Henrick Mercelissen, Jan Henrick Santegoets, de gemeijnte aldaar, samen met alle eikehout dat er groeit op het voorerf. Verder krijgt hij het achterste deel van een weiland ter zelfder plaatse als hiervoor gelegen, groot ca. 2 lopenzaad en 39 roedes, zoals dat in die genoemde weide is afgepaald, b.p. Jan Henrik Santegoets, genoemde Thomas, Jan Henrick Santegoets, Jan Aert Scheijntjes. Verder krijgt hij het zesde deel van een hooibeemd genoemd de Blacken Schomdonck, gelegen in Oirschot herdgang de Notel, nog onverdeeld zijnde, b.p. een beemd en houtveld genoemd de Achter Dijck die eigendom is van Henrick Pauwels en de zijnen, de weduwe en kinderen van Peter Putters, de gemeijnte aldaar. Uit dit bezit moet jaarlijks aan Geraert Goossen Henricks en aan Geerling Antonissen te Boxtel 5 lopen rogge en een lopen gerst worden betaald, verder nog een zester rogge aan de H. Geest te Esch en de dorpslasten. Verder moet er overpad worden verleend.
Bij deze verdeling krijgt genoemde Jan de oude een huis met schuur, schop, tuin en grond aan elkaar gelegen, gelegen in Oirschot herdgang Aerle, b.p. de kinderen van Eijmbert Daniel Scepens, het erf van genoemde Meriken waarvan het is afgedeeld, de gemeijnte aldaar. Verder krijgt hij een deel van een heideveld gelegen in Oirschot herdgang Aerle, aan het einde of achter de Molenstraat aldaar. Nog krijgt hij het zesde deel van de Blacken Schomdonk zoals in het voorgaande erfdeel beschreven. Uit dit bezit moet hij jaarlijks een zester rogge betalen aan de H. Geest te Esch en de dorpslasten. Bij deze verdeling krijgt genoemde Henrick een stuk akkerland genoemd de Stockakker, groot ca. een lopenzaad en 39 roedes, gelegen in Oirschot, herdgang Naastenbest, b.p. Arien Jan Jacop Keijmps, de weduwe van Lenaert Andriessen van de Sande, Wouter meester Aerts, de weduwe Lambert Corstens van Creijelt. Verder krijgt hij een zesterzaad van een stuk land, ter zelfder plaatse als hiervoor gelegen, b.p. Franck Pauwels van den Ecker, Arien Everts, genoemde Thomas, de gemeijnte aldaar. Verder krijgt hij 3 lopenzaad land van het eerder genoemde weiland ter zelfder plaatse als hiervoor gelegen, b.p. Gerit Jan Goossens, genoemde Thomas. Verder krijgt hij het zesde deel van een hooibeemd genoemd de Blacken Schomdonck, nog onverdeeld zijnde en zoals beschreven in de voorgaande erfdelen. Hieruit moet jaarlijks 2 lopen rogge worden betaald aan de H. Geest te Esch en de dorpslasten.
Bij deze verdeling krijgt Adriaen een stuk akkerland genoemd de Stertacker, groot ca. 7 lopenzaad, gelegen in Oirschot herdgang Aerle, b.p. genoemde Meriken met meer anderen, de erfgenamen van Griet op te Beeck, Ariaen Jan Antonis Sgraets, de gemeijnte aldaar. Verder krijgt hij het zesde deel van de hiervoor vermelde Blacken Schomdonck. Uit dit erfdeel moet hij jaarlijks 6 lopen rogge betalen aan Jonker de Bever en nog 2 lopen rogge in Esch volgens de brieven en verder de dorpslasten. Verder moet hij aan diegene die de Dassmit krijgt toebedeeld, n.l. aan Reijnder Francken die een jaarrente van 6 gulden betalen volgens de brieven daarover.
Bij deze verdeling krijgt genoemde Thomas een stuk land genoemd het Hopveld, groot ca. een lopenzaad en 43 roedes, gelegen in Oirschot herdgang Naastenbest, b.p. genoemde Agneesken, Arien Jacobs met de zijnen, genoemde Reijnder. Verder krijgt hij een zesterzaad van het hiervoor genoemde veld ter zelfder plaatse ook als hiervoor gelegen, b.p. Arien Everts, Frank Pauwels met de zijnen, genoemde Henrick, genoemde Agneesken. Verder krijgt Thomas nog 3 lopenzaad land van het weiland dat hiervoor al is genoemde, ter zelfder plaatse gelegen als hiervoor, b.p. Dirck Driessen, Jan Aert Scheijntgens, genoemde Henrick, genoemde Jan de jonge. Verder krijgt hij het zesde deel van de beemd genoemd de Blacken Schomdonck, gelegen en grenzend zoals hiervoor al is aangegeven. Uit dit erfdeel moet hij twee lopen rogge in Esch betalen volgens de brieven daarover, en de dorpslasten.
Bij deze verdeling krijgt genoemde Reijnder vanwege zijn vrouw een stuk akkerland genoemd de Haverdries, groot ca. 2 lopenzaad en 7 roedes, gelegen in Oirschot herdgang Naastenbest, b.p. Arien Jacob Keijmps, een erf genoemd het Cleijneckerken, genoemde Thomas, de weduwe van Lenaert Andriessen van de Sande. Verder krijgt hij een stuk akkerland genoemd de Dassmith, groot ca. 4 lopenzaad, ter zelfder plaatse als hiervoor gelegen, b.p. Metjen Joosten, Niclaes Ariens, Arien Janssen. Verder krijgt hij de helft van een veldje, zoals hiervoor gelegen, nog onverdeeld zijnde, b.p. genoemde Agneesken, Henrick Joosten. Nog krijgt hij 100 gulden eens van genoemde Arien Jan Thomas per a.s. Maria Lichtmisdag over een jaar zonder rente. Uit dit erfdeel moet een zester rogge per jaar worden betaald aan de H. Geest te Esch volgens de brieven daarover en de dorpslasten.
Bij deze verdeling krijgt Meriken een stuk akkerland genoemd de Bestenecker, groot ca. 6 lopenzaad en 4 roedes, gelegen in Oirschot herdgang Aerle, b.p. genoemde Jan de oude, de kinderen van Eijmbert Daniel Scepens, Huibert Michiels, Henrick Ariens. Verder krijgt ze nog het zesde deel van de hooibeemd genoemd de Blacken Schomdonck, zoals is vermeld in het eerste erfdeel. Hieruit moet jaarlijks 5 lopen rogge worden betaald aan de H. Geest te Esch volgens de brieven daarover en de dorpslasten.
Bij deze verdeling krijgt genoemde Agneete een stuk akkerland, genoemd den Steechdecker, groot ca. 4 lopenzaad, gelegen in Oirschot herdgang Naastenbest, b.p. de weduwe van Lenaert Andriessen van den Sande, Willem Peters van Kemenade, Arien Jacobs met de zijnen, genoemde Thomas. Verder krijgt ze een zesterzaad land achter in het eerdergenoemde veld gelegen, b.p. Aerien Everts, de weduwe van Lambert Corstens, genoemde Thomas, Jooris Leonijs Faessen. Verder krijgt ze de helft van van een hooibeemd genoemd het Houten Beemdjen, gelegen ter zelfder plaatse als hiervoor ter plaatse de Molckersteegde genoemd, nog onverdeeld zijnde. Uit dit erfdeel moet jaarlijks 2 lopen rogge worden betaald aan de H. Geest van Esch en de dorpslasten en de grondchijns genoemde de Hatertse chijns. ( of Hapertse?, JT )
De verdelers beloven elkaar afstand te dien van aanspraken jegens elkaar en ze zullen elkaar en anderen recht van overpad verlenen en ze beloven alles te zullen voldoen hetgeen ze vandaag aan hun moeder hebben beloofd.
Datum 17 december 1633, getuigen Ekerschot en Collenberch, schepenen.
=================059======================
Meriken weduwe van Jan Thomas van den Acker met haar voogd, doet hierbij afstand van haar recht van vruchtgebruik, waarop
ze zoals ze verklaarde recht had terzake van een stuk land deels heide, deels weiland en deels akkerland, gelegen in Oirschot herdgang Naastenbest, groot ca. een zesterzaad, b.p. de weduwe en kinderen van Lambert Corstens van Creijelt, Jan Leunis Faessen, Thomas Janssen van den Acker, Arien Everts. Ze draagt het vruchtgebruik nu over aan haar dochter Agneta en Merieken belooft alle lasten van haar kant af te handelen.
Datum 26 februari 1635, getuigen Velde en Francken.
=================060======================
Ageneta dochter van wijlen Jan Thomas van den Acker met haar voogd, verkoopt hierbij een stukje akkerland, deels heide, deels weiland en deels akkerland, gelegen in Oirschot herdgang Naastenbest, groot ca. een zesterzaad, b.p. de weduwe en kinderen van Lambert Corstens van Creijelt, Adriaen Everts, Jan Leunis Faessen, Thomas Janssen van den Acker zoals zij verklaarde. Het perceel wordt nu verkocht aan haar (waarschijnlijk haar neef... >>??? , JT) Jan Jan Thomassen ( van den Acker) de jonge en de verkoopster belooft alle lasten van haar kant af te handelen, behoudens een jaarpacht van 2 lopen rogge aan de H. Geest te Esch, en de dorpslasten. De koper belooft deze lasten zodanig te zullen betalen dat de verkoopster daarvoor wordt gevrijwaard. De koper moet zorgen voor onderhoud van wegen en waterlopen. Datum 26 februari 1635, getuigen Velde en Francken..
=================061======================
Jan Jan Thomas de jonge ( van den Acker, JT ) uit de voorgaande akte heeft als schuldenaar beloofd om per a.s. Maria Lichtmisdag een bedrag van 50 gulden te zullen betalen samen met 3 gulden rente en wel vanwege zijn aankoop. Indien dit kapitaal dan niet wordt betaald, zal de vermelde rente blijven doorlopen totdat er is voldaan. Verder is voorwaarde dat zolang genoemde Agneta ongehuwd blijft, ze in zijn huis zal mogen wonen en mede ook vuur en licht mag gebruiken, zoals de andere huisgenoten van genoemde Jan en wel zolang ze leeft. Indien ze wel komt te huwen komt deze bepaling van inwoning te vervallen en als ze ongehuwd komt te sterven, dan wil deze Agneta dat deze belofte eindigt zonder dat daarbij instemming van haar andere erfgenamen is vereist en zonder dat daarvoor iemand geld kan eisen uit haar bezit.
Datum 26 februari 1635, getuigen Velde en Francken.
=================062======================
Jan Jan Thomas van den Acker de jonge, doet hierbij afstand van zijn recht van vruchtgebruik van het stukje land uit de voorgaande akte en wel ten behoeve van zijn moeder Meriken. Jan belooft alle lasten van zijn kant af te handelen.
Datum 26 februari 1635, getuigen Velde en Francken.
=================209======================
Jan de oude, Henrik, Adriaen, Thomas en Jan de jonge, gebroeders, verder Marieken hun zuster, zijnde allen kinderen van wijlen Jan Thomas van den Ecker, welke Merieken is vergezeld van haar voogd, hebben verklaard met elkaar een verdeling te hebben gemaakt van een hooibeemd genoemd de Blacken Schomdonck die ze samen toebedeeld hebben verkregen bij de verdeling van het bezit van hun ouders zoals ze verklaarden.
Bij deze verdeling krijgt Jan de jonge het eerste zesde part van de hooibeemd gelegen in Oirschot herdgang de Notel, ter plaatse genoemd aan de Vleesslag, b.p. genoemde Thomas dat ervan is afgedeeld, de Achterdijk aldaar, Jan Jan Thomassen de oude dat ervan is afgedeeld, de gemeijnte aldaar.
Bij deze verdeling krijgt genoemde Thomas Janssen het tweede zesde part van de hooibeemd,ter zelfder plaatse als hiervoor gelegen, b.p. Jan de jonge waarvan het is afgedeeld, de gemeijnte genoemd de Schomdonck, Jan Jan Thomassen de oude waarvan is afgedeeld, de gemeijnte aldaar genoemd de Vleesslag.
Bij deze verdeling krijgt Jan Jan Thomas van den Ecker de oude, het derde zesde deel van de hooibeemd, ter zelfder plaatse als hiervoor, b.p. Jan de jonge, Thomas, beide stukken ervan afgedeeld zijnde, genoemde Meriken ook ervan afgedeeld, de Achterdijk aldaar, de gemeijnte genoemd de Schomdonck.
Bij deze verdeling krijgt Merieken het vierde zesde part van deze hooibeemd, ter zelfder plaatse als hiervoor, b.p. Jan Jan Thomassen de oude dat ervan is afgedeeld, genoemde Adriaen dat er ook van is afgedeeld, de hooibeemd aldaar genoemd de Achterdijk, de gemeijnte genoemd de Schomdonck.
Bij deze verdeling krijgt genoemde Adriaen Thomas van den Ecker het vijfde zesde part van de genoemde hooibeemd, ter zelfder plaatse als hiervoor gelegen, b.p. genoemde Merieken dat ervan is afgedeeld, genoemde Henrick dat er ook van is afgedeeld, een hooibeemd genoemd de Achterdijk, de gemeijnte aldaar genoemd de Schomdonck, dit deel is 3 voet breder dan het hierna volgende zesde part.
Bij deze verdeling krijgt genoemde Henrick Jan Thomas vanen Ecker het laatse zesde deel van de hooibeemd ter zelfder plaatse gelegen, b.p. genoemde Adriaen dat er van is afgedeeld, de hooibeenmd genoemd de Achterdijk, Daniel Peter Francken, de Achterijk aldaar, de gemeijnte genoemd de Schomdonck. De verdelers doen over en weer afstand van aanspraken op elkaars erfdeel en ze beloven de gebruikelijke bepalingen.
Datum 28 juli 1638, getuigen Velde, Stockelmans en Verhoeven.
Jan Thomas van de Ecker | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
< 1591 | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Merike Joannes Adriaen de Harnismaeker |
Die angezeigten Daten haben keine Quellen.