Familienstammbaum de Haan - Visser » Henrich IV von der Knippenburg (1490-1555)

Persönliche Daten Henrich IV von der Knippenburg 

• Er wurde getauft im Jahr 1490 in Bottrop (Duitsland).
• Er ist verstorben im Jahr 1555 in Bottrop (Duitsland).
• Ein Kind von Diederich V van der Knippenburg und Rorich

Familie von Henrich IV von der Knippenburg

Er ist verheiratet mit Anna van Westerholt.

Sie haben geheiratet

Hij werd ca. 1490 geboren en treedt in de oorkonden meestal gezamenlijk met zijn broers Rotger en Borchart op. Hij bouwde N eu-Knippenburg en wordt daarom ook Henrich tot Neu-Knippenburg genoemd. In 1510 was hij reeds drost te Gemen.(1)
Hij werd in 1522 door de abt van Werden met het hof "ten Brink" bij Glabbeck«i»(2) «/i»beleend. Van de graaf Adolf van Schaumburg Holstein, stadhouder van de Vest Recklinghausen en van de heerlijkheid Gemen leende hij 900 Rijnse goudgulden, waartegen hij zijn vestische inkomsten verpandde. (3)
Waarschijnlijk was deze lening boven zijn mogelijkheden van terugbetaling en b lijkbaar verkeert Henrich in financiële moeilijkheden. Op 23.4.1523 verkopen Henrick en Borchart de helft van het eigendomsrecht van het goed "Op den Dyke" aan hun boer Rotger, die reeds de andere helft van het goed bezit.(4)
Henrich wordt in 1527 en op 29.6.1529, tezamen met zijn broers Borchard en Rotger genoemd. Insgelijks op 29.6.1529 in een andere oorkonde is er sprake wan zijn broer Borchard en van Wessel van Loe. De drie voornoemde oorkonden werden alle door Henrich, als houder van de "Knippenburg" en als patronaatsheer van de kerk van Osterfeld, gezegeld. ( zie Borchard en Rotger).
De 1.7.1529 doet de "vromme Hynrick van der Knyppenborch" afstand van een erfrente van twee malders graan uit een rentebrief van 15 malder schuldkoren, te leveren uit de opbrengst van het goed "Bruninck" of uit zijn gezamenlijke goederen, ten voordele van Meyna Op dem Dijke. Dit schuldkoren was hij verschuldigd aan Mechtylt, weduwe van wijlen Evert Baden en moeder van Meyna. Hij betaalt nu aan Meyna Op dem Dijke 25 goede goudgulden, ter vereffening van de renten en schade uit deze rentebrief van 15 malder schuldkoren. (5)
Het was reeds een oude schuld, want op 4.7.1529 verklaart de weduwe van Evert Baade, voor haar en voor haar kinderen Rotger en Meyna, dat de "veste (6) en vromme" Hinrich van de Knippenborch een ongeveer negen jaar oude rentebrief, waarvoor een jaarlijkse rente van vijftien malders schuldkoren verschuldigd was uit het goed "Bruninck, afgelost heeft voor een som van 150 gouden gulden. Het betrof een lening die Hinrich, tezamen met zijn broers Wylhelm en Rotger aangegaan had, maar waarvoor Hinrich deze schulbekentenis uitgeschreven had. (7)
Op deze rentebrief van 15 malder schuldgraan blijft nog een rente verschuldigd van twee malders, half rogge en half gerst, die Hinrich op 27.8.1529 aan Meyna Op dem Dyke zal vereffenen en hiermede is dan de volledige schuld afgelost. (8)
De notaris Johan Bottermann beoorkondt op 16.5.1541 - Maandag na de Zondag van Cantate, in de maand Mei en op het kerkhof van Bottrop- dat de heer Engelle van Deventer, "vice-curat" te Bottrop, Henrick van der Knippenburg, Wolther im Slangenhoill en Dietrich in dem Randenbroich , de laatste twee dienaars van de genadige heer "Coadjutors" in de Vest Recklinghausen , verklaren dat zij bij jonker Johan op dem Berge geweest zijn en van hem vernomen hebben, dat hij van de kerkmeesters van Osterfeld, de heren Eschenbroick en Rovekamp en van een parochiaan uit Osterveld genoemd Roelanth, op zijn verzoek 20 goudgulden had ontvangen, waarvoor hij een jaarlijkse intrest aan de kerk van Osterfeld moet betalen.
Eveneens had hij van de pastoor van Welheim 12 goudgulden geleend gekregen. Dit alles heeft Johann op dem Berge, die zwaar ziek was, in zijn testament vastgelegd. De kerkmeesters zullen deze 20 goudgulden na zijn dood terugbetaald krijgen.
Zo luidt het testament opgesteld door de notaris Johan Doevelinck, pastoor van Horst, waarin jonker Op dem Berghe zijn laatste wil kenbaar maakte.
De getuigen van de notaris Bottermann waren: Johannes Cord, geestelijke uit het Keulse diocees en Henricus Koster uit Bottrop.(9)
In een proces van 1542 voor het Reichskammergericht (10) tre den Heinrich en de weduwe van Borchart, Anna van Herborn als aanklagers op.
Na de dood van zijn broer Borchart werd Heinrich op 31 .5.1543 met het hof "Holtkamp" bij Bottrop beleend; dat beiden vóór 1533 aan de Duitse Orde terug afgelost hadden.(11)
Onder de kinderen van wijlen Jacob Tryppelmecker en van zijn vrouw Berdt, heeft op 9.2.1544 de verdeling plaats van hun nagelaten goederen. Hun zoon Dyrick en diens vrouw Styne werden bedeeld met een rentebrief van vijf gouden gulden jaarlijks, die schriftelijk toegezegd werden door Henrick van der Knyppenborch uit zijn erfgoed "Bruenync", gelegen in het stift en het gerecht van Essen, in het kerspel Stele. (12)
Henrich en zijn echtgenote Anne, verpandden de goederen "thor kleynen Emscher" en "thom Loe", gelegen in het kerspel Bottrop, voor twee jaarrenten. (13)
Henrich was vóór 1526 gehuwd met Anna van Westerholt, dochter van Hermann en Maria van Keppel (1526, 1537) en hij overleed te Bottrop, waarschijnlijk op Neu-Knippenburg omtrent 1554/55. (14)
Henrich en Anne hadden 10 kinderen, die wij hier samengebracht hebben uit de verschillende genealogieën (15) : Michaël, Johan, Willem II, Wolter, Rorich, Henrich, Diedrich, Geste, Anna en Wessel.
«b»Nota«/b»: Dr.Gerlach is het niet eens met de stamreeks Spiessen uit het Staatsarchiv Munster; hij schrijft:
" De nagelaten stamreeks von Spiessen somt als zoon van Henrich IV en eenmaal als vader, van Johan (zoon van hogergenoemde Hen rich) een verdere Henrich op, zonder de minste aanduidingen.
" De belening van Holtkamp in 1543 echter, verwijst klaarblijkelijk nog op Henrich IV. Vermits de voornoemde buitengewoon omvangrijke verzameling nergens bronnen aangeeft en meermaals als onbetrouwbaar erkend werd, wordt hier van een dergelijke inlassing afgezien.
" Toch mag uit het jaar 1545 vermeld worden, dat in de oorkonde nr.1613 uit het Grafl.Archiv von Westerholt zu Westerholt, Henrich ther Knyppenborch, bastart genoemd wordt.
" Opvallend is het is het in ieder geval, dat tussen 1542 en 1576 heel het oude erf- en leengoed in vrouwelijke lijn verdergaat, alhoewel de mannelijke stam in Johan II en zijn broe der, nog voorhanden was.(16)
Of het verlies van Alt-Knippenburg , ook heel het erf- en leengoed omvatte weten wij niet. Doch Michaël van der Knippenburg bleef tot 1579 de bezitter van Neu-Knippenburg en bezat ook het patronaatsrecht van de Katharinavikarie te Osterfeld. Na zijn dood werd zijn dochter Michaela, de erfgename van Neu-Knippenburg.
«i»Voetnoten:

Kind(er):

1. Michael von der Knippenburg  1540-1579
2. Johan von der Knippenburg  1540-1602 
3. Willem von der Knippenbergh  1542-1633
4. Wolter von der Knippenburg  1545-????
5. Rorich von der Knippenberg  1545-????
6. Geste von der Knippenburg  1548-????
7. Anna von der Knippenburgh  1549-????
8. Wessel von Knippenberg  1550-????

Haben Sie Ergänzungen, Korrekturen oder Fragen im Zusammenhang mit Henrich IV von der Knippenburg?
Der Autor dieser Publikation würde gerne von Ihnen hören!

Zeitbalken Henrich IV von der Knippenburg

Klicken Sie auf den Namen für weitere Informationen. Verwendete Symbole:  Großeltern    Eltern    Geschwister    Kinder